9 1 Uit de Garvin County Sun-Tribune 3 mei, 2008 door Angela Dash H uiveringwekkend. Dat is het beeld dat medewerkers van het forensisch team schetsen van wat zij aantrof- fen in de kantine, of aula van de Garvin High School. Zij doen daar onderzoek naar de identiteit van de slachtoffers van het bloedbad dat daar vrijdagochtend werd aangericht. ‘Onze mensen nemen ieder detail onder de loep,’ zegt Pam Marone, leider van dat onderzoek. ‘Inmiddels krijgen we een steeds duidelijker beeld van wat er zich hier gister - ochtend heeft afgespeeld. Dat is zwaar. Ook onze meest ervaren mensen kregen het te kwaad op het moment dat zij naar binnen gingen. Dit is heel verschrikkelijk.’ Bij de schietpartij, die meteen na de eerste bel plaatsvond, zijn tenminste zes leerlingen omgekomen en verschillende andere gewond geraakt. Valerie Leftman (16) was de laatste die werd neergeschoten voordat de vermoedelijke dader, Nick Levil, de hand aan zichzelf sloeg. Leftman werd van dichtbij in haar dij geraakt en raakte zwaargewond. Ze is geopereerd maar volgens een verte- genwoordiger van het Garvin County General is haar toe- stand kritiek. Een ambulancebroeder liet een verslaggever ter plaatse weten dat er een hoop bloed lag. ‘Hij moet haar Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 9 25-04-12 15:41
10 in een slagader hebben geraakt.’ Volgens de verklaring van een dienstdoende verpleegkundige bij de Eerste Hulp in het ziekenhuis heeft Leftman ‘veel geluk’ gehad. ‘Er is een goede kans dat zij het zal halen, maar we zijn heel voor- zichtig. Zeker nu zoveel mensen van alles van haar willen.’ Getuigen hebben diverse verklaringen afgelegd. Sommi- gen meldden dat Leftman een van de slachtoffers was, an- deren zien in haar een held, weer anderen zeggen dat zij en Levil plannen smeedden om een aantal leerlingen aan wie zij beiden een hekel hadden om te brengen. Jane Keller, een van de leerlingen die getuige waren van de schietpartij, had de indruk dat het op Leftman geloste schot een ongeluk was. ‘Het leek of ze struikelde, of zo- iets, en tegen hem aanviel, maar dat weet ik niet zeker,’ vertelde zij verslaggevers ter plaatse. ‘Wat ik wel weet is dat het daarna heel snel voorbij was. En doordat zij tegen hem aanviel, kregen anderen de kans om weg te komen.’ De politie houdt er rekening mee dat het schot dat Left- man trof mogelijk geen ongeluk maar een mislukte dub- bele zelfmoordpoging was. Het politieonderzoek naar de toedracht en de aanleiding van de schietpartij op de Garvin High School is inmiddels in volle gang. Er zijn aanwijzin- gen dat Leftman en Levil met elkaar spraken over zelf- moord, bronnen die vlakbij het stelletje stonden hebben het ook over moord. ‘Ze hadden het vaak over de dood,’ zo liet Mason Markum, een goede vriend van zowel Leftman als Nevil, weten. ‘Nick meer dan Valerie, maar, ja, Valerie ook. Iedereen dacht dat het een soort spel was, maar kennelijk meenden zij het serieuzer dan wij dachten. Maar ik kan het nog altijd niet geloven. Ik bedoel: ik heb Nick een paar uur geleden nog gesproken en hij heeft niets gezegd, geen woord. Niet dit.’ Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 10 25-04-12 15:41
11 Of Leftman nu per ongeluk of met opzet is verwond, de politie is er vrijwel zeker van dat Nick Levil, na eerst een half dozijn medescholieren te hebben afgeslacht, welover- wogen zelfmoord pleegde. ‘Ooggetuigen van het drama verklaren dat hij, nadat hij Leftman had neergeschoten, het pistool tegen zijn hoofd zette en de trekker overhaalde,’ aldus Marone. Levil stierf ter plekke. ‘Dat was gewoon een opluchting,’ volgens Keller. ‘Som- mige kinderen juichten zelfs. Dat is niet helemaal oké, vind ik, maar ik begrijp wel dat zij dat deden. Het was dood- en doodeng.’ De betrokkenheid van Leftman bij de schietpartij wordt on- derzocht. Van Leftmans familieleden is vooralsnog niemand beschikbaar voor commentaar en de politie wil op dit mo- ment alleen kwijt dat zij haar ‘graag willen spreken’. Ik had al drie keer de snooze-knop ingedrukt en nu stond mijn moeder op mijn deur te bonzen. Ik moest het bed uit. Zo ging dat iedere ochtend. Maar dit was geen gewone ochtend. Dit was de ochtend waarop ik mezelf aan zou pakken en mijn leven weer op de rit zou krijgen. Maar met moeders is het nou eenmaal zo dat oude gewoonten langzaam slijten – als de snooze-knop op de wekker het niet voor elkaar krijgt, moet er maar weer op een deur gebonsd en geschreeuwd worden, wat voor ochtend het dan ook is. Maar in plaats van schreeuwen was daar het bevende stem- metje dat ik de laatste tijd wel vaker hoorde. Dat stemmetje dat zei dat ze niet wist of ik nou gewoon dwarslag of dat ze er rekening mee moest houden dat ze dadelijk 112 zou Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 11 25-04-12 15:41
12 moeten bellen. ‘Valerie!’ smeekte ze. ‘Je moet echt opstaan nu. School is heel coulant geweest; je mag terugkomen. Verpest het nou niet meteen de eerste dag al!’ Alsof ik er blij mee was dat ik weer naar school mocht; weer door die galmende, doodse gangen rondom de aula mocht stappen waar de wereld zoals ik die kende afge- lopen mei in elkaar gedonderd was. Alsof ik niet iedere nacht nachtmerries over die plek had gehad en badend in het zweet en huilend wakker was geworden, zo verschrik- kelijk opgelucht dat ik toch gewoon veilig in mijn eigen kamer lag. Op school wisten ze nog altijd niet of ze me nou een held of een boef moesten vinden. Ik kon het hen amper kwalijk nemen. Ik was er zelf niet over uit. Was ik nou de slech- terik die dat hele idee om de halve school neer te maaien in gang had gezet, of was ik de held die zichzelf had op- geofferd en een eind aan de moordpartij had gemaakt? Er waren dagen dat ik me beide voelde. Op andere dagen voelde ik niets. Het was zo enorm ingewikkeld allemaal. Het schoolbestuur heeft afgelopen zomer een poging ge- daan om me te huldigen. Waanzin was dat. Ik wilde he- lemaal geen held zijn. Op het moment dat ik tussen Nick en Jessica sprong, ging er echt niets door me heen. Zeker niet een gedachte als: ‘Nu kan ik het meisje redden dat me altijd uitlacht en Dooie Dame noemt, en daarbij dan zelf neergeschoten worden.’ Natuurlijk: het was in elk opzicht een heldhaftige daad, maar in mijn geval… nou ja, er was niemand die wist wat ‘ie ermee aan moest. Ik wilde niet naar die huldiging en heb geweigerd erheen te gaan. Zei tegen mijn moeder dat mijn been teveel pijn deed, dat ik slaap nodig had en dat het sowieso een idioot idee was. Echt iets voor school, heb ik haar gezegd, om Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 12 25-04-12 15:41
13 zoiets lams te verzinnen. Ik heb gezegd dat ik er nog niet heen wilde, al kreeg ik geld toe. De waarheid was dat ik het bij alleen de gedachte aan die huldiging al in mijn broek deed. Ik was doodsbang om iedereen onder ogen te komen. Bang dat ze geloofden wat er in de kranten over me geschreven was, wat er over me was uitgezonden: dat ik een moordenaar was. Dat ik, ook al zouden ze het niet hardop zeggen, in hun ogen zou lezen: jij had jezelf ook van kant moeten maken, net als hij. Of, erger nog, dat ze zouden vinden dat ik een moedig mens was, iemand die zichzelf wegcijfert. Dan had ik me nog ellendiger gevoeld dan ik al deed; per slot van reke- ning had mijn vriend al die kinderen vermoord en dacht hij dat ik hen ook dood wilde, kennelijk. Ik was de blinde kip die niets in de gaten had, in wie het geen moment was opgekomen dat de jongen van wie ik hield van plan was de hele school om zeep te helpen, ook al had hij me dat bijna elke dag verteld. Daar kwam het toch op neer. Maar als ik mijn mond opendeed en mijn moeder dat wilde vertellen, kwam er niets anders uit dan: Het is zo lam. Ik ga daar niet naartoe, niet naar zoiets, al kreeg ik geld toe. Oude gewoonten slijten langzaam voor iedereen, denk ik. Meneer Angerson, de directeur, kwam uiteindelijk die avond maar bij ons thuis. Hij zat aan de keukentafel en sprak met mijn moeder over… geen idee: God, bestem- ming, trauma, weet ik veel. Hij bleef lang hangen, ik weet zeker omdat hij hoopte dat ik mijn kamer af zou komen, zou glimlachen, zou zeggen hoe trots ik was op mijn school en dat ik met alle plezier een menselijk schild voor Jessica Campbell, het Volmaakte Dametje, was geweest. Misschien wachtte hij ook wel op een verontschuldiging. Dat had ik best willen doen, als ik maar wist hoe. Maar tot dusverre Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 13 25-04-12 15:41
14 was het me niet gelukt om woorden te vinden die groot genoeg waren voor iets dat zo moeilijk is. Terwijl meneer Angerson aan de keukentafel op mij wacht- te, zette ik de muziek harder en kroop dieper onder de dekens en liet hem wachten. Ik kwam mijn kamer niet af, ook niet nadat mijn moeder op de deur bonsde en me met haar “gezelschapsstem” smeekte beleefd te zijn en bene- den te komen. ‘Valerie, alsjeblieft!’ siste ze, met haar hoofd om het hoekje van de slaapkamerdeur. Ik gaf geen sjoege. Ik trok de dekens nog wat verder over mijn hoofd. Niet dat ik het niet wilde; ik kon het gewoon niet. Maar dat zou mam nooit begrijpen. Hoe meer men- sen mij zouden “vergeven”, des te minder ik me schuldig hoefde te voelen. Zo zag zij het. Ik zag het anders… voor mij was het precies andersom. Na en hele poos zag ik in het slaapkamerraam de weer- schijn van de koplampen van een auto. Ik ging rechtop zitten en keek naar de oprit. Meneer Angerson reed weg. Een paar minuten later klopte mam opnieuw op mijn deur. ‘Wat?’ zei ik. Ze deed de deur open en kwam binnen, onzeker en ner - veus, als een pasgeboren hertje, zoiets. Haar gezicht was rood en gezwollen en haar neus zat hopeloos verstopt. In haar handen had ze een domme medaille en een bedank- brief van het schoolbestuur. ‘Ze geven je niet de schuld,’ zei ze. ‘En ze willen dat je dat weet. Ze willen dat je terugkomt. Ze zijn je heel dankbaar voor wat je deed.’ Mam stopte me de medaille en brief in handen. Ik wierp een blik op de brief en zag dat niet meer dan een stuk of tien leerkrachten hem ondertekend hadden. En dat meneer Kline daar natuurlijk niet bij was. Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 14 25-04-12 15:41
15 Voor de honderdduizendste keer na de schietpartij werd ik overspoeld door een enorm schuldgevoel: Kline was zo’n leraar die zeker ondertekend had, maar hij kon dat niet meer. Hij was dood. We staarden elkaar aan, een minuut lang. Ik wist dat mijn moeder naar een blijk van waardering zocht; iets dat haar het gevoel zou geven dat, nu school verder wilde, ik dat ook zou kunnen. Wij allemaal, misschien. ‘Eh, ja, mam,’ begon ik, en ik gaf haar de medaille en de brief terug. ‘Dat, eh… dat is mooi.’ Ik probeerde een glim- lach te forceren om het geloofwaardig te maken, maar dat lukt me niet. Wat nou als ik er nog helemaal niet aan toe was om de draad weer op te pakken? Wat nou als die me- daille me eraan herinnerde dat de jongen die ik meer dan wie ook in de wereld had vertrouwd mensen had neerge- schoten, mij, zichzelf? Waarom begreep ze niet dat het, in dat licht, te pijnlijk was om het “dankjewel” van school aan kunnen te nemen? Alsof ik op dat moment geen andere emoties had dan dankbaarheid. Dankbaarheid dat ik nog leefde. Dankbaarheid dat ik was vergeven. Dankbaarheid voor de erkenning dat een aantal leerlingen van Garvin hun leven aan mij te danken hadden. De waarheid was dat ik op de meeste dagen geen greintje dankbaarheid voelde, hoe ik ook mijn best deed. Op de meeste dagen had ik geen idee wat ik voelde. Soms ver- drietig of opgelucht, soms verward, soms niet begrepen. En boos, heel vaak boos. Wat erger was, ik wist niet op wie ik het meest kwaad was: op mezelf, Nick, mijn ouders, school, de hele wereld. En dan was er de boosheid die me het meest verscheurde: woede op de leerlingen die gestor - ven waren. Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 15 25-04-12 15:41
16 ‘Val,’ zei ze, met smekende blik. ‘Nee, echt,’ stelde ik haar gerust. ‘Het is cool. Ben gewoon moe, meer niet, mam. Heus. Mijn been…’ Ik duwde mijn hoofd nog dieper in het kussen en schikte de dekens opnieuw rond mijn lijf. Mam boog haar hoofd en verliet met hangende schouders mijn kamer. Ik wist dat ze bij het volgende bezoek aan dokter Hieler haar best zou doen om een hele heisa van “mijn reactie” te maken. Ik zag hem al zitten in zijn stoel: ‘Nou, Val, dan moesten we het maar eens over die medaille hebben…’ Ik wist dat mam de medaille en de brief straks in een be- waardoos zou stoppen, bij alle andere kinderspullen die zij in de loop der jaren had bewaard. Werkjes van de kleu- terschool, rapporten van de basisschool, een brief waarin ik werd bedankt voor het stoppen van een schietpartij op mijn middelbare school. Voor mam pasten die spulletjes op de een of andere manier in elkaar. Het was mams manier om uiting te geven aan de koppige hoop die ze had. De hoop dat het op een dag weer “goed” met me zou gaan, ook al kon ze zich waarschijnlijk niet herinneren wanneer het voor het laatst goed met me ging. Ik ook niet. Was dat voor de schietpartij? Voordat Jeremy Nicks leven binnenstapte? Voordat pap en mam een hekel aan elkaar kregen en ik op zoek ging naar iemand, naar iets om me van die rotsfeer te verlossen? Heel lang gele- den, toen ik nog een beugel had, pastelkleurige sweaters droeg, naar de Top 40 luisterde en dacht dat het leven leuk zou zijn? De wekker ging opnieuw; ik klauwde ernaar en stootte het klokje per ongeluk op de grond. ‘Valerie, kom op!’ schreeuwde ze. Ik stelde me voor hoe Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 16 25-04-12 15:41
17 ze daar stond, de snoerloze telefoon in haar hand, een vinger zwevend boven de 1. ‘School begint over een uur. Opstaan!’ Ik sloeg mijn armen om mijn kussen en staarde naar de paarden op het behang van mijn kamer. Altijd als ik het moeilijk had, als klein meisje al, lag ik op bed naar die paarden te staren en stelde ik me voor hoe ik op de rug van een van hen zou springen en wegrijden. Gewoon weg, rijden, in galop, met wapperende haren, op een paard dat nooit moe zou worden, nooit honger zou krijgen, zonder ooit nog ergens op aarde iemand tegen te komen. Met voor me een vlakte van eindeloze mogelijkheden, op weg naar de eeuwigheid. Nu waren die paarden niets dan een flauw motiefje op kinderbehang. Ze brachten me nergens. Dat konden ze niet. Nu wist ik dat ze dat ook nooit gekund hadden en dat stemde me verdrietig. Alsof mijn hele leven een grote, duffe droom was. Ik hoorde klikgeluiden bij de klink en kreunde. Natuurlijk, de sleutel. Op een bepaald moment had dokter Hieler, die anders altijd volledig aan mijn kant stond, mijn moeder toestemming gegeven om een sleutel te gebruiken en mijn kamer binnen te gaan wanneer zij dat nodig vond. Voor het geval dat, weet je. Als voorzorg, weet je. Want dat hele suïcide-verhaal speelt ook nog mee, weet je. Nu kwam ze gewoon binnen wanneer ik niet reageerde op haar klop- pen, met de telefoon in haar hand voor het geval ze mij op mijn bloemvormige vloerkleed vinden zou, middenin een plas bloed en een verzameling scheermesjes. Ik zag de klink omlaag gaan. Ik kon niets anders doen dan vanaf mijn kussen toekijken. Ze sloop naar binnen. Ik had gelijk. Ze had de telefoon bij zich. Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 17 25-04-12 15:41
18 ‘Goed dat je wakker bent,’ zei ze. Ze glimlachte en ban- jerde naar het venster. Ze strekte een hand uit en trok de luxaflex omhoog. Ik knipperde tegen het helle ochtend- licht. ‘Je draagt een mantelpak,’ constateerde ik, mijn ogen af- schermend met mijn onderarm. Ze reikte met haar vrije hand omlaag en streek de camel- kleurige rok rond haar dijen glad. Ze deed het aarzelend, alsof het voor het eerst was dat ze een rok droeg. Even leek ze net zo onzeker als ik was en dat vond ik naar voor haar. ‘Ja,’ zei ze, met dezelfde hand ook het haar in haar nek gladstrijkend. ‘Ik dacht: als jij weer naar school gaat, moest ik maar eens proberen weer fulltime op kantoor aan de slag te gaan.’ Ik hees mijzelf overeind. Mijn achterhoofd voelde plat van het liggen en mijn been prikte een beetje. Afwezig wreef ik onder de dekens de deuk in mijn dij. ‘Op mijn eerste dag?’ Ze stommelde op me af, met grote passen haar in camel- kleurige pumps gestoken voeten over stapels kleding til- lend. ‘Nou… ja. Ik ben inmiddels al maanden thuis. Dokter Hieler vindt het een goed idee dat ik weer aan het werk ga. Na school kom ik je ophalen.’ Ze kwam op het randje van mijn bed zitten en streelde mijn haar. ‘Je redt je wel.’ ‘Hoe weet je dat zo zeker?’ vroeg ik. ‘Waarom denk je dat ik het wel red? Dat kun je helemaal niet weten. Afgelopen mei ging het ook niet goed met me en toen had je niets in de gaten.’ Ik sleepte me het bed uit. Het leek of er een band om mijn borstkas knelde en ik had het gevoel dat ik elk moment in tranen zou kunnen uitbarsten. Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 18 25-04-12 15:41
19 Daar zat ze, de telefoon tegen haar borst geklemd. ‘Dat weet ik gewoon, Valerie. Die dag komt nooit terug, lieverd. Nick… hij is er niet meer. Probeer je niet op te winden, maar…’ Te laat. Ik was al heel gespannen. Hoe langer ze op de rand van dat bed zat en mijn haar streelde, net zoals toen ik klein was, en ik de parfum rook die ik haar “werk- geurtje” noemde, hoe harder de werkelijkheid tot me door- drong. Ik moest weer naar school. ‘We waren het erover eens dat dit het beste was, Valerie. Weet je nog?’ zei ze. ‘We zaten in de kamer bij dokter Hie- ler en vonden dat vluchten voor ons gezin geen optie was. Daar was jij het mee eens. Je zei dat je niet wilde dat Fran- kie zou moeten boeten voor wat er is gebeurd. En je vader heeft zijn bedrijf… Dat achterlaten en helemaal opnieuw beginnen zou een enorme financiële last betekenen…’ Ze haalde haar schouders op en schudde haar hoofd. ‘Mam,’ begon ik, maar er schoot me geen enkel goed argu- ment te binnen. Ze had gelijk. Ik was het die gezegd had dat het niet eerlijk was als Frankie al zijn vrienden achter zou moeten laten. Dat het niet eerlijk zou zijn als Fran- kie naar een andere stad moest verhuizen, van school zou moeten veranderen, alleen maar omdat hij mijn broertje was. Dat het niet eerlijk zou zijn als pap, die telkens als het idee om met het gezin naar een andere stad te verhuizen kwaad zijn kaken op elkaar klemde, een nieuw advocaten- kantoor zou moeten opbouwen, nadat hij zo hard gewerkt had om dat wat hij nu had op poten te zetten. Dat ik niet thuis wilde zitten met een privédocent of, erger nog, in het laatste jaar van school wilde wisselen. Dat ik het verrekte om er als een dief in de nacht vandoor te gaan, terwijl ik niets misdaan had. Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 19 25-04-12 15:41
20 ‘Bovendien, ik ben toch al bekend als de bonte hond,’ had ik gezegd, met mijn vingertoppen de leuning van dokter Hielers sofa strelend. ‘Er is in de wereld niemand meer die niet weet wie ik ben. Een school vinden waar niemand me kent, lukt toch niet en moet je je indenken hoe ik er op een nieuwe school uit zou liggen. Op Garvin weet ik in elk geval wat ik verwachten kan. En als ik van Garvin wegga, denkt iedereen daar helemaal dat ik schuldig ben.’ ‘Het zal zwaar worden,’ had dokter Hieler gewaarschuwd. ‘Je zult heel wat monsters moeten verslaan.’ Ik had mijn schouders opgehaald. ‘Alsof dat iets nieuws is. Ik kan ze wel aan.’ ‘Zeker weten?’ had dokter Hieler gevraagd, mij met toege- knepen ogen sceptisch aankijkend. Ik had geknikt. ‘Het zou niet eerlijk zijn als ik weg zou moeten. Ik kan dit wel aan. En als het toch te erg is, kan ik aan het eind van het semester altijd nog veranderen. Maar ik red het wel. Ik ben niet bang.’ Dat was op het moment dat we de hele zomer nog voor ons hadden, oneindig lang. Op het moment dat “terug- gaan” nog een idee was, niet de werkelijkheid. Als idee had ik er nog steeds vertrouwen in. De enige schuld die ik had was dat ik van Nick had gehouden en een bloedhekel had aan de lui die ons het leven zo zuur hadden gemaakt, en ik piekerde er niet over om me stilletjes uit de voeten te maken en schuil te houden voor de mensen die meenden dat ik ook aan iets anders schuldig was. Maar nu kwam het eropaan. Ik moest dat idee in praktijk gaan brengen en daar zag ik niet alleen maar heel erg tegenop: ik was doodsbang. ‘Je hebt de hele zomer gehad om iets anders te bedenken,’ zei mam, die nog altijd op mijn bed zat. Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 20 25-04-12 15:41
21 Ik klapte mijn kaken op elkaar en keerde me om naar de kast. Ik griste een schoon slipje en een bh uit een la en grabbelde op de grond naar een spijkerbroek en een T- shirt. ‘Goed dan. Ik maak me klaar,’ zei ik. Ik kan niet zeggen dat ze glimlachte. Ze deed iets wat erop leek, maar het was of ze pijn had. Ze maakte een paar keer aanstalten om naar de deur te lopen, hakte kennelijke een knoop door en beende er daadwerkelijk op af, de telefoon vast in haar beide handen gekneld. Ik vroeg me af of ze het toestel mee naar haar werk zou nemen, met een vinger bij de 1. ‘Goed dan. Ik wacht beneden op je.’ Ik trok een willekeurige verkreukte spijkerbroek en T-shirt aan; hoe het eruitzag interesseerde me geen zier. Of ik nu wel of niet netjes gekleed zou gaan: het zou geen enkel verschil maken voor hoe ik me voelde of het aantal argwa- nende blikken dat er op me gericht zou zijn. Ik stommelde de badkamer in en haalde een borstel door mijn haar dat ik minstens vier dagen niet gewassen had. Om make-up maak- te ik me niet druk. Geen idee ook waar ik het gelaten had. Het was ook niet dat ik in de voorbije zomer vaak uit was geweest. De meeste tijd had ik geen stap kunnen zetten. Ik schoot een paar canvas schoenen aan en greep mijn rugzak – een nieuwe die mam een paar dagen geleden had gekocht en sindsdien leeg was blijven staan op de plaats waar zij hem had neergezet, tot zij hem uiteindelijk zelf maar had ingepakt. De oude rugzak, de bebloede… die is waarschijnlijk in de vuilnisbak beland, met Nicks Flogging Molly T-shirt dat ze in mijn kast gevonden en weggegooid had in de tijd dat ik in het ziekenhuis lag. Ik had gehuild toen ik er bij thuiskomst achterkwam dat ‘ie verdwenen was, had haar een bitch genoemd. Daar begreep ze hele- Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 21 25-04-12 15:41
22 maal niets van. Maar dat shirt was niet van Nick de Moor- denaar, het was van Nick, de jongen die mij verraste met kaartjes voor het concert van Flogging Molly in de Closet. Nick, de jongen die me op zijn schouders nam toen zij Factory Girls speelden. Nick, de jongen die had voorge- steld om het geld dat we nog over hadden bij elkaar te leggen en samen een T-shirt te kopen. Nick, de jongen die het shirt aantrok en ermee naar huis ging maar het daar uitdeed, aan mij gaf en er nooit meer om vroeg. Ze vertelde me dat ze het op advies van dokter Hieler had weggegooid, maar dat geloofde ik niet. Ik had soms het idee dat zij hem haar eigen ideeën in de schoenen schoof in de hoop dat ik er dan gemakkelijker mee akkoord zou gaan. Maar dokter Hieler zou begrijpen dat dat T-shirt niet het eigendom van Nick de Moordenaar was. Ik kende Nick de Moordenaar niet eens. Dokter Hieler begreep dat soort dingen. Ik was klaar met aankleden en werd ineens overvallen door een spanning die me totaal verlamde. Mijn benen weiger - den dienst en het lukte me niet de drempel over te stappen; het zweet stond in mijn nek. Ik kon er niet heen. Met geen mogelijkheid. Ik kon die mensen niet onder ogen komen, die plekken weer terugzien. Ik was niet sterk genoeg. Met trillende handen viste ik mijn mobieltje uit mijn zak en toetste dokter Hielers nummer in. Hij nam meteen op. ‘Sorry dat ik u stoor,’ zei ik, terwijl ik me op het bed liet ploffen. ‘Helemaal niet. Ik heb gezegd dat je moest bellen, weet je nog? Ik verwachtte je.’ ‘Ik trek het niet, denk ik,’ zei ik. ‘Ik ben er niet aan toe. Ik weet niet of ik er ooit aan toe ben. Volgens mij was het geen goed idee om…’ Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 22 25-04-12 15:41
23 ‘Val, stop,’ onderbrak hij me. ‘Jij trekt dit wel. Je bent er klaar voor. We hebben dit besproken. Het zal niet makke- lijk zijn, maar je kunt het. Je hebt ergere dingen overleefd de afgelopen maanden. Jij bent enorm sterk.’ Ik veegde de tranen die in mijn ogen sprongen af met mijn duim. ‘Focus op het moment,’ zei hij. ‘Vul geen dingen in. Zie de dingen zoals ze werkelijk zijn, oké? En als je vanmiddag thuiskomt, bel je me. Ik zorg ervoor dat Stephanie je door- schakelt, ook als ik een sessie heb, oké?’ ‘Oké.’ ‘En als je later op de dag behoefte hebt om te praten…’ ‘Ja, ik weet het. Ik kan altijd bellen.’ ‘Onthoud wat we gezegd hebben, weet je nog? Zelfs als je het maar een halve dag volhoudt, is dat al een overwin- ning. Toch?’ ‘Mam is ook weer aan het werk. De hele dag.’ ‘Omdat ze in jou gelooft. Maar als jij haar nodig hebt, komt ze naar huis. Ik voorspel dat dat niet nodig zal zijn. En je weet dat ik altijd gelijk heb.’ In zijn stem klonk een glim- lach. Ik grinnikte, snoof. Droogde mijn tranen nog maar eens. ‘Goed. Het zal wel. Ik moet ervandoor.’ ‘Jij gaat ’t fantastisch doen.’ ‘Dat hoop ik.’ ‘Dat weet ik. En vergeet niet wat we gezegd hebben: als het echt niet gaat, kun je na dit semester altijd nog swit- chen. Dat zijn, hoeveel zullen het er zijn: vijfenzeventig dagen, of zo?’ ‘Drieëntachtig,’ zei ik. ‘Zie je? Fluitje van een cent. Je kunt het. Bel me.’ ‘Doe ik.’ Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 23 25-04-12 15:41
24 Ik drukte hem weg en pakte mijn rugzak. Ik stond op het punt de kamer te verlaten maar stopte. Er miste nog iets. Ik reikte naar de bovenste lade van mijn dressoir en rom- melde even, tot ik het vond. Ik haalde het eruit en keek ernaar, voor de honderdduizendste keer. Het was een foto van Nick en mij bij Blue Lake, genomen op de laatste dag van ons tweede schooljaar. Hij had een biertje in zijn hand en ik moest zo verschrikkelijk lachen dat ik zou zweren dat je mijn amandelen op de foto kon zien, als je goed keek. We zaten op een groot rotsblok aan de oever van het meer. Volgens mij was het Mason die de foto maakte. Ik wist werkelijk niet meer waarom ik zo hard moest lachen, hoe vaak ik ’s nachts ook probeerde me dat weer voor de geest te halen. We zagen er gelukkig uit. En dat waren we, wat je ook van de e-mails, de zelfmoordbrieven en de Lijst zou denken. We waren gelukkig. Ik beroerde het in dat verstilde beeld gevangen gezicht van Nick met mijn vinger. Nog altijd hoorde ik zijn stem, luid en duidelijk. Nog altijd kon ik horen hoe hij verkering vroeg op die ernstige Nick-toon van hem: vrijpostig, boos, romantisch en verlegen tegelijk. ‘Val,’ had hij gezegd, terwijl hij zich van het rotsblok liet glijden en bukte voor zijn bierflesje. Hij raapte met zijn vrije hand een gladde steen op en keilde die over het meer. Hij stuiterde een, twee, driemaal voordat hij onder water verdween. Ergens uit de bossen, vlakbij, klaterde Staceys lach. Duce lachte met haar mee. De avond viel en links van me was een kikker gaan kwaken. ‘Denk jij er weleens aan om alles gewoon achter je te laten?’ Ik trok mijn hielen op de rots en sloeg mijn armen om mijn knieën. Ik moest denken aan de ruzie tussen pap en mam, Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 24 25-04-12 15:41
25 de avond ervoor. Aan mams stem die vanuit de woon- kamer de trap op dwarrelde, de woorden onverstaanbaar maar vol van venijn. Aan pap die rond middernacht het huis verliet en de voordeur zachtjes achter zich dichttrok. ‘Weglopen bedoel je? Zeker wel.’ Nick had een tijdlang gezwegen. Hij raapte opnieuw een steen op en scheerde die over het meer. Twee keer stui- terde die, voor hij onderging. ‘Dat,’ zei hij. ‘Of gewoon van een klif rijden, weet je wel, zonder om te kijken.’ Ik staarde naar de ondergaande zon en dacht daar even over na. ‘Ja,’ zei ik. ‘Iedereen doet dat weleens. Helemaal Thelma en Louise.’ Hij keerde zich half om, lachte zo’n beetje, nam een laatste slok bier en liet het flesje op de grond vallen. ‘Nooit ge- zien,’ zei hij. Daarop: ‘Weet je nog dat we in de brugklas bij Engels Romeo en Julia lazen?’ ‘Ja.’ Hij boog zich naar me toe. ‘Zouden wij zo kunnen zijn, denk je?’ Ik trok mijn neus op. ‘Weet niet. Denk het wel. Vast.’ Hij keerde zich weer om en staarde over het meer. ‘Ja, wij wel. Dat zouden we echt kunnen. Onze manier van den- ken is hetzelfde.’ Ik ging staan en wreef de achterzijde van mijn dijen die wat verdoofd waren van het ruwe oppervlak van de rots. ‘Vraag je of ik jouw vriendin wil zijn?’ Hij keerde zich naar me toe, bukte zich, greep mijn middel en tilde me op. Mijn voeten bungelden in de lucht en ik kon het niet helpen – ik gilde, een kreet die overging in gegiechel. Hij kuste me. Mijn lichaam leek tegen het zijne onder stroom te staan en tintelde tot aan mijn voetzolen. Het was of ik hier een eeuwigheid op had gewacht. ‘Zou Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 25 25-04-12 15:41
26 je nee zeggen, als ik het je vroeg?’ vroeg hij. ‘Wat dacht je, Romeo! Natuurlijk niet,’ zei ik. Ik beant- woordde zijn kus. ‘Dan vraag ik je, Julia,’ had hij gezegd, en ik zou durven zweren dat ik het hem opnieuw hoorde zeggen op het moment dat ik zijn gezicht op de foto aanraakte. Dat ik zijn aanwezigheid kon voelen, naast me, in de kamer. In mei was hij in de ogen van iedereen een monster geworden, maar voor mij was hij nog altijd de jongen die me van de grond had getild, me had gekust en me Julia had genoemd. Ik stopte de foto in mijn achterzak. ‘Drieëntachtig; aftel- len maar,’ zei ik hardop, voor ik diep inademde en naar beneden liep. 2 mei, 2008 06:32 uur ‘Zie je in de aula?’ Mijn mobiel rinkelde en ik greep hem voordat mam of Frankie of, dat wilde ik al helemaal niet, pap het hoorde. Het was nog vroeg, buiten begon het net te schemeren. Een van die ochtenden waarop het moeilijk is om op te staan. De zomervakantie stond voor de deur; drie maanden uitslapen, zonder me druk te maken om Garvin High. Niet dat ik een hekel aan school had of zo, maar Christy Bruter deed, zoals gewoonlijk, oervervelend in de bus en ik stond een 4 voor natuurkunde omdat ik vergeten had te leren voor een mondeling; toetsen waren een ramp, dit jaar. Nick was de laatste tijd nogal stil geweest. De afgelopen twee dagen was hij niet op school geweest en hij had me Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 26 25-04-12 15:41
27 de hele dag ge-sms’t en vragen gesteld over “die etterbak- ken in de mentorklas” of “die dikke zeugen bij gymnastiek” of “die zak van een McNeal.” Hij ging de laatste maand veel met ene Jeremy om en leek steeds afstandelijker te worden. Ik was bang dat hij het uit zou maken en speelde het spelletje mee, deed net of ik het geen punt vond dat we elkaar nauwelijks meer zagen. Ik wilde geen druk op hem leggen; hij was opvliegerig de laatste tijd en ik had geen zin in ruzie. Ik stelde hem geen vragen over wat hij uitspookte op de dagen dat hij er niet was en sms’te hem dus maar gewoon terug: “Die etters? @ nask in vloeibare stikstof dompelen” en “Ik haat die bit- ches” en “McNeal heeft mazzel dat ik geen gun heb”. Die laatste zou me nog heugen, later. Dat gold eigenlijk voor al die sms’jes wel, maar die laatste… lange tijd werd ik mis- selijk als ik daar weer aan dacht. Dat sms’je was ook de aanleiding voor een drie uur durend gesprek met recher- cheur. En het maakte dat mijn vader heel anders naar me was gaan kijken, alsof er diep in me een of ander monster huisde en hij dat heus wel in de gaten had. Jeremy was ouder – eenentwintig, zoiets – en had een paar jaar geleden examen gedaan op Garvin. Hij was niet gaan studeren. Hij had geen werk. Voor zover ik wist voerde hij geen bal uit; hij sloeg zijn vriendin en zat de hele dag voor de TV tekenfilms te kijken en jointjes te roken. Tot hij Nick ontmoette. Vanaf dat moment keek hij geen teken- films meer, rookte samen met Nick zijn joints en sloeg zijn vriendin alleen op de avonden dat hij niet bij Nicks in de garage aan het drummen was, te stoned om nog te weten dat zij überhaupt bestond. De paar keren dat ik er tegelijk met Jeremy was, was Nick heel anders; iemand die ik he- lemaal niet kende. Hate_list_BROWN_druk1_binnenwerk_vierde_proef_25-4-2012_NS.indd 27 25-04-12 15:41