Heel het leven
Arjan Markus Heel het leven regels voor discipelschap Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer /
www.uitgeverijboekencentrum.nl Deze uitgave verschijnt in samenwerking met de te Amersfoort. Ontwerp omslag: Mulder van Meurs, Amsterdam Vormgeving binnenwerk: zetR, Hoogeveen ISBN NUR © Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden ver- veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopien, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud Woord vooraf Inleiding Ð Het begin van discipelschap Alleen God God niet aanpassen aan jouw voorkeuren Haal Gods naam niet onderuit Van ophouden weten Je ouders eren en een goed leven Gun een ander het licht in de ogen Seksualiteit en het huwelijk (van een ander) Omgaan met (andermans) bezit Betrouwbaar spreken Begeerte bederft
Wo o r d vooraf Hoe kan ik in mijn dagelijks leven Jezus volgen? Dat is een vraag van alle tijden, maar juist ook vandaag de dag zijn er veel men- sen die deze vraag stellen. Dat merk ik in mijn werk als predikant in de binnenstad van Utrecht. Zo ontmoet ik bijvoorbeeld men- sen die op zoek zijn. Zij vragen: ÔAls ik zou gaan geloven, wat zou het leven als christen dan concreet inhouden?Õ Maar het zijn niet alleen zoekers die vragen hebben bij het volgen van Jezus. Ook mensen die al langer geloven, zoeken naar concrete handreikin- gen voor het navolgen van Jezus in hun dagelijks leven. Het is ook helemaal niet vreemd dat er veel vragen zijn over het leven als discipel van Jezus. We leven in een complexe wereld en moeten op veel gebieden keuzes maken. Op het gebied van re- laties, werk, seksualiteit, bezit, carrire, gezin, noem maar op. Dis- cipelschap heeft met al die keuzes te maken. Het navolgen van Je- zus is gaan in zijn spoor, het spoor van God. Het is het spoor dat uitkomt in het Koninkrijk van God. Maar er lopen meer sporen in deze wereld en je moet heel wat wissels nemen. Hoe vind je het goede spoor en hoe blijf je op het goede spoor? Hoe kun je Jezus navolgen? Op deze vraag wordt in dit boek antwoord gegeven door de Tien Geboden langs te gaan. Dat zijn tien wegwijzers voor het le- ven met God, gegeven aan Isral ver voor onze jaartelling. In de Bijbel hebben de Tien Geboden diepe sporen getrokken. Op veel plaatsen worden ze uitgewerkt en hun invloed is in veel geschie- denissen terug te zien. Dit is recent diepgaand in kaart gebracht door Patrick D. Miller in The Ten Commandments (Louisville
). Dit werk is voor mij een belangrijke inspiratiebron ge- weest. Het centrale belang van de Tien Geboden is ook terug te zien in het onderwijs van Jezus. Hij grijpt in zijn onderwijs over de manier waarop wij met God moeten leven steeds terug op de Tien Geboden. Voor mensen die Jezus navolgen, zijn ze dan ook de leidraad bij uitstek. De Tien Geboden laten heel duidelijk zien dat het leven met God en het navolgen van Jezus geen hobby is die je erbij kunt doen. Het is geen hobby maar een way of life. Het raakt alle gebieden van je leven. Navolgen in het spoor van Jezus raakt echt heel het leven. Ik hoop dat de lezers van dit boek door zich bezig te houden met de Tien Geboden, in het leven van alledag zullen ervaren dat de weg van Jezus een begaanbare weg is. Een weg die hen thuis- brengt bij God. Utrecht, mei
Inleiding Ð Het begin van discipelschap Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken Ð want de hele aarde behoort mij toe. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk. (Ex. :, ) Leestip: Exodus Gods aanzoek Het leven van ieder mens heeft iets van een reis. Reizen kun je met verschillende reisgenoten en er zijn heel wat mogelijke reis- doelen. Voor een discipel van Jezus is de reis door het leven een reis achter Hem aan. Het is een tocht die je maakt samen met an- deren die Hem volgen. Je gaat in het spoor van Jezus op weg naar het Koninkrijk van God. Het is een reis met God, want in Jezus kom je God zelf tegen. Wanneer begint die reis? Dat is niet altijd duidelijk in je leven. Soms begint het heel abrupt, maar vaker is het volgeling-worden een geleidelijk proces. Er zijn wel etappes aan te wijzen die ie- dereen op de een of andere manier meemaakt. Het eerstedat hoort bij het begin van de navolging is een pe- riode van eerste kennismaking die volgt op Gods initiatief. Men- sen komen in aanraking met God, doordat Hij met zijn Geest in hun leven werkzaam is. God is de initiatiefnemer van elke na- volging. Je wordt op een spoor gezet. Bij sommigen gebeurt dat in een christelijke opvoeding, anderen komen op volwassen leef- tijd met God in aanraking. God kent vele wegen om met mensen
in contact te treden. Na dat contact volgt een periode van eerste kennismaking met Jezus, met God, met de Geest van God. Die periode van eerste kennismaking lijkt veel op de reis die de mensen van Isral maakten naar de berg Sina. God had de mensen van Isral meegenomen uit Egypte, bevrijd, en hen naar de berg gebracht. Hij was de initiatiefnemer van de geschiedenis die ze samen zouden gaan doormaken. Daar bij die berg vindt een hoogtepunt van die kennismaking plaats: God verschijnt daar. Dat wordt beschreven in Exodus , het hoofdstuk dat voor- afgaat aan de Tien Geboden. De mensen van Isral wisten al wel iets van God: Hij was de God van hun voorvaders, maar onder- weg hebben ze elkaar pas echt beter leren kennen. Isral bleek geen volhouder in het optrekken met God Ð de mensen zagen het telkens niet zitten met Hem. God bleek echter wel een volhouder te zijn en heeft de relatie doorgezet. Het tweededat hoort bij het begin van de navolging, is het mo- ment van een beslissing. Dat zie je ook heel duidelijk bij de ken- nismakingsperiode van de mensen van Isral. Ze arriveren bij de berg en dan zijn ze met God op een punt gekomen dat er een be- slissing moet vallen. Gaan we met elkaar door of niet? Op dat mo- ment komt God met een aanzoek, een huwelijksaanzoek zou je kunnen zeggen. Hij wil de tijd van kennismaking namelijk om- zetten in een duurzame relatie. God zegt: ÔJullie hebben gezien wat ik heb gedaan en hoe ik jullie hier gebracht heb op adelaars- vleugels. Wat gaan we nu doen? Willen jullie met mij verder? Zou- den jullie met mij een duurzame relatie willen aangaan? Een ver- bond? Zo ja, dan verwacht ik dat jullie naar me luisteren en mij serieus nemen. Als jullie met mij verder willen, dan zullen jullie heel bijzonder voor mij zijn.Õ De Tien Geboden, die op Exodus volgen, zijn Gods aanwijzingen voor de duurzame relatie met Hem. Wat hier gebeurt, is waar God met mensen op aankoerst. Na de tijd van eerste kennismaking komt er een moment dat Hij vraagt of je verder wilt. Dat aanzoek van God is een cruciaal mo- ment in de beginperiode van de navolging; dat is zo bij de men-
sen van Isral en het is zo bij elke discipel van Jezus. God vraagt: ÔZullen we verder?Õ En jij zegt ÔjaÕ of ÔneeÕ. Als je ÔjaÕ zegt, dan be- sluit je om een leven van navolging te gaan leiden. Na die eerste keer moet je dat besluit telkens weer opnieuw nemen. Je bevestigt je beslissing, net zoals in een huwelijk de part- ners tegen elkaar zeggen dat ze echt voor elkaar gaan. Het herbe- vestigen van die beslissing is ook nodig omdat wij mensen nogal eens afhaken, omdat we bij Hem weggaan. Dan is de herbevesti- ging van de beslissing om na te volgen een daad van terugkeer. De weg van de navolging begint met een moment waarop je voor het eerst een besluit neemt in reactie op Gods aanzoek. Is dat moment bij jou al gekomen? Het moment van de vraag van God: wil je een duurzame relatie met mij aangaan? Wat heb je ge- zegd? Misschien denk je er nog over na. Dat is verstandig, want je moet niet zomaar ÔjaÕ zeggen. Het is nogal wat! Misschien heb je ÔjaÕ gezegd, korter of langer geleden. Dat is goed. Ik hoop dat alle lezers van dit boek ÔjaÕ zeggen, want die duurzame relatie met God maakt je als mens compleet. Ik hoop dat je steeds ÔjaÕ blijft zeggen. Het navolgen van Jezus is telkens weer ÔjaÕ zeggen tegen God. Maar ik denk dat je ook te snel ÔjaÕ kunt zeggen op Gods aan- zoek. Het lijkt erop dat Isral dat doet. Ze hoeven niet lang over Gods aanzoek na te denken. Het antwoord is unaniem: ÔJa, dat willen wij.Õ Een snel antwoord, is dat verstandig? Als je samen een duurzame relatie met elkaar aangaat, dan moet je toch wel weten of je bij elkaar past. En dat is bij God en mensen nog maar de vraag. Of ze bij elkaar passen, is in Exodus juist het belang- rijkste thema. De term die daarbij hoort is: heilig. Typisch weer het Oude Testament? Het is eigenlijk een beetje vreemd. God doet een aanzoek voor een duurzame relatie. Daaruit mag je toch opmaken dat Hij vindt dat Hij en de mensen van Isral bij elkaar horen! Maar eerst gaat ‒
Hij aan hen duidelijk maken dat ze nietbij elkaar passen. Niet zo- maar vanzelfsprekend in elk geval. Want Hij is heilig en zij niet; zij moeten zich heiligen, heilig worden. Wat vind je ervan als je dat leest in Exodus ? Wat vind je van Gods uitleg van het feit dat mensen en Hij niet zomaar bij elkaar passen? God is heilig. Daarom moeten de mensen van Isral zich terugtrekken van de berg waar God zal komen, op straffe van de dood. Die berg moet apart worden gezet voor God. Door men- selijke aanraking zou die berg weer ontheiligd worden, ongeschikt voor de komst van God. Ze moeten zichzelf ook apart zetten voor God. Dat is de betekenis van ÔheiligenÕ. Concreet betekent dat voor de mensen van Isral dat ze hun kleren moeten wassen en geen seksuele gemeenschap mogen hebben. Ze moeten drie da- gen nemen om zich voor te bereiden op de komst van God. Dan komt God. Donder, bliksem, een donkere wolk. De berg beeft en de mensen beven. Rook en vuur en het geluid van een ramshoorn, steeds luider. Mozes brengt de mensen naar de voet van de berg en gaat omhoog. Verder mag niemand dichterbij ko- men. Zelfs de priesters niet, die normaliter wel in Gods nabijheid komen. God zegt: ÔLaten ze op afstand blijven en niet proberen om mij te zien, want dat overleven ze niet.Õ Niemand kan met God in contact raken; dat is levensgevaarlijk. Misschien denk je: daar heb je het Oude Testament weer, met die strenge God. Geef mij het Nieuwe Testament maar. Daar komt God in Jezus naar ons toe. Jezus kun je aanraken. Met Hem kun je tenminste nog kerstfeest vieren en zo. Ja, dat is waar: in Jezus komt God op een kwetsbare manier naar ons toe, zo zelfs dat ze Hem aan een kruis konden timmeren. Maar vergis je er niet in welkeGod in Jezus naar ons toe komt. Daar laat het Nieuwe Tes- tament geen enkele twijfel over bestaan. Dat is dezelfde God die je in het Oude Testament tegenkomt. Als je volgeling van Jezus wilt zijn, dan ga je leven met deze God die heilig is. Zo heilig, dat wij niet zomaar bij Hem passen. Dat woord ÔheiligÕ verdient wel enige uitleg.
Heilig Heilig is het knipperlicht dat ons waarschuwt dat God en wij niet zomaar bij elkaar passen. Dat heeft met een aantal dingen te ma- ken Ð in elk geval met de volgende drie zaken. ) Geen grip God is van een andere orde. Je kunt Hem dus niet in je macht krijgen; niet met je denken en ook niet door Hem voor je karre- tje te spannen of door Hem aan te passen aan jouw behoeften. Dat vergeten gelovigen vaak. In onze tijd zie je bijvoorbeeld dat God een heel lieve, begripvolle God is, die rekening houdt met onze ambities en onze plannen. God die ook wel begrijpt dat we soms even geen tijd voor Hem hebben en dat we uit eigenbelang even wat minder zorgvuldig omgaan met zijn schepping en zijn mensen. God is dan een verlengstuk van je eigen idealen. Wat ik belangrijk vind, dat vindt God vast ook belangrijk. Hoe zit dat eigenlijk bij jou? Heb jij God opgeborgen in keu- rige denkbeelden, zodat Hij netjes in je leven past, zoals een schil- derijtje in je woonkamer? Heb je God aangepast of knettert het nog weleens doordat de vonken afvliegen van het contact met God? Schrikt Hij je soms nog op, zodat je dingen anders gaat aan- pakken? Brengt Hij weleens onrust in je leven? God past niet in jouw denken, niet in jouw leventje en niet in jouw plannetjes. Je moet ook niet proberen Hem hierin te passen. Dat loopt niet goed af. Je kunt niet beschikken over God, want Hij is heilig. ) Geen contact zonder transformator God is van een andere orde, dus we kunnen niet zomaar in con- tact met Hem komen. In de cultuur van het Oude Testament moeten de mensen zich door cultische rituelen en gebruiken voorbereiden om geschikt te zijn voor het contact met God. In deze geschiedenis zijn de rituelen: wassen en geen seksuele ge- meenschap. Door die handelingen word je geschikt voor de om- gang met God. In onze cultuur kunnen wij niet goed meer be- ‒
grijpen hoe dat werkte en waarom dit soort gebruiken nodig wa- ren. Wat wij wel kunnen begrijpen is de boodschap ervan: we kunnen niet zomaar met God in contact komen. Die boodschap blijkt ook duidelijk uit de afstand die de mensen van Isral moe- ten bewaren. Niet te dichtbij komen, dat is gevaarlijk! Toch zijn wij mensen aangelegd op het contact met God; daar zijn we voor gemaakt. Maar we kunnen niet zomaar in contact met Hem treden. Er is bemiddeling nodig. Ik vind zelf het beeld van een transformator altijd verhelderend. Neem mijn legotrein van vroeger. Die heeft een klein motortje dat speciaal gemaakt is voor het contact met een elektriciteitsbron. Zonder elektriciteit doet het motortje het niet en is de trein een dood ding. Het con- tact met de elektriciteitsbron zet de trein in beweging. Maar dat motortje kun je niet zomaar aansluiten op het stopcontact, want dan brandt het kapot. Je hebt een transformator nodig. Die trans- formator maakt de hoogspanning van de elektriciteitsbron ge- schikt om de trein in beweging te zetten. In Exodus is Mozes de transformator die het contact maakt tussen God en de mensen. Een bemiddelaar. Hij was dat tijdelijk. Uiteindelijk is Jezus de blijvende transformator geworden. Hij is onze toegang tot God. Als we met God willen leven, moeten we Jezus navolgen. Jezus maakt de hoogspanning van Gods werke- lijkheid geschikt voor ons bestaan en zet ons in beweging op de weg van het Koninkrijk van God. Maar er is een belangrijk verschil met de transformator van mijn legotrein. Die werkt n kant op: volt wordt aangepast naar volt. Bij Jezus is dat anders, Hij werkt twee kanten op. In Jezus past God zich aan zodat we contact kunnen hebben. Maar Hij past onsook aan voor het contact met God: wij worden hei- lig. Dat brengt me bij het volgende punt. ) Het gaat ook over ons God zegt: zullen wij met elkaar verder gaan? Een duurzame rela- tie? Zo ja, dan verwacht ik dat jullie naar me luisteren en mij se- rieus nemen. Als jullie met mij willen leven, dan zul je heel bij-
zonder voor mij zijn. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk. God zet jou dus apart. Hij zegt: ÔJij hoort bij mij, daar- om ben je heilig.Õ Dat is het eerste, daar begint het allemaal mee. Zo begon het ook bij het volk Isral: God nam het mee en bracht het bij de berg. De bedoeling is dat jij nu bent wat je bent: heilig. Heilig kun je niet worden door dingen te doen of te laten. Veel mensen den- ken dat dat wel zo is, maar dat is een misverstand. Je wordtniet heilig, dat kun je zelf niet regelen. God maaktje heilig omdat Hij je apart zet. Wat jij moet doen, is heilig blijven, heilig zijn. Wees wie je bent, een heilig mens, door God apart gezet. Wees wie je bent: dat gaat dus over jouw dagelijks leven. In wat je doet en laat, probeer je zo te zijn dat je past bij God. Hei- lig is: passen bij God. Heilig leven is: dingen doen en denken die passen bij God. Dingen zeggen tegen anderen en over anderen die passen bij God. Dat lukt niet zomaar. Dat gaat met vallen en opstaan en daar heb je de motivatie van Gods Geest elke dag hard bij nodig. Hei- lig leven is een weg die je gaat, levenslang achter Jezus aan. Heilig leven is een goede samenvatting voor het volgen van Je- zus. De Tien Geboden, die direct volgen op Exodus , laten zien hoe God dat heilig leven voor zich ziet. Het zijn tien regels voor discipelschap Ð daar gaat de rest van dit boek over. In het huwelijksaanzoek dat God doet in Exodus , gebruikt Hij het beeld van een priester om aan te geven wat heilig leven is. Met dat beeld sluiten we dit hoofdstuk af. Priesters: toewijding en bemiddeling God zegt: ÔAls jullie met mij willen leven, zullen jullie een heilig volk zijn, een koninkrijk van priesters.Õ Een priester wordt door twee dingen gekenmerkt: toewijding en bemiddeling. Een pries- ter leeft zijn leven toegewijd aan God. Jij ook! Je wijdt je toe aan God, want je hoort bij Hem. Je biedt Hem de dingen aan die je ‒