Het betweterige schaapje Michel de Boer ISBN 9789087820466 HET BETWETERIGE SCHAAPJE © 2018 Buddy Books www.buddybooks.nl Tekst en illustraties: Michel de Boer Redactie: Dominique Beentjes-Schoenmaker Alle rechten voorbehouden Buddy Books
‘Laten we die kant op gaan.’ Betty wijst naar het dal beneden. ‘Je bedoelt de andere kant op?’ vraagt Geesje.
Maartje schudt haar kop. ‘De herder gaat nooit die kant op.’ ‘Precies’, mekkert Betty. ‘We hoeven heus niet altijd achter hem aan te lopen.’
Betty springt over een slootje. ‘Gaan jullie mee?’ Maar als ze omkijkt, staan Geesje en Maartje weer bij de andere schapen. Nou, dan ga ik maar alleen, denkt ze. Nieuwsgierig huppelt ze weg.
Betty komt bij een bos. Ze is nog nooit in een bos geweest. Ze kijkt omhoog. Op een tak zit een vogel met grote, gele ogen. ‘Is het leuk hier?’ vraagt Betty.
De vogel draait zijn kop naar links en naar rechts, en weer naar links en naar rechts. Vreemd, denkt Betty. Waarom is hij hier dan? Hoe verder ze het bos inloopt, hoe meer ze ontdekt. Ze heeft het reuze naar haar zin.
Aan het einde van de dag is ze heel moe. ‘Het wordt tijd dat ik mijn bed eens opzoek’, geeuwt Betty. Ze kijkt om zich heen. ‘Maar welke kant moet ik op?’
Nergens staat een bordje dat de richting aanwijst. En ze ziet niemand om het aan te vragen.
‘Hallo? Is daar iemand?’ roept Betty als ze een hol in de grond ziet. ‘Iemand is hier niet’, klinkt het terug. ‘Wie is er dan wel?’ ‘Ik ben er wel’, roept de stem terug.
Das steekt zijn kop uit het hol. ‘Hallo, ik ben Das.’ Betty doet een paar stappen naar achteren. ‘O, hallo.’ Das loopt om Betty terwijl hij haar besnuffelt.
‘Jij ruikt anders dan de dieren hier in het bos. Ben je soms verdwaald?’ ‘Eh ... een beetje. Weet jij hoe ik de weg naar mijn huis kan vinden?’
‘Tuurlijk’, zegt Das. ‘Je loopt gewoon terug naar waar je vandaan kwam.’ ‘Volgens mij kwam ik daar vandaan.’ Betty wijst naar het noorden. ‘Daar ligt de Noordpool’, zegt Das gewichtig. ‘Dan is het die kant op’, zegt Betty en ze wijst naar het zuiden. Das draait zich om. ‘Daar ligt de Zuidpool. Ze wijst naar het oosten. ‘Die kant dan?’ Eh... Das kucht even. ‘Daar ligt de Oostpool.’ ‘Dan moet ik wel daar vandaan komen’, zegt Betty en ze wijst naar het westen. ‘Dat denk ik ook’, zegt Das.
‘Tuurlijk’, zegt Das. ‘Je loopt gewoon terug naar waar je vandaan kwam.’ ‘Volgens mij kwam ik daar vandaan.’ Betty wijst naar het noorden. ‘Daar ligt de Noordpool’, zegt Das gewichtig. ‘Dan is het die kant op’, zegt Betty en ze wijst naar het zuiden. Das draait zich om. ‘Daar ligt de Zuidpool. Ze wijst naar het oosten. ‘Die kant dan?’ Eh... Das kucht even. ‘Daar ligt de Oostpool.’ ‘Dan moet ik wel daar vandaan komen’, zegt Betty en ze wijst naar het westen. ‘Dat denk ik ook’, zegt Das.