13 1 Inleiding: waarom geloven? ‘Ik kan het niet geloven. Ik kan het gewoon niet geloven!’ Het was niet de eerste keer dat dokter Campbell deze reactie kreeg van een van zijn patiënten, maar in dit geval zou hij pas later beseffen hoe letterlijk deze bewuste patiënt het bedoelde. Donald had net van dokter Campbell te horen gekregen dat hij een zeer agressieve vorm van kanker had, die een intensieve behandeling vereiste. Toen Donald met deze duistere medische diagnose geconfronteerd werd, wei - gerde hij simpelweg het te geloven. ‘Het spijt me, dokter. Ik wil niet respectloos zijn, maar ik heb nooit van mijn leven een ernstige ziekte gehad. Er komt geen kanker voor in mijn familie. Bovendien moet u begrijpen dat ik een vrouw, drie kinderen en een bloeiende carrière heb, en ik ben net voorzitter van de wijnvereniging geworden. Ik kan het me gewoon niet veroorloven om kan - ker te hebben. Ik hoop dat u zich niet beledigd voelt, maar ik ga een second opinion vragen. ’ Donald kreeg zijn second opinion. En een derde, vierde en vijfde. Elke arts deed hetzelfde onderzoek en kwam tot dezelfde diagnose als dokter Campbell. Toch bleef Donald tegen elke dokter hetzelfde herhalen: ‘Ik kan het niet gelo- ven. ’ En dat meende hij ook. Hij geloofde het echt niet. Hij Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 13 18-09-18 11:02
14 was ervan overtuigd dat alle testuitslagen verkeerd waren, dus ging hij verder met zijn leven alsof zijn lichaam kan- ker v rij was. In werkelijkheid had Donald wel degelijk kanker, zoals dokter Campbell hem verteld had. Hij had niet geloofd in dokter Campbells diagnose. Maar had hij het moeten geloven? En zo ja, waarom? Voordat we die vraag kunnen beantwoorden, moeten we een stapje terug doen en deze algemenere vraag beantwoorden: Waarom zou iemand iets moeten geloven? Het gaat over waarheid (en redenen) Op het meest basale niveau moeten we zaken geloven omdat ze waar zijn. De waarheid is tenslotte ons doel als het gaat om wat we wel of niet geloven. Niemand zegt natuurlijk: ‘Ik ga dit en dat geloven, hoewel het niet waar is. ’ We besef - fen dat we de waarheid moeten geloven, niet de leugen. Donald had dus dokter Campbells medische verklaring moeten geloven, omdat het waar was. Of deze verklaring troostend, interessant, opwindend, angstaanjagend of wat dan ook was – dat is allemaal niet belangrijk als het gaat om de vraag of Donald het moest geloven. Geloof moet gericht zijn op de waarheid. Maar dat is natuurlijk niet het hele verhaal. A ls ik een ver - rassende bewering zou doen – bijvoorbeeld dat er chimpan - sees bestaan die kunnen schaken – heb jij het volste recht om te vragen: ‘Waarom zou ik dat moeten geloven? ’ En als ik zou antwoorden: ‘Omdat het waar is’, zou je niet onder de indruk zijn van mijn antwoord. Het probleem is dat mijn antwoord je niets vertelt wat je nog Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 14 18-09-18 11:02
15 niet wist. A ls we vragen: ‘Waarom zou ik dat moeten gelo- ven? ’ vragen we eigenlijk: ‘Waarom zou ik moeten geloven dat dat de waarheid is? ’ We zoeken naar redenen: redenen om te geloven dat iets waar is. Redenen bestaan gewoonlijk uit informatie, argumenten of bewijs dat een verband legt tussen wat we al weten en wat we (nog) niet geloven. Een beter antwoord op je vraag zou dus zijn: ‘Je moet het geloven omdat ik daar een artikel over heb gelezen in de Daily Mail . ’ (Af hankelijk van jouw opvattingen over de Daily Mail zou je misschien nog meer redenen nodig hebben om het te geloven, maar het zou in elk geval een begin zijn. ) Wat ik hiermee wil vertellen, is: hoewel ons uiteindelijke doel is de waarheid te geloven en de leugen niet, kunnen we vaak niet meteen bepalen of onze overtuigingen (of die van anderen) waar zijn. Gewoonlijk hebben we redenen nodig om iets te geloven – redenen die ons naar de waarheid wijzen, redenen die aangeven of onze overtuigingen (of die van anderen) wel echt waar zijn. In het geval van Donalds diagnose had hij goede redenen om te geloven wat dokter Campbell hem vertelde: de uitkomsten van verschillende medische onderzoeken, dokter Campbells medische kennis en (daar gaan we vanuit) zijn persoonlijke betrouwbaarheid. De andere medische diagnoses die Donald kreeg, waren nog meer redenen om te geloven dat hij kanker had. Dat waren bevestigingen van de verklaring. We kunnen aan - nemen dat Donald ook redenen had om de diagnose niet te geloven; bijvoorbeeld zijn goede gezondheid en het feit dat er niemand in zijn familie kanker had gehad. Maar in dit geval zul je het met me eens zijn dat de redenen om wel te geloven veel groter zijn dan de redenen om niet te geloven. Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 15 18-09-18 11:02
16 Donald had moeten geloven dat hij kanker had, hoe moeilijk dat op psychisch en emotioneel vlak ook mocht zijn. Waarom zou ik in het christendom geloven? Dit is echter geen boek over kanker, chimpansees of scha- ken – niet direct, in elk geval. Zoals je al weet, gaat dit boek over het christendom. 1 Maar wat je net hebt overdacht over geloof, waarheid en redenen, is ook van toepassing op de vraag die in de titel van dit boek wordt gesteld. Is het christendom de waarheid, of slechts fictie? Waarom zou je het geloven? Uiteindelijk zou ik willen zeggen: omdat het waar is. Waar het uiteindelijk om gaat, is of de beweringen van het christendom wel waar zijn – of de wereld echt zo in elkaar zit als christenen zeggen. Want als de leer van het christendom echt waar is, heeft dat gevolgen voor alles. Onderschat die gevolgen niet! Zoals C. S. Lewis het zo pas - send heeft gezegd: ‘Het christendom is een verklaring die als het niet waar is geen enkel belang heeft, maar als het wel waar is, onbeschrijfelijk belangrijk is. Het enige wat het niet kan zijn, is een beetje belangrijk. ’ 2 Maar zoals we hebben vastgesteld, is het niet genoeg als iemand zegt: ‘Je moet de principes uit het christendom geloven omdat ze waar zijn. ’ Je moet weten welke redenen je hebt om te geloven dat het waar is. En dat is heel redelijk. Daarom wil ik in dit boek een aantal basisredenen geven om te geloven dat de leer van het christendom echt waar is, in tegenstelling tot de alternatieven die men kan overwegen, 1. In hoofdstuk 3 leg ik nader uit wat ik precies bedoel met ‘christendom’. 2. C. S. Lewis, God in the Dock. Essays on Theolog y and Ethics , Grand Rapids 1972, p. 101. Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 16 18-09-18 11:02
17 zoals de islam, het mormonisme, het boeddhisme, het secu - liere humanisme, het atheïstische darwinisme enzovoorts. Voordat we het over die redenen kunnen hebben, is het echter belangrijk om enkele veel voorkomende misvattingen over de werkelijkheid uit de weg te ruimen – met name het idee van een religieuze waarheid. ‘Het is allemaal relatief!’ De A merikaanse academicus A llan Bloom begon zijn best- seller The Closing of the American Mind met deze woorden: ‘Een professor kan er zeker van zijn dat elke student die aan de universiteit begint, ervan overtuigd is, of zegt te zijn, dat de waarheid relatief is. ’ 3 Die woorden schreef professor Bloom bijna dertig jaar geleden op, en de opvatting dat de waarheid relatief is, is vandaag de dag nog populairder dan toen. Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat het grootste deel van de mensen gelooft dat de waarheid varieert van persoon tot persoon en van cultuur tot cultuur. Wat ‘waar’ is voor de ene persoon of de ene cultuur, hoeft niet voor iedereen of elke cultuur ‘waar’ te zijn. Deze relativisten houden vol dat absolute of universele waarheid niet bestaat. Voor deze mensen is het idee dat het christendom ‘waar’ is, geen reden om het te geloven. Het christendom mag dan voor andere mensen ‘waar’ zijn, dat betekent niet dat het voor hen ook ‘waar’ moet zijn. Maar is het waar dat alle waarheid relatief is? (A ls we die vraag zo verwoorden, zie je waarschijnlijk al waarom de ver - klaring dat alle waarheid relatief is, een probleem oproept. ) 3. A llan Bloom, The Closing of the American Mind , New York 1978, p. 25. Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 17 18-09-18 11:02
18 Sommige beweringen zijn persoonlijk relatief (‘Chocolade- ijs is lekker. ’) of cultureel relatief (‘Het is beleefd om iemand die je voor het eerst ontmoet een hand te geven. ’) Maar het idee dat alle waarheid relatief is, is eigenlijk heel irrationeel. Neem bijvoorbeeld de verklaring dat water bestaat uit de chemische formule H 2O. Is dat persoonlijk of cultureel rela - tief ? Zeker niet. A ls het waar is, is het een objectief, weten- schappelijk feit, wie het ook zegt en wat zijn of haar culturele achtergrond ook mag zijn. Of denk aan de verklaring dat de Japanners in 1941 Pearl Harbor hebben gebombardeerd. Dat is een historisch feit, want dat gebeurde werkelijk op 7 december van dat jaar. Het is een objectief historisch feit. Het is niet waar voor de ene persoon en niet waar voor een ander. Het is gewoon waar. Punt. Dat geldt voor talloze andere voorbeelden. Het relativisme is niet alleen ongeloofwaardig, maar spreekt zichzelf ook tegen. Kun je de verklaring ‘alle waarheid is relatief ’ opvatten als waar? Degenen die het zeggen, vin- den van wel. Maar als dat waar is, geldt dat ook voor die bewering. A ls alle waarheid relatief is, is het idee dat alle waarheid relatief is, zelf ook relatief. Dat zegt dus dat het relativisme voor sommige personen of culturen wel waar is, maar voor andere niet. Dat slaat nergens op. Hoe kan de waarheid voor de ene persoon absoluut zijn en voor een andere persoon relatief ? Het probleem is dit: de bewering dat alle waarheid relatief is, lijkt een absolute, universele stelling te zijn over de waarheid in het algemeen. Maar als het zo’n stelling is, kan die stelling al niet waar zijn. Het is een zichzelf tegensprekende stelling. Het is alsof je de tak waarop je zit, afzaagt. Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 18 18-09-18 11:02
19 Op dit punt zeggen mensen misschien: ‘Goed, ik ben het ermee eens dat sommige waarheden objectief zijn. Maar religieuze stellingen zijn geen wetenschappelijke of his - torische feiten. Ik vind alle religieuze waarheid relatief. Godsdienst is gebaseerd op persoonlijke waarden, doelen en keuzes. En die zijn persoonlijk of cultureel bepaald. Ze zijn niet gebaseerd op objectieve feiten. ’ Deze opvatting komt in deze tijd heel veel voor, maar hij wringt op verschillende gebieden. Het belangrijkste is dat het gebaseerd is op een verkeerd beeld van godsdienst. Het is misschien waar dat sommige godsdiensten gebaseerd zijn op persoonlijke waarden, doelen en keuzes, maar dat geldt niet voor de grote wereldgodsdiensten. Het christendom, het jodendom en de islam gaan uit van belangrijke histo- rische stellingen over wat er in het verleden is gebeurd. Bijvoorbeeld: hoewel het christendom en de islam verschil - lende opvattingen hebben over Jezus, zijn beide het erover eens dat Jezus een historische persoon was, die in de eerste eeuw in Palestina woonde en wonderen verrichtte. A ls het waar is, is het een objectief feit. Deze persoon bestond of Hij bestond niet. Hij heeft wonderen verricht, of Hij heeft dat niet gedaan. Dit soort zaken kan niet voor sommigen waar zijn en voor anderen niet. Het zijn vragen over objectieve historische feiten. 4 4. De woorden ‘voor mij is het waar’ zijn dubbelzinnig. Ze kunnen eenvou - dig weg betekenen ‘wat ik persoonlijk geloof ’, en dan zou het logisch zijn om te zeggen: ‘Het is voor mij waar, maar voor jou niet. ’ Het is dan echter geen relativisme. Het is een erkenning van het duidelijke feit dat verschil - lende mensen verschillende overtuigingen hebben. Religieus relativisme is de opvatting dat er geen objectieve feiten bestaan, geen objectief correcte ant woorden als het gaat om religie. Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 19 18-09-18 11:02
20 Laten we een stap verder gaan. Een van de eerste christe- lijke geloofsbelijdenissen, de Apostolische Geloofsbelijde - nis, zegt dat Jezus ‘geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven’, en ‘ten derde dage wederom opgestaan van de doden’. De stelling dat Jezus is geëxecuteerd door middel van de kruisiging, maar toen uit de dood is opgestaan, is altijd een van de hoofdbeginselen van het christendom geweest. De islam ontkent echter dat Jezus gekruisigd en opgestaan is. Kan dat hoofdbeginsel van het christendom slechts relatief waar zijn? Kan het waar zijn voor sommige mensen (bijvoorbeeld christenen), maar niet waar voor anderen (bijvoorbeeld moslims)? 5 Dat idee is moeilijk te vatten – en zo zien christenen en moslims hun geloof zeker niet. Of Jezus is gekruisigd of niet, is een objectief historisch feit. Hij is gekruisigd of Hij is niet gekruisigd. A ls dat hoofdbeginsel van het christen- dom waar is, is het waar. Punt. Voor iedereen, overal. Het maakt niet uit wie je bent, wat je ervan gelooft of wat je ervan vindt. Dat geldt ook als het hoofdbeginsel van het christendom niet waar is. We kunnen dus de conclusie trekken dat de bewering dat alle religieuze waarheid relatief is, een opper vlak k ige geloofwaardigheid heeft, maar dat het niet overeind blijft als je de werkelijke stellingen over waarheid van de grote wereldgodsdiensten onderzoekt. Elke godsdienst, zoals de islam of het christendom, kan waar zijn, of niet waar. Het 5. Ook hier gaat het er niet om dat christenen en moslims verschillende opvattingen hebben. Het is wel duidelijk dat dat zo is! Het gaat erom welke van deze theorieën daadwerkelijk in de eerste eeuw in Palestina heeft plaats - gevonden. Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 20 18-09-18 11:02
21 kan echter niet ‘relatief waar’ zijn – dus tegelijk waar voor de een en niet waar voor de ander. ‘Wie kan het echt weten? ’ Het relativisme is een manier om religieuze verklaringen over de waarheid af te keuren. Een andere manier is het scepticisme. Relativisten zeggen: ‘A lle religieuze bewerin- gen zijn relatief ’, maar sceptici zeggen: ‘Zelfs als sommige religieuze beweringen waar zijn, kan niemand echt weten of het zo is. ’ Sceptici zijn twijfelaars. Ze betwijfelen dat iemand kan weten of de uitgangspunten van een godsdienst wel waar zijn. Ik ben ervan overtuigd dat het christendom niet alleen waar is, maar dat je ook zeker kunt weten dat het waar is. Dat klinkt misschien arrogant, maar ik geloof dat de uitgangs - punten van het christendom waar zijn, en ik geloof dat jij – als je ervoor openstaat om erover na te denken – ook kunt gaan beseffen dat het waar is. In de rest van dit boek zal ik proberen uit te leggen hoe dat kan. Maar op dit punt wil ik nog wat vertellen over wat het betekent om iets te weten, om nog enkele misverstanden uit de weg te ruimen. Ik ontmoet vaak mensen die denken dat je om iets zeker te weten absolute, keiharde, rotsvaste, onbetwistbare zeker - heid moet hebben. A ls er ook maar ruimte is voor de klein - ste twijfel – de kleinste kans op een vergissing – dan weet je het niet echt zeker. Maar als dat zo zou zijn, zouden we het grootste deel van onze kennis moeten betwijfelen. Ik denk bijvoorbeeld dat ik een vrouw en drie kinderen heb. In theorie is er een minuscule kans dat ik me daarin vergis. Misschien ben ik wel het slachtoffer van een uitgebreide Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 21 18-09-18 11:02
22 misleiding of misschien zit ik wel in een virtual realit y simulat ie! Maar die heel kleine kans dat ik me vergis, is niet genoeg reden om te ontkennen dat ik weet wat ik denk te weten. Zo weet ik ook wat ik gisteren bij het ontbijt heb gegeten en waar ik mijn auto vanmorgen geparkeerd heb, hoewel ik me in beide gevallen zou kunnen vergissen. Jij en ik weten allebei dat Pearl Harbor in 1941 gebombar - deerd is, hoewel onze kennis is gebaseerd op een keten van imperfecte menselijke verklaringen. 6 Je hoeft iets niet voor de volle honderd procent zeker te weten om het te weten. Bovendien kan het redelijk zijn om iets te geloven zonder te kunnen zeggen dat je weet dat het waar is. Bijvoorbeeld: ik zou niet zeggen dat ik zeker weet dat het morgen zonnig wordt, maar gebaseerd op het weer van de afgelopen paar dagen en het feit dat drie verschillende meteorologische diensten dezelfde voorspelling hebben gedaan, denk ik dat het redelijk is om te geloven dat het morgen zonnig wordt. Zelfs als we niet zeker weten dat een stelling waar is, kun - nen we nog goede redenen hebben om het te geloven. Denk maar weer aan Donalds diagnose. Misschien gaan we te ver als we zeggen dat Donald had moeten weten dat hij kanker had na dat eerste gesprek met dokter Campbell, maar we kunnen wel zeggen dat Donald goede redenen had – heel goede redenen zelfs – om te geloven dat hij kanker had. Misschien heb je weleens horen zeggen dat we alles met een ‘gezond wantrouwen’ moeten benaderen. Het idee is dat we elk geloof en elke bewering moeten betwijfelen. Het 6. In feite is alles wat we ‘algemene kennis’ noemen, gebaseerd op wat ons is verteld door anderen: ouders, leraren, lesboeken, k ranten, websites enzovoorts. Dat zou allemaal onwaar kúnnen zijn. Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 22 18-09-18 11:02
23 probleem van zo’n houding is dat die zichzelf tegenspreekt. Je zou moeten beginnen met de stelling te betwijfelen die zegt dat je elke stelling moet betwijfelen! Je zou ook moeten twijfelen aan andere dingen die een ‘gezonde wantrouwer’ als vanzelfsprekend ziet: je eigen psychische gezondheid, je vaardigheden om logisch te redeneren, zelfs je eigen bestaan. Er is niets gezonds aan zo’n radicale vorm van scepticisme. Het kan nooit ons doel zijn om alles wat we tegenkomen in twijfel te trekken. In plaats daarvan moeten we onderzoeken wat onze redenen zijn om iets te geloven. Zoals ik eerder heb geschreven, denk ik dat je kunt weten dat de leer van het christendom waar is. Maar zelfs als ik me daarin vergis, kun je nog steeds uitstekende redenen hebben om te geloven dat het waar is. Daar gaat dit boek over. ‘Je kunt de waarheid niet aan!’ Een van mijn lievelingsboeken is A Few Good Men, een militaire rechtbankthriller. Hoofdpersonen zijn luitenant Daniel Kaffee, een hippe marine-advocaat, en kolonel Nathan Jessup, de intimiderende bevelhebber van de A me - rikaanse marinebasis in Guantánamo Bay. Het verhaal gaat over twee soldaten die beschuldigd zijn van ‘ongepast gedrag voor mariniers’, omdat ze direct betrokken zijn geweest bij de dood van een medemarinier. In het belangrijkste hoofd - stuk, dat zich in de rechtszaal afspeelt, roept Kaffee Jessup in de getuigenbank en ondervraagt hij hem intensief over de commandoketen op de basis. A ls Jessup geïrriteerd raakt door al Kaffees vragen, blaft hij tegen hem: ‘Wil je ant woorden? ’ ‘Ik denk dat ik daar recht op heb’, antwoordt Kaffee. Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 23 18-09-18 11:02
24 ‘Wil je ant woorden? ’ ‘Ik wil de waarheid!’ ‘Je kunt de waarheid niet aan!’ schreeuwt Jessup. Jessups antwoord is een veel geciteerde tekst geworden. In de context van de verhaallijn is de les dat er lastige waarhe- den zijn over de manier waarop het leger onder bepaalde omstandigheden moet werken om onze waardevolle vrijheid te verdedigen, waarheden die we liever niet willen kennen of erkennen. Maar het gesprek tussen Kaffee en Jessup leert ons ook een universele les over hoe onvolmaakt en feilbaar mensen vaak met de waarheid omgaan. Aan de ene kant denken veel van ons dat we de waarheid het allerbelangrijkst vinden. A ls het gaat over de belangrijke zaken van het leven, scharen we ons achter Daniel Kaffee: ‘Ik wil de waarheid!’ Wat de realiteit ook is, we willen het weten. We willen niet leven met valse overtuigingen. We willen niet leven met leugens. Toch is er een waarheid die erg moeilijk voor ons te accepteren is, namelijk het feit dat de waarheid soms te moeilijk voor ons is om te accepteren. Zou het niet prachtig zijn als de waarheid altijd zo was als we zouden willen dat ze was? Geruststellend. Troostend. Zonder nadelige gevolgen voor ons leven. Zonder eisen die te zwaar voor ons zijn. Zonder te vereisen dat we radi - cale veranderingen aanbrengen in de manier waarop we de wereld benaderen. Maar soms, zoals onze vriend Donald ontdekte, is de waarheid niet zo. En soms kunnen we – net als Donald en luitenant Kaffee – de waarheid niet aan. De reden waarom ik dit noem, is om de belangrijkste bood - schap van dit eerste hoofdstuk kracht bij te zetten. Waar we ons op moeten richten, zijn echte overtuigingen – geen Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 24 18-09-18 11:02
25 overtuigingen die alleen maar goed uitkomen, troost bie- den, de vrede bewaren of ons ego strelen. En als het gaat over het geloof in het christendom, is niets belangrijker dan de vraag of het waar is of niet. A ls het echt waar is – en als we goede redenen hebben om te geloven dat het waar is – dan moeten we het geloven. A ls het echt niet waar is – en we hebben goede redenen om te geloven dat het niet waar is – moeten we iets anders geloven. Ongetwijfeld zijn er mensen die gewoonweg in het christen - dom geloven omdat ze willen dat het waar is. De christelijke leer bevalt hun. En zo zijn er ook mensen die niet in het christendom geloven omdat ze simpelweg niet willen dat het waar is. Geen van beide houdingen zijn intellectueel verantwoord. De verantwoorde benadering is de redenen voor en tegen de waarheid van het christendom te overwe - gen, en de meest realistische conclusie te trekken. Ik hoop dat dit boek daaraan een bijdrage kan leveren. Wat dit boek wel en niet doet Nu het einde van deze inleiding in zicht komt, wil ik dui - delijk maken wat dit boek kan bereiken, maar ook wat niet. In de titel van dit boek wordt een belangrijke vraag gesteld. Is het christendom de waarheid of maar fictie? Ik wil een algemeen antwoord op die vraag geven door te vertellen wat volgens mij heel goede redenen zijn om te geloven dat de leer van het christendom de waarheid is. Ik wil echter ook een paar belangrijke dingen vertellen over de manier waarop je die ongeloof lijk belangrijke vraag moet gaan beant woorden. Een van de punten die ik in de volgende twee hoofdstuk - Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 25 18-09-18 11:02
26 ken duidelijk wil maken, is dat het christendom niet slechts een leefstijl, een moreel kompas, een sociale identiteit of een reeks abstracte theologische doctrines is. Het is veel meer. Het christendom is een allesomvattende wereldbe - schouwing en moet ook op die manier worden begrepen en beoordeeld. Alleen als we het christendom zien als een eigen wereldbeschouwing kunnen we echt vaststellen waarom iemand erin moet geloven. Mijn overkoepelende doel is met zo weinig mogelijk filo- sofisch jargon uit te leggen wat het betekent dat het chris - tendom een wereldbeschouwing is en waarom we moeten geloven dat het de juiste wereldbeschouwing is. Dit boek is een basisintroductie. Het is niet bedoeld als uitgebreide verdediging van het christendom die elk punt tot in de kleinste details beschrijft. Aan het einde van dit boek vind je echter adviezen om verder te lezen over een paar belang - rijke onderwerpen die ik zal behandelen. Ik wil ook benadrukken dat dit boek niet direct ingaat op de verschillende bezwaren en kritiek die mensen op het christendom hebben (hoewel ik er wel hier en daar een zal noemen). Zoals ik al uitlegde: als we serieus willen stilstaan bij de vraag over waarheid – is het christendom waar? – moeten we niet alleen de redenen vóór het geloof in het christendom, maar ook die ertegen overwegen. Dit boek is gericht op de positieve kant van de vraag over waarheid: redenen om wel in het christendom te geloven. Mensen hebben verschillende argumenten tegen het geloof: het pro - bleem van het kwaad, schijnbare tegenstellingen in de Bij - bel, zogenaamde conf licten tussen de moderne wetenschap en de Bijbel, de exclusiviteitskwestie van het christendom, Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 26 18-09-18 11:02
27 het slechte gedrag van christenen in de hele geschiedenis enzovoorts. Dat zijn belangrijke punten, die meer aandacht verdienen dan ik in een boek als dit kan geven. Daarom zal dat soort kritiek in andere boeken in deze serie direct en gedetailleerd behandeld worden. A ls dat klinkt naar een verkooppraatje, moet ik toegeven dat je gelijk hebt. Maar, even zonder gekheid, ik wil zeggen dat mijn boek niet bedoeld is om op zichzelf te staan. Toch hoop ik dat de volgende hoofdstukken helpen en tot nadenken aanzetten, terwijl je zelf een antwoord zoekt op de vraag: Waarom zou ik het christendom geloven? Het christendom waarheid of fictie_bw. indd 27 18-09-18 11:02