Het nieuwe Leven Je kunt de Bijbel met allerlei bedoelingen lezen. Je kunt het zien als e en cultureel boek, een historisch verslag, of een literaire uitgave. Wij menen dat de Bijbel daarenboven e en boek is wat ons tot geloof wil opwekken. En als we het geloof aanvaarden wil de Bijbel ons laten zien w at de consequenties zijn. De Bijbel is daarmee een geloofsboek en een levensboek. Het nieuwe Leven wil je helpen om dat te ontdekken. Deze uitgave biedt a llerlei kadertjes en stukjes uit- leg die je als lezer meer zicht geven op de bijbeltekst. Je vindt kernpu nten van ieder bijbelboek. Er is een kort overzicht van een bijbelboek opgenomen. Je krijgt inzage in de hoof dthema’s. Er zijn duizenden aantekeningen bij concrete bijbelteksten. En handige landkaartjes maken inzichtelijk waar de gebeurte- nissen zich afspelen. Informatieblokken leggen moeilijke onderwerpen uit . Er zijn tientallen persoons- beschrijvingen. En belangrijke Nederlandse auteurs hebben artikelen gesc hreven die laten zien hoe het geloof concreet handen en voeten kan krijgen in je leven. Het nieuwe Leven is al jaren een van de meest gebruikte toelichtingen bij de Bijbel. Dat komt door de praktische insteek. De schrijvers zoeken steeds weer naar de praktische consequenties en nemen de lezer daarin mee. Het is die laagdrempeligheid die steeds weer nieuwe lezers aantrekt. Bijbellezen hoeft niet ingewikkeld te zijn. Met een beetje hulp kan ieder kaf en koren onderscheiden. Deze uitgave helpt je daarbij. Je kunt Het nieuwe Leven van het begin tot het einde lezen. Maar even zo goed kan je ergens midden in beginnen. Bijvoorbeeld bij het evangelie van Marcus. En zo al lezend en bladerend raak je meer ver- trouwd met de manier waarop God in de wereld aanwezig is. Veel mensen ge bruiken Het nieuwe Leven als een naslagwerk. Dat kan ook. Ze lezen in de Bijbel en stuitten op vr agen, en op dat moment pakken ze Het nieuwe Leven om als het ware verder in gesprek te raken over het bijbelgedeelte. Al die manie- ren helpen om te groeien in oriëntatie en geloof. Bijbeltekst als parafrase Het nieuwe Leven verschijnt in combinatie met een complete bijbeltekst. Als bijbeluitgave is gekozen voor de versie van Het Boek, inclusief de revisie die in 2008 is doorgev oerd. Daarmee is de lezer verze- kerd van een tekst die toegankelijk is en toch indringend aansluit bij d e betekenis van de oorspronkelijke talen. Het Boek weet dat te realiseren door gebruik te maken van de para frase. Een parafrase legt de na- druk op het communiceren van de inhoud. Er wordt net zo lang gezocht naa r geschikte woorden totdat de lezer een maximaal begrip krijgt van wat de oorspronkelijke auteurs o p papier hebben gezet. Er zijn in Nederland talloze andere vertalingen, die je woord-voor-woord-vertali ngen zou kunnen noemen. Je krijgt als lezer van deze vertalingen bij een basiswoord in het Hebreeuw s of Grieks in de regel één of een enkel woord in de eigen taal onder ogen. De woorddiscipline staat voorop . Een parafrase is opgezet van- uit een ander vertaalprincipe. Onze tekst gebruikt zo veel woorden als n odig zijn om de oorspronkelijke bedoeling maximaal recht te doen. Dat past bij een uitgave als deze, waa rin het gaat om geloofsinzicht. Een parafrase is bij uitstek geschikt om dat doel te bereiken. We geven een voorbeeld. Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthië rs over de hemel. Een moeilijke woord-voor-woord-vertaling heeft het over ‘een hemelse woning die er nu al over wordt aangetrokken’ (2 Korinthiërs 5:2). De parafrase van Het Boek geeft dat weer als e en verlangen naar het moment dat we een hemels lichaam krijgen ‘dat we zullen aantrekken zoals je nieu we kleren aantrekt’. Het beeld is dus breder uitgewerkt. Als je een versimpelde woord-voor-woord-vertaling naslaat zie je dat complexe beelden niet meer worden weergegeven. In datzelfde stukje zegt een simpe le woord-voor-woord-ver- taling ‘Als mijn aardse lichaam sterft, zal God mij een nieuw lichaam geven’. De parafrase van Het Boek houdt het beeld voor ogen van het Grieks, waarin twee beelden door elkaa r spelen en geeft weer: ‘Wij weten dat als ons lichaam sterft, wij een nieuw huis in de hemel krijgen ’. De parafrase is dus toegankelijk en blijft betrouwbaar, zonder dat het al te veel versimpelt. het_leven.indb 5 25/05/2018 08.53
Toen de Amerikaanse theoloog Kenneth Nathaniel Taylor voor het eerst aan het project be- gon van de parafrase, las hij de tekst voor aan zijn kinderen aan tafel en nam hij de vrijheid om zaken die onduidelijk waren in de tekst met enkele woorden toe te lichten. Later schreef hij de teksten op. Ze werden uitgebracht als ‘The Living Bible’. Het Boek is in Nederland beschik - baar sinds 1987. De versie die nu is gebruikt, is in 2008 gereviseerd. Tekst die misverstand kon oproepen, is eenduidig geformuleerd. Woorden die vaker in een bijbelboek voorkomen, zijn zoveel mogelijk consistent weergegeven zonder het principe van de parafrase te verloochenen. En door dit alles heen is de spelling van 2005 doorgevoerd. Lieuwe van Kampen heeft deze re - visie in Nederland geleid. Directe citaten van God Er zijn al verschillende uitvoeringen van Het nieuwe Leven in Nederland verspreid. De uitvoering die nu voor je ligt, wijkt op een essentieel punt af van eerdere uitgaven. Deze editie verschijnt voor het eerst in een rode letter. Alle directe citaten van God zijn in deze kleur gedrukt. Dat maakt het bijbellezen nog boeiender. Want als je let op de rode letter, krijg je als lezer op een eenvoudige manier toegang tot de tekst. De citaten zijn namelijk een onderstreping van de kern in een gedeelte. Je ziet waar God zelf spreekt en dat is een sleutel om de rest van het hoofdstuk te interpreteren. Je kan het vergelijken met het lezen van een krant of een tijdschrift. Je ziet dat journalisten regelmatig mensen sprekend invoeren in een artikel. De citaten drukken pregnant uit wat ze met het stuk als ge - heel willen zeggen. Zo spreekt God in de Bijbel om een situatie te interpreteren, mensen op een ander spoor te brengen, of mensen te bemoedigen. De uitgesproken tekst is het kompas wat aan het geheel van de tekst is meegegeven. Het gebruik van de rode letter wil niet zeggen dat andere gedeelten minder belangrijk zijn. God spreekt immers niet alleen met woorden; Hij is ook aanwezig in daden en ervarin - gen die mensen ten deel vallen. De rode woorden zijn wel een hulpmiddel om de zwarte stukken te duiden. Uiteindelijk gaat het er om hoe God ons in ons leven aanspreekt. Je kunt daarom bij ieder stukje dat je leest in de Bijbel, de volgende vragen stellen: • Wat zegt God in dit gedeelte tegen mij? • Hoe kan ik dit gedeelte toepassen in mijn dagelijks leven? • Kunnen we de verschillen in cultuur tussen bijbeltekst en onze tijd over bruggen? De rode citaten kunnen hel pen om de pointe te vinden. O ngeveer een kwart van de bijbeltekst is i n de rode kleur geschreven. Ooit bedacht Louis Klopsch, een Amerikaanse redact eur de toepas- s ing van de rode letter. Hij koos voor de rode kleur en verwees daarmee impliciet naar het bl oed v an Christus. Het bloed mag je dan z ien al s de drager van de bezieling van een men s. Als er offers i n het Oude Testament worden gebracht vloeit het bloed v an een dier als plaatsver vanger van het bl oed van een mens. Met het spren kelen van het bloed wil de offeraar zeggen dat hij of zij met bezieling God wil dienen. Het lijden en sterven van Christus heeft di ezelf de betekenis. Christ us s terft plaatsvervan gend voor ons mensen. Met zijn offer is zi jn bezieling God gewijd. De rode let- t er roept op die bezieling steeds weer aan de dag te leggen, het is een rode draad door het geheel v an de tekst heen. het_leven.indb 6 25/05/2018 08.53
Inhoud van Het nieuwe Leven Pag. Oude Testament Pag. Nieuwe Testament Inleiding Het nieuwe Leven 2 Genesis 1292 Mattheüs 91 Exodus 1368 Marcus 150 Leviticus 1420 Overzicht De twaalf leerlingen 186 Numeri 1422 Lucas 238 Deuteronomium 1499 Johannes 282 Jozua 1556 Samenvatting van de evangeliën 318 Rechters 1566 Handelingen 363 Ruth 1646 Romeinen 371 1 Samuël 1679 1 Korinthiërs 424 2 Samuël 1710 2 Korinthiërs 470 1 Koningen 1731 Galaten 518 2 Koningen 1748 Efeziërs 571 1 Kronieken 1763 Filippenzen 610 2 Kronieken 1774 Kolossenzen 662 Ezra 1788 1 Thessalonicenzen 682 Nehemia 1797 2 Thessalonicenzen 706 Esther 1803 1 Timotheüs 722 Job 1814 2 Timotheüs 766 Psalmen 1822 Titus 876 Spreuken 1828 Filemon 924 Prediker 1832 Hebreeën 939 Hooglied 1856 Jakobus 948 Jesaja 1868 1 Petrus 1020 Jeremia 1881 2 Petrus 1086 Klaagliederen 1888 1 Johannes 1096 Ezechiël 1900 2 Johannes 1156 Daniël 1903 3 Johannes 1184 Hosea 1906 Judas 1202 Joël 1910 Openbaring 1210 Amos 1223 Obadja 1950 Gebruiksaanwijzing Het nieuwe Leven 1228 Jona 1958 Informatieblokken in Het nieuwe Leven 1234 Micha 1960 Personen in Het nieuwe Leven 1243 Nahum 1961 Artikelen van Nederlandse auteurs 1248 Habakuk 1962 Landkaarten in Het nieuwe Leven 1254 Zefanja 1261 Haggai 1266 Zacharia 1282 Maleachi het_leven.indb 11 25/05/2018 08.53
genesis 1 HET NIEUWE TESTAMENT 2 HET OUDE TESTAMENT het_leven.indb 2 25/05/2018 08.53
22 ScheppingNoach (ongedateerd) Abram geboren 2166 v.Chr. (2000 v.Chr.) Abram gaat Kanaän binnen 2091 v.Chr. (1925 v.Chr.)Isaak geboren 2066 v.Chr. (1900 v.Chr.) genesis KERNPUNTEN doel Verslaglegging van Gods schepping van de wereld en zijn verlangen naar een volk dat Hem aanbidden wil schrijver Mozes geschreven voor Het volk van Israël datering 1450 - 1410 voor Christus achtergrond Het gebied dat tegenwoordig het Midden-Oosten wordt genoemd sleutelverzen God schiep daarop de mens als zijn evenbeeld. Als man en vrouw schiep Hij hen (1:27). Dan zal Ik u de vader van een groot volk maken. Ik zal u zegenen en uw naam overal beroemd maken. U zult vele anderen tot een zegen zijn. Als iemand u zegent, zal Ik hem zegenen en als iemand u vervloekt, zal Ik hem vervloe- ken. U zult voor alle volken een zegen zijn (12:2,3). hoofdpersonen Adam, Eva, Noach, Abraham, Sara, Isaak, Rebekka, Jakob, JozefGENESIS IN VOGELVLUCHT Begin…Start…Aanvang…Opening … Deze woorden hebben iets verfrissends en optimistisch, of ze nu gaan ove r de dageraad, de geboorte van een kind, de prelude van een symfonie of de ee rste kilometers van een familie die op vakantie gaat. Een begin, probleemloos en veelbelovend, geeft hoop en maakt dat je verw ach- tingsvol de toekomst tegemoet ziet. Genesis betekent ‘begin’ of ‘oorsprong’ en het is een versla g van het begin van de wereld, van de mensheid, van families, beschaving en redding. Het is het verhaal van Gods doel en zijn plan met de schepping. Genesis, als het boek dat h et ‘begin’ beschrijft, zet de toon voor de hele Bijbel. Het laat ons niet alleen ke nnismaken met de persoon en het Karakter van God (Schepper, Bewaarder, Rechter, V erlos- ser), maar ook met de waarde en waardigheid van de mens (gemaakt naar Gods beeld, gered door genade, bruikbaar voor God in de wereld), de tragedie en de gevolgen van de zonde (de zondeval, de scheiding van God, het oordeel) en de be- lofte en verzekering van redding (verbond, vergeving en de beloofde Mes sias). God…met Hem begint Genesis. Ineens zien we Hem – majesteitelijk in zijn macht en bezig met een groots plan – bezig met de schepping van de wereld, met als grootste resultaat een man en een vrouw, gemaakt naar zijn beeld (1:26, 27). Niet lang daarna kwam echter de zonde in de wereld en werd Satan ontmask erd. De onschuld en volmaaktheid van de schepping werden kapot gemaakt door d e zondeval (de bewuste ongehoorzaamheid van Adam en Eva). De vriendschap met God was verbroken en het kwaad begon zijn vernietigende web te weven. Snel opeenvolgend lezen wij hoe Adam en Eva uit hun prachtige tuin werde n ver- bannen, hoe hun eerste zoon een moordenaar werd en hoe het met de wereld van kwaad tot erger ging. Ook lezen we hoe God uiteindelijk iedereen op aarde vernietigde, behalve een kleine familie, met Noach aan het hoofd als enige die God trouw gebleven was. Als we bij Abraham komen op de vlaktes van Kanaän, ontdekken wij het begin van Gods verbondsvolk en zien we zijn reddingsplan vorm aannemen: geloof lei dt tot verlossing. Abrahams nakomelingen zullen Gods volk zijn en de Redder van de wereld zal voortkomen uit dit uitverkoren volk. De verhalen over Isaak, Jakob en Jozef die hierop volgen, zijn veel meer dan slechts interessante persoonsbeschrijvingen. Zij leggen de nadruk op Gods beloft en en zijn het bewijs dat Hij trouw en betrouwbaar is. De mensen die wij in Genesis ontmoeten, zijn gewone, eenvoudige mensen e n toch gebruikte God hen om grote dingen te doen. Hier worden levendige be elden geschetst die laten zien hoe God gebruik kan maken – en dat ook werke lijk doet – van allerlei soorten mensen om zijn plannen te verwezenlijken…zelfs m ensen als jij en ik. Lees Genesis en vat moed. Er is hoop! Hoe somber de toestand in de werel d ook lijkt, God heeft een plan. Hoe onbelangrijk en nutteloos jij je soms ook voelt, God houdt van je en wil jou gebruiken in zijn plan. Al ben je zondig en ver verwijderd van God, zijn redding is er ook voor jou. Lees Genesis…en vat moed! het_leven.indb 2 25/05/2018 08.53
33 ScheppingNoach (ongedateerd) Abram geboren 2166 v.Chr. (2000 v.Chr.) Abram gaat Kanaän binnen 2091 v.Chr. (1925 v.Chr.)Isaak geboren 2066 v.Chr. (1900 v.Chr.) Jakob & Esau geboren 2006 v.Chr. (1840 v.Chr.) Jakob vlucht naar Haran 1929 v.Chr. (1764 v.Chr.)Jozef geboren 1915 v.Chr. (1750 v.Chr.) Jozef als slaaf verkocht 1898 v.Chr. (1733 v.Chr.)Jozef heerser over Egypte 1885 v.Chr. (1720 v.Chr.)Jozef sterft 1805 v.Chr. (1640 v.Chr.) GENESIS: EEN KORT OVERZICHT a het verhaal over de schepping (1:1-23) b het verhaal over adam (2:4-5:32) 1. Adam en Eva 2. Kaïn en Abel 3. Nakomelingen van Adam c het verhaal over noach (6:1-11:32) 1. De zondvloed 2. De aarde opnieuw bevolkt 3. De toren van Babel d het verhaal over abraham (12:1-25:18) 1. God belooft Abram een groot volk 2. Abram en Lot 3. God belooft Abram een zoon 4. Sodom en Gomorra 5. Geboorte en het bijna-offer van Isaak 6. Isaak en Rebekka 7. Abraham sterft e het verhaal over isaak (25:19-28:9) 1. Jakob en Esau 2. Isaak en Abimelech 3. Jakob wordt gezegend door Isaak f het verhaal over jakob (28:10-36:43) 1. Jakob sticht een familie 2. Jakob keert terug naar huis g het verhaal over jozef (37:1-50:26) 1. Jozef wordt als slaaf verkocht 2. Juda en Tamar 3. Jozef wordt gevangen gezet 4. Jozef wordt onderkoning van Egypte 5. Jozef ziet zijn broers terug in Egypte 6. Jakob en zijn nakomelingen verhuizen naar Egypte 7. Jakob en Jozef sterven in Egypte God schiep de hemel, de zeeën en het land. Hij schiep de planten, die ren, vissen en vogels. Maar de mens schiep Hij als zijn evenbeeld. Het kan gebeuren dat anderen ons zonder respect behandelen, maar we mogen zeker zijn van onze waarde en w aardig- heid, omdat we zijn geschapen als het evenbeeld van God. Toen Adam en Eva door God werden geschapen, waren ze zonder zonde. Maar toen ze ongehoorzaam werden aan God en aten van de boom van kennis van goed e n kwaad, werden ze zondig. Door Adam en Eva hebben wij de vernietigende kr acht van de zonde leren kennen en de bittere gevolgen daarvan. Noach werd gespaard voor de vernietiging door de zondvloed, omdat hij Go d ge- hoorzaamde en de ark bouwde. En zoals God Noach en zijn familie bescherm de, be- schermt Hij ook nu de mensen die Hem trouw zijn. Abraham werd gevraagd zijn land te verlaten, rond te zwerven in Kanaä n, jaren te wachten op een zoon en deze vervolgens als brandoffer te offeren. In al deze tijden van zware beproeving bleef Abraham trouw aan God. Zijn voorbeeld leert w at het betekent om in geloof te leven. Isaak was niet eigenzinnig. Hij verzette zich niet toen hij geofferd zou worden en later aanvaardde hij in blijdschap de vrouw, die een ander voor hem had uitgek ozen. Net als Isaak moeten ook wij leren dat Gods wil belangrijker is dan wat wij zelf willen. Jakob was niet iemand die snel opgaf. Hij bleef meer dan veertien jaar t rouw voor La- ban werken. Later worstelde hij met God. Hoewel Jakob veel verkeerde din gen deed, leert zijn inzet ons wat het betekent ons leven in dienst te stellen van God. Jozef werd door zijn broers als slaaf verkocht en onschuldig in de gevan genis gegooid door zijn meester. Uit het leven van Jozef leren we dat lijden – hoe oneerlijk ook – ons karakter kan versterken. HOOFDTHEMA’S thema Begin Ongehoorzaamheid Zonde uitleg Genesis verklaart het begin van belangrijke zaken om ons heen: het heelal, de aarde, de mensheid, de zonde en Gods reddingsplan. De mensheid staat altijd voor moeilijke keuzes. Ongehoor- zaamheid betekent dat mensen ervoor kiezen niet naar Gods wil te leven. Zonde vernietigt het leven van de mens. Dit gebeurt wan- neer we God ongehoorzaam zijn. toepassing Genesis leert dat de aarde van oorsprong goed is gemaakt en zuiver was. Elk mens is voor God van grote waarde en uniek in zijn ogen. God is de Maker van al het leven en houdt het in stand. Genesis verklaart waarom de mensheid slecht is; de mensen kiezen ervoor het verkeerde te doen. Zelfs de grootste ‘helden’ in de Bijbel vielen God af en waren ongehoorzaam. Leven naar Gods wil maakt ons leven productief en geeft een grote voldoening. het_leven.indb 3 25/05/2018 08.53
4 4 thema Beloften Gehoorzaamheid Voorspoed Israël uitleg God belooft de mensheid te helpen en te beschermen. Een dergelijke belofte wordt ook wel een ‘verbond’ genoemd. Het tegenovergestelde van zonde is gehoorzaamheid. Door God te gehoorzamen, wordt onze relatie met Hem hersteld. Voorspoed gaat veel dieper dan alleen materiële welvaart. Echte voorspoed en vrede zijn het gevolg van gehoor- zaamheid aan God. God stichtte het volk Israël om een toegewijd volk te heb- ben dat: 1 zijn handelen bekend zou maken in de wereld; 2 aan de wereld bekend zou maken wie Hij werkelijk is; 3 de wereld zou voorbereiden op de geboorte van Christus. toepassing God hield Zich destijds aan zijn beloften en Hij doet dat nog steeds. Hij belooft van ons te houden, ons te aan- vaarden zoals we zijn en ons te vergeven. De enige manier om in Gods beloften te mogen delen, is Hem te gehoorzamen. Wanneer mensen God gehoorzamen, vinden ze vrede; met Hem, met anderen én met zichzelf. God zoekt ook nu naar mensen die Hem willen volgen. Wij moeten Gods waarheid en liefde aan alle volken bekend maken, niet alleen aan het onze. We moeten trouw zijn in het uitdragen van de boodschap die God ons heeft gegeven. SLEUTELPLAATSEN IN GENESIS SA UD I- Hedendaagse namen en grenzen zijn in grijs weergegeven. 1 Gebergte van Ararat De zonde van Adam en Eva bracht de zonde in het menselijk ras. Jaren later was de zonde zo buitensporig groot geworden dat God besloot de aarde te vernieti- gen door een grote watervloed. Maar Noach, zijn familie, en een paartje van alle dieren zaten vei- lig in de ark. Toen het water zich terugtrok, bleef de ark steken op het gebergte Ararat (8:4). 2 Babel Mensen leren het nooit. Weer nam de zonde toe en door trots verblind begonnen de mensen een enorme toren te bouwen als een monument voor hun eigen grootheid; kennelijk dachten ze niet meer aan God. Als straf ver- spreidde God de mensen door hun verschillende talen te geven (11:8,9). 3 Ur van de Chaldeeën Abram, afstammeling van Sem en vader van het Hebreeuwse volk, werd geboren in deze grote stad (11:28). 4 Haran Terach, Lot, Abram en Sarai ver- lieten Ur en gingen, de vruchtbare krommingen van de rivier de Eufraat volgend, in de richting van het land Kanaän. Onderweg ves- tigden zij zich tijdelijk in de stad Haran (11:31). 5 Sichem God droeg Abram op Haran te verlaten en naar een plaats te gaan waar hij de stamvader van een groot volk zou worden (12:1,2). Dus reisden Abram, Lot en Sarai naar Kanaän en ves- tigden zich bij de stad Sichem (12:6). 6 Hebron Abraham trok verder naar He- bron en dat werd zijn definitieve woonplaats (13:18). Zowel Abra- ham, Isaak als Jakob hebben daar gewoond en zijn er begraven. 7 Berseba Hier werd een waterput gegra- ven als teken van een eed tussen Abraham en het leger van koning Abimelech (21:31). Jaren later, toen Isaak rondtrok, verscheen God daar aan hem en bevestigde het verbond dat Hij had gesloten met zijn vader Abraham (26:23-25). 8 Betel Nadat hij zijn broer had bedro- gen, verliet Jakob Berseba en vluchtte naar Haran. Onderweg openbaarde God Zich aan Jakob in een droom en bevestigde ook aan hem het verbond dat Hij had gesloten met Abraham en Isaak (28:10-22). Jakob woonde in Ha- ran, werkte voor Laban en trouw- de met Lea en Rachel (29:15-28). Na een gespannen ontmoeting met zijn broer Esau, keerde Jakob terug naar Betel (35:1). 9 Egypte Jakob had twaalf zonen, waaron- der Jozef, zijn lievelingszoon. Jo- zefs tien oudere broers werden jaloers en op een dag verkoch- ten ze hem aan Ismaëlitische handelaars, die op weg waren naar Egypte. Uiteindelijk ontwik- kelde Jozef zich van Egyptische slaaf tot de ‘rechterhand’ van de farao door een hongersnood in Egypte te voorkomen. Zijn hele familie verhuisde van Kanaän naar Egypte en vestigde zich daar (46:3-4). het_leven.indb 4 25/05/2018 08.53
genesis 1 5 a Het verhaal over de schepping (1:1-2:3) Wij kunnen ons wel eens afvragen hoe onze wereld is ontstaan. Wel, hier is het antwoord. God schiep de aarde met alles erop en eraan. En Hij maakte de mens, als een beeld v an Zichzelf. Hoewel wij niet kunnen begrijpen hoe Hij het heeft gedaan, is het duidelijk dat God alle leven heeft geschapen. Dit toont niet alleen Gods gezag over de mensheid aan, maar juist ook zijn grote l iefde voor alle mensen. 1 De schepping 1 In het begin maakte God de hemelen en de aarde. 2 De aarde was woest en leeg en over de watermassa lag een diepe duisternis. Maar de Geest van God zweefde boven de watermassa. 3 Toen zei God: ‘Laat er licht zijn.’ En toen was er licht. 4 Het beviel God en Hij maakte een duidelijke scheiding tussen het licht en het donker. 5 Het licht noemde Hij ‘dag’ en het donker ‘nacht’. Het werd avond en het werd weer morgen: de eerste dag. IN HET BEGIN Het onderwerp ‘evolutie’ is in de Bijbel niet aan de orde. De Bijb el gaat er juist van uit dat God de wereld schiep. Het bijbelse uit - gangspunt van schepping botst niet met de wetenschap; het botst eerder met elk wereldbeeld dat niet van een schepper uitgaat. Toegewijde en oprechte christenen hebben evenwel geworsteld met ‘het begin’ van de schepping en zijn tot verschillende con - clusies gekomen. Dit was natuurlijk te verwachten, omdat het bewijsmateriaal erg oud is en door de tand des tijds versplinterd. Bijbelkenners en wetenschappers zouden tegenstellingen en zwart-wit denken uit de weg moeten gaan. Theologen moeten ervoor oppassen de Bijbel niet iets te laten zeggen wat hij niet vermeldt en wetenschappers moeten de wetenschap niets laten verkondigen wat niet is vastgesteld. Het belangrijkste aspect van de voortdurende discussie is niet het verloop van de schepping, maar de oorsprong ervan. De wereld is geen voortbrengsel van blind toeval of waarschijnlijkheid; God heeft de wereld geschapen. De Bijbel vertelt niet alleen dat de wereld door God geschapen werd; belangrijker nog: de Bijbel vertelt wie deze God is en maakt de persoon van God bekend, zijn karakter en zijn plan voor zijn schepping. Ook wordt het diepste verlangen van God geopen - baard, namelijk op een nauwe manier om te gaan met de mensen, die Hij geschapen heeft. God heeft het uiterste gedaan om dit tot stand te brengen door zijn historische komst naar deze planeet in zijn Zoon, Jezus Christus. Wij kunnen deze God, die het heelal schiep, heel persoonlijk leren kennen. Hemel en aarde bestaan. Wij bestaan. God maakte alles wat wij zien en ervaren. Het boek Genesis begint met ‘God heeft de hemelen en de aarde gemaakt’. Hier begint voor ons mensen de spannendste en meest boeiende reis, die je je maar kunt voorstellen. J 1:1 De eenvoudige verklaring dat God de hemelen en de aarde gemaakt heeft, is een van de grootste uitdagingen voor ons mo - derne verstand. De onmetelijke melkweg waarin wij leven, draait met de ongelooflijke snelheid van bijna 800.000 kilometer per uur. Maar zelfs met deze halsbrekende vaart heeft onze melkweg nog 200 miljoen jaar nodig om een draai te maken. En het heelal bevat meer dan een miljard melkwegstelsels als de onze. Sommi - ge wetenschappers zeggen dat het aantal sterren gelijk is aan alle zandkorrels van alle stranden van de wereld. Toch functioneert dit complexe geheel van draaiende sterren met een opmerkelijke orde en regelmaat. Om te zeggen dat het heelal ‘gewoon ont - stond’ of ‘evolueerde’, vereist meer geloof dan het besef dat G od achter deze verbazingwekkende statistieken staat. God schiep een prachtig heelal. God hoefde het heelal niet te scheppen; Hij koos ervoor. Waarom? God is liefde en liefde is het beste zicht - baar in de houding naar iets of iemand anders. Daarom schiep God de wereld en de mensen…als een uiting van zijn liefde. We moeten Gods schepping niet reduceren tot wetenschappelijke termen. Denk eraan dat God de wereld schiep omdat Hij van ons houdt. J 1:1vv Het scheppingsverhaal leert veel over God en over onszelf. We leren over God het volgende: 1 Hij is de scheppende kracht; 2 als Schepper is Hij onderscheiden van zijn schepping; 3 Hij is eeuwig en houdt de wereld in zijn hand. We leren over ons - zelf dat 1 wij waardevol zijn in Gods ogen, omdat Hij ervoor koos ons te maken en 2 wij belangrijker zijn dan de dieren. In 1:28 lees je meer over onze rol in de scheppingsorde. J 1:1vv Maar hoe heeft God de wereld dan gemaakt? Dit blijft een onderwerp van bevlogen discussies. Sommigen zeggen dat het heelal ontstond na een plotselinge explosie. Anderen zeggen dat God alles in beweging zette, waarna de rest zich ontwikkelde in miljoenen jaren. Bijna elke oude godsdienst kent zijn eigen scheppingsverhaal. En bijna elke wetenschapper heeft een eigen mening over het ontstaan van het heelal. Maar alleen de Bijbel toont een oppermachtige God, die de wereld vanuit zijn grote liefde schiep en ons mensen er een speciale plaats in gaf. We zul - len nooit alle antwoorden vinden op de vraag hoe God de wereld schiep, maar de Bijbel vertelt dat God de wereld schiep. Dat feit alleen al geeft waarde en waardigheid aan alle mensen. J 1:2 De uitdrukking ‘de aarde was woest en leeg’ verschaft ons het kader voor het scheppingsverhaal dat volgt. Tijdens de tweede en derde scheppingsdag gaf God vorm aan het heelal. In de vol - gende drie dagen vulde God de aarde met levende wezens. En het licht dat op de eerste dag was gemaakt, verdreef de duisternis. J 1:2 Het beeld van de Geest van God zwevend over de water - massa lijkt op een vogel, die zijn jongen beschermt en verzorgt (zie Deuteronomium 32:11; Jesaja 31:5). Gods Geest was actief betrokken bij de schepping van de wereld (zie Job 33:4; Psalmen 104:30). God blijft actief in zijn zorg en bescherming. J 1:3-2:7 Hoeveel tijd had God nodig om de wereld te schep - pen? Er zijn twee basismeningen over de scheppingsdagen: elke dag was letterlijk een periode van 24 uur; 2 elke dag staat voor een onbepaalde tijdsperiode. De Bijbel geeft niet aan welke theorie de juiste is. De werkelijke vraag is echter niet hoeveel tijd God nodig 1:1 Johannes 1:1,2 Job 38:4 Psalmen 90:2 Jesaja 42:5; 44:24; 45:12,18 Handelingen 17:24 Hebreeën 11:3 Openbaring 4:11 1:2 Jeremia 4:23 Psalmen 104:30 1:3 Psalmen 33:6,9; 148:5 Hebreeën 11:3 2 Korinthiërs 4:6 1:5 Psalmen 74:16 het_leven.indb 5 25/05/2018 08.53
genesis 1 6 had, maar hoe Hij het deed. God maakte de wereld volgens een vooropgezet plan. Hij maakte niet eerst de planten en toen het licht. En Hij schiep man en vrouw als unieke wezens, die met Hem kunnen communiceren. Geen ander deel van de schepping kent dat bijzon - dere voorrecht. Het is niet het belangrijkste te weten hoeveel tijd God nodig had om de wereld te maken, of het nu een paar dagen was of een paar miljoen jaar. Waar het om draait is, zo zegt de Bijbel, dat Hij alles maakte op de manier, zoals Hij het bedoelde. J 1:6 Het ‘laat de watermassa uit elkaar gaan’ bracht een schei - ding aan tussen de zee en de nevels in de lucht. J 1:25 Het feit dat ‘God zag dat het goed was’, wijst op zijn ver - mogen tot vreugde. Mensen voelen zich soms schuldig als ze blij zijn of trots op iets wat ze tot stand hebben gebracht. Dat hoeft niet. Zoals God zag dat zijn werk goed was, mogen wij blij zijn met ons werk. We kunnen echter niet blij zijn met ons werk als God er niet blij mee zou zijn. Doe jij dingen die zowel God als jezelf tot vreugde zijn? J 1:26 Waarom gebruikt God de meervoudsvorm als Hij zegt ‘laat Ons mensen maken die op Ons lijken’? Een theorie is dat het verwijst naar de Drie-eenheid: God, de Vader, zijn Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest – Ieder is God. Een andere uitleg stelt dat de meervoudsvorm wordt gebruikt om Gods majesteit aan te geven. Door de eeuwen heen gebruiken vorsten de meervouds - vorm als zij over zichzelf spreken. Uit Job 33:4 en Psalmen 104:30 weten we dat de Geest van God aanwezig was bij de schepping. Uit Kolossenzen 1:6 weten we dat Christus, de Zoon van God, meewerkte aan de schepping. J 1:26 Op welke manier lijken wij op God? De uitdrukking ‘Laat Ons mensen maken die op Ons lijken’ betekent niet dat God ons precies zo gemaakt heeft als Hij is. God is immers niet lichamelijk. In plaats daarvan zijn wij een afspiegeling van Gods heerlijkheid. God heeft geen zonden, is eeuwig en onbegrensd. Hoewel ons het vermogen is gegeven om zonder zonden en eeuwig te zijn, is ons ook de keus gegeven om hier niet aan te beantwoorden. We 1:6 Jeremia 10:12 1:7 Job 38:8-11,16 Psalmen 148:4 1:9 Job 38:8-11 Psalmen 104:6-9 Spreuken 8:29 Jeremia 5:22 2 Petrus 3:5 1:11 Psalmen 65:10-14; 104:14 1:14 Psalmen 74:16; 104:19 Jeremia 10:2 1:16 Psalmen 136:8,9 Job 38:7,31,32 Psalmen 8:4 Jesaja 40:26 1:18 Jeremia 33:20,25 1:21 Psalmen 104:25,26 1:22 Genesis 1:28; 8:17 1:25 Jeremia 27:5 1:26 Psalmen 8:7-9; 100:3 Genesis 9:6 Jakobus 3:9 6 Toen zei God: ‘Laat de watermassa uit elkaar gaan, zodat de wolken hemel en de zeeën worden ge - vormd.’ 7 Zo maakte God de wolkenhemel, door de watermassa te verdelen tussen hemel en aarde. 8 Het werd avond en het werd weer morgen: de tweede dag.9 Daarna zei God: ‘Laat het water onder de hemel samenstromen in zeeën en het droge land zicht - baar worden.’ En dat gebeurde. 10 God noemde het droge land ‘aarde’ en het samengestroomde water ‘zeeën’. God zag dat het goed was. 11-12 En God zei: ‘Laten er allerlei gewassen, zaaddragende planten en vruchtbomen met zaad in hun vruchten op aarde groeien. De zaden zullen steeds weer planten en bomen voortbrengen.’ Dat ge - beurde en ook nu was het goed, zag God. 13 Het werd avond en weer morgen: de derde dag. 14-15 Toen zei God: ‘Ik wil dat er heldere lichten aan de hemel verschijnen om de aarde te verlichten en het verschil tussen dag en nacht aan te geven. Die lichten zullen de vaste tijden regelen en de dagen en jaren aangeven.’ En zo gebeurde het. 16 God maakte twee grote lichten, de zon en de maan, die de aarde moesten verlichten. Het grootste licht, de zon, beheerste de dag en het kleinere, de maan, beheerste de nacht. Tegelijker tijd maakte God de sterren. 17 Hij plaatste de lichten aan de hemel om de aarde te verlichten, 18 dag en nacht aan te geven en het donker van het licht te scheiden. God zag dat het goed was. 19 Het werd avond en het werd weer morgen: de vierde dag. 20 Vervolgens zei God: ‘Ik wil dat de zeeën wemelen van vis en ander leven en laat de lucht vol zijn met allerlei soorten vogels.’ 21 Zo maakte God de grote zeedieren, allerlei vissen en vogels, elk naar hun ei - gen aard. En Hij keek er met welgevallen naar 22 en zegende ze. ‘Vermenigvuldig je en bevolk de zeeën,’ zei Hij tegen hen en tegen de vogels zei Hij: ‘Zorg dat jullie aantal groeit, zodat de aarde vol wordt.’ 23 Het werd avond en het werd weer morgen: de vijfde dag.24 God zei toen: ‘Laat de aarde dieren voortbrengen: vee, kruipende dieren en allerlei wilde dieren.’ En weer gebeurde wat Hij had gezegd. 25 God maakte alle soorten wilde dieren, vee en kruipende dieren, elk naar hun eigen soort. God zag dat ook dat goed was. 26 Toen zei God: ‘Laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde, in de zeeën en in de lucht.’ DE SCHEPPINGSDAGEN Eerste dag Licht (en er was licht en duisternis) Tweede dag Lucht en water (verdeling van de watermassa) Derde dag Land en zee (samenstroming van water); begroeiing Vierde dag Zon, maan en sterren (om de dag en de nacht aan te geven en om de seizo enen, dagen en jaren aan te geven) Vijfde dag Vissen en vogels (in respectievelijk water en lucht) Zesde dag Dieren (om de aarde te ‘bevolken’) De mens, man en vrouw (om voor de aarde te zorgen en omgang te hebben m et God) Zevende dag God rustte en verklaarde dat alles wat Hij gemaakt had, zeer goed was het_leven.indb 6 25/05/2018 08.53
11 ADAM Wij kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe het was om de eerste en enige mens op aarde te zijn. Het is voor ons al heel wat om alleen te zijn; voor Adam lag dat anders: die ke nde zelfs nog geen ander mens. Hij miste veel van de dingen die ons gevormd hebben tot wie wij zijn: hi j was nooit kind geweest en had geen ouders, familie of vrienden. Hij moest helemaal alleen leren mens t e zijn. Gelukkig liet God hem niet lang alleen, maar gaf Hij hem een ideale kameraad en levensgezellin , Eva. Zij leefden in een vol- maakte, onschuldige en open eenheid, zonder een zweem van schaamte. Eén van Adams eerste gesprekken met zijn prachtige, nieuwe metgezel g ing vast over de regels die God voor deze tuin had vastgesteld. Voordat God Eva maakte, had Hij Adam al volkomen vrijheid geschon- ken in de tuin. Adam had verantwoordelijkheid gekregen op de tuin te passen en deze te v erzorgen. Voor slechts één boom gold een voorwaarde: de ‘Boom van de kennis van goed en kwaad’ . Adam heeft dit zeker aan Eva duidelijk gemaakt. Toen Satan haar benaderde, wist zij heel goed dat de vruchten van deze boom niet ge- geten mochten worden. Toch besloot zij ervan te eten en gaf het daarna o ok aan Adam. Op dat moment stond het lot van de schepping op het spel. Helaas dacht Adam niet na ov er de gevolgen. Ook hij at ervan. In dat korte moment van weerstand werd iets wat groot, mooi en vrij was, verbrijzeld: Gods volmaakte schepping. De mens werd van God gescheiden door zijn wens naar ‘eigen -wijsheid’. Of je nu een klein steentje of een grote kei tegen een ruit gooit, het resultaat is hetzelf de: de duizenden stukjes glas wor- den nooit meer dezelfde ruit. God had echter – voor het geval de mens zou zondigen – al een plan klaar om de gevolgen van die op- standigheid te overwinnen. De hele Bijbel omvat het verhaal, waarin dat plan ontvouwd wordt. Uitein- delijk komt God Zelf naar de aarde door zijn Zoon Jezus Christus. Zijn v olmaakte leven en dood maakte het voor God mogelijk vergeving aan te bieden aan ieder die met berouw d aarom vraagt. Onze grote en kleine daden van opstandigheid zijn het bewijs dat wij van Adam afsta mmen. Alleen door aan Jezus Christus vergeving te vragen, kunnen wij kinderen van God worden. sterke kanten en bekwaamheden: J De eerste bioloog: hij gaf elk dier zijn naam J De eerste hovenier; hij werd in de tuin geplaatst om ervoor te zorgen J Vader van het menselijk geslacht J De eerste mens, gemaakt naar Gods beeld, en de eerste mens die een intieme, persoonlijke relatie heeft met God zwakheden en fouten: J Vermeed verantwoordelijkheid en gaf een ander de schuld; verstopte zich liever dan naar voren te treden; verzon liever een uitvlucht dan de waarheid toe te geven J Grootste fout: bracht samen met Eva de zonde in de wereld lessen uit zijn leven: J Net als Adam zijn ook wij naar Gods beeld gemaakt J God wil mensen die ervoor kiezen van Hem te houden J We moeten anderen niet de schuld geven van onze fouten J Niemand kan zich voor God verstoppen kernpunten: J Plaats: hof van Eden J Beroep: opzichter, tuinman, boer J Familie: vrouw: Eva; zonen: Kaïn, Abel, Set en veel andere kinderen. De enige man die geen aardse vader en moeder had sleutelverzen: Adam zei: ‘De vrouw die U mij hebt gegeven, heeft mij ervan gegeven en toen heb ik ervan gegeten’ (Genesis 3:12). Zoals alle mensen, als nakomelingen van Adam, sterven, zo zullen ook alle volgelingen van Christus levend worden gemaakt (1 Korinthiërs 15:22). Over Adam wordt verteld in Genesis 1:26-5:5. Hij wordt ook genoemd in 1 Kronieken 1:1, Lucas 3:38, Romeinen 5:14, 1 Korinthiërs 15:22 en 45; 1 Timotheüs 2:13-14. 11 genesis 3 het_leven.indb 11 25/05/2018 08.53
1368 KERNPUNTEN doel Verslaglegging over het leven van Jezus, zijn werk en zijn onderwijs schrijver Johannes Marcus. Hij hoorde niet bij de twaalf leerlingen. Hij vergezelde Paulus tijdens het begin van diens eerste zen- dingsreis (Handelingen 13:13). geschreven voor De christenen in Rome, de plaats waar hij ook dit Evangelie schreef datering Tussen 55 en 65 n.Chr. achtergrond Het Romeinse Rijk onder keizer Tiberius Caesar. Het rijk, met zijn gemeenschap- pelijke taal en uitstekende transport- en communicatiesystemen, was er klaar voor om de boodschap van Jezus te ho- ren. Deze boodschap verspreidde zich dan ook snel van volk naar volk. sleutelvers Want zelfs Ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om Mij te laten dienen. Nee, Ik ben gekomen om te dienen en mijn leven te geven als losgeld voor velen (10:45). hoofdpersonen Jezus, de twaalf leerlingen, Pilatus, de Joodse geestelijk leiders belangrijke plaatsen Kafarnaüm, Nazareth, Caesarea Filippi, Jericho, Bethanië, de Olijfberg, Jeruza- lem, Golgotha bijzondere kenmerken Marcus is het eerst geschreven Evange- lie. De andere evangeliën citeren maar liefst 31 verzen uit Marcus. Marcus be- schrijft meer wonderen dan enig ander Evangelie.MARCUS IN VOGELVLUCHT Iedereen wil graag winnaar zijn. Verliezers zijn de mensen die niet als eersten de eindstreep halen. Jezus’ woorden staan hier lijnrecht tegenover: ‘ En wie de voor - naamste wil zijn, moet ieders slaaf worden. Want zelfs Ik, de Mensenzoon , ben niet gekomen om Mij te laten dienen. Nee, Ik ben gekomen om te dienen en mijn leven te geven als losgeld voor velen’ (10:44,45). Jezus is de belangrijkste – de mensgeworden God, onze Messias – maar Hij kw am de geschiedenis binnen als een dienaar. Dit is de boodschap van Marcus. Geschreven om de Romeinse christenen te bemoedigen en om aan te tonen dat Jezus de Messias is, presenteert Marcu s een snelle opeenvolging van levendige taferelen met Jezus in actie. Zijn war e identiteit wordt onthuld door wat Hij doet, niet door wat Hij zegt (achttien wonde ren wor - den beschreven en slechts vier gelijkenissen). Marcus toont Jezus aan h et werk. Als je Marcus leest, wees dan bereid actie te ondernemen, wees open voor Gods werk in jouw leven en voel je uitgedaagd om de wereld in te gaan en te d ienen. Marcus slaat de geboorte van Jezus over en begint direct met het optrede n van Jo - hannes de Doper. In snel tempo wordt Jezus’ doop behandeld, de verzoe king door de duivel in de woestijn en het kiezen van de leerlingen. Dan neemt Marc us ons mee naar het openbare werk van Jezus. We zien Jezus een boze geest wegja gen, een melaatse genezen en een verlamde man wordt door Hem vergeven en gene - zen in het bijzijn van zijn vrienden. Tijdens de volgende gebeurtenis roept Jezus Mattheüs en eet die avond bij hem thuis, samen met wat collega’s van Mattheüs. Dit voorval was d e oorzaak van het conflict met de Farizeeën en andere bijbelgeleerden, die He m veroor- deelden voor het eten met zondaren en het – in hun ogen – niet cor rect hou- den van de sabbat. In hoofdstuk 4 staat Marcus even stil om een staaltje van het onderwijs van Jezus te geven: de gelijkenis van de zaaier en het verhaal van het mosterdzaad je. Hierna worden we weer teruggevoerd naar Jezus’ daden. Hij brengt de golven t ot beda - ren, verdrijft boze geesten en geneest het dochtertje van Jaïrus. Na voor een aantal dagen terug te keren in Nazareth en daar, in de stad van zijn jeugd, afwijzing te ervaren, geeft Jezus zijn leerlingen de opdracht het goede nieuws overal te verspreiden. De tegenstand van Herodes en de Farizeeë n neemt toe, Johannes de Doper wordt onthoofd, maar Jezus gaat door: Hij geeft 5 000 man te eten, verjaagt een boze geest bij het dochtertje van een vrouw ui t Tyrus, geneest een dove man en geeft nog eens 4000 man te eten. Uiteindelijk is het tijd om de leerlingen te confronteren met zijn ware identiteit. Wisten zij eigenlijk wel wie Hij was? Petrus noemt Hem de Messias, maar laat met - een daarop blijken dat Hij de opdracht van Jezus niet begrijpt. Na de op enbaring op de berg gaat Jezus door met onderwijzen en genezen. Hij confronteert de Fari - zeeën met zijn visie op echtscheiding en de rijke jongeman met het ee uwige leven. De blinde Bartimeüs wordt genezen. De gebeurtenissen komen snel tot een climax. Het laatste Paasmaal, het v erraad, de kruisiging en opstanding worden op dramatische wijze beschreven, same n met voorbeelden van Jezus’ onderwijs. Marcus laat ons Jezus zien: in acti e, dienend, opofferend en reddend! Begin regering Herodes de Grote 37 v.Chr. Jezus wordt geboren 6/5 v.Chr.Vlucht naar Egypte 5/4 v.Chr.Herodes de Grote sterft 4 v.Chr.Terugkeer naar Nazareth 4/3 v.Chr. Jezus bezoekt als jongen de tempel A.D. 6/7 1368 marcus naam bijbelboek tijdbalk Plaatst het bijbelboek in de historische ach- tergrond. Noemt een aantal be- langrijke gegevens in dat boek en het jaar waarin deze plaats- vonden. kernpunten Achtergrondgege- vens rond het bijbel- boek. Informatie die in één oogopslag te overzien is. in vogelvlucht Samenvatting van het boek met lessen die in het algemeen aan het boek als geheel kunnen worden ontleend. OUTRO.indd 1950 28/05/2018 15.17
1369 MARCUS: EEN KORT OVERZICHT a geboorte en voorbereiding van jezus, de dienaar (1:1-13) b boodschap en werk van jezus, de dienaar (1:14-13:37) 1. Jezus’ werk in Galilea (1:14) 2. Jezus’ werk buiten Galilea (7:24) 3. Jezus’ werk in Jeruzalem (11:1) c dood en opstanding van jezus, de dienaar (14:1-16:20) Jezus kwam niet onaangekondigd of onverwacht. De profeten van het Oude T esta- ment hadden heel duidelijk de komst van de Messias voorspeld. Door God Z elf ge - zonden, zou Hij redding en eeuwige vrede brengen voor Israël en de ge hele wereld. Johannes de Doper kwam en kondigde aan dat de langverwachte Messias eind elijk was gekomen en Zich spoedig onder het volk zou bevinden. In het tegenwoo rdige werk van God komt Jezus ook niet onaangekondigd of onverwacht. Toch zijn er velen die Hem afwijzen. De Bijbel is de beste wegwijzer, maar sommige mensen gaan daar aan voorb ij, net zo - als de mensen voorbijgingen aan de boodschap van Johannes de Doper. Jezus bezat alle macht van de Almachtige God: Hij bracht doden weer tot leven, liet blinden zien, genas zieken en bedaarde de ruwe zee. Ondanks al deze macht kwam Jezus toch als een dienaar naar de mensen toe . Wij kunnen zijn leven zien als een voorbeeld voor het onze, zeker als het om dienen gaat. Zoals Jezus God en andere mensen diende, horen wij dat ook te doen. Jezus kwam als dienaar. Velen herkenden of erkenden Hem niet als de Mess ias. Wij moeten er ook voor oppassen dat we God of zijn wil niet verwerpen omdat die niet zou passen bij onze visie op Hem. HOOFDTHEMA’S thema Jezus Christus Dienaar Wonderen Bekendmaken van het Evangelie uitleg Alleen Jezus Christus is de Zoon van God. In Marcus toont Jezus zijn goddelijkheid door ziekten, boze geesten en de dood te overwinnen. Hoewel Hij de macht had om koning over de hele aarde te zijn, koos Jezus er juist voor de Vader te gehoorzamen en voor ons te sterven. Als de Messias vervulde Jezus de profetieën van het Oude Testament door naar de aarde te komen. Hij kwam niet als een veroverende koning, maar als een dienaar. Hij hielp de mensheid door hun over God te vertellen en hen te genezen. Hij ging zelfs nog verder: door zijn eigen leven te geven als een offer voor de zonde, diende Hij ons op een manier die niemand kan evenaren. Marcus vermeldt meer wonderen van Jezus dan toe- spraken. Jezus komt duidelijk naar voren als een man van macht en actie en niet alleen van mooie woorden. Jezus deed wonderen om de mensen te overtuigen wie Hij was en om de leerlingen zijn ware identiteit als Zoon van God duidelijk te maken. Jezus richtte Zich in zijn openbare werk allereerst tot de Joden. Toen de Joodse leiders Hem gingen tegenwerken, ging Jezus ook naar de niet-Joodse wereld, waar Hij sprak en genas. Romeinse soldaten, Syriërs en en andere hei- denen hoorden het goede nieuws. Velen geloofden en volgden Hem. De laatste boodschap van Jezus aan de leer- lingen daagde hen uit de wereld in te gaan en het Evangelie van redding te brengen. toepassing Toen Jezus opstond uit de dood, bewees Hij dat Hij God was, dat Hij zonden kon vergeven en dat Hij de macht heeft ons leven te veranderen. Door erop te vertrouwen dat wij door Hem worden vergeven, kunnen we – met Hem als onze gids – een nieuw leven beginnen. Met het voorbeeld van Jezus’ dienstbaarheid aan ons, moe- ten wij bereid zijn God en de mensen te dienen. Dat je echt belangrijk bent in het Koninkrijk van Christus, wordt getoond door je houding van dienstbaarheid en opoffering. Ambitie en machtswellust mogen niet onze motieven zijn. In plaats daarvan horen we Gods werk te doen, omdat wij van Hem houden. Hoe meer we ervan overtuigd raken dat Jezus God is, hoe meer we zijn kracht en liefde zullen gaan ervaren. Zijn machtige werk laat zien dat Hij in staat is iedereen te redden, ongeacht iemands verleden. Zijn wonderen van vergeving brengen genezing, heelheid en een veranderd leven voor mensen die Hem vertrouwen. Jezus overschreed nationale, raciale en economische gren- zen om zijn goede nieuws te verspreiden. Jezus’ bood- schap over geloof en vergeving is er voor de hele wereld en niet alleen voor onze kerk, omgeving of ons land. We moeten verder kijken dan onze beperkte eigen kring en de wereldwijde visie van Jezus Christus vervullen, zodat overal mensen zullen zijn die deze belangrijke boodschap horen en gered zullen worden van zonde en dood. 1369 Tiberius Caesar wordt keizer 14 Optreden Johannes de Doper 26Begin bediening van Jezus 26/27 Jezus kiest zijn twaalf leerlingen 28Jezus geeft 5000 mensen te eten 29 Jezus gekruisigd; opstanding en hemelvaart 30 kort overzicht Schets van de inhoud van het bijbelboek. Bevat hoofdindeling (A/B/C). Daarbij ho- rende uitleg staat op de aangegeven plaats tussen de bijbeltekst van Het Boek. Onderverdeling staat genummerd in de bijbeltekst op de vermelde tekst- plaats. hoofdthema’s Is een weergave van de belangrijkste thema’s van het bijbelboek. Geeft een uitleg van belang en toepassing ervan en waarom die ook nu nog zo belangrijk zijn. OUTRO.indd 1951 28/05/2018 15.17
1370 SLEUTELPLAATSEN IN MARCUS De weergave van Marcus is de meest chrono- logische van de vier evangeliën. Dit houdt in dat de meeste verhalen in tijdsvolgorde van de gebeurtenissen zijn geplaatst. Hoewel het boek Marcus het kortste Evan- gelie is, bevat het wel de meeste gebeurte- nissen. De meeste activiteiten spelen zich af in Ga- lilea, waar Jezus zijn werk begon. Kafarnaüm was de ‘thuisbasis’ van zijn werk (1:21; 2:1; 9:33), van waaruit Hij reisde naar steden als Betsaïda, waar Hij een blinde man genas (8:22vv), Gen- nesareth, waar Hij veel zieken genas (6:53vv), Tyrus en Sidon (in het uiterste noorden), waar Hij ook weer veel mensen genas en boze geesten verdreef (3:8; 7:24vv) en Caesarea Filippi, waar Petrus erkende dat Hij de Messias was (8:27vv). Na zijn werk in Galilea en omliggende gebie- den ging Jezus naar het zuiden, naar Jeruzalem (10:1). Voordat Hij daar naartoe ging, vertelde Jezus zijn leerlingen drie keer dat Hij in Jeruzalem gekruisigd zou worden, maar ook dat Hij weer uit de dood zou terugkomen (8:31; 9:31; 10:33,34).Hedendaagse namen en grenzen zijn in grijs weergegeven. Kafarnaü m Dalmanut a (Magdala) 1370 sleutelplaatsenkaart Landkaart met de belangrijkste geografi sche gegevens en algemene informatie met betrekking tot het bijbelboek. Staat niet bij elk bijbelboek. OUTRO.indd 1952 28/05/2018 15.17
1371 marcus 1 a Geboorte en voorbereiding van Jezus, de dienaar (1:1-13) Marcus, het kleinste van de vier evangeliën, begint met Jezus’ doo p en verzoeking. Marcus gaat direct daarna tot actie over en bereidt ons voor op het werk van Christus. Het Evangelie van Marcus is beknopt, rechttoe rechtaan en het meest chro nologisch. 1 De boodschap van Johannes de Doper 1 In dit boek wordt het goede nieuws van Jezus Christus verteld. 2 Het is precies zoals geschreven staat in het boek van de profeet Jesaja: ‘Luister, Ik stuur mijn boodschapper voor u uit om voor u een weg te banen.’ 3 En: ‘Ik hoor de stem van iemand die roept in de woestijn: “Baan een weg voor de Here, maak zijn wegen recht.”’ 4 Deze boodschapper was Johannes de Doper. Hij leefde in de woestijn en vertelde de mensen dat zij zich moesten laten dopen als een openbaar getuigenis van hun besluit om de zonde de rug toe te keren, zodat God hen kon vergeven. 5 Uit Jeruzalem en de provincie Judea kwamen vele mensen naar Johannes toe. Zij beleden hun zonden en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan. 6 Johannes droeg kleren 1:1 Psalmen 2:7 Mattheüs 3:1-6,11 Lucas 1:35; 3:1-6,16 Johannes 1:34 Romeinen 8:3 1 Johannes 4:15 1:2,3 Jesaja 40:3 Maleachi 3:1 Johannes 1:23 1:4 Handelingen 19:4 1:6 Leviticus 11:22 J 1:1 Als je vol bent van een grote gebeurtenis, wil je dat natuurlijk aan iemand vertellen. Het vertellen van dat verhaal kan het oor - spronkelijke gevoel weer terugbrengen, doordat je het opnieuw beleeft. Bij het lezen van de eerste woorden van Marcus kun je zijn enthousiasme voelen. Stel je eens voor dat je te midden van de mas- sa staat, terwijl Jezus geneest en spreekt. Stel je voor dat jij éé n van zijn leerlingen bent. Reageer op zijn woorden van liefde en bemoe - diging. En denk eraan dat Jezus kwam voor alle mensen, zowel voor ons die vandaag leven als voor de mensen van 2000 jaar geleden. J 1:1 Marcus was geen leerling van Jezus, maar waarschijnlijk kende hij Jezus wel persoonlijk. In zijn Evangelie volgen de gebeurtenissen elkaar snel op. Hij stelt Jezus voor als een man die zijn woorden on - dersteunt door daden die voortdurend bewijzen wie Hij is, de Zoon van God. Marcus wilde de christenen in Rome laten weten dat de enig ware Zoon van God Zich vernederd had om hen te redden. J 1:2 Waarom kwam Jezus juist op dit moment van de geschiede- nis? De hele beschaafde wereld leefde tamelijk vreedzaam onder de Romeinse heerschappij, reizen was eenvoudig en men sprak een gemeenschappelijke taal. Het nieuws over Jezus’ leven, dood en opstanding kon zich snel verspreiden door het uitgestrekte Romeinse Rijk. In Israël was het gewone volk ook klaar voor Jezus’ komst. Na het optreden van Maleachi (die het laatste boek van het Oude Testament schreef) was er al 400 jaar geen door God gestuurde profeet geweest. De verwachting groeide dat er spoedig een belangrijke profeet zou komen. Of wellicht de Messias, over wie het Oude Testament vertelde! (zie Lucas 3:15). J 1:2,3 Jesaja was één van de belangrijkste profeten uit het Oude Testament. De tweede helft van het boek Jesaja is gewijd aan de belofte van verlossing. Jesaja schreef over de komst van de Mes - sias, Jezus Christus, en de man die zijn komst zou aankondigen, Johannes de Doper. Johannes’ oproep aan de mensen om ‘een weg te banen’ betekende dat zij hun egoïstische levenswijze moesten opgeven en de zonde de rug toekeren. Zij moesten Gods vergeving zoeken en een relatie met de Almachtige God aangaan. Dat konden zij doen door zijn woorden, zoals die in de Bijbel staan, te geloven en te gehoorzamen (Jesaja 1:18-20; 57:15). J 1:2,3 Marcus 1:2,3 is een samengesteld citaat uit Maleachi 3:1 en Jesaja 40:3. Alleen Jesaja’s naam wordt genoemd, omdat het gebruikelijk was om de woorden van verschillende profeten aan de belangrijkste profeet toe te schrijven. De vroegste manuscripten spreken over ‘Jesaja’; latere manuscripten zeggen ‘de profeten’ . J 1:2,3 Honderden jaren eerder had de profeet Jesaja voorspeld dat Johannes de Doper en Jezus zouden komen. Hoe wist hij dat? God beloofde Jesaja dat er een Verlosser voor Israël zou komen en dat een stem in de woestijn gehoord zou worden om de weg voor Hem gereed te maken. Jesaja’s woorden waren voor veel mensen een troost, terwijl zij uitkeken naar de Messias. Te weten dat God zijn beloften houdt, is ook voor ons een troost. J 1:4 Waarom begint het Evangelie van Marcus met het verhaal van Johannes de Doper en niet met de geboorte van Jezus? Belang- rijke Romeinse functionarissen werden in die tijd altijd voorafge - gaan door een bode of heraut. Als de bode in de stad aankwam, wisten de mensen dat er spoedig een hooggeplaatst persoon zou aankomen. Omdat de lezers van Marcus vooral Romeinse chris- tenen waren, begon hij zijn boek met Johannes de Doper, die de opdracht had de komst van Jezus aan te kondigen, de belangrijkste man die ooit leefde. Marcus schreef geen volledige biografie van Jezus, maar legde de nadruk op zijn reddende werk. J 1:4 Johannes koos ervoor in de woestijn te leven om: 1 zich af te zonderen van dingen die hem konden afleiden, zodat hij Gods op- drachten zou kunnen verstaan; 2 de onverdeelde aandacht van de mensen te krijgen; 3 de scherpe breuk aan te geven met de huiche- larij van de geestelijke leiders, die hun rijkdom en positie verkozen boven het doen van Gods wil; 4 de oudtestamentische profetieën te vervullen die zeiden dat Johannes een stem zou zijn ‘die roept: Baan een weg in de woestijn voor de H ere’ (Jesaja 40:3). J 1:4 In het werk van Johannes was de doop een zichtbaar teken dat iemand besloten had zijn leven te veranderen, dat hij of zij een zondige en zelfzuchtige manier van leven opgaf en zich overgaf aan God. Johan - nes gebruikte een bekende gewoonte en gaf er een nieuwe betekenis aan. De Joden doopten vaak niet-Joden die zich tot het Jodendom bekeerd hadden. Maar een Jóód als teken van bekering dopen, was een radicale verandering van de Joodse gewoonte. Het was een erken - ning dat hij nog buiten het Koninkrijk stond (vgl. Johannes 3:3-5). De christelijke doop laat ook zien dat de gelovige met Christus gestorven, begraven en opgestaan is (zie bijv. 1 Petrus 3:21 en Romeinen 6:3-4). J 1:5 Het doel van Johannes’ prediking was de mensen voor te be- reiden om Jezus als Gods Zoon te aanvaarden. Hij riep de mensen op hun zonden persoonlijk te belijden. Voor het eerst liet hij hen op een heel andere manier nadenken over hun relatie met God. Om vergeving te kunnen aanvaarden, moet je erkennen dat je vergeving nodig hebt; oprecht berouw en echt geloof in Jezus Christus gaan dus samen. Berouw betekent dat wij ons afkeren van de zondige verleidingen en gedragingen van de wereld, die ons uiteindelijk op een dood spoor brengen en schade doen. J 1:6 De kleding van Johannes was niet bepaald de laatste mode van die tijd. Hij kleedde zich ongeveer zoals de profeet Elia (2 Koningen 1:8; Maleachi 4:4) om zich te onderscheiden van de geestelijke leiders, bij wie de kleding toonde hoe trots zij waren op hun positie. Johannes’ opvallende verschijning weerspiegelde zijn opvallende boodschap. 1371 kort overzicht Uitleg onderdeel hoofdindeling, als beschreven bij Kort overzicht. bijbeltekst het boek voetnoten Geven uitleg over persoonlijke toe passing van de bijbeltekst. OUTRO.indd 1953 28/05/2018 15.17
1373 marcus 1 van kameelhaar en had een leren riem om. Hij at sprinkhanen en honing van wilde bijen. 7 ‘Na mij,’ riep hij, ‘komt er Iemand die belangrijker is dan ik. Ik ben het niet eens waard de riem van zijn sandalen los te maken. 8 Ik heb u gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest.’ Het eerste optreden van Jezus9 Op een dag kwam Jezus daar ook. Hij was uit Nazareth gekomen om Zich door Johannes in de Jor- daan te laten dopen. 10 Direct toen Hij uit het water kwam, zag Jezus dat de hemel openscheurde en de Heilige Geest als een duif op Hem neerdaalde. 11 Een stem uit de hemel zei: ‘U bent mijn geliefde Zoon. U verheugt mijn hart.’ 12 Onmiddellijk daarna werd Jezus door de Heilige Geest naar de woestijn gestuurd. 13 Daar werd Hij veertig dagen lang door Satan op de proef gesteld. Hij was er alleen met de wilde dieren en de engelen zorgden voor Hem. b Boodschap en werk van Jezus, de dienaar (1:14-13:37) Marcus vertelt ons dramatische verhalen vol actie. Hij is de schrijver v an het meest levendige verslag van Jezus’ activiteiten. Hij legt meer de nadruk op feiten en acties dan op lering. Als wij zien hoe Jezus leefde, hebben wij het volmaakte voorbeeld voor ogen hoe wij nu moeten l even. J 1:7,8 Hoewel Johannes werd beschouwd als de eerste echte profeet sinds 400 jaar, zou Jezus de Messias oneindig veel gro- ter zijn dan hij. Johannes wees erop hoe onbelangrijk hij was in verhouding tot Degene die kwam. Hij was het niet eens waard de meest lage taak voor Hem uit te voeren, zoals het losmaken van zijn schoenen. Wat Johannes begon, maakte Jezus af. Wat Johannes voorbereidde, maakte Jezus af. J 1:8 Johannes zei dat Jezus zou dopen in de Heilige Geest; Jezus zou de Heilige Geest zenden die in iedere gelovige zou wonen. Jo- hannes’ doop met water bereidde mensen voor om de boodschap van Christus te ontvangen. Het was een teken van nederigheid en bereidwilligheid om de zonde de rug toe te keren. Dit was het begin van het geestelijke proces. Maar als Jezus doopt in de Heilige Geest, wordt de mens veranderd door de kracht van de Heilige Geest. Deze doop is het gevolg van het volbrachte werk van Jezus. J 1:9 Als de doop door Johannes alleen gold voor de bekering van zonden, waarom werd Jezus dan gedoopt? Zelfs de grootste profe- ten (Jesaja, Jeremia, Ezechiël) moesten hun zondigheid en behoefte aan bekering belijden, maar Jezus hoefde geen zonde te belijden, Hij was zonder zonde. Hoewel het in wezen onnodig was, werd Jezus gedoopt om de volgende redenen: 1 te laten zien dat Hij Zich helemaal toewijdde aan de opdracht om de boodschap van verlos- sing aan alle mensen te brengen (Mattheüs 3:15); 2 te laten zien dat Hij werkelijk de Zoon van God was en dat God zijn opdracht be- vestigde en bekrachtigde; 3 zijn optreden in het openbaar officieel te beginnen (Johannes 1:31-34); 4 Zich te vereenzelvigen met onze menselijkheid en zonde (2 Korinthiërs 5:21); de doop door Johannes had daardoor een andere betekenis dan de christelijke doop. J 1:9 Jezus woonde in Nazareth, al sinds Hij een kleine jongen was (Mattheüs 2:22,23). Nazareth was een klein stadje in Galilea, onge - veer halverwege het Meer van Galilea en de Middellandse Zee. Het werd door veel Joden veracht en gemeden omdat het een Romein- se militaire post was. Vrome Joden haatten de Romeinen, die hen belasting lieten betalen en weinig respect voor God toonden. J 1:10,11 De Heilige Geest streek in de gedaante van een duif op Jezus neer en de stem uit de hemel was de bevestiging van God, de Vader, dat Jezus zijn goddelijke Zoon was en de beloofde Knecht (Jesaja 42:1). Hier zien wij alle Personen van de Drie-eenheid samen: Vader, Zoon en Heilige Geest. J 1:12,13 Jezus liet de menigte achter en ging de woestijn in waar Hij door Satan verzocht werd. Verzoeking is alleen slecht voor ons als wij eraan toegeven. Wij moeten niet boos worden om innerlijke beproeving of die haten, want daardoor kan ons karakter sterker worden en kan God ons waardevolle lessen leren. Als je geconfron - teerd wordt met Satan en zijn verleidingen en met de onrust die hij brengt, denk dan aan Jezus. Hij gebruikte Gods Woord tegen Satan en overwon. Jij kunt hetzelfde doen (zie Jakobus 4:7). J 1:12,13 Satan is een engel die in opstand kwam tegen God. Hij bestaat echt, is niet symbolisch en werkt God en wie Hem gehoor - zaamt, voortdurend tegen. Hij verzocht Eva in het paradijs en ver - leidde haar tot zonde; hij verzocht Jezus in de woestijn en kon Hem er niet toe verleiden in zonde te vallen. Verzocht worden is geen zonde. Anderen verzoeken of toegeven aan verzoeking wél. Lees voor een meer gedetailleerd verslag van Jezus’ verzoeking Mattheüs 4:1-11. J 1:12,13 Om Zich volledig met de mens te kunnen identificeren, moest Jezus de verzoekingen van Satan ondergaan. Omdat Jezus werd verzocht en overwon, kan Hij ons op twee belangrijke ma - nieren helpen: 1 als voorbeeld hoe wij aan verzoekingen het hoofd kunnen bieden en 2 als onze helper, die precies weet wat wij nodig hebben, omdat Hij dezelfde ervaring had (in Hebreeën 4:15,16 lees je meer over Jezus en zijn verzoekingen). Ka farnaü m JEZUS BEGINT ZIJN WERK Toen Jezus zijn huis in Nazareth had verlaten om zijn werk te begin- nen, nam Hij eerst twee maatregelen ter voorbereiding: zijn doop in de Jordaan door Johannes en de verzoeking door Satan in de woestijn van Ju- dea. Na de verzoekin- gen ging Jezus terug naar Galilea, waar Hij zich later vestigde in Kafarnaüm. 1:7 Johannes 1:15 1:8 Joël 2:28 Handelingen 2:4; 10:45; 11:15,16 1:9 Mattheüs 3:13-17 Lucas 3:21,22 Johannes 1:32-34 1:11 Psalmen 2:7 Jesaja 42:1 1:12 Mattheüs 4:1-11 Lucas 4:1-13 1 Timotheüs 3:16 1373 tekstverwijzing Relevante tekstplaat- sen die betrekking hebben op de bijbe- horende bijbeltekst. landkaart Kaartje dat verwijst naar de geografi sche situatie in het betreffende gedeelte. OUTRO.indd 1954 28/05/2018 15.17
1378 marcus 3 BELANGRIJKE JOODSE GODSDIENSTIGE EN POLITIEKE GROEPERINGEN NAAM/TEKST: Farizeeën Mattheüs 5:20 Mattheüs 23:1-36 Lucas 6:2 Lucas 7:36-47 Sadduceeën Mattheüs 3:7 Mattheüs 16:11, 12 Marcus 12:18 Godsdienstleraars Mattheüs 7:29 Marcus 2:6 Marcus 2:16 Aanhangers van Herodes Mattheüs 22:16 Marcus 3:6 Marcus 12:13 Zeloten Mattheüs 10:4 Lucas 6:15 Handelingen 1:14 Essenen geenBESCHRIJVING: Streng godsdienstige groepering, die pleitte voor een nauwgezette gehoorzaamheid aan de Joodse wet en haar tradities. Had veel invloed in de synagogen. Rijke Joodse groep van priesters afkomstig uit welgestelde kringen. Verwierp het gezag van de Bijbel buiten de vijf boeken van Mozes. Profiteerde van de handel in de te