Het roer om!
5 Het roer om! Willie Zeldenrust-ten Harkel © 2022 Scholten Uitgeverij BV Burgemeester Drijbersingel 25 8021 DA Zwolle info@scholtenuitgeverij. nl www. scholtenuitgeverij. nl Omslagontwerp en binnenwerk: Marcin & Milou Redactie: Joke Tan Deventer, www. tekstpartner. net, www. schrijf-coach. nl Drukwerk: www. drukcase. nl Eerste druk, maart 2022 ISBN 978 90 832047 4 1 NUR 402, 707 De Bijbelgedeelten en -teksten die zijn gebruikt in dit boek komen uit verschillende vertalingen. De gebruikte vertalingen worden als volgt vermeld: HSV = Herziene Statenvertaling NBG = Nederlands Bijbelgenootschap NBV = Nieuwe Bijbelvertaling GNB = Groot Nieuws Bijbel HB = Het Boek BGT = Bijbel in Gewone Taal BB = Basisbijbel Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No portion of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means – electronic, mechanical, photocopy, recording or any other – except for brief quotations in printed reviews, without the prior written permission of the publisher. Opdracht Dit boek draag ik op aan God, mijn Vader, aan wie ik alles te danken heb. Hij heeft mij in staat gesteld te schrijven over Zijn liefde, Zijn goedheid en Zijn trouw. Hij is de spil waar alles om draait in mijn schrijven. Ik dank Hem voor Zijn onvoorwaardelijke liefde voor mij, Zijn betrokkenheid bij mij en Zijn geduld met mij. Want alles komt van God, alles bestaat door God en alles eindigt in God. Voor Hem is alle eer, voor altijd en voor eeuwig.
67 Inhoudsopgave Voorwoord Kees Goedhart 9 Dankwoord 11 Inleiding 13 Hoofdstuk 1: Openbaring 14 17 Hoofdstuk 2: Mattheüs 14 29 Hoofdstuk 3: Johannes 15 39 Hoofdstuk 4: Lukas 10 51 Hoofdstuk 5: Psalm 27 63 Hoofdstuk 6: Psalm 46 75 Hoofdstuk 7: Jeremia 29 87 Hoofdstuk 8: 2 Korinthe 5 99 Hoofdstuk 9: Lukas 10 113 Hoofdstuk 10: Jesaja 53 125 Hoofdstuk 11: Jesaja 58 135 Hoofdstuk 12: Jesaja 41 149 Hoofdstuk 13: Genesis 12 159 Hoofdstuk 14: Efeze 1 171 Vertaling liederen 187
89 Voorwoord Misschien vraagt u als lezer zich af waarom ik dit boekje zou willen aan- bevelen? Het antwoord is: Omdat de schrijfster begint met een prachtige impres- sie van de Pinksterconferenties van Opwekking. En daar was ik vijftig jaar lang bij betrokken. Uiteraard schrijft Willie Zeldenrust niet alleen over de Pinksterconferen- tie, maar dit evenement is wel de inleiding tot een onderdeel van haar leven en dat van haar gezin. Prachtig en boeiend beschrijft zij wat er al- lemaal ging gebeuren, nadat God tot haar en haar man had gesproken. Tijdens het lezen wordt het duidelijk dat Willie zelf heel wat heeft mee- gemaakt, zeker als het gaat om persoonlijke problemen en het ontbre- ken van een goede gezondheid. Hoe zij hierop reageert zal zeker een bemoediging zijn voor mensen die door eenzelfde dal van duisternis gaan. Het is geen succesverhaal geworden, maar dat kan ook niet anders als iets ‘echt uit het leven gegrepen is’. Gelukkig zul je bij het lezen van dit boek zeker weer moed vatten doordat er altijd weer licht is aan het eind van de tunnel. Persoonlijk ben ik onder de indruk geraakt van het feit dat de schrijfster niet alleen maar een verhaal vertelt. Behalve dat zij dit verhaal goed Bij- bels onderbouwt, is de kracht van dit boek vooral dat zij wat ze schrijft ook zelf in praktijk heeft gebracht. Je kunt vertellen hoe je met vluch-
1011 telingen en andere mensen met problemen moet omgaan, maar het is toch nog heel wat anders om deze mensen zelf in huis te nemen. Het is dan ook de verdienste van Willie Zeldenrust om een boek te schrijven dat niet alleen boeiend is om te lezen, maar bovendien veel mensen tot nadenken zal aanzetten. Mijn verlangen is dan ook dat die laatste groep daadwerkelijk de aange- reikte lessen en voorbeelden in praktijk zal gaan brengen. Van (goed)harte aanbevolen. Kees Goedhart Oprichter St. Zending en Gemeente Tot 2015 voorzitter St. Opwekking Bijbelleraar en schrijver Da n kw o o rd Mijn vierde boek, ‘Het roer om!’, is tot stand gekomen door de hulp van de man die mij opnieuw onvermoeibaar ter zijde heeft gestaan. Zijn stimulans, aanmoedigingen, aanvullingen, maar ook zijn kritische aan- tekeningen zijn ook nu weer met het schrijven van dit boek van groot belang geweest voor mij. Dank, dank, Jan! Enkele vriendinnen hebben mijn pennenstreken van tevoren gelezen. Zij hebben me telkens bemoedigd, maar ook hier en daar vragen gesteld en opmerkingen geplaatst waardoor ik telkens mijn schrijverij goed on- der de loep moest nemen en veranderingen ten goede heb aangebracht. Wilma Bekkema en Marry Blokzijl, hartelijk bedankt! Kees Goedhart heeft op mijn verzoek een voorwoord geschreven. Hij is voor mij jarenlang het gezicht van de Opwekkingsconferentie geweest die in dit boek voor het voetlicht komt. Kees, ik vind het een eer dat je een voorwoord hebt willen schrijven. Ik ben er erg blij mee. Tot slot bedank ik mijn stimulerende en vertrouwenswaardige uitgever Cees Scholten dat hij nu al voor de derde keer een boek van mijn hand het levenslicht laat zien. Ook alle medewerkers van de uitgeverij die op een of andere manier hebben bijgedragen aan de vormgeving van ‘Het roer om!’, bedankt.
1213 Inleiding De Pinkster- alias Opwekkingsconferentie in 1995 in Vierhouten heeft ons leven veranderd. Vanaf dat jaar is het roer omgegaan en hebben we de eerste stappen gezet om handen en voeten te geven aan een droom die langzamerhand in ons had postgevat. Wat heeft God veel, heel veel, aan ons leven toegevoegd. Nadat wij naar God hadden uitgesproken dat wij Hem met alles wat in ons was wilden volgen, verstreken zeven jaren. Ze- ven jaren die God gebruikte om ons klaar te stomen voor nieuwe wegen, nieuwe ervaringen, nieuwe contacten. We hebben Gods betrokkenheid in deze jaren op een bijzondere manier ervaren. Hij nam de tijd om ons voor te bereiden op ‘iets nieuws’. Jaren met veel zegen, maar ook jaren waarin we de nodige moeiten hebben ondervonden. We moesten uit de boot stappen en leren lopen op het water. Leren om over de golven te gaan in vertrouwen op Hem die ons verder leidt dan onze voeten kunnen dragen. In dit boek beschrijf ik deze leertijd met alle ups en downs. Hoe- wel we veel zekerheden los moesten laten, hoewel we bij onze kinderen vandaan gingen, hoewel we van onze vertrouwde gemeente afscheid moesten nemen, van dierbare vrienden en van ons heerlijke huis, deden we het vanwege ons verlangen Het Lam te volgen waar Hij ook heengaat. 1 In volle overtuiging wilden we de weg gaan die, zoals we oprecht meenden, God ons had gewezen. 1 Openbaring 14:4 NBG
1415 Ik hoop dat door het lezen over onze ervaringen je geloof wordt ver- sterkt, je vertrouwen in God groter wordt en je meer en meer overtuigd raakt van de grote liefde van God voor ons. Zo geweldig is Gods wijsheid! Zo bijzonder zijn Gods beslissingen! Voor mensen zijn ze onbegrijpelijk, ongelofelijk, onvoorstelbaar. 2 Willie Zeldenrust-ten Harkel 2 Romeinen 11:33 NBV
1617 Openbaring 14:4 Dezen zijn het die het Lam volgen waar Hij ook heen gaat. Hoofdstuk 1 Ik hou er niet van om op een uitnodiging in te gaan en blijf het liefst stokstijf op mijn plaats zitten, ondanks de harde stoeltjes en pijn- lijke billen. Maar toch… Zeg Pinksteren en ik denk aan de Pinksterconferentie. Het is al jarenlang een vaste gewoonte van ons gezin om tijdens de Pinksterdagen onze tent op te slaan in de bossen van Vierhouten en zo ook dit jaar anno 1995. Laat me onszelf eerst even voorstellen! Wij zijn een Echt-Paar, Echtgenoot en ik, ouders van Oudste Dochter en van Jongste Zoon. Laat ik nu wel volledig zijn, want wij zijn niet ouders van twee, maar ouders van drie kinderen. Ons tweede kind was echter niet voor deze aarde gemaakt, maar voor de hemel. Middelste Kind en Oudste Zoon is namelijk een Hemelkind. Desalniettemin behoort hij zonder twijfel tot ons gezin, al heeft hij onze zorg niet meer nodig. Ondanks het blijvend gat dat in ons gezin is geslagen, weten we dat hij in goede handen is, in de beste! Na dit korte voorstellingsrondje ga ik terug naar het Pinksterweekend dat we voor de boeg hebben, ogenschijnlijk een weekend zoals we er al veel hebben gehad. Ogenschijnlijk! Zoals elk jaar kijken we er als gezin naar uit om een paar dagen in hemelse sferen te vertoeven. Echtgenoot heeft de vrijdag vooraf aan Pinksteren een vrije dag en we zullen zo vroeg mo- gelijk vertrekken, zodat onze tent ruim voor de avond is opgezet en we samen naar de eerste dienst in de grote tent kunnen gaan.
1819 Op vrijdag vertrekken we volgens planning en de sfeer in de auto is uitstekend. Het is niet meer dan gepast om de kleine autoruimte met Opwekkingsmuziek te laten vullen. Een goede start van alles wat nog komt. Hoe dichter we bij de bestemming komen hoe meer auto’s het straatbeeld vormen. Allemaal op weg naar de conferentie. Er wordt naar elkaar getoeterd en gezwaaid. Een familieweekend op zijn grootst en op zijn best. Als we op de bestemming aankomen krijgen we een plek aan- gewezen waar we met onze tent mogen bivakkeren. Hoewel de ruimte tussen de talloze tenten en caravans zeer beperkt is, mag dat de pret niet drukken. We komen er niet voor onze rust, maar om te socializen met broers en zussen van allerlei kerken en gezindten. Dus mogen de scheer - lijnen elkaar kruisen en nemen we feestelijk genoegen met weinig privé en veel drukte. Naast het sociale aspect hopen we een geestelijk shot te krijgen waar we mee vooruit kunnen. Dochter en Zoon hebben aanslui- ting gezocht bij leeftijdsgenoten en hun tenten buiten ons gezichtsveld geplaatst. Echtgenoot en ik hoeven alleen maar oor en oog te hebben voor elkaar en daar kunnen wij ons helemaal in vinden. Dit weekend zijn we ingesteld op een minimum aan aardse, maar een maximum aan hemelse geneugten. Als de tent staat, de slaapmatjes met de slaapzakken liggen en alle overige attributen hun vaste plekje in de tent hebben gekregen, heb ik nog tijd om een tweepersoons avondmaal in elkaar te flansen. Op de camping zijn het over het algemeen eenpansgerechten, gemakkelijk, maar niet minder lekker en voedzaam. Na een intensief dagje en een goede maaltijd nokken we dan eindelijk af naar de tent midden op het terrein waar duizenden samendrommen om een plaatsje in de tent te bemachtigen. Wat een feest om met zoveel mensen bij elkaar te komen en allemaal met één doel: God ontmoeten en Hem grootmaken! Het laatste woord is weliswaar niet helemaal goed gekozen, want God is al groot. Ik kan Hem niet groter maken dan Hij is. Maar volgens het syno- niemenboek is grootmaken hetzelfde als loven en danken en dat is nou precies wat ik bedoel te zeggen. Mijn verwachtingen zijn zoals ieder jaar hooggespannen. Ik snuif de onovertroffen tentgeur op. Het is een soort van thuiskomen. Zoals gewoonlijk maakt de grote, lange man, die mij zo eigen is, in de mensenmassa ruim baan voor mij. Hij slaagt er al heel snel in om twee vrije plaatsen te bemachtigen en we vlijen ons neer op de ons zo bekende harde houten klapstoeltjes. Sommige conferentiegangers hebben een eigen kussentje meegenomen om hun zitvlak wat te ont - zien. Ik geef ze geen ongelijk, maar mijn eigen derrière moet eraan ge- loven. Dit weekend zijn we ingesteld op een minimum aan aardse, maar een maximum aan hemelse geneugten. Ik voel me helemaal op mijn gemak en kijk om me heen of ik ergens nog een kennis in de grote me- nigte kan ontwaren. Gelovigen zijn wereldwijd in de minderheid, maar dat lijkt hier niet waar te zijn. Zoveel mensen, zoveel gelovigen. Hoewel we in de hemel niet onze toevlucht in een tent zullen hoeven te zoeken, stel ik me de hemel voor zoals we hier bij elkaar zijn. Heel veel mensen, allemaal kinderen van God. Zang en muziek alom. Dit is een voorproefje. De klanken van al het instrumentarium op het podium klinken me als hemelmuziek in de oren. De marathon aan samenkomsten en seminars kan beginnen. Ik heb er zin in en knijp de man, die dicht tegen mij aan gedrukt zit, enthousiast in zijn arm. Na een uitbundig zangfestijn bijt een spreker van naam de spits af en we luisteren naar de woordenvloed die hij over ons uitstort. Woorden die regelrecht ons hart binnenstromen. Aan het eind van zijn gloedvolle betoog gebeurt er iets onverwachts. De spreker doet, zoals we gewend zijn bij deze samenkomsten, een uitnodiging. Daar ligt het onverwachte dan ook niet in. Het onverwachte zit hem in de formulering van de uit - nodiging.
2021 In het afgelopen jaar hebben Echtgenoot en ik heel wat gesprekken ge- voerd over onze nabije toekomst. Het zal niet lang meer duren of onze kinderen vliegen uit. We zijn ons aan het bezinnen. Wat gaan we doen als het lege nestsyndroom zich aandient? Gaan we als vroege senioren, want we zijn nog jong zowel van hart als van lijf en leden, met de tent en later met een caravan op stap? Gaan we onze vrije tijd invullen met lange vakanties en reizen? Wat willen we, waar liggen onze verlangens? Het is wel zonneklaar dat we beiden de wens hebben om onze trouwtekst in toenemende mate in de praktijk te brengen. Onze bijzondere trouw - tekst die wij in onze achterliggende huwelijksjaren van lieverlee hebben omarmd. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Hij ook heen gaat. Hoewel het in eerste instantie een tekst leek die niet zozeer op ons van toepassing was, is daar in onze gedachten een kentering in gekomen. De essentie is ons klip en klaar geworden en ze is het richtsnoer in ons geza- menlijk leven. Maar hoe en wat is onze toekomst? We zijn er nog niet uit! We luisteren met alle aandacht naar wat de prediker ons te zeggen heeft. De woorden waarmee hij de uitnodiging inhoud geeft doen mij rechtop zitten. Ik spits mijn oren! De spreker heeft voor zijn uitnodiging een speciale doelgroep op het oog. De al wat ouderen waarvan de kinde- ren de deur uit zijn of over niet al te lange tijd het ouderlijk huis zullen verlaten. Hij roept deze mensen op om hun leven, dat dan meer vrijhe- den zal kennen, meer op God af te stemmen. Op welke manier kunnen zij zich gaan inzetten voor het Koninkrijk van God? Zou hij het speciaal tegen ons hebben? Heeft hij iets van onze gesprekken gehoord? Natuur - lijk staat het buiten kijf dat hier geen sprake van is, maar er is Eén die ze zeker heeft gehoord. Onwillekeurig bonst het hart me in de keel en ik voel de spanning toenemen. Ik hou er niet van om op een uitnodiging in te gaan en blijf het liefst stokstijf op mijn plaats zitten, ondanks de harde stoeltjes en pijnlijke billen. Maar toch… Er is geen tijd voor een gedach- tewisseling met de man die naast me zit, al voel ik de druk van zijn hand, die mijn hand heeft omsloten, enigszins toenemen. Hij is eveneens een en al aandacht. De oproep is snel afgerond en dan is de vraag daar of de aangesprokenen willen opstaan zodat er voor hen gebeden kan worden. Gelukkig klinkt niet de vraag om naar voren te komen, dat zou voor mij de drempel zeker hoger maken. Ik mag gaan staan en ik wil gaan staan. Ik kan niet anders dan opstaan, want in dit verzoek ligt het verlangen van mijn hart en zonder me verder nog iets af te vragen worstel ik mijn hand los en kom in de benen. Tegelijkertijd voel ik meer dan ik zie, omdat ik mijn ogen gesloten heb, dat eveneens Echtgenoot van zijn stoel opstaat. Het past zo in het plaatje dat wij aan het uittekenen zijn, dat we beiden, zonder gezamenlijk overleg, wat een zeldzame uitzondering is, gaan staan en op de uitnodiging ingaan. Ik voel de tranen achter mijn oogle- den branden. Spreekt God tegen ons? Het is toch meer dan toevallig dat onze gedachtespinsels op dit moment onder woorden worden gebracht en tot één enkele vraag vereenvoudigd. Een vraag die wij al langer om en om keren en die wij hier en nu mogen beantwoorden. Voor zover ik het mij kan herinneren is deze uitnodigingsfrase niet eerder gebruikt. We zijn er beiden een beetje beduusd van dat we zo onverwachts een beslis- sing hebben genomen waarvan we dachten dat we daar nog niet aan toe waren. We zaten immers nog in het verkennend stadium? Zomaar heeft God ons naar de volgende fase geleid. Na afloop van de dienst bevragen we elkaar wat deze stap voor ons betekent. We praten er lang over door en voelen beiden aan dat dit weekend weleens iets anders zal kunnen lopen dan we ons hebben voorgesteld. Niet alleen consumeren, maar bovendien bezinnen. Bezinnen op wat hierna komt. Is het een impuls geweest of willen we daadwerkelijk handen en voeten geven aan ons verlangen waardoor we op de bijzondere uitnodiging zijn gaan staan? We spreken naar elkaar uit dat we opnieuw besluiten om Jezus te volgen, waar Hij ook heengaat.