Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.17 1. Vader en moeder De dag dat ik geboren werd, besloot mijn vader bij zijn vrien - din te gaan wonen en mijn moeder alleen te laten met haar drie kinderen. Mijn broer was vier en mijn zus twee jaar oud toen ik de groep kwam versterken. Jaren later vertelde mijn vader mij dat mijn moeder de hele week huilde totdat mijn oma, die voor de kraamtijd naar Saskatoon gekomen was, weer terug ging naar Ontario waar ze met mijn opa woonde. Het huilen van mijn moeder sloeg om in bitterheid. Ze deed haar werk in huis en verlangde van ons haar te helpen. Zodra we dat konden, deden we de vaat, vouwden de was, schrobden de toiletpotten en toen we groot genoeg waren om op een trapje te staan, lapten we ook de ramen. We waagden het niet om ‘nee’ te zeggen tegen een opdracht van onze moeder, maar we verzonnen manieren om eronderuit te kruipen of de klus op een ander af te schuiven. De weekenden brachten we bij mijn vader en zijn vriendin door. We vroegen ons af wat nu beter was, doordeweeks bij mijn moeder werken totdat alle klusjes gedaan waren en toe - zien hoe zij onderuitgezakt voor de tv zat te drinken, of in de weekenden bij mijn vader logeren en moeten aanhoren hoe hij en zijn vriendin tegen elkaar schreeuwden en elkaar het leven zuur maakten. Mijn vader had een bouwbedrijf waar hij goed mee verdiende. Zodoende hoefde mijn moeder niet buitenshuis te werken: ze kon van de alimentatie leven die mijn vader haar iedere
18 maand stuurde. Ze veranderde gaandeweg in een zwartgal - lige, luie vrouw die geen enkele aandacht schonk aan haar uiterlijk en gezondheid. Ze groeide in gewicht tot ziekma - kende proporties, wat ertoe leidde dat er nog meer werk op onze kinderschouders terechtkwam. Ik had de pech de jongste en de kleinste te zijn. In een nor - maal functionerend gezin zou dat juist een voordeel zijn en tot gevolg hebben dat ik ontzien werd. Zo niet in ons gezin. Mijn broer en zus werden voorgetrokken door mijn moeder. Ze zagen het als hun recht om mij te vernederen en als slaaf te gebruiken. Ik denk dat mijn moeder mij ervan beschuldigde mijn vader bij haar weggejaagd te hebben, hoewel ze dat nooit hardop zei. Mijn dagen waren gevuld met schoolgaan, allerhande klusjes doen en als er tijd over was, met huiswerk maken. Het was niet verwonderlijk dat mijn cijfers aan de lage kant waren. Dat leidde er wel toe dat ik thuis uitgejouwd werd en er nog meer klusjes op mijn nek geschoven werden. Ik kon immers niet leren, dus waarom zou ik de tijd krijgen voor mijn huiswerk? Op school was ik een eenling. Ik was bang dat als ik een vrien - din zou hebben, ze zou vragen om met me mee naar huis te mogen. Dat wilde ik voorkomen. Ik schaamde me voor mijn familie en dus hield ik me angstvallig gescheiden van de rest van mijn klas. Soms trok iemand aan mijn rode haar of lachte om mijn sproeten. Ik negeerde het, maar vanbinnen krampte het. Mijn vader had zijn vriendin ontmoet tijdens een barbe - cuefeestje dat hij voor zijn werknemers had georganiseerd.
19 Iedereen had zijn of haar partner meegenomen en zo kwam het dat Barbara, die toen nog de vrouw van John was, mijn vaders vriendin werd. Natuurlijk ging dat niet van de ene op de andere dag, maar toen mijn vader mijn moeder zwanger maakte van mij, moest er toch een plan in zijn hoofd zijn gaan groeien. Om een mij onbekende reden bracht hij dat plan pas ten uitvoer op de dag dat ik ter wereld kwam. Jaren later kreeg ik de ontbrekende puzzelstukjes aangereikt en werd me duidelijk wat er zich rond mijn geboorte afgespeeld had. John, Barbara’s man, kon de klap beter verdragen dan mijn moeder. Na een poosje in de piepzak gezeten te hebben, gooide hij het roer om en trouwde met Georgette, die hij in de pub ontmoet had. Mijn vader kon hij niet meer uitstaan en dus veranderde hij van werkgever. Ik heb van mijn vader nooit gehoord of hij het erg vond dat hij een goede werknemer moest verliezen. Misschien vond hij het ook wel gemakkelijk zo, geen broeierige blikken en steken onder water meer hoe - ven te verdragen op het werk. Mijn moeder ondernam die eerste week een paar huilerige pogingen om mijn vader op andere gedachten te brengen. Hij kwam in de week na mijn geboorte op bezoek om mij te zien. Mijn oma schold hem uit voor egoïstische vent en vertelde mijn moeder in zijn bijzijn dat hij altijd al waardeloos voor zijn gezin was geweest. Of mijn moeder het met haar eens was of dat ze zag dat ze niet tegen zijn onverschillige vastberadenheid op kon, feit is dat ze hem nooit meer vroeg bij haar terug te komen. De jaren daarna reageerde ze de vernedering die hij haar had aangedaan door haar voor een ander te verlaten, op mijn broer en zus en vooral op mij af.