Inhoud Woord vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 1 Hoop op heerlijkheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 2 Het Oude Testament als boek van hoop . . . . . . . . . . . . . . . . 23 3 Christus, Gods laatste gave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 4 Wat spoedig moet geschieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 5 Vier thema’s van de eindtijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 6 Geloven tussen de tijden: vreemdelingschap . . . . . . . . . 84 7 Hoop en heiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 8 De Thora . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127 9 Hopen en bidden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161 Uitzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185 Literatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 5
Hoop op heerlijkheid D it boek gaat over hoop. Het gaat dus over Christus. Want buiten Hem bestaat er geen hoop. Hij is in persoon onze enige hoop. Zo is Hij ons verkondigd: ‘Christus onder u, de hoop op de heerlijkheid’ (Kol. 1:27). Als Hij niet was opgestaan, was ons geloof en ons bestaan zinloos. Dan waren wij nog in onze zon- den. Wij zouden Gods lof niet zingen. Dat is het meest ver- schrikkelijke wat een mens kan overkomen. Maar nu! Christus is opgewekt. Hij heeft de zonde achter Zich gelaten. Hij geeft de Zijnen eeuwig leven. Hij is de aangewezen Verlosser. In Hem is leven en hoop. Een mens zonder God tast naar hoop, maar grijpt mis. En toch laait het verlangen steeds weer op, want wij zijn mens. De hunkering naar God wordt in onze cultuur uit alle macht verdrongen. Dat er een levende, betrokken en persoonlijke God is, wordt bij voorbaat afgedaan als een gevaarlijke leugen. Geloof in een dergelijke God bedreigt het ware menszijn, het ‘ik’, zo is het gevoelen. Dergelijk geloof behoort ook tot een grijs verleden. Het is uit de oude doos. Moderne mensen zijn redelijk. Ze gaan ervan uit dat weten- schappelijk onderzoek neutraal, abstract en onpersoonlijk is, en waarheid met zich meebrengt. Wij gaan ervan uit dat we onze eigen toekomst moeten en kunnen bepalen. Als dat niet langer alleen op de planeet aarde kan, zoeken we verder richting Mars. Linksom of rechtsom, wij zúllen ons eigen lot bepalen! 11 1 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 11
Toch liggen ergens diep verscholen in de mens onrustige vra- gen: Waarom ben ik er? Waar is mijn leven voor bedoeld? Wat is leven? En waarom eindigt het in sterven? Wie ben ik? Wat doe ik ertoe? Dergelijke vragen spelen op, omdat wij geschapen zijn naar het beeld van God. Dieren leven instinctief. Maar wij zijn mensen. Wij zijn er van oorsprong niet voor bedoeld om op onszelf te leven en aan onszelf genoeg te hebben. Klassiek is dat verwoord door de kerkvader Aurelius Augustinus: Groot zijt Gij, Heer, en ten zeerste lovenswaardig! Groot is uw macht en uw wijsheid heeft geen getal. En loven wil U een mens, een deel van uw schepping, ja een mens, die zijn sterfelijkheid met zich omdraagt, die met zich omdraagt het bewijs van zijn zonde en het bewijs, dat Gij de hoog- moedigen weerstaat. En toch wil hij U loven, die mens, een deel van uw schepping. Gij zet hem aan om er vreugde in te vinden U te loven, want Gij hebt ons gemaakt naar U, en rusteloos blijft ons hart totdat het zijn rust vindt in U. (Belijdenissen, 1, 1) Vreugde Het geloof in God brengt blijdschap. Daar lijkt het vaak niet op, toch is het zo. God te mogen kennen brengt extase teweeg. Het veroorzaakt een explosie van ongekende vreugde. Want als een mens God vindt, vindt hij zijn uiteindelijke bestemming. Als mensen zijn wij op God aangelegd. Zoals een vis niet kan leven op het droge, zo kunnen wij mensen niet leven als we God niet kennen. Door het geloof in Christus wordt de verbondenheid aan God als de bron van ons leven hervonden. Dat brengt on- uitsprekelijke vreugde met zich mee. Je zou zeggen: wie wil dat niet? Het verontrustende is echter dat wij ons tevreden stellen met ons leven buiten God. Dat is 12 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 12
wat Augustinus ontdekt heeft in de confrontatie met zichzelf. Wij zitten enorm vast aan onszelf. Wij geven dat niet gauw op. De illusie dat we vredig, veilig, lang en gelukkig kunnen leven, houden we graag in stand. Zeker in de (weinige) rijke landen in deze wereld lijkt een paradijselijk leven binnen handbereik. Maar God weet ons te vinden in onze schuld en schande, in onze nood en dood. Hij noemt onze naam. Hij kent ons meer dan wij onszelf kennen. Hij brengt het verlorene terecht. Wie daar weet van heeft, roept stamelend uit: ‘God, mijn blijdschap, mijn vreugde! Ik zal U met de harp loven, o God, mijn God!’ (naar Ps. 43:4). Hoop Het geloof in God brengt blijdschap. Die kant van het geloof wordt niet zo gemakkelijk zichtbaar. Dat komt doordat deze vreugde niet psychologisch verklaarbaar is. Laat staan dat ze van ons uit oproepbaar is. Het is een eigensoortige vreugde, deze vreugde in God. Zij komt van gene zijde. Zij is vrucht van de Heilige Geest (Gal. 5:22). De Heilige Geest deelt deze blijd- schap uit aan al Gods kinderen. Hij put die blijdschap uit het volbrachte werk van Christus. Christus is tot zonde gemaakt. Hij heeft de breuk tussen God en mens geheeld. Hij heeft de dood overwonnen. Hij zetelt nu aan de rechterhand van God. Als Overwinnaar over de machten van hel en van de dood deelt Hij blijdschap uit. ‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn (!) blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden’ (Joh. 15:11). Maar dit is vooralsnog een zaak van geloof en daarom ook van aanvechting. Wij zijn verlost in hoop(Rom. 8:24). Wij leven in gebrokenheid. Die blijdschap in God wordt voorlopig getem- perd en voortdurend belemmerd. Altijd schemert het kruis er- doorheen. Altijd meldt de duivel zich. Altijd roert zich de zonde 13 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 13
in ons. Altijd verheft zich onze verdwaasde wereld, in onover- zienbare golven van ellende, honger, angst, en onheilspellend duister. Tegelijk is toch de blijdschap in God onverwoestbaar voor ieder die gelooft in Jezus Christus. Geloof wandelt in het kleed van de hoop. Die hoop is in één woord: Christus. Wie een- maal van de opstanding van Christus heeft vernomen, kijkt naar de wereld met andere ogen. Je ziet ook jezelf in een ander perspectief. Christus Wij hebben het dus niet over hoop in het algemeen. Hoop doet leven, zegt een spreekwoord. In het dagelijkse spraakgebruik is hoop het tegendeel van zekerheid. Je kunt hopen dat je slaagt voor een examen, maar je bent er niet zeker van voordat de uit- slag bekend is. Je hoopt wel dat de dokter met een goed bericht komt, maar je weet het niet. Als wij hopen dat iets goed komt, drukken we daarmee onze zorg uit: het staat niet vast, het is te hopen. In de Bijbel daarentegen wordt hoop juist verbonden met vreugdevolle zekerheid. Bijbelse hoop bloeit op uit de onwankel- bare beloften van God. De garantie voor die zekerheid is Chris- tus. Hij is eenmaal voor de zonde gestorven. Eenmaal is een- malig. Eenmalig betekent: definitief. Christus sterft niet meer, nooit meer. De dood heerst niet meer over Hem (Rom. 6:9). De dood kon Hem onmogelijk vasthouden (Hand. 2:24). Christus heeft de dood overwonnen door de oorzaak van de dood te elimineren. Hij heeft de angel eruit gehaald, de zonde (1 Kor. 15:56; Rom. 6:23). Op Pasen laat Christus de dood achter Zich. Hij is vrij van de dood. Zijn opstanding brengt Hem in een nieuwe staat, in een nieuwe werkelijkheid, in de hemel, bij Zijn Vader, verheerlijkt. Hij is onze hoop. 14 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 14
Daar in Gods heerlijkheid is Hij de Eersteling. Daar is Hij als het Hoofd van Zijn gemeente. Allen die aan Christus verbonden zijn door het geloof, zijn met Hem gestorven en met hem opge- staan. Ze zijn in Christus in een nieuwe werkelijkheid gezet, in hemelse gewesten (Ef. 2:4-6). Zij leven nieuw. Zij leven eeuwig. Zij leven voor God. ‘Ons burgerschap is in de hemel. ’ (Filipp. 3:20) Een nieuwe meester Nogmaals: dat alles geldt in Christus. Het is werkelijkheid voor het geloof. Het is verborgen voor de wereld. Het kan niet wor- den gedemonstreerd, laat staan bewezen worden. Het kan alleen maar in verwondering ontvangen worden. Het is een belijdenis. Deze belijdenis baseert zich op het Woord van God, maar druist in tegen onze ervaring, staat haaks op wat meet- baar is, overstijgt wat te beredeneren is. Het is geloofstaal. De apostel schrijft daarover indringende en beslissende woorden. Met name Romeinen 6:1-14 vangt onze aandacht. ‘U dient uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere’ (vs. 11). Houd het daarvoor! Geloven in Christus betekent een machtswisseling. Niet langer is de zonde mijn eigenaar (kurios), ik ben van Christus. In Hem ben ik rechtens vrij van de zonde. Ik ben bevrijd van de dwang om de zonde te moetendienen. Mijn nieuwe eigenaar is Christus, mijn ‘Kurios’ (Hand. 27:23). In aansluiting aan Romeinen 6 zegt de Catechismus van Heidelberg in Zondag 1: Christus heeft mij met Zijn bloed gekocht. Hij verlost mij uit alle heerschappij van de duivel. Hij maakt mij gewillig en bereid om voortaan te leven in Zijn dienst. Door het geloof ben ik burger geworden van het Koninkrijk van God. Ik neem geen bevelen meer aan van mijn vroegere heer, de zonde. Die heeft zijn tijd gehad. Ik dien nu Christus. Mijn agenda wordt vanuit de hemel ingevuld, waar 15 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 15
Christus is. Ten overstaan van mijn oude kurios, de zonde, ben ik dood. Ik hoor zijn bevelen niet, laat staan dat ik ze opvolg. Ten overstaan van mijn nieuwe Kuri o s ben ik levend. Ik ben nu voortaan in volle vrijheid slaaf van Hém. Aangevochten werkelijkheid Volgens Romeinen 6 betekent het geloof in Christus dat we in een nieuwe realiteit zijn overgeplaatst. Dat zijn grote woorden. Toch neemt het geloof ze over, zoals ook blijkt uit Zondag 1. We dingen niet af. Wij houden het ervoor. Zonder omwegen zetten we in bij Christus. Waar anders zouden we moeten beginnen? Hij heeft de schuld van de zonde gedragen, waardoor er verzoe- ning is bewerkt. Hij is op de derde dag verrezen. Hij is het Hoofd van Zijn gemeente. Hij is opgestaan en verheerlijkt, als de Eersteling. Velen volgen. Zeker, Hij is ons ver vooruit, zó ver dat wij Hem nogal eens uit het oog verliezen. Maar van Zijn kant verliest Hij ons niet uit het oog. Hij vergeet ons niet. Vanuit de hemel pleit Hij voor ons. Hij is onze troost, ons enige houvast. De Heilige Geest reikt ons de woorden van Romeinen 6 aan met de bedoeling dat we elkaar daarmee opscherpen en bemoedi- gen: in Christus zijn we gesteld in een nieuwe werkelijkheid, voorbij de macht van de zonde en de dood. Johannes geeft van deze nieuwe stand van zaken getuigenis met zijn karakteristie- ke taal: ‘Ieder die in Hem blijft, zondigt niet. ’ ‘Ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, omdat hij uit God geboren is. ’ (1 Joh. 3:6, 9) Wat ons in Christus is gegeven, blijft omstreden werkelijkheid. Het is niet voorhanden. Alles wat beleden wordt, wordt bestre- den. Ons leven met Christus is verborgen in God(Kol. 3:3). En dat blijft zo totdat Christus verschijnt in heerlijkheid. Wij zijn er nog niet. Wij leven niet bij wat wij zien, maar bij wat ons is 16 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 16
gezegd (2 Kor. 4:18). Wij leven in de hoop. Daar komen we niet bovenuit. Heel ons geloven, al ons wandelen met God, al ons doen en laten in de navolging van Christus – het houdt iets voorlopigs. Vliegeraar Toch houden we altijd goede moed. Toch blijft de vreugde in God. Een christen lijkt op een vliegeraar. Je voelt het touw trek- ken. Zo trekt de Heilige Geest de gelovigen steeds weer naar Jezus toe, Die aan de rechterhand van Zijn Vader zit. De Geest herinnert ons eraan dat Christus daar in de hemel over ons spreekt met Zijn Vader. In dat gesprek brengt Christus de red- dende betekenis van Zijn bloed in, ons ten goede. Dat verzekert ons de Bijbel. Dat verzegelt de Heilige Geest in ons hart (Rom. 8:16; 2 Kor. 1:22). Door die Geest zoeken wij de dingen die boven zijn. Niet zozeer omdat ze boven ons zijn, maar vanwege Christus. Hij is daar. En wij zullen Hem zien zoals Hij is. De bij- belse geloofsbeleving heeft een sterk verlangen in zich naar de komst van Christus. Kinderen van God zijn door één geloof en door één Geest samen- gevoegd tot één lichaam, het lichaam van Christus. Zij leven met hun Hoofd in de hemel. Dat maakt ons pelgrims en vreem- delingen op de aarde. ‘ Wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige. ’ (Hebr. 13:14) Het aardse bestaan is ons niet genoeg. In de gereformeerde traditie en geloofsbele- ving heeft deze trek van het geloof altijd het volle pond gekre- gen. De Heilige Geest wekt in ons een verlangen naar God, naar het volmaakte leven met Hem. Welke troost put u uit het artikel over het eeuwige leven? Dat ik, aangezien ik reeds nu in mijn hart het begin van de eeuwige vreugde gevoel, na dit leven de volkomen 17 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 17
zaligheid zal bezitten, die geen oog gezien, geen oor ge- hoord heeft en die in geen mensenhart is opgekomen, om God daarin eeuwig te prijzen. (HC, vraag en antwoord 58) Verschuiving Het is goed dat deze grondlijnen van het christelijk geloof ons opnieuw aangereikt worden. Ook de meest elementaire dingen kunnen immers vergeten worden. Als het verlangen naar God niet wordt benoemd, verdampt het. Wat niet verkondigd wordt, wordt niet geloofd. En inderdaad: er is een verschuiving in de prediking waar te nemen. Decennia geleden ging het over de eeuwigheid. De werkelijkheid van het leven hier op aarde kwam nauwelijks aan bod. Het ging om de laatste vraag: die van het eeuwige behoud. De gemeente werd aangezegd dat wij allen naar het oordeel van God toe gaan. Heel ons leven hier op aarde werd getekend als een voorbereidingsfase op het eeuwige leven met God in de hemel. Dat is in onze tijd heel anders. In de prediking wordt nadruk gelegd op het volgen van Jezus. Een belangrijk thema is integer en getuigend discipelschap. En wel: hier en nu, in onze concrete levenstijd. Het gaat om het leven door de Geest. Met deze beknopte kenschetsing doen we het verleden geen recht en ook de huidige ontwikkelingen in de kerk niet. Het is te generaliserend, het is gechargeerd. Bovendien mogen deze bijbelse accenten niet tegenover elkaar gezet worden. Ze hebben elkaar nodig. Toch voelt ieder wel aan: er is iets gaan schuiven. Het accent valt eerder op Gods liefde dan op Zijn heiligheid. Preken draaien niet om recht en genade, oordeel en vrijspraak, ze dringen aan op toewijding. De eeuwigheid verdwijnt achter de tijd. In de kerk gaat het meer over de al of niet gelovige mens dan over God. Wij moeten de psalmregel opnieuw leren die 18 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 18
zegt: ‘Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven. ’ (Ps. 63:4) Vanuit die overtuiging is dit boek geschreven. Geseculariseerd hart Genoemde verschuiving komt niet voort uit een dieper inzicht in de bijbelse boodschap. Er is iets anders aan de hand. De ons omringende cultuur is ons hart binnen gesijpeld, meer dan we voor waar willen houden. Het is volkomen vanzelfsprekend geworden dat God er niet toe doet. Niemand weet of Hij bestaat. Afgezien daarvan: Hij is niet relevant. ‘De heeredoet geen goed en Hij doet geen kwaad. ’ (Zef. 1:12) Het postmodernisme biedt wel wat speelruimte aan mensen die geloven in wat niet zichtbaar of meetbaar is. In zoverre is er tolerantie. Maar God mag geen aanspraak maken op waarheid, niet in ons hart, en zeker niet in het publieke domein. Hij krijgt niet het alleen- recht. Dan blokkeren we. Wij leven in Disneyland en daar mag God niet aankomen. In de afgelopen jaren heeft dr. Herman Paul als bijzonder hoog- leraar ‘Secularisatie Studies’ indringende vragen voorgelegd aan christenen in Nederland. Hij verbindt grondgedachten uit het werk van de kerkvader Augustinus (354-430) aan de huidige ontwikkelingen in onze samenleving. Er heerst een sterke oriën- tatie op het hier en nu. De eeuwigheid is buiten beeld geraakt. Dat heet secularisatie. Deze secularisatie is volgens Paul niet een onafwendbaar proces dat als een lawine over ons heen raast. Het is eerder een sluipmoordenaar, waarvoor wij ons hart heb- ben opengezet. Wij zijn eraan gewend geraakt dat elke behoefte onmiddellijk wordt ingevuld. En nu denken we dat dat in de kerk ook zo moet zijn. Het beeld van God dat daarbij past, is dat van een Vader Die ons bedient op onze wenken, Die ons on- middellijk verlost van pijn, ziekte en narigheid en begrip heeft voor onze beperkingen. Er is geen geduld met God. We bedenken 19 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:46 Pagina 19
niet voldoende dat we leven in ‘adventstijd’. Herman Paul ge- bruikt dat woord niet voor de vier weken voorafgaand aan het Kerstfeest. Hij bedoelt ermee: het geloof heeft de focus op de komende Christus. Ons leven met God voltrekt zich wel hier en nu, maar altijd in het perspectief van de toekomst. Wanneer die hoop wegvalt, is er sprake van secularisatie in je hart. Je leeft alsof er nooit een eind aan kan komen. Je vergeet de weder- komst van Christus. Die raakt buiten beeld. Je bidt er ook niet om. Zo raak je God kwijt. Secularisatie is ‘adventsvergetelheid’. Wij zijn eraan gewend geraakt dat ons leven een project is. Je bent zelf verantwoordelijk voor de realisering van je ‘zelf ’, van je eigen geluk. Als die gedachte zich nestelt in onze geloofsbe- leving, leidt dat tot een beeld van een God Die ons moet helpen bij onze zelfontplooiing. In de kerkdienst moet iets te beleven zijn. Het geloof in God wordt voorgesteld als een avontuur, een event. Jezus volgen wordt geframed als een uitdagende sensa- tie, een investering in jezelf. Ongemerkt zijn de rollen omgekeerd: geloven in God betekent niet dat ik Hem dien, maar dat Hij mij dient. Ik bid niet dat ik leer achter Hem aan te komen op de weg die Hij met mij gaat, maar ik bid dat Hij Zijn zegen verbindt aan de weg die ik kies. God is niet het doel, maar een middel. Je hebt Hem binnen de cirkel van je eigen bestaan getrokken. Je bent innerlijk gesecu- lariseerd, ook al zit je elke zondag in de kerk. Kiezen voor ontsecularisering Ons burgerschap is in de hemel. Dat is een diepzinnige gedach- te. Maar je kunt je afvragen of die notie werkelijk ons leven stempelt, onze keuzes bepaalt, onze gesprekken typeert en onze preken doorademt. De vraag van Herman Paul is: is Christus voor ons werkelijk zozeer realiteit dat we ons leven erop inrich- ten dat Hij komt? Zijn de verlangens van ons hart afgestemd 20 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:47 Pagina 20
op werelds comfort of op God? Wereldse verlangens worden gevoed door talloze prikkels. We ondergaan dagelijks een bom- bardement aan reclameboodschappen. Verlangen naar God wordt gevoed door gebed, het overdenken van de Bijbel en de gehoorzaamheid aan Christus. Secularisatie is niet een onont- wijkbaar proces. Het is het gevolg van onze keuzes. Wij kiezen ervoor ons hart vol te laten lopen met wat deze wereld heeft te bieden. Dat betekent tegelijk: je kunt andere keuzes maken. Je kunt je oor te luisteren leggen bij Christus en Zijn Woord. Je kunt bidden om de Heilige Geest. Je kunt Hem vragen om ons Christus op het hart te binden. Je kunt in stilte bidden dat er verlangen in je hart groeit om Gods wet te doen. Als je dat niet doet, ontloop je de strijd tussen vlees en Geest, en lever je jezelf gewillig uit aan de geest van deze eeuw. Je kunt ervoor kiezen te ontseculariseren. Die keuze moet elke dag opnieuw worden gemaakt. Dat betekent niet minder dan elke dag bekering. Heilige doop Wat Herman Paul naar voren brengt, staat op ons voorhoofd. De doop tekent ons. De identiteit van een christen is dat hij van Christus is. Dat is de zeggingskracht van de doop. De doop bete- kent en verzegelt ons de reiniging van de zonden door Jezus Christus. Wij zijn met Hem begraven en met Hem opgestaan in een nieuw leven (Rom. 6:4). Dat nieuwe leven is het eeuwige leven. Het is: God kennen (Joh. 17:3). Dat alleen kan ons hart ver- zadigen. Dat alleen kan ons hemelse vreugde brengen. Dat alleen kan ons kracht geven voor dagelijkse bekering. De doop roept en verplicht ons tot een nieuwe gehoorzaamheid, die hierin bestaat dat we God vertrouwen en liefhebben met heel ons hart en al onze krachten. Als wij onze doop vergeten, verge- ten we Christus. Dan vergeten wij ook Zijn toekomst. Dan raken we tevreden met wat deze wereld ons voorschotelt. Dan gaan 21 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:47 Pagina 21
onze gesprekken alleen nog maar over ons (betaalde!) werk, onze carrière en onze vakanties. Dan is onze interesse vooral gericht op een goed draaiende economie. Bij de doopbediening is voor ons gebeden dat wij gedurende onze levenstijd ons kruis vrolijk dragen, daarna getroost zullen sterven, om vervolgens zonder schrik te verschijnen voor de rechterstoel van Christus. De doop trekt ons naar Christus in de hemel. De doop roept ons om te wandelen met God. De doop bestempelt ons zodoende als vreemdelingen op de aarde. Uitgeleide Romeinen 6 zegt dat we krachtens onze doop geroepen zijn in een nieuwe stand van zaken. Die nieuwe realiteit is: in Christus zijn we voorbij de zonde en de dood. Vanuit de hemel verleent Hij ons het burgerschap van Zijn Koninkrijk. Door het geloof zijn we kinderen van God. Vanwege de oude macht van de zonde botst deze nieuwe stand van zaken voortdurend met onze ervaring. Wij geloven in hoop. We voeren dagelijks strijd tegen de zonde en de duivel. Deze strijd is oefening in ontsecularisering. Gespreksvragen 1. Herken je wat dr. Paul zegt over adventsvergetelheid? 2. Hoe zouden we kunnen ontseculariseren? Heb je daar con- crete ideeën bij? 3. Wat zeggen jou de woorden van Jezus in Johannes 15:11? 4. Welke betekenis speelt de doop in je geloofsleven? 22 Binnenwerk Hoop en heiliging_Binnenwerk Hulde aan de. . . 10-12-20 13:47 Pagina 22