Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.Pine Hill, Indiana M A R T Y K R I E GE R H I R SC H L E R Marty volgde haar man naar de voordeur, waarbij ze genoeg afstand bewaarde om haar knie niet te stoten tegen de enorme koffer die hij in haar handen en wachtte, hopend dat hij zijn brede hand van de houten deurpost zou halen en zijn koffer terug naar de slaapkamer zou brengen. Zijn borst ging op en neer in een diepe zucht. Zijn hand lag nog steeds tegen de deurpost toen hij zijn hoofd omdraaide en haar vermoeid aankeek. Weet je? Het zou een stuk gemakkelijker voor me zijn als je eens zou proberen het te begrijpen. Gemakkelijker voor hem? Waarom zou hij het niet gemakkelijker hoeven maken voor haar? De hoop werd weggesleept door een golf frustratie. Ze liet de stof van haar rok uit haar handen vallen en stak haar kin in de lucht. Ik begrijp het heus wel. Dat is juist het probleem. Jij bent liever bij me vandaan dan gewoon bij me. Nu maakte hij zich los van de deurpost en liet een hand over zijn gezicht glijden. Langzaam. Zijn gebruinde huid werd omlaag getrokken. Zelfs nadat hij zijn hand had weggehaald, bleven zijn lippen omlaag wijzen. Dat is niet waar. Ik ga weg omdat ik de kost moet verdienen. Je kunt ook je zakentelefoon en computer gebruiken om het werk uit te besteden. Je hebt een betrouwbaar team voor je aan het werk. Die mannen zouden net zo hard hun best doen zonder jouw toezicht. Je hoeft niet naar elke bouwplaats te gaan om elk project te overzien, dat is jouw eigen keuze. Haar stem trilde toen ze probeerde haar emoties onder controle te houden. Eigenlijk wilde ze zo hard ze kon schreeuwen, maar goede mennonitische vrouwen verhieven hun stem niet tegen hun echtgenoot. Ze had op veel andere vlakken gefaald, dus was zich beheersen wel het minste wat ze kon doen. Ze sloeg haar handen voor haar middel tegen elkaar en drukte ze hard tegen haar pijnlijke maag. Als je dan echt moet gaan, neem me dan mee. Hij kreunde. Daar hebben we het al eens over gehad. Eens? Nee, we hebben het er al talloze keren over gehad. Een bouwterrein is geen plaats voor
Ik wil niet met je meegaan naar het werk. Ik kan in het hotel blijven. Of de omgeving verkennen. Dan zouden we in elk geval s avonds samen kunnen zijn. Wat vond ze die lange, eenzame dagen zonder hem toch vreselijk. Maar aan de andere kant was het ook weleens eenzaam als hij wel thuis was. Anthony haalde diep adem, zo diep dat de knopen op zijn katoenen werkoverhemd eraf leken te springen. Zesendertig jaar oud en breder en gespierder dan toen hij twintig was. Maar zij was niet veranderd, ze was nog steeds zo slank als op de dag dat ze elkaar trouw beloofden. Wat was ze jaloers op die vrouwen met breder wordende heupen, bolle buiken en hangende borsten. Zijn schouders leken smaller te worden toen hij de lucht uit zijn longen blies. Hij zette de koffer met een bons op de grond en legde zijn brede handen op haar schouders. Martha
Hij noemde haar alleen maar Martha als zijn geduld op was. Hij had haar de afgelopen twee jaar vaker Martha genoemd dan ze ooit zou kunnen tellen. Noblesville is veel groter dan Pine Hill, dat is waar, maar er is niet genoeg omgeving te verkennen om je een hele week bezig te houden. Dan kan ik
En voordat je zegt dat je in het hotel kunt blijven en een boek kunt lezen: ik heb al nee gezegd. Zijn blauwe ogen, gewoonlijk de kleur van een wolkeloze zomerhemel, werden donker, alsof er onder het oppervlak een storm woedde. Ik moet me concentreren op het werk, op de materialen, op de arbeiders. Natuurlijk kan ik mijn mannen wel vertrouwen, maar niet al mijn leveranciers zijn eerlijk. Als ik er niet ben om zaken te inspecteren, zullen ze me misschien wel kromme planken of verdunde verf leveren omdat ze denken dat ze een simpele mennonitische man wel voor de gek kunnen houden. Daarom ga ik naar de bouwplaatsen. Zodat mijn reputatie niet kapotgaat omdat iemand anders zijn best niet heeft gedaan. De reden waarom je weggaat, maakt me niet minder eenzaam. Hij wreef met zijn handen op en neer over haar korte mouwen en de ferme aanraking liet haar lichaam huiveren. Zorg dan dat je niet alleen bent. Nodig eens wat van je vriendinnen uit voor een kop koffie en een stukje taart. Rijd eens naar Lafayette om in het winkelcentrum rond te snuffelen. Ze haalde haar schouders op. Ik weet het niet
Nou, dan ga je op visite bij Dawna. Je bent nog nauwelijks op de boerderij geweest sinds de geboorte van haar jongste kind. Ze zal je hulp met de andere kinderen wel waarderen, zeker nu het vakantie is en ze haar alle vier voor de voeten lopen. Hij had haar niet meer pijn kunnen doen als hij een mes in haar borst gestoken had. Het feit dat hij zoiets voorstelde, betekende dat hij haar niet kende. Niet in het diepste van haar hart, waar ze zijn begrip zo hard nodig had. Ze sloeg haar armen om zichzelf heen en vocht tegen de tranen. Ik
Ik kan het niet. Zijn uitdrukking verstarde en hij hield zijn handen stil op haar bovenarmen. Blijf dan maar hier eenzaam zitten wezen. Ik weet echt niet wat ik nog tegen je moet zeggen. Maar ik moet gaan. Hij boog zijn hoofd en tuitte zijn lippen. Zij draaide echter haar hoofd wat om zodat de kus op haar wang terechtkwam in plaats van op haar mond. Hij snoof zacht toen hij haar losliet en zijn koffer pakte. Ik bel wel als ik in het hotel ben. Dag, Marty. Nu noemde hij haar tenminste Marty. Ze liep tot aan de rand van de veranda met hem mee en bleef toen stilstaan, met haar blote tenen over de rand van de grijs geverfde planken en haar armen losjes om een steunbalk heen. Hij gooide zijn koffer met een vloeiende zwaai in de bak van zijn pick-uptruck en opende het portier. Even bleef hij met gebogen hoofd staan alsof hij over iets belangrijks nadacht en diep in Martys hart sprong een klein vonkje hoop op. Zou hij zich bedenken over zijn beslissing om haar achter te laten? Zou hij haar toch meenemen? Zonder ook maar een blik in haar richting kwam hij weer in beweging, klom achter het stuur en trok het portier met een ferme ruk dicht. Even later klonk het grommen van de motor. De vonk doofde als een kaarsje op een verjaardagstaart, dat werd uitgeblazen. Toen hij van hun met grind bedekte oprit de zandweg opreed, renden de kinderen uit de buurt over het gras van hun tuin achter de wagen aan, terwijl ze schopten naar de stofwolkjes die de rubberen banden van de pick-uptruck lieten opwaaien. Hun gelach was als zout in de open wonden van Martys hart en ze ging snel terug naar binnen. Ook daar hoorde ze echter de kinderstemmen door de hordeur, dus sloot ze de stevige binnendeur ook. Het werd stil. De stilte was zo diep dat hij haar leek op te slokken. Hoewel het aangenaam warm was in de kamer, verscheen er kippenvel op haar armen. Langzaam ging haar blik door de nette woonkamer tot hij werd gevangen door een brede band zonlicht die door de glazen ramen viel. De straal schitterde door de honderden stofdeeltjes als een regen van diamantjes en liet de roze rozen op het vloerkleed gloeien als robijnen. Zo fel. Zo prachtig. Een glimlach kriebelde rond haar mondhoeken. Terwijl ze geïntrigeerd stond te kijken, begon de straal echter te krimpen. Eerst werd hij korter, toen smaller. Smaller en smaller, tot hij verdween. Ze snelde naar het raam en tuurde naar buiten. Een grote wolk was voor de zon gedreven. De zon straalde achter de wolk nog steeds, maar de stralen konden er niet meer doorheen komen. Een gevoel van verlies greep Marty aan en ze knipperde snel tegen de prikkende tranen. Er zullen dagen in het leven zijn waarop de Z O N achter een wolk schijnt, maar er is geen wolk groot genoeg om het licht van de Z O O N te blokkeren. Zorg dus dat je altijd in het Zoonlicht loopt, Martha Grace. Begrepen? De stem van overgrootmoeder Loïs fluisterde tegen haar uit het verleden en in Martys herinneringen hoorde ze haar eigen kinderstem antwoorden. Ik zal altijd in het Zoonlicht lopen. Dat beloof ik. Met een zucht draaide Marty zich weg van het raam en ze liep naar het aanrecht. Wat had ze genoten van elke dag in de zomers op de boerderij van opa en oma Krieger in Pennsylvania, waar ook Loïs, de moeder van opa, woonde. Hoeveel ze ook van haar grootouders hield, ze had het grootste deel van de tijd doorgebracht met haar overgrootmoeder met haar vriendelijke gezicht en haar zangerige stem, een vrouw die niet langer was dan de metalen tomatenkooien die opa voor de tuin had gemaakt. Ze had Marty geleerd sjaals te breien, bloemen op kussenslopen te borduren en vierkantjes stof aan elkaar te naaien tot kleine lappendekens, en ondertussen had ze van s morgens vroeg tot s avonds laat gepraat over Degene van Wie ze het meeste hield: de God Die ze zo trouw diende. Het schuldgevoel woog zwaar. Marty was haar belofte aan overgrootmoeder Loïs niet nagekomen. Maar dat was niet helemaal haar eigen schuld. Het Zoonlicht was al lang geleden gedoofd. Zo leek het in elk geval. Ze gooide het koud geworden water weg en vulde de afwasteil opnieuw. Terwijl ze de ontbijtborden in het stomende sop liet zakken, keek ze door het kleine raam boven het aanrecht naar de achtertuin. Anthonys garage met werkplaats eraan vast nam meer dan de helft van de tuin in, waardoor er alleen een smalle strook gras aan de andere kant overbleef. Een honderdjarige eik stond midden in het overblijfsel van de tuin op wacht en zijn takken overschaduwden het grootste deel van het rechthoekige stuk gras. Alleen de uiteinden baadden nog in de zon. Anthony had de eik willen omhakken om zijn werkplaats midden in de tuin te kunnen bouwen, maar ze had hem gevraagd de boom te laten staan. Daarbij had ze hem gewezen op de dikke tak die gewoon vroeg om een schommel. Natuurlijk had ze toen gedacht aan een kinderschommel, gemaakt van een oude autoband, maar ze was toch gaan genieten van de houten schommelbank die Anthony bijna twee jaar geleden voor haar vierendertigste verjaardag had gemaakt. Ze had hem met gemaakt enthousiasme bedankt voor zijn geschenk, beseffend dat hij het goed bedoelde, maar vanbinnen rouwde ze nog steeds om de stille boodschap die het afgaf. Hij had niet verwacht ooit een kinderschommel te hoeven maken. Ze schudde zichzelf wakker en richtte haar aandacht op de vaat. Haar dagelijkse klusjes moesten nog van de lijst afgevinkt worden. Tegen twaalf uur zouden die klaar zijn. Daarna zou ze naar het naaikamertje in de kelder gaan om te werken aan een kleine lappendeken voor haar jongste nichtje, die ze al weken geleden af had moeten hebben. In de kelder was het koeler en het zoemen van de naaimachine zou de anders doodse stilte in haar te lege huis breken. Kansas City, Kansas B R OO K E S P A L D I N G Brooke zette haar naam in zwierige letters onder aan de cheque. Toen legde ze haar met goud ingelegde pen opzij, trok de cheque met een voldoenend trrrrrr-geluid van het blokje en hield hem bij de punten vast. Ze bewonderde de cheque die ze met gestrekte armen van zich afhield, negeerde het branden van het zuur achter in haar keel en richtte haar aandacht op de zes mannen die om de lange tafel in de vergaderruimte van de bank zaten. Zo. Ronald Blackburn de grijsharige, dikbuikige bankier met onderkin aan haar rechterhand stak zijn hand uit naar de cheque. Zijn zachte, roze handpalm en korte, mollige vingers zonder eelt waren het bewijs van een leven lang achter een bureau werken. Hij likte aan zijn lippen als een vos die op het punt stond een kippetje te verorberen. Maar Brooke was geen kippetje. Met een nonchalante zwaai bood ze de man links van haar de cheque aan. Het was een bescheiden oudere heer zonder de schittering van hebzucht die te zien was in alle andere ogen rondom de tafel. Ze kende die schittering maar al te goed. Die had ze zelfs in haar eigen spiegelbeeld gezien. Alstublieft, meneer Miller. Zoals ze dan altijd zeggen: Het was aangenaam om zaken met u te doen. De man pakte de cheque voorzichtig aan, alsof hij bang was dat hij in stukken zou breken. Zijn blik was gefixeerd op het bedrag dat met zwarte inkt in haar keurige handschrift op het papier geschreven stond. Ze onderdrukte een grinnik. Ze had al tientallen zakenmannen zien staren naar haar handgeschreven zakelijke cheques. Waarom zou je de computer het laten printen als je zelf leesbaar kon schrijven? Elk van haar aankopen werd bevestigd met een persoonlijk geschreven cheque wat de mensen van de vastgoedwereld haar handelsmerk zouden noemen. Dat en haar fuchsiakleurige pakken, altijd met een rok in plaats van een broek. Waarschijnlijk was het echter het bedrag dat Harvey Millers aandacht had getrokken. Ze leunde wat naar hem toe. Klopt het? Met een ruk draaide hij zijn hoofd om. Zijn mond ging een paar keer open en dicht als die van een goudvis, en toen knikte hij. Ja, mevrouw Spalding. Ik weet zeker dat het klopt. Zijn dikke wenkbrauwen gingen omhoog en toen klonk er een gegrinnik van achter uit zijn keel. Ik had nooit kunnen denken dat het lapje grond dat mijn vader me heeft nagelaten zoveel kon opbrengen. Meneer Blackburn schraapte zijn keel. Natuurlijk moet u niet ver-geten dat er nog kosten betaald moeten worden, zoals behandelingskosten, overdrachtskosten, taxatie
12 Brooke stak een hand op en tot haar tevredenheid stopte de man abrupt met praten. Meneer Blackburn, ziet Harvey Miller er volgens u uit als het soort persoon dat deze mannen
ze gebaarde met haar arm naar de andere mannen in hun dure Armanipakken
zou bedriegen? Zou hij hun de afgesproken betaling voor hun bijdrage aan de totstandkoming van deze overeenkomst onthouden? De bankier ging weer achterover in zijn stoel zitten en protesteerde: Het was niet mijn bedoeling om
Alle toeslagen, commissies en kosten staan beschreven in het contract dat meneer Miller heeft ondertekend. Ze sprak op ferme toon, maar de vermoeidheid was bijna overweldigend. Meestal was ze bij het afronden van een zakenovereenkomst te opgewonden om stil te zitten. Waar kwam deze vermoeidheid toch vandaan? En wanneer zou dat brandend maagzuur nu eindelijk ophouden? Ze had twee maagzuurremmers ingenomen voordat de vergadering was begonnen. Ze vouwde haar handen op het gepolijste tafelblad en dwong zichzelf verder te gaan. Iedereen krijgt wat hem toekomt. Laat deze man nu even een paar minuten genieten van de vruchten van zijn inspanningen. Blackburn perste zijn lippen op elkaar. Zijn grijsgroene ogen schitterden van irritatie, maar hij stopte met sputteren. Brooke schoof haar luxe stoel achteruit en stond op. Alle mannen rond de tafel volgden haar voorbeeld, Blackburn als laatste. Ze schoof de dikke map met meneer Millers exemplaar van de uitgebreide overeenkomst naar het midden van de tafel en pakte toen haar attachékoffer die ze tegen een tafelpoot had gezet. Met het leren koffertje in haar hand liep ze om de tafel heen, terwijl ze elke man de hand schudde en hier en daar complimenten gaf voor iemands rol in de grootste transactie uit haar carrière. Als laatste kwam ze bij meneer Miller, en ze hield de hand van de zachtmoedige heer even vast in plaats van een snelle handdruk te geven. Meneer Miller, het was werkelijk aangenaam u te ontmoeten. Ik geloof niet dat deze buitenkans, zoals u het herhaaldelijk hebt genoemd, een aangenamer persoon had kunnen overkomen. De man knikte en grinnikte. Dank u wel, mevrouw Spalding. Mag ik u een advies geven voordat u een collegefonds opricht voor uw karrenvracht
ze vond het prachtig dat hij het zo zelf genoemd had
aan kleinkinderen? Wat zou dat zijn? Ze kneep even in zijn hand. Ga met uw vrouw een cruise maken. Na vijfenveertig jaar huwelijk heeft ze dat toch wel verdiend? Hij grinnikte opnieuw. Dubbel en dwars. Brooke glimlachte en trok haar hand voorzichtig terug. Ik raad een riviercruise aan over de Rijn in Duitsland. Zijn wenkbrauwen schoten omhoog. Dat kunt u zich wel veroorloven. Zijn blik ging naar de cheque. Toen kromden zijn lippen zich in een glimlach. Er schitterden tranen in zijn ogen. Daarna keek hij haar weer vol in haar ogen. Dank u wel, mevrouw Spalding. We zullen er eens naar kijken. Mooi. Brooke draaide zich om zodat ze de gezichten rond de tafel nog eens kon zien. Heren, ik laat u nu alleen om de rest van uw zaken te regelen. Ze draaide zich weer naar de deur en Blackburn nam haar stoel aan het hoofd van de tafel in. Ja, laten we dit afronden. Harvey, ik
Ze sloot de deur voordat ze de bankier zijn zin had horen afmaken. Toen stak ze haar hand in het kleine vakje voor op haar koffertje en haalde er een verkreukeld plasticje uit met daarin de laatste maagzuurremmer. Ze stak het witte tabletje in haar mond, propte het plastic weer in haar koffertje en liep in de richting van de lobby. Een paar seconden bleven haar schouders omlaag hangen door de doffe pijn in haar onderrug die haar maar bleef teisteren. Kauwend op het kalkachtige pilletje stompte ze met haar vuisten tegen de pijnlijke plek en dwong ze haar voeten haar over de marmeren tegels naar de voordeur van de bank te brengen. De drang om deze dag af te sluiten, joeg haar op. Als ze niet beter had geweten, zou ze denken dat ze een dagje ouder werd. De afgelopen paar weken voelde ze zich in elk geval eerder zesentachtig dan zesendertig. Ze duwde tegen de draaideur en stapte uit het koele gebouw met airco de vochtige hitte van buiten in. Met haar ene hand maakte ze de knopen van haar colbert los terwijl ze naar haar wachtende Lexus liep. Ze schuifelde met haar voeten in plaats van haar gewone, vlotte stapjes. Geïrriteerd om zichzelf snoof ze. Wat was het vermoeiend om altijd zo moe te zijn. Misschien moest ze eens een afspraak met een arts maken. Ze rolde met haar ogen. Als ze daar ooit tijd voor zou hebben. Brooke tikte een code in op het paneel op het portier van haar auto en het slot klikte open. Ze liet zich op de bestuurdersstoel zakken en trok een pijnlijke grimas toen haar lichaam in contact kwam met het door de zon verhitte crèmekleurige leer en zwaaide toen haar benen onder het stuur. Weer ging er een pijnscheut door haar onderrug. Even bleef ze stil zitten kreunen tot de scherpe steken overgingen in het overbekende doffe kloppen. Met een zucht van verlichting gooide ze haar attachékoffer op de passagiersstoel en startte de motor. Ze zette de airco op de hoogste stand, maakte haar veiligheidsgordel vast en draaide haar hoofd om over haar schouder te kijken. Weer een pijnscheut. Ze sloeg met beide handen op het stuur. Genoeg was genoeg. Tijd of geen tijd, ze zou een afspraak maken met de chiropractor. Blijkbaar was er tijdens al die uren dat ze over een bureau gebogen zat iets verkeerd geschoten. Maar de afspraak zou nog wel een paar dagen moeten wachten. Ze had nog werk te doen. Nu het land officieel van haar was, moest ze de aansluitingen voor water en elektriciteit regelen in het verlaten gebouw, een stevig hek laten plaatsen om vandalen buiten te houden en een betrouwbare aannemer in de arm nemen. Ze wist wel wie ze nodig had om de verbouwing te leiden. Als ze een sappig genoeg lokaas gebruikte, kon ze hem vast wel uit Indiana naar het noordoosten van Kansas lokken. Ze had al een flinke cheque uitgeschreven. Als ze thuiskwam, zou ze haar keurige handschrift gebruiken voor een brief.