5 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 6 2. Van de schepping tot Abrahams vertrek uit Babel 23 3. De zonen van Abraham 51 4. Gods Liefde en Zijn verbonden met Israël 78 5. Kerk en Koninkrijk 106 6. Het Koninkrijk en de verbonden 138 7. Jeruzalem 161 8. Israël: het land, het volk en de zegen 187 Conclusie: Koninkrijk en verbonden horen bij elkaar 214
6 1 INLEIDING We zien het wonder al jaren voor onze ogen gebeuren – de te - rugkeer van het Joodse volk van over heel de wereld naar het Be - loofde Land Israël. Wij zijn de generatie die mag zien dat bijbelse profetieën voor onze ogen in vervulling gaan. Vele profetieën in het Oude Testament spreken hierover. Om er slechts een te cite - ren, waar God tot Israël spreekt: Vrees niet, want Ik ben met u; Ik doe uw nakroost van het oosten komen en vergader u van het westen. Ik zeg tot het noorden: Geef, en tot het zuiden: Houd niet terug, breng mijn zonen van verre en mijn dochters van het einde der aarde, ie - der die naar mijn naam genoemd is, en die Ik geschapen heb tot mijn eer, die Ik geformeerd heb, die Ik ook gemaakt heb. Doet het volk uitgaan, dat blind is, al heeft het ook ogen, en dat doof is, al heeft het ook oren. (Jes. 43:5-8) God houdt van Israël zoals een vader van zijn zoon houdt. En Is - raël is Gods eerstgeboren zoon. De profeet Hosea beschrijft Gods gevoelens over zijn kind Israël zoals die normaal zijn in een va - der-zoonrelatie. Die kunnen uiteenlopen van diepgevoelde liefde tot verterende woede. Ondanks het herhaalde betoon van Gods liefde voor zijn zoon Israël koos zijn volk vaak voor verkeerde we - gen. Ze moesten daar toen de gevolgen van dragen, en moeten dat vandaag nog steeds. Het is onze eigen ervaring in het opvoeden van kinderen: we hou - den van ze, maar soms laten ze ons bloed koken! Op zo’n moment zegt de boze vader soms dat het kind nu maar eens de gevolgen onder ogen moet zien. Iedereen die kinderen heeft zal dit on - getwijfeld herkennen! Maar je zult je kinderen nooit verwerpen, want het zijn en blijven je kinderen. Dit is een ontroerend beeld van Gods relatie met Israël. God houdt erg veel van zijn zoon,
7 maar soms is het nodig om harde woorden te spreken of zelfs straf uit te delen. Maar God heeft Israël nooit verworpen. Israël is Gods oogappel. Op een dag zullen de volkeren door God geoordeeld worden om hun ongelooflijk wrede daden tegen Israël. God was soms boos op zijn volk, maar dat rechtvaardigt nooit de wreed - heid van de volkeren tegen hen. De basis voor Gods relatie met Israël is liefde. Hij heeft Israël ge - kozen om de andere volken van de wereld door Israël te zegenen, en zo zichzelf aan de wereld te openbaren. Neemt dan al mijn inzettingen en al mijn verordeningen nauw - gezet in acht, opdat het land, waarheen Ik u breng om daarin te wonen, u niet uitspuwe. Wandelt niet naar de inzettingen van het volk, dat Ik voor u uit verdrijf: want al deze dingen hebben zij gedaan, zodat Ik een afschuw van hen gekregen heb. Maar tot u zeide Ik: gij zult hun land in bezit nemen en Ik zal het u geven om het te bezitten, een land vloeiende van melk en honig; Ik ben de Here, uw God, die u van de andere volken heb afgezonderd. Weest Mij heilig, want heilig ben Ik, de Here, en Ik heb u afgezonderd van de volken, opdat gij Mij zoudt toebehoren. (Lev. 20:22-26) Israël is Gods eerstgeboren zoon; Jezus is Gods eniggeboren Zoon. De analogieën tussen het leven en het lijden van Jezus en van Isra - el zijn frappant en talrijk. Hoewel er theologen zijn die stellen dat al de profetieën van de Bijbel in Jezus zijn vervuld, is het duide - lijk dat vele profetieën over Israël nog een toekomstige vervulling wacht. God houdt zijn beloften, en vandaag doet Hij zijn eerstge - boren zoon terugkeren naar het Beloofde Land. Het volgende punt op zijn agenda is dat Hij Israëls zonde zal wegdoen en zijn volk zal reinigen. Hij zal hun blindheid en doofheid wegdoen en hun een nieuw hart en een nieuwe geest geven. God doet dit alles niet in de eerste plaats vanwege Israël zelf, maar omdat Hij trouw is aan Zichzelf en aan de beloften die Hij aan Israël geschonken heeft. Het Beloofde Land is zijn land, en Hij heeft het aan Israël gegeven.
9 geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden. Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken, want de Here zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt. (Ex. 20:4-7) Hoewel beelden van steen, hout en goud ontoelaatbaar zijn, kun - nen we ook ‘denk-beelden’ van Hem maken door theologische begrippen en dogmatische systemen. Die kunnen zelfs gebruik maken van logisch aan elkaar geknoopte bijbelteksten om ons concept van God op te bouwen. Dan beginnen we dat te ‘dienen’ en te verdedigen tegen elke aanval, omdat we geloven dat het de ‘bijbelse waarheid’ is. Maar als dat theologische godsbegrip geen liefde voor Israël en het Joodse volk behelst, dan kunnen we er zeker van zijn dat zo’n idee niet van God is, want God heeft Israël lief. Als christenen moeten we niet proberen om God aan te passen aan onze theologische beelden van Hem. In plaats daarvan zou - den we onze gezichtspunten met betrekking tot Israël moeten corrigeren, en naar het Joodse volk kijken op de manier zoals God naar hen kijkt. We moeten leren om door Gods ogen te kijken. En je kunt alleen door Gods ogen kijken als je door de ‘bril’ van het eeuwige woord van God, de Bijbel, kijkt. De band tussen God, Israël en het Joodse volk is eeuwig. Hij is er nooit mee opgehou - den de Joden lief te hebben en Hij zal altijd trouw blijven aan zijn woord. God zal al zijn beloften aan Israël vervullen. Op dezelfde manier zal Hij al de beloften vervullen die Hij aan de kerk heeft gedaan. Maar we moeten niet proberen om een soort onheilige mix van die twee te maken, zoals in de geschiedenis van de kerk zo vaak gedaan is door theologen. Israël is Israël, en de kerk is de kerk. De kerk verkoren in plaats van Israël? Eeuwenlang heeft het grootste deel van de kerk deze bijbelse waarheid ontkend. De kerk begon Israël en het Joodse volk te ha - ten. De vervangingstheologie gaf de toon aan in het christendom.
10 Wat is vervangingstheologie? De theorie van de vervangingstheo - logie is als volgt. Theologen in de kerk hebben gezegd: eens wa - ren de Joden het door God uitverkoren volk. Maar toen zij ‘nee’ zeiden tegen Jezus, zei God ‘nee’ tegen de Joden. Zijn toorn en zijn oordeel kwamen over hen. Hij dreef ze uit hun Beloofde Land, Israël, en verstrooide ze over de hele aardbol. De eeuwen door hadden zij veel te lijden – vooral in de landen van het christendom – en je kunt medelijden hebben met deze arme mensen, maar laten we wel wezen, hebben ze er niet om gevraagd? Schreeuw - den ze niet tegen Pontius Pilatus: ‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen’? (Matt. 27:25) Dus dit is een waarschuwing voor ons tegen wat er zal gebeuren met mensen die ‘nee’ tegen de Here zeggen en ‘nee’ tegen zijn Gezalfde! Het gevolg was dat in de afgelopen tweeduizend jaar de kerk vaak zwijgend toekeek als de Joden vervolgd werden, of zelfs actief meewerkte aan deze vervolgingen. En de theologen van de kerk zeiden dat zij, de kerk, ‘ja’ hebben gezegd tegen Jezus, en dus zijn zij nu het nieuwe uitverkoren volk van God, het nieuwe Israël. Christenen zijn dus het geestelijke Israël, en de kerk heeft de Joden vervangen als het uitverkoren volk van God. Welnu, als je zoiets zegt, dan maak je God tot een leugenaar. Je maakt God tot iemand die een eed kan breken door te zeggen: ‘Ik geef altijddurende beloften aan Israël’, maar dan halverwege van gedachten verandert. God sloot verbonden met Israël, die allemaal bedekt zijn met een eed, en allemaal onvoorwaardelijk en eeuwig zijn. Als God zijn beloften aan Israël niet houdt, hoe kunnen wij dan nog zeker we - ten dat Hij zijn beloften aan ons zal houden? Vervangingstheolo - gie is een zonde tegenover God met ongelooflijke gevolgen in de geschiedenis van het christendom. Als gevolg daarvan zijn in de afgelopen tweeduizend jaar rivieren Joods bloed vergoten in de christelijke landen. Een land – een volk – een zegen De Here nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maag - schap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal;
12 Hij Abraham instructies geven over de ‘ware godsdienst’? Zal Hij Abraham daar in ‘Babel’, in de stad Ur der Chaldeeën (Babyloni - ers), tussen de heidense goden leren hoe hij de almachtige en eeuwige God moet dienen? Als dat het geval was geweest, dan was er voor Abraham geen reden geweest om weg te gaan. Abra - ham had gemakkelijk in Ur kunnen blijven om daar de ware gods - dienst te stichten en onder zijn stadgenoten in zijn Babylonische cultuur te verbreiden. Maar vrijwel de eerste woorden van de Here gaan over land! ‘Verlaat je land (Babel) en ga naar een ander land, dat Ik je zal laten zien.’ Voor zover ik weet heeft geen en - kele andere filosoof of godsdienstig leider die een nieuwe religie of een nieuwe levenswijze inaugureerde ooit zijn volgelingen de opdracht gegeven om hun tas te pakken en naar een ander land te verhuizen – zelfs nog voordat hij ze verteld had welke briljante ideeën hij had! Wat is er zo belangrijk aan een stuk land? De aarde is des Heren en alles wat daarin is, volgens Psalm 24:1, 50:12, 89:12, 96:7-13, 98:4-9. Wat maakt zo’n nietig stukje land in het Midden-Oosten zo belangrijk? Nederland is al klein genoeg op de wereldkaart, Israël is zelfs nog kleiner! De eerste woorden die de Eeuwige sprak hebben duidelijk een die - pere betekenis. Vrijwel het eerste woord dat Hij spreekt gaat over land! Verlaat je land en ga naar een ander land. Toen de Almach - tige begon met zijn heilsplan voor de mensheid, de volkeren en de schepping zelf, begon Hij door één man een ander stuk land te wijzen! Waarom? Kennelijk had dit stukje land in het Midden-Oos - ten een unieke rol in Gods heilsplan. Het land en het volk Israël, evenals Jeruzalem, hebben blijkbaar een kenmerkende historische betekenis voor Gods plan van verlossing en redding. Dit omvat de redding en vernieuwing die Hij in verleden, heden en toekomst verwerkelijkt. Alle ideeën van ‘land’, ‘aarde’, fysiek bestaan, het universum en ons lichaam ezijn opgenomen in Goeds heilsplan. Een land en volk dat uiteindelijk een zegen voor de hele wereld zou zijn Bijna tweeduizend jaar lang hadden het land en het volk Israël geen betekenis voor de christelijke kerk. Het christendom sneed
13 de wortel door en stal de vrucht. De kerk kwam op als het nieuwe uitverkoren volk, en noemde zichzelf het nieuwe Israël. In de ogen van de kerk werd de hemel het Beloofde Land, en het aardse Je - ruzalem werd het hemelse Jeruzalem. Het centrum van het chris - tendom was niet Jeruzalem in Israël, maar Rome, Constantinopel, Canterbury, Moskou of Genève, afhankelijk van de desbetreffende kerk. Hoewel sommige heilige plaatsen belangrijk waren, waren het land Israël, de Joden en Jeruzalem voor de kerk van geen en - kele diepere theologische betekenis. De kerk zei: je moet deze aardse dingen ‘geestelijk’ zien. En toch, de Almachtige had over een land, een volk en een zegen gesproken. Hij bedoelde dit serieus en letterlijk, en zo zal het ook zijn. Het land, het volk Israël en de stad Jeruzalem worden nu voor onze eigen ogen hersteld. Het koninkrijk komt, ongeacht wat voor vreselijke eindtijdgebeurtenissen er misschien eerst nog plaats moeten vinden. Zijn heilsplan voor de mensheid en moeder aarde zal werkelijkheid worden, en misschien wel heel snel. Zijn shalom wordt wereldwijd. Wat een heerlijke toekomst verwachten we! God is begonnen om de geschiedenis van deze wereld naar zijn doelen toe te bewegen, de komst van het koninkrijk en de komst van de Koning! Dan zal vanuit Israël en Jeruzalem vrede de aarde vullen, en de volkeren zullen de oorlog niet meer leren. 1948 Toen kwam het jaar 1948, waarin David Ben-Goerion de onafhan - kelijke staat Israël uitriep. Onmiddellijk zag de verbijsterde wereld hoe de Here God, net als in de tijd van het Oude Testament, streed voor zijn volk Israël tegen de overmachtige vijanden. Herhaalde - lijk, in 1948, 1956, 1967 en 1973, probeerden zij Israël te vernie - tigen. En het theologische kaartenhuis dat de kerk eeuwenlang gebouwd had, begon af te brokkelen en stortte uiteindelijk in. Resten van deze theorieën zijn echter zelfs vandaag nog springle - vend en lijken soms zelfs weer opgeld te maken. De kerk wordt nog steeds met allerlei vragen geconfronteerd, zo - als:
14 • Is de terugkeer van Israël naar zijn land een vervulling van bijbelse profetie? • Heeft God misschien nog steeds iets te maken met het Joodse volk, met Israël? • Zijn de verbonden met Abraham, Isaak en Jakob, en met Mo - zes en Jozua, en ook de andere verbonden die Hij met Israël gesloten heeft misschien nog steeds van kracht? • Blijft de Here nog steeds trouw aan deze verbonden? • Waar blijven wij dan, de christelijke kerk? Wat is onze positie bij God? • Is het waar dat Israël voor het merendeel niet in Jezus gelooft? • Hoe kan de Here hen dan nog steeds zegenen? Hoe valt dat te rijmen? • Wat is het verband tussen het oude en het nieuwe verbond en tussen het Oude en het Nieuwe Testament? • Zijn er twee verbonden die tegelijkertijd van kracht blijven? • Zijn er twee volken van God? Dergelijke vragen blijven de kerk en de theologen bezighouden. De terugkeer van het Joodse volk naar het Beloofde Land in de afgelopen honderdvijftig jaar en de stichting van de staat Israël in 1948 hebben in feite een einde gemaakt aan die ‘vervangings - theologie’, zoals het soms wordt genoemd. Het is duidelijk dat God nog steeds zijn eigen relatie heeft met Israël en het Joodse volk, en dat Hij al de verbondsbeloften die Hij aan hen gedaan heeft zal vervullen! Maar waar blijft de kerk dan? De wereldwijde kerk schijnt zich deze dingen niet te realiseren, omdat de vervangingstheologie maar doorsuddert. Hoewel het minder openlijk in de kerk geleerd wordt, is de idee van de vervangingstheologie bijna een essen - tieel element in het bloed van de kerk. Wij zijn het, lijken veel christenen te denken, en ‘zij’ moeten bij ons komen! Terwijl God in zijn genade ons bij de Joden heeft gevoegd door ons op hun nieuwe verbond te enten.
15 Nieuwe bijbelse theologDie Wat de kerk nodig heeft is een nieuwe theologie, een nieuw zelf - verstaan, misschien een soort Jeruzalem Credo, een verklaring, belijdenis, geloofsuitspraak, of hoe je het ook wilt noemen. Dat zou een nieuw zelfverstaan van de kerk betekenen in het licht van Gods eeuwige verbonden en beloften aan Israël aangaande het Beloofde Land, Jeruzalem, en het bijbelse begrip van het ko - ninkrijk. Ik heb het inderdaad op mijn hart om een soort nieuwe ‘theologische verklaring van Barmen’ op te stellen, die ingaat op de positie van Israël in de tijd waarin wij leven. Het zou zoiets kunnen zijn als de Fundamentals van Chicago, of ‘Het Getuigenis’ in Nederland. ‘Barmen’ nam op de vaste grond van Gods Woord stelling tegen alle ideologieën van die tijd. De verklaring van Barmen De Theologische verklaring van Barmen uit 1934 (Die Barmer Theologische Erklärung) was een document dat door christenen in nazi-Duitsland werd aangenomen die tegen de beweging van de ‘Duitse Christenen’ van die tijd gekant waren. Het was het inzicht van de afgevaardigden naar die synode in mei 1934 dat de Duitse Christenen het kerkbestuur hadden gecorrumpeerd door het aan de staat te onderwerpen, en de nazi-ideologie, die haaks staat op het christelijke evangelie, in de Duitse protestantse kerken had - den ingevoerd. De verklaring van Barmen stelt: 1. ‘Wij verwerpen de onderwerping van de kerk aan de staat, en de onderwerping van het woord en de Geest aan de kerk’ (8.22-3). 2. ‘Wij verwerpen de valse leer, als zou de kerk in menselijke aanmatiging het woord en het werk van de Here in dienst kunnen stellen van enige willekeurig gekozen verlangens, doelen, of plannen’ (8.27). Daartegenover spreekt de verkla - ring uit dat de kerk ‘alleen Christus’ eigendom is, en dat zij alleen uit zijn vertroosting en zijn leiding leeft en wil leven in de verwachting van zijn verschijning’ (8.17)e.
16 De verklaring wijst op de onvervreemdbare heerschappij van Jezus Christus door de Geest en op het uitwendige karakter van een ker - kelijke eenheid die ‘alleen van het woord van God in geloof door de heilige Geest kan komen. Alleen zo wordt de kerk vernieuwd’ (8.01). Zij onderwerpt zichzelf expliciet en radicaal aan de heilige Schrift als Gods genadige weoord. Beproeft de geesten of zij uit God zijn! Beproef ook of de woorden van de belijdende synode van de Duitse Evangeli - sche Kerk overeenstemmen met de heilige Schrift en met de belijdenissen van de vaderen. Als u vindt dat wij de Schrift te - genspreken, luister dan niet naar ons! Maar als u vindt dat wij ons op de Schrift funderen, laat dan geen vrees of verleiding u weerhouden om met ons het pad van geloof en gehoorzaam - heid aan het woord van God te betreden, opdat Gods volk een van geest zal zijn op aarde en wij in geloof ervaren wat Hij zelf heeft gezegd: ‘Ik zal u nooit begeven, noch u verlaten.’ ‘Daar - om vrees niet, gij kleine kudde, want het is het welbehagen van uw Vader om u het koninkrijk te geven.’ (8.04) Dietrich Bonhoeffer ‘De geesten onderscheiden’ betekende in die dagen het nazisme ontmaskeren. Iemand als Dietrich Bonhoeffer sprong in de bres voor de Joodse gemeenschap, al kostte het hem uiteindelijk zijn leven. Bonhoeffer (4 februari 1906 - 9 april 1945) was een Duit - se Lutherse predikant, theoloog, anti-nazidissident en een van de oprichters van de Belijdende Kerk. Zijn geschriften over de rol van het christendom in een seculiere wereld hebben veel invloed ge - kregen, en zijn boek Navolging is een moderne klassieker. Behal - ve door zijn theologische werk was Bonhoeffer bekend om zijn stoutmoedige verzet tegen de nazidictatuur. Hij sprak zich luid en duidelijk uit tegen Hitlers euthanasieprogramma en genocidale vervolging van de Joden. In april 1943 werd hij gearresteerd door de Gestapo. Anderhalf jaar zat hij in de gevangenis van Tegel. La - ter werd hij overgebracht naar een concentratiekamp. Nadat hij in verband was gebracht met de samenzwering om Adolf Hitler
17 te vermoorden kreeg hij een kort proces, samen met anderen die van samenzwering beschuldigd waren, waaronder voormalige le - den van de Abwehr (de Duitse militaire inlichtingendienst). Op 9 april 1945, toen het naziregime al op instorten stond, werd hij ge - executeerd door ophanging. Dit was slechts twee weken voordat de geallieerde troepen het kamp bevrijdden, en drie weken voor Hitlers zelfmoord. Vandaag Vandaag heeft de kerk een waarschuwing nodig tegen allerlei soorten antisemitisme, antizionisme en anti-Israëlisme. Er is een document nodig dat aan de paus, de aartsbisschop van Canter - bury, de patriarch van Moskou, de Wereldraad van Kerken en de Assemblies of God aangeboden kan worden als een positieve uit - spraak, die een impliciet weerwoord geeft aan de Palestijnse be - vrijdingstheologie. Maar het is nog belangrijker om de parameters te vinden voor het ontwerp van een nieuwe christelijke bijbelse theologie, omdat de stichting van de staat Israël in 1948 de ‘ver - vangingstheologie’ en talrijke andere concepten in de christelijke theologie en filosofiee fundamenteel onderuit heeft gehaald. Toen ik in 2013 een kleine groep mensen naar Jeruzalem uitno - digde voor zo’n ‘Beraad van Jeruzalem’, omschreef ik het in gang zetten van dat proces als het doel van zo’n beraad in Jeruzalem. In de uitnodiging schreef ik: ‘In dit nieuwe zelfverstaan van de kerk moeten Israël, de verbonden en het koninkrijk volledig worden geïntegreerd.’ Met een groep theologische vrienden in Nederland hebben we sindsdien geprobeerd om enkele punten van zo’n verklaring te formuleren. We hebben dat ingedikt tot twaalf artikelen, en als werktitel ‘XII artikelen aangaande de plaats van Israël in Gods heilsplan’ meegegeven. Hier volgt een eerste poging: 1. Wij geloven en belijden dat God Abraham, Isaak en Jakob heeft uitverkoren omdat Hij in en door hen al de volken van de wereld wilde zegenen. Langs deze weg is het heil door Israël tot ons gekomen. 2. Het is onze roeping om Israël te zegenen, want wij hebben
18 ons heil te danken aan de eerstgeboren Zoon van dit volk. Dankzij Jezus mogen ook wij ‘kinderen van Abraham’, de va - der van alle gelovigen, zijn. 3. Niettemin is het onze sterke overtuiging dat de kerk niet in de plaats van Israël is gekomen. De veronderstelling dat de beloften die eens aan Israël zijn gegeven nu op de kerk zijn overgegaan is een verschrikkelijke dwaling, een verachtelijke ketterij en een zonde voor God. 4. Met de apostel Paulus erkennen wij dat er een ‘gedeeltelijke verharding’ over Israël is gekomen. Dit zal het geval zijn ‘tot - dat de volheid der heidenen zal ingaan’ en dan zal heel Israël behouden worden. In grote verwachting en vurig gebed zien wij uit naar die heerelijke toekomst voor het volk van God. 5. Wij belijden dat de Here trouw is aan zijn verbonden met Is - raël. God heeft zijn volk niet verworpen of tijdelijk terzijde gesteld. Israël blijft de spil van Gods heilsplan voor de wereld. Nog niet al de beloften zijn in Christus vervuld, maar zij ont - vangen in Hem de zekere waarborg van een toekomstige en definitieve vervulling. 6. In gespannen verwachting zien wij uit naar het moment dat Jeruzalem een lof op heel de aarde zal zijn. Dan zullen de volken opgaan naar de berg des Heren, want uit Sion zal de Thora uitgaan en het woord van de Here uit Jeruzalem. Ten slotte zullen vrede en gerechtigheid de aarde bedekken en de volken zullen de oorlog niet meer leren. 7. Met onze ogen gevestigd op die grote en heerlijke toekomst geloven wij dat de terugkeer van het Joodse volk naar het Beloofde Land Israël en de stichting van de staat Israël een te - ken is van Gods trouw aan de eeuwige beloften en verbonden die Hij met Israël en het Joodse volk gesloten heeft. Samen met Israël zullen wij de Here danken, loven en aanbidden om het begin van de vervulling van de bijbelse profetieën dat zal leiden tot de uiteindelijke redding en verlossing. 8. Wij verstaan en geloven dat er voor het koninkrijk van vrede en gerechtigheid een dag van oordeel zal zijn over de god - deloze volken. De voornaamste vraag die de volken zullen moeten beantwoorden is de vraag van Jezus: ‘Wat hebt gij
19 aan een van deze mijn minste broeders gedaan?’ Zijn oproep tot solidariteit met de armen en onderdrukten van deze we - reld heeft in de eerste plaats betrekking op onze houding te - genover Israël en het Joodse volk. Het goddelijke gebod dat ons bij monde van Jesaja gegeven is luidt: ‘Troost, troost Mijn volk, zegt uw God’ (Jes. 40:1). 9. Als leden van het lichaam van de kerk verstaan we wat er in voorbije eeuwen gebeurd is en zullen wij ons altijd bewust zijn van onze collectieve schuld, wat altijd zal leiden tot een houding van berouw en nederigheid tegenover het Joodse volk. Dit zal leiden tot en uitkomen in het voortbrengen van vruchten de bekering waardig: daden van liefde en solidariteit met het Joodse volk en met Israël. Wij zullen daarom actief optreden tegen alle vormen van anti-Joodse en antisemiti - sche houdingen, godsdienstig of niet-godsdienstig, zowel in als buiten het christendom. 10. Wij geloven en belijden dat Jezus is gekomen als de Messias van Israël om de goddeloosheden van Jakob af te wenden en de volken te bevrijden. Als het lichaam van Christus vieren wij het mysterie van de redding door de gekruisigde en verrezen Here, en met grote verwachting zien wij uit naar zijn komst in heerlijkheid en de lichamelijke opstanding van de rechtvaar - dige doden. Maranatha! 11. Wij bidden om de vrede van Jeruzalem en verlangen naar de grote dag van de komst van de Vredevorst naar Jeruzalem, waarvan Jezus en de apostelen samen met al de profeten van Israël de eeuwen door gesproken hebben. De Messias zal komen en van zee tot zee en van kust tot kust heersen en regeren – zover als er volken op aarde zullen bestaan. ‘Hij zal onze Vrede zijn.’ Dan zullen niet alleen de blindheid en de doofheid van de ogen en de oren en de harten van Israël worden weggenomen, maar ook de sluier die het aangezicht van de volken bedekt. 12. Ten slotte geloven en belijden wij dat de Here zelf borg zal staan voor de vernieuwing van alle dingen, van de (ver-) nieuw(d)e hemel en van de (ver)nieuw(d)e aarde. Op een dag zal God zijn alles en in allen. Halleluja!
20 De jaren door heb ik geworsteld om te komen tot een nieuw ver - staan van het Joodse volk, Israël, Jeruzalem, de verbonden, het bijbelse begrip van het koninkrijk, verleden, heden en toekomst vanuit een bijbels perspectief. Dit boek is het resultaat. Moge de Here het gebruiken als een bijdrage om de kerk te zegenen, Israël te troosten, de volken te waarschuwen en onze ogen te richten op de komst van de Here en van zijn koninkrijk! Zo, door een nieuw zelfverstaan, kan de kerk door berouw haar Heer ontmoeten zon - der Joods bloed aan haar handen en daardoor haar profetische rol om de volken te waarschuwen vervullen. Zijn koninkrijk komt. Als Hij over Israël spreekt waarschuwt Jezus de volken: Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid. En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zet - ten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand. Dan zal de Koning tot hen, die aan zijn rechterhand zijn, zeg - gen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af. Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij gehuisvest, naakt en gij hebt Mij gekleed, ziek en gij hebt Mij bezocht; Ik ben in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen, naakt en gij hebt Mij gekleed, ziek en gij hebt Mij bezocht; Ik ben in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen. (Matt. 25:31-36) En de Koning zal hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broe - ders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan. Dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en
21 zijn engelen bereid is. Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven, Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet ge - kleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. Dan zullen ook zij Hem antwoorden en zeggen: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend? Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven. (Matt. 25:40-46) Israël is niet zomaar een interessant punt op de agenda van de kerk – en van de volkeren. Israël – en hoe we ermee omgaan en hoe we denken en spreken over het Joodse volk, hoe wij hen zegenen of hoe we hen vervloeken – is van vitaal belang in Gods ogen. Lezing van dit boek zal u tot de volgende conclusies leiden: Het koninkrijk 1. Eerst kwamen de tekenen van het koninkrijk in Israël, ver - richt door Koning Jezus zelf, als lichtbundels in de omringende duisternis. 2. Daarna verschenen de tekenen van het koninkrijk in de hele wereld door de kracht van de heilige Geest, toen het evan - gelie van het koninkrijk gepredikt werd aan alle volken van de aarde (Matt. 24:14). Dit waren tekenen en wonderen als lichtbundels in de omrinegende duisternis. 3. Uiteindelijk zal het koninkrijk van vrede en gerechtigheid aan - breken, als de Koning weer onder ons zal zijn en zal zitten op de troon van zijn vader David en regeren over het huis van Jakob. Vrede zal uitgaan vanuit Jeruzalem en de volken zullen de oorlog niet meer leren (Jesaja 2:2-4). Aan zijn heerschappij
22 zal geen einde zijn, omdat Hij was opgewekt uit de dood en eeuwig leeft. De verbonden Al de verbonden die met Israël gesloten zijn zullen hun uiteinde - lijke vervulling hebben in het komende koninkrijk. 1. Dan zullen al de beloften die aan Abraham zijn gedaan ver - vuld worden. 2. Dan zal het Beloofde Land zijn beloofde grenzen hebben. 3. Dan zal het priesterschap van Levi weer functioneren. 4. Dan zal het koningschap van David voor altijd gevestigd zijn. 5. Dan zullen Jeruzalem en de tempel het middelpunt van de wereld zijn. 6. Dan zal het nieuwe verbond volledig voor Israël worden uit - gevoerd. 7. Dan zal het verbond van vrede volledig werkzaam zijn. 8. Dan zal de wijsheid evan de Thora het licht zijn dat alle volken leidt.