vii Inleiding De bijbelteksten en gedachten die ik in dit boek met je deel, hebben me vele jaren gesteund tijdens mijn wandel met God. Sommige hier - van voelden als mijnlampen in een ondergrondse duisternis, terwijl an - dere me deden dansen van vreugde op de bergtoppen van mijn leven. Het zijn slechts gewone, kleine gedachten die God voor mij bijzonder maakte en ik bid dat Hij hetzelfde doet voor jou. Veel teksten en gedach - ten komen uit mijn eigen ervaringen; van andere voelde ik dat God ze tot me sprak door het platteland, mijn honden, mijn tuin of mijn klein- kinderen. Ik heb in dit boek ook mijn liefde gedeeld voor oude liederen die we tegenwoordig niet vaak meer zingen en achtergrondverhalesn van de mensen die ze hebben geschreven. Vrienden hebben me de vrije hand gegeven om hun gedichten, waarvan ik heb genoten, te delen. Ik ben in het bijzonder dank verschuldigd aan Russ Parker voor het delen van zijn luisterrijske en krachtige tesksten. Gods liefde en genade zijn ‘elke dag weer nieuw’ (Klaagliederen 3:22-23). Zo kun je elke dag Gods liefde ontdekken door chronologisch dit dagboek te lezen. Het kan ook zijn dat je liever bepaalde thema’s volgt, zoals gebed, intimiteit met God, engelen of innerlijke genezing. Je kunt je ook richten op bijbelse personages, iets wat ik ook graag doe. Als het leven moeilijk en verdrietig lijkt, zou je kunnen kiezen om de dagen te lezen die spreken over moeilijke momenten of over hoe je een ge - loofscrisis overleeft. Aan het einde van dit boek vind je een register met een inhoudsopgave per thema, serie en bijbelse personages. Je kunt dit dagboek naast persoonlijk gebruik dan ook prima in kringverband lezen. Gebruik dit boek als een journal voor je eigen persoonlijke reis met God door dit jaar en schrijf je gebeden in de marge. Je kunt dan later, als je terugkijkt, de datum toevoegen waarop je antwoord kreeg van God. Misschien wil je ook beslissingen of beloften die je voor de Heer maakt opschrijven, zodat je ze later nog eens kunt teruglezen. Onderstreep zin - nen die je raken, voeg je eigen commentaar toe of schrijf vergelijkbare bijbelverzen op. Wees vooral niet te netjes; laat je eigen voetafdrukken achter op deze plasttegrond. Ik hoop dat dit boek het hele jaar bij je bed zal liggen. Ik zal elke dag
viii voor je bidden tijdens je reis. Ook al ken ik je naam niet, God wel! Mijn verlangen is dat, als je aan het einde van dit boek komt, je dieper dan ooit het hart van sGod hebt bereikt.
2 januari 22 januari Dor en droog Ik zal mijn volk en zijn woningen rond mijn heuvel zegenen. Er zullen stromen van zegen neerkomen, want Ik zal de regens niet tegenhouden, maar ze in de normale jaargetijden laten vallen. EZECHIËL 34:26 Vandaag heb ik mijn kerstversieringen weggehaald en op zolder gelegd voor volgend jaar. Het gaf me een verdrietig en tegelijkertijd goed ge - voel. Ik had mijn kamerplanten in de kerstdrukte erg verwaarloosd, en een cyclaam was er slecht aan toe. De grond was helemaal droog en de bloemen hingen slap. Ik zette hem in lauwwarm water en hoopte er het beste van. Een uur slater stond hij er sweer prachtig bij! Hierdoor realiseerde ik me dat ik zelf de laatste paar dagen ook een beetje uitgedroogd geraakt ben. Ik geniet altijd van de voorbereidingen voor kerst en voel me dan vaak heel dicht bij God. Maar tijdens de feest - dagen zelf lijkt het wel of ik steeds verder van Hem vandaan getrokken word, waardoor ik geestelijk uitdroog en uiteindelijk verpieter, net als mijn cyclaam. Het lijkt wel alsof ik Hem uitschakel terwijl ik geniet van al die ‘foute’ lekkernijen en een overdosis televisie. Vandaag voelde ik me eenzaam zonder Hem en had ik de ‘regens’ nodig waar Ezechiël over schrijft. Zelfs als we Hem hebben ‘uitgeschakeld’, hoeven we ons alleen maar onder te dompelen in zijn aanwezigheid om weer verfrist en vernieuwd te worden. In zijn dagboek Morning and Evening zegt Charles Haddon Spurgeon (1834-1892) het zo: ‘Kijk vandaag omhoog, verdorde plant, en open je bladeren en bloemens voor een hemels wasterbad.’ Heer, ik heb het gevoel dat ik U een beetje ben kwijtgeraakt de afgelopen tijd; brengt U alstublieft mijn geest weer tot leven.
3 januari 33 januari Mezelf geven Ik zeg u daarom, vrienden, dat u zich helemaal aan God moet wijden. Temeer omdat Hij u al zijn liefdevolle goedheid aanbiedt. Laat uw lichaam een levend offer zijn, heilig, zodat het een vreugde voor God is. Dat is de beste manier waarop u God kunt dienen. ROMEINEN 12:1 Tijdens de afgelopen kerstdiensten hoopte ik elke keer dat we mijn lievelingslied zouden zingen: In the bleak midwinter van Christina Ros - setti (1830-1894). De laatste regels van dit lied zijn: ‘Als ik een herder was, zou ik een schaap brengen; als ik een wijze was, zou ik mijn deel doen; maar wat ik skan, geef ik, ik gseef mijn hart.’ Helaas zal ik tot volgend jaar op dit lied moeten wachten, maar tot die tijd voldoet een ander lievelingslied ook prima: O kostbaar kruis van Isaac Watts (1674-1748): ‘De aarde zelf is veel te klein, voor wie U waarlijk loven wil. Uw liefde is een groot geheim, zij vraagt geheel mijn hart en ziel.’ (Uit: Liedboek voor de Kerken 1973, Gezang 192 (Willem Barnard)) Met de kerstdrukte achter de rug, is dit een goed moment van het jaar om onszelf en ons leven opnieuw aan God toe te wijden en goede voornemens te maken voor het nieuwe jaar. Deze week stuurde iemand me een prachtig gedicht dat geschreven is door een van mijn buren, Ann Clifton: Heer, ik leg mijn gaven in uw hand dit jaar, ik wil ze gebruiken naar uw wil, U dienstbaar. Wat ik van U kreeg, is niet van mij – U mag bepalen wat ik moet gebruiken elke dag. Daarom leg ik alles in uw hand, en geef de eer aan U, mijn Koning en Heiland.
4 januari 44 januari Jezus houdt van mijn echte ik Hij [riep] met krachtige stem: ‘Lazarus! Kom naar buiten!’ De dode kwam uit het graf. Zijn handen en voeten waren met linnen windsels omwikkeld en er was een doek over zijn gezicht gebonden. ‘Haal die doek en die windsels eraf,’ zei Jezus, ‘en laat hem naar huis gaan.’ JOHANNES 11:43-44 Wie ben ik nou echt – en waarom ben ik eigenlijk zo bang om anderen mijn echte ik te laten zien? Soms raak ik mijn ‘echte ik’ kwijt onder de lagen van verwachtingen van alle mensen om ons heen. Als kind pro - beerden we de liefde van onze ouders te verdienen door de dingen te doen die zij waardeerden, en later in ons leven werd dit verlangen naar goedkeuring bijna esen verslaving. Sommige christenen gedragen zich als een kopie van iemand die ze bewonderen en op wie ze graag willen lijken – ze praten hetzelfde, dra - gen dezelfde soort skleding en nemen hsetzelfde kapsel. Maar Jezus houdt van mijn ‘echte ik’, met al mijn gebreken! Hij is de enige die we moeten proberen te imiteren. Vandaag zegt Hij misschien wel tegen iemand: ‘Kom uit dat graf waarin je je verbergt, en laten we al die lagen van je afhalen; Ik heb je gemaakt zoals je bent – niet zoals andere mensen vindesn dat je moet zijns!’ De woorden die vertaald zijn met ‘laat hem … gaan’, hebben ook de betekenis ‘vergeef shem.’ Soms kunnen we alleen loskomen uit al die verstikkende omhulsels als we de mensen vergeven die ons probeerden te overheersen en die ons gebruikten om hun eigen doelen te bereiken, in plaats van ons te bevestigen als de pesrsoon die God geschsapen heeft. Heer, ik schaam me altijd een beetje voor de geheime ik die ik van binnen verstop. Help me te begrijpen dat U juist van mijn echte ik houdt!
5 januari 55 januari Prikkeldraad en spinnenwebben Aan allen die in Israël rouwen, geeft Hij schoonheid in plaats van as, vreugde in plaats van rouw, lof in plaats van neerslachtigheid. JESAJA 61:3 Een van mijn favoriete routes om de hond uit te laten, begon bij een gat in een heg dat uitkwam op een pad langs de rand van een groot, open veld op de helling van een heuvel; het fantastische uitzicht vanaf de top is de vermoeiende klim meer dan waard. Afgelopen zomer ontdekte ik op een dag dat mijn ‘gat’ in de heg hermetisch was afgesloten door vier strengen grof prikkeldraad. Ik wist wel dat mijn route geen officieel voetpad was, maar ik liep altijd netjes langs de kant en liet de honden nooit over de gewassen lopen. Ik mopperde dus op de boer, en dat bleef ik telkens doen alss ik langs die afgessloten doorgang kwasm. Vandaag ging het anders. Er hing een ijskoude mist waar de zon net doorheen brak aan de andere kant van het prikkeldraad. Elke wrede punt was bedekt met rijp, schitterend als diamant. Tussen de strengen prikkeldraad hingen ragfijne spinnenwebben, die eveneens bedekt wa - ren met bevroren ‘diamant’. Ook de bevroren grasstoppels, netels en zuring droegen bij aan het indrukwekkende patroon. Het was een van die momenten die jse voor altijd zou swillen vasthouden. Terwijl ik verder liep, nog nagenietend van ‘mijn moment’, dacht ik aan al die keren dat mijn doelen en verlangens geblokkeerd werden door omstandigheden of doordat andere mensen het me niet gunden. Ik heb me vaak verschrikkelijk gefrustreerd gevoeld, tot ik plotseling zag hoe God de obstakels bedekte met zijn lieflijkheid en ze veranderde in iets ongelooflijk mosois. Heer, ik heb het idee dat ik dit jaar allerlei frustrerende blokkades en hindernissen zal tegenkomen; help me om U de ruimte te geven ze te veranderen.
6 januari 66 januari Zijn wil aanvaarden Laat uw wil […] worden gedaan. MATTHEÜS 6:10 We bidden deze woorden vaak met een soort lijdzame berusting: ‘Nou, goed dan, doe het dan maar op uw manier; U bent tenslotte groter dan ik.’ Een oud gezang uit de jaren 1700, van de dichter William Cowper, lijkt een sprekend voorbeseld van die gelatesnheid: O Heer, vervul mijn diepst verlangen, dat ik mijn leven, gezondheid en gemak kan overgeven aan uw wil, dat uw genot het mijne is. Hij zegt eigenlijk: ‘Ik verlang ernaar om te doen en te zijn wat U wilt. Ik wil dat mijn doelen overeenkomen met uw doelen, wat dat ook bete - kent voor mijn leven; dan zullen we beiden gelukkig zijn.’ Hij begreep iets wat wij vaak over het hoofd zien, namelijk dat het áltijd Gods wil is om ons overvloedig ste zegenen door alsles wat we meemakens. Vanmorgen ontdekte ik dit bijzonder krachtige gedicht van Russ Parker, waarin voor mij precies wordt uitgedrukt hoe heerlijk het is om te leven naar Gods swil: O heilige Geest van de levende God, ga vrijuit uw gang in mijn leven; Houd me vast en werp me omver, versterk me en verzwak me, Zet me stil en breng me in beweging, spoor me aan en breng me tot rust, Onderwijs me en toets me, maak me meer zoals Christus, Maak me volledig mens, hetzij met een kruis, hetzij met een kroon, Overspoel me en vul me met uw almacht en genade, Zodat ik meer en meer naar God verlang. Uit: Wild Spirit of the Living God, 2007
7 januari 77 januari Hou op met drammen! Want als een goed en rechtvaardig mens God om iets bidt, heeft dat een geweldige uitwerking. JAKOBUS 5:16 Sommige mensen beweren dat als je maar genoeg bidt, je uiteindelijk een wonder zult meemaken. Ik moet bekennen dat ik me onlangs zo’n zorgen maakte om een van mijn kleinkinderen dat ik onophoudelijk bij God zeurde om haar genezing. Als gebed niet gepaard gaat met ver - trouwen, verandert het eigenlijk in een vorm van bezorgdheid. God ge - bruikte mijn twee honden om te laten zien hoe Hij daarover denkt. Een van mijn honden is al zo lang bij me dat ze me blindelings vertrouwt. Phoebe heeft geleerd dat ik nooit zal vergeten haar te eten te geven en uit te laten, omdat ik van haar houd. Dus als ik soms wat laat ben met deze voor haar zo belangrijke dingen, gaat ze gewoon rustig liggen wachten tot ik er sklaar voor ben. Mijn andere hond is een blinde spaniël die nog maar een paar maan - den bij me is en nog niet genoeg tijd heeft gehad om zich te verzekeren van mijn liefde en toewijding. Zodra ze honger krijgt, raakt ze dan ook in paniek en begint ze woest te janken en te blaffen. Als ik in een an - dere kamer met iemand aan het praten of bidden ben, kan ik niet gelijk iets voor haar doen, en zij is er dan van overtuigd dat ik haar helemaal vergeten ben. Het verschil is dat de ene hond vertrouwt op mijn liefde, en de an - dere hond dat nog niet geleerd heeft. Plotseling besefte ik dat God mijn eindeloze gedram waarschijnlijk heel onprettig vindt. Als we beseffen hoeveel Hij van ons houdt, kunnen we er zeker van zijn dat Hij alles in ons leven – zelfs de moeilijke dingen – kan veranderen in geschenken en zegeningen. Heer, het spijt me dat ik aan het drammen ben in plaats van U te vragen wat ik nodig heb en erop te vertrouwen dat U zult antwoorden op uw manier en op uw tijd.
8 januari 88 januari Het eerste sneeuwklokje Richt daarom uw gedachten op de dingen van de hemel en niet op die van de aarde. U bent immers al gestorven en uw leven is nu, samen met Christus, verborgen in God. KOLOSSENZEN 3:2-3 Gisteravond stormde het verschrikkelijk. Vanochtend ontdekte ik dat het dak had gelekt, waardoor twee plafonds vol vochtplekken zaten, en dat de wind mijn lieveslingsboom omver hads geblazen. Toen ik met mijn honden naar buiten ging, werd mijn voornemen om God te prijzen en zijn beloften voor ogen te houden flink op de proef ge - steld! Mijn huis was een natte bende en de omgevallen boom had een ravage veroorzaakts in de tuin en de somheining vernields. Ik vroeg me somber af hoe ik al deze schade zou moeten bekostigen – zeker nu het saldo op mijn bankrekening zo vlak na kerst nog op een dieptepunt zat. Ik voelde me zwak, hulpeloos en heel alleen, tot ik plotseling, in een donker hoekje van de tuin, een sneeuwklokje triomfantelijk naar me zag wuiven. Ik had deze kleine voorbode van alle zomerbloemen die in aantocht waren, gesmakkelijk over hets hoofd kunnen ziens. Terwijl ik het hek uitliep naar het bos, dacht ik aan een paar teksten die ik onlangs had opgeschreven en in de keuken had opgehangen: ‘De persoon die eruitzag als een mens, raakte mij opnieuw aan waardoor ik weer wat kracht kreeg. “God houdt erg veel van u,” zei hij. “Wees dus niet bang, rustig maar. U moet heel sterk zijn!” Terwijl hij sprak, voelde ik plotseling mijn skracht terugkomen.s’ (Daniël 10:18-19s) ‘Heer, ik heb ook zo’n aanraking van U nodig,’ bad ik. ‘Maak me net zo sterk als dat sneeuwklokje. Het ziet er zo kwetsbaar en hulpeloos uit, maar U hebt het zo sterk gemaakt dat het door de aarde heen kon breken en de wind en de regen van de afgelopen nacht heeft weten te trotseren.’ Zelfs als wij Hem ontrouw zijn, blijft Hij ons trouw. (2 Timotheüs 2:13)
9 januari 99 januari Zonsopgang Want het hart van onze God loopt over van liefde en goedheid. Een hemels licht zal op ons schijnen, zodat de mensen die in het donker en de schaduw van de dood zitten, weer kunnen zien en wij op de weg van de vrede worden gebracht. LUCAS 1:78-79 Het was de afgelopen week geen pretje om de honden uit te laten in de sombere, grijze schemering, de regen en de modder. Maar vanmorgen brak de zon eindelijk weer stralend door de ijskoude mist heen. Ik be - sloot daarom met de honden op een pad te gaan wandelen waar ik nog nooit eerder was geweest. Ik liep waarschijnlijk in oostelijke richting, want de winterzon die laag aan de hemel stond, scheen zo fel in mijn ogen dat ik er volkomen door verblind werd. Ik kon niet zien waar ik liep, dus ik ging voetje voor voetje verder, in de hoop dat ik niet in een greppel zou vallens of over een boomtask zou struikelen. Het leek een beetje op het leven: als je het licht van de Zoon van God in het oog houdt, vervaagt de rest van de wereld. Als we gericht zijn op Hem, kunnen we maasr één stap tegelijks nemen. Maar voor allen die eerbied voor Mij hebben, zal de zon van de gerech tigheid opgaan en daar zal genezing van uitgaan, zoals van de stralen van de zon. (Maleachi 4:2) Vader God, help me dit jaar om steeds in de richting van uw Zoon te gaan, het Licht van de wereld. Laat zijn licht op mij weerkaatsen naar de mensen die ik onderweg ontmoet.
10 januari 1010 januari Zien in geloof Hij spreekt tegen mij: Sta nu op, mijn allerliefste […] Kijk maar, de winter is voorbij [...] De bloemen ontluiken op de velden. De eerste vijgen rijpen aan de bomen en de bloeiende druivenstruiken geuren. Sta op, mijn allerliefste. Je bent zo mooi, kom met me mee. HOOGLIED 2:10-11,13 Mijn arme tuin ziet er zo kaal en troosteloos uit in deze tijd van het jaar, dat het soms moeilisjk te geloven is dast er iets als de lesnte bestaat! Toen ik in de stad woonde en geen tuin had, vond ik het heerlijk om door het park te wandelen. Een keer op een ijskoude dag, toen het leek alsof niemand anders het aandurfde om naar buiten te gaan, zag ik een oude dame onder de kale, vochtige takken van een kersenboom staan. Ze stond zo lang stsil dat ik me afvroseg of ze ziek was –s of stijfbevroren. ‘Ik ben in orde,’ verzekerde ze me. ‘Ik probeerde alleen de roze bloe - sem voor me te zien die over een tijdje aan deze boom gaat groeien. En denk eens aan alle narcissen die op het punt staan om door de modder heen te breken.’ Wat een bijzondere vrouw; andere oude mensen zou - den zich waarschijnlijk beklagen over de kou! Maar is dit eigenlijk niet wat geloof inhoudt? ‘Het is overtuigd zijn van het bestaan van dingen die je niet ziet.’s (Hebreeën 11:1) Soms zijn we een hele tijd intensief aan het bidden voor een situatie of een persoon, zonder dat er iets lijkt te veranderen. We beginnen aan Gods beloften te twijfelen – en aan zijn liefde. De oude dame in het park weigerde te kijken naar de troosteloze, kale omgeving; in plaats daar - van dacht ze aan rsoze kersenbloesem. Soms moeten wij dat ook doen – ervoor kiezen om te geloven dat God uiteindelijk mensen en situaties zal veranderen, net zoals Hij de lente zal laten komen. Heer, U lijkt op dit moment zo ver weg, en ik voel me diep vanbinnen moe en terneergeslagen. Help me om nog wat langer te blijven ver trouwen op U.