JEZUS ZIEN EN ERVAREN
Jezus John Piper GIDEON zien en ervaren
Voor de vele bijbelteksten in dit boek is meestal gebruik gemaakt van de Herziene Voorhoevevertaling, Telos-editie 1 982, een uitgave van Uitgeverij Medema te Vaassen. JEZUS ZIEN EN ERVAREN Seeing and Savoring Jesus Christ Copyright © 200 1 by John PiperPublished by Crossway Books a division of Good News Publishers Wheaton, Illinois 60 1 87, U.S.A. This edition published by arrangement with Good News PublishersAll rights reserved Copyright © 2003 Nederlandse uitgave: Gideon Auteur: John Piper Vertaling: An Molenaar Eindredactie: P. Gerrit Hoekstra Omslag: Studio Oost, Thomas van Oostrum, Wierden Jaar van uitgave: februari 20034e druk: juni 20 10 Uitgave: Gideon, Hoornaar, Nederland ISBN 978-90-6067-97 6-0 NUR 707 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this work may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission of the publisher.
Inhoud Dankbetuigingen 7 Voorwoord 9 1 . Vreugde beleven aan Gods heerlijkheid 17 2. Jezus is de heerlijkheid van God 25 3. De Leeuw en het Lam 33 4. De onverwoestbare blijdschap 41 5. De golven en de wind kennen zijn stem nog 49 6. Zie, meer dan Salomo is hier 5 7 7. De glorieuze armoede van een slechte reputatie 65 8. Het weergaloos lijden 73 9. Zondaars redden en Satan laten bestaan 81 10. De vleesgeworden rijkdom van Gods erbarming 89 11 . De harde kant 99 1 2. Onoverwinnelijk leven 109 13. Onze grote God en Verlosser verschijnt in heerlijkheid 117 Besluit 1 23 Noten 1 29 Index van bijbelteksten 131 Register 13 7 Over de schrijver 141 P
Ter nagedachtenis aanC.S. Lewis en Clyde Kilby die mij hebben geleerd dat er altijd meer te zien is in wat ik zie P
d ankbetuIgIngen I k heb het schrijven van dit boek te danken aan Jezus Christus. Hij is in mijn plaats gestorven, de Rechtvaar - dige voor de onrechtvaardige. God beschouwde Hem, die zonder zonde was, als zondaar, opdat ik, die een zondaar ben, als gerechtvaardigd beschouwd kon worden. Hij opende de blinde ogen van mijn hart en bracht me tot ge- loof en berouw. Door zijn Geest is Hij in mijn hart komen wonen, door het geloof, en is Hij bezig zijn karakter lang- zaam gestalte te geven in mijn weerbarstige wil. En dat niet alleen, maar deze Jezus Christus heeft ook de we reld geschapen – met inbegrip van mij – en houdt haar in stand door de kracht van zijn woord. Elke ademtocht, elke hart- slag van me, elk moment dat ik zie en hoor, elke activiteit van mijn geest dank ik aan de onophoudelijke genade en scheppende kracht van Jezus. Alle andere dankbetuigingen zijn secundair en hieraan ondergeschikt. Een speciaal woord van dank aan Bob Putman, op wiens initiatief ik tien van de volgende hoofdstukken heb ge- schreven als artikelen in The Standard. Dank aan Justin Taylor, die ze zorgvuldig heeft doorgelezen en me nuttige suggesties aan de hand heeft gedaan. Dank aan Ted Griffin, die ze liefdevol heeft begeleid toen ze bij Crossway (de P
8 oorspronkelijke Amerikaanse uitgever) persklaar werden gemaakt. Dank aan Carol Steinbach voor de indexen. En dank aan Noël, die naast me staat bij het zien en genieten van Jezus Christus. Ik ben erg blij dat we Hem samen zien, en dat jij, op een ander niveau, in het redactieproces ziet wat mij ontgaat. ‘De meetsnoeren vielen mij in liefelijke dreven’ (Psalm 1 6:6). Ik word omringd door vriendelijke en begaafde mensen.Mijn gebed is dat deze korte hoofdstukken vensters mo - gen zijn naar het panorama van de volmaaktheden van Je- zus Christus. Allen die betrokken zijn bij dit project, heb- ben dezelfde bede. Moge God u, lezer, geven dat u Jezus Christus ziet zoals Hij werkelijk is, en dat u met heel uw ziel van Hem geniet. Jezus zien en ervaren
V oorwoord Hoe kunnen we zeker zijn omtrent Jezus Christus? I n het midden van de vorige eeuw sloeg C.S. Lewis de spijker op z’n kop: Een man die alleen maar mens was en het soort dingen zei die Jezus heeft gezegd, zou geen groot moreel leraar zijn. Hij zou óf een krankzinnige zijn – op het niveau van de man die zegt dat hij een gebakken ei is – of hij zou de duivel uit de hel zijn. Je kunt hem opsluiten omdat hij gek is, je kunt op hem spugen en hem doden als een demon; óf je kunt neervallen aan zijn voeten en hem Heer en God noemen. Maar laten we niet aankomen met die neerbuigende nonsens dat hij een groot mens en leraar zou zijn geweest. Die mogelijkheid heeft hij niet voor ons open gehouden. Dat was ook niet zijn bedoeling. 1 Met andere woorden: Jezus is niet terug te brengen tot hanteerbare proporties. Toch proberen mensen dat nog steeds. Iedereen lijkt aan deze Man wel iets van zijn ga - ding te vinden. Dus kiezen we iets uit waaruit blijkt dat Hij aan onze kant staat. Overal ter wereld komt het goed uit als Jezus jouw zijde kiest. Maar niet de oorspronkelijke, P
10 ongetemde, onaangepaste Jezus. Alleen de gecorrigeerde Jezus die past bij onze godsdienst of ons politieke podium of onze levensstijl.Toen ik in de jaren zeventig voor mijn promotie-studie in Duitsland was, heb ik een boek gerecenseerd met de ti- tel ‘Jesus für Atheisten’ 2. Je hoeft geen Duits te kennen om deze titel te begrijpen. Het was een marxistische variant op het leven van Jezus. Volgens dat boek kwam de leer van Jezus hierop neer dat hij opriep tot radicale actie tegen de gevestigde orde. Het was een oproep tot uiterste toewij- ding aan ‘het koninkrijk’ – het aanbreken van de nieuwe maatschappij (het marxisme). Het is vreemd, maar onder de mensen die Jezus niet vol- gen als hun Heer en God, is er bijna niemand die lelijke dingen over Hem wenst te zeggen. Hetzelfde geldt voor kruisen. Ze zijn leuk om te dragen als sieraad, maar nie- mand zou aan een kruis willen sterven. De enige kruisen die mensen willen hebben, zijn beschaafde kruisen. Dus is het gevaarlijk om te geloven in een Man wiens hele leven erop was gericht om aan een kruis te sterven. Kunnen we Hem kennen zoals Hij werkelijk was – en is? Hoe leren we iemand kennen die tweeduizend jaar gele- den op aarde heeft geleefd – iemand die beweerde dat Hij met onsterfelijk leven was opgestaan uit de dood en die nu dus leeft?! Sommige mensen zeggen dat het onmogelijk is. De echte Jezus, zeggen ze, ligt begraven in de geschiedenis, en wij hebben geen toegang tot Hem. Anderen zijn niet zo sceptisch. Zij geloven dat de bijbelse verslagen van zijn leven betrouwbaar zijn en dat de vroegste uitleggers ervan – zoals de apostel Paulus – betrouwbaarder gidsen zijn dan de critici van vandaag. Maar hoe kun je er zeker van zijn dat het bijbelse por - tret van Jezus waar is? Je kunt twee paden bewandelen, op Jezus zien en ervaren
11 zoek naar vaste grond onder de voeten van het geloof. Het ene is het pad van het nauwkeurig historisch onderzoek naar de authenticiteit van de bijbelse documenten. Ik heb dit pad gevolgd gedurende mijn vormende jaren aan het seminarie en mijn academische opleiding, en als univer- sitair docent. Ondanks alle aanvechtingen van mijn geloof in die tijd ben ik nooit losgeraakt van de overtuiging dat er voldoende waarborgen zijn voor de betrouwbaarheid van de nieuwtestamentische documentatie over Jezus. Tegenwoordig zijn er vele overtuigende boeken – zowel wetenschappelijk als populair – die dit vertrouwen steun geven. 3 Maar ik ben meer pastor dan universitair docent. Ik hecht nog steeds veel waarde aan het wetenschappelijk historisch onderzoek. Ja, ik ben er vaak van afhankelijk. Maar ik ben me er meer en meer van bewust dat de over - grote meerderheid van de mensen in de wereld nooit de tijd of het gereedschap zal hebben om al het bewijsmate- riaal voor de historische betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament na te pluizen. Als Jezus de Zoon van God is, als Hij is gestorven voor onze zonden en is opgestaan uit de dood, en als het Gods bedoeling is dat wij tweeduizend jaar later een gefundeerd geloof hebben, dan moet er een ander pad zijn waarlangs je de echte Jezus kunt leren ken- nen, dan door middel van rigoureus academisch historisch onderzoek. Dat andere pad is er. En dat pad volg ik in dit boek. Het begint bij de overtuiging dat goddelijke waarheid haar eigen echtheid kan bewijzen. Het zou trouwens vreemd zijn als God Zich openbaarde in zijn Zoon Jezus Christus, en van die openbaring verslag deed in de Bijbel, en dan gewone mensen niet de weg zou wijzen om Hem te leren kennen. Het gewone pad dat tot de zekere kennis van de Voorwoord
12 echte Jezus leidt, is eenvoudig gezegd dit: Jezus, zoals Hij is geopenbaard in de Bijbel, heeft een heerlijkheid – uitne- mendheid, geestelijke schoonheid – waarvoor geen ander bewijs nodig is. Het is alsof we de zon zien en weten dat die licht is en niet donker, of honing proeven en weten dat die zoet is en niet zuur. Er is geen lange redenering nodig, van vooronderstelling tot conclusie. Je voelt direct aan dat deze Persoon waar is en dat zijn heerlijkheid de heerlijk- heid van God is. De apostel Paulus heeft zijn weg tot kennis van Jezus Christus als volgt beschreven in 2 Korintiërs 4:4-6: De god van deze eeuw heeft de gedachten van de onge- lovigen verblind, opdat de lichtglans van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is, hen niet zou bestralen… Want de God die gezegd heeft: ‘Uit duisternis zal licht schijnen’, Die heeft ge - schenen in onze harten tot de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus. Let wel, Paulus zegt dat ‘God heeft geschenen in onze harten’ (zoals Hij licht deed schijnen in de schepping) om de heerlijkheid van God te leren kennen in het aangezicht van Jezus Christus. Hij heeft het over mensen die de histo- rische Jezus nooit hebben gezien. Hoe kunnen ze Hem dan kennen en zeker van Hem zijn? Wat ze ‘zien’ is hetgeen in woorden is geschilderd over Jezus in het evangelie, dat wil zeggen in de apostolische prediking van Christus. Deze schildering, zegt Paulus, samen met het schijnen van God in ons hart, laat zien wat ze werkelijk is: ‘de heerlijkheid van God in… Jezus Christus’, ofwel ‘de heerlijkheid van Christus… het beeld van God’. Jezus zien en ervaren
13 We kunnen twee dingen herkennen die dit pad moge- lijk maken. Het ene is de werkelijkheid van de heerlijkheid van Jezus Christus die in de Bijbel wordt geschilderd. Het andere is het werk van God, die de ogen van ons verblinde hart opent om deze heerlijkheid te zien. Dat is heel wat anders dan dat God ons ‘vertelt’ dat de Bijbel waar is. Het is veeleer dat God ons in staat stelt te zien wat er werkelijk staat. Dit is een belangrijk verschil. Als God ons als het ware in het oor fluisterde dat de Jezus van de Bijbel echt is, dan zou het uiteindelijke gezag en al het andere daarop steunen. Maar dat is niet het pad dat ik in de Bijbel zie en dat ik volg. Jezus Zelf – en zoals Hij onder goddelijke in- spiratie in de Bijbel geschilderd is – heeft het definitieve gezag. Als u dit pad volgt, betekent het in de praktijk dat ik u niet vraag om te bidden om een speciale influistering van God, om zo vast te stellen of Jezus echt is. Ik vraag u veeleer te kijken naar de Jezus van de Bijbel. Kijk naar Hem. Doe uw ogen niet dicht en hoop niet op een bevestigend woord. Houd uw ogen open en vul ze met het volledige portret van Jezus dat de Bijbel u geeft. Als u ertoe komt in Jezus Christus te geloven als Heer en God, zal het zijn om- dat u in Hem een goddelijke heerlijkheid en uitnemend- heid ziet die eenvoudig zijn wat ze zijn: waar. Soms wordt dit pad ‘het getuigenis van de Heilige Geest’ genoemd. Oude belijdenisgeschriften zeggen het ongeveer zo: ‘De Geest van God, die getuigenis geeft door en met de Schriften in het hart van de mens, is de enige die ons volledig kan overtuigen dat ze het waarachtige Woord van God zijn.’ 4 Let u er vooral op dat de Geest overtuigt ‘door en met de Schriften’. Hij omzeilt de Schriften niet door er persoonlijke openbaringen over de Schriften voor in de plaats te stellen. Hij heft de blindheid van de vijand- Voorwoord
14 schap en de rebellie op, en opent zo de ogen van ons hart om de zichtbare glans van de goddelijke schoonheid van Christus te zien. Wat ik daarom in dit boek heb geprobeerd, is het bij- belse portret van Jezus omhoog te houden. Ik heb geen historische argumenten aangedragen. Anderen hebben dat beter gedaan dan ik zou kunnen, en ik ben blij met hun werk. 5 Ik heb geprobeerd me te houden aan wat de Bij- bel werkelijk over Jezus Christus zegt. Hoe onvolmaakt mijn schrijverij ook is, vergeleken met de Schrift zelf, toch hoop ik dat het lezen van deze dertien hoofdstukken zal zijn als het bekijken van een diamant met dertien verschil- lende facetten. De Bijbel zelf is de enige gezaghebbende beschrijving van de diamant Jezus Christus. Daar om heb ik deze korte hoofdstukken doorspekt met aanhalingen uit de Schrift. Ik hoop dat dit boek van nut zal zijn voor zowel gelo- vigen als ongelovigen. Ik bid dat God het zal gebruiken om ongelovigen wakker te schudden, zodat ze de zichzelf bewijzende echtheid, grootheid en heerlijkheid van Jezus Christus zullen zien. En ik bid dat gelovigen een frisse kijk zullen krijgen op de uitnemendheid van Christus. Als we Jezus zien zoals Hij werkelijk is, genieten we van Hem, omdat Hij waar en mooi is en voldoening geeft. Dat is mijn doel, omdat er twee dingen voortvloeien uit zo’n ervaring met Jezus Christus. Hij wordt geëerd, en wij wor - den vrijgemaakt door de blijdschap dat wij het smalle pad van de liefde volgen. Christus wordt het meest in ons ver - heerlijkt, als wij in Hem de meeste voldoening vinden. En als we in Hem voldoening vinden, worden we gekruisigd voor de wereld. Zo zal, door het zien en genieten van Jezus, de weerspiegeling van zijn aanwezigheid in de wereld ver - menigvuldigd worden. Zoals de apostel Paulus zei: ‘ Wij Jezus zien en ervaren
15 allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heer aanschouwen, worden naar hetzelfde beeld veran- derd van heerlijkheid tot heerlijkheid, als door de Heer, de Geest’ (2 Korintiërs 3:1 8). Door aanschouwen komen wij tot verandering. Door Christus te zien, worden wij gered en geheiligd. Omdat dit alles, zoals Paulus zegt, door de Geest ge- beurt, heb ik na elk hoofdstuk een gebed opgenomen. Het werk van de Geest in ons leven is essentieel. Jezus zei: ‘Als dan u die boos bent, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal de Vader die van de hemel is, de Heilige Geest geven aan hen die er Hem om bid- den’ (Lucas 11:13). Samen met serieuze lezers bid ik om een grotere en vollere maat van het werk van de Geest in ons leven. Moge Jezus Christus, als we naar Hem opzien, ons geven dat we de heerlijkheid van God zien in het aange- zicht van Christus. Ik nodig u uit om samen met mij serieus op zoek te gaan naar de gefundeerde, eeuwigdurende blijdschap die liefde voortbrengt. Alles staat op het spel. Er is in het leven niets belangrijker dan Jezus te zien zoals Hij werkelijk is en te genieten van wat we zien, boven al het andere. Voorwoord
De hemelen vertellen Gods eer.Psalm 19:2 P Want de God die gezegd heeft: ‘Uit duisternis zal licht schijnen’, Die heeft geschenen in onze harten tot de lichtglans van de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus. 2 Korintiërs 4:6
1 V reugde b eleVen a an g ods h eerlIjkheId Het uiteindelijke doel van Jezus Christus I n het geschapen heelal draait alles om heerlijkheid. Het diepste verlangen van het menselijk hart en de diepste betekenis van hemel en aarde worden hierin samenge- vat: de heerlijkheid van God. Het heelal is gemaakt om die heerlijkheid tentoon te spreiden, en wij zijn gemaakt om haar te zien en ervan te genieten. Met minder kan het niet. Daarom is de wereld zo wanordelijk en functio neert ze zo slecht. We hebben de heerlijkheid van God ingeruild voor andere dingen (Romeinen 1:23). ‘De hemelen vertellen Gods eer’ (Psalm 1 9:2). Om die reden bestaat het gehele universum. Het gaat allemaal om die eer. De Hubble ruimtetelescoop zendt infrarode beelden terug van vage melkwegstelsels op twaalf miljard lichtjaren afstand (1 2 miljard x 9.461 miljard kilometer). Zelfs binnen onze eigen Melkweg komen sterren voor die zo groot zijn dat ze elke beschrijving tarten, zoals de Eta Carinae, die vijf miljoen keer helderder is dan onze zon. Soms hebben mensen moeite met deze onmetelijke ruimte, in verhouding tot de klaarblijkelijke onbedui- dend heid van de mens. Inderdaad lijkt die onmetelijkheid ons oneindig klein te maken. Maar de betekenis daarvan heeft niet in de eerste plaats met ons te maken, maar met P
18 God. ‘De hemelen vertellen Gods eer,’ zegt de Schrift. De ‘verspilling’ van zoveel ruimte als een heelal, om een mi- niem plukje mensdom te huisvesten, zegt iets over onze Maker, niet over ons. ‘Heft uw ogen naar omhoog en ziet, wie heeft dit alles geschapen? Hij die het heer daarvan in groten getale uitleidt en elk daarvan bij name roept door de grootheid zijner sterkte en omdat Hij geweldig van kracht is; er blijft niet een achter’ (Jesaja 40:26). Het diepste verlangen van het menselijk hart is de heer - lijkheid van God te kennen en ervan te genieten. Daarvoor zijn we geschapen. ‘Breng mijn zonen van verre en mijn dochters van het einde der aarde … die Ik geschapen heb tot mijn eer,’ zegt de Heer (Jesaja 43:6-7). Om die eer te zien, te proeven en te laten zien – daarvoor bestaan we. De onbekende, onvoorstelbare uitgestrektheid van het geschapen heelal zijn een beeld van de onuitputtelijke ‘rijkdom van zijn heerlijkheid’ (Romeinen 9:23). Het lichamelijk oog is bedoeld om tot het geestelijk oog te zeggen: ‘Niet dit, maar de Maker ervan is het verlan- gen van je ziel.’ Paulus zei: ‘ Wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God’ (Romeinen 5:2). Of, nog preciezer, hij zei dat God ons ‘tevoren tot heerlijkheid heeft bereid’ (Romeinen 9:23). Daarvoor zijn we geschapen – ‘om de rijkdom zijner heerlijkheid bekend te maken over de voor - werpen van ontferming’ (Romeinen 9:23). Dit is de hunkering van elk mensenhart. Maar we onder - drukken die hunkering en vinden het niet nodig om God te erkennen (Romeinen 1:28). Daarom is de hele schepping vervallen tot wanorde. In de Bijbel is de ontregeling van ons seksuele leven hiervan het meest in het oog sprin- gende voorbeeld. Paulus zegt dat de vervanging van Gods eer door andere dingen de wortel is van de homoseksuele (en heteroseksuele) ontregeling van onze relaties. ‘Hun Jezus zien en ervaren
19 vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke … de mannen (hebben) de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven en zijn in wellust tegen elkaar ontbrand’ (Romeinen 1:26-27). Als we Gods heer- lijkheid inruilen voor mindere zaken, trekt Hij zijn handen van ons af en worden we een toonbeeld van ontaarding – een uitruil waaruit blijkt hoe diep wij, in onze ellende, gevallen zijn. Waar het om gaat is dit: we zijn geschapen om de heer - lijkheid van God boven alle andere dingen te kennen en te koesteren; en als we die schat inruilen voor beelden, wordt alles op zijn kop gezet. De zon van Gods heerlijk - heid is geschapen om te schijnen als het middelpunt in het zonnestelsel van onze ziel. En als dat het geval is, worden alle planeten van ons leven in hun juiste baan gehouden. Maar als de zon verplaatst wordt, vliegt alles uit elkaar. De genezing van de ziel begint, als de eer van God wordt teruggebracht naar zijn schitterende centrale plaats. We hongeren allemaal naar de heerlijkheid van God, niet naar het eigen ik. Niemand gaat naar de Grand Canyon om zijn gevoel van eigenwaarde te vergroten. Waarom gaan we er dan naartoe? Omdat er voor onze ziel meer genezing is in het zien van grootsheid dan in het beschouwen van ons eigen ik. Wat is er eigenlijk belache - lijker in een onmetelijk en glorieus heelal dan een mens die voor de spiegel staat, op het stipje dat aarde heet, en probeert zijn waarde te vinden in zijn eigen zelfbeeld? Het is intens droevig dat dit het evangelie van onze hui- dige wereld is. Maar dit is niet het christelijk evangelie. In de duister - nis van een kleinzielig bezigzijn met zichzelf heeft de lichtglans geschenen ‘van het evangelie der heerlijkheid 1 . Vreugde beleven aan Gods heerlijkheid
20 van Christus, die het beeld van God is’ (2 Korintiërs 4:4). In het christelijk evangelie gaat het om ‘de heerlijkheid van Christus’, niet om mij. En als het wel – tot op zekere hoogte – om mij gaat, betekent het niet dat God zo’n hoge dunk van mij heeft, maar dat God mij genadig in staat stelt vreugde te beleven aan de voortdurende verheer lij king van Hem. Wat was het meest liefdevolle dat Jezus voor ons kon doen? Wat was het doel, het hoogste goed van het Evange- lie? Verlossing? Vergeving? Rechtvaardiging? Verzoening? Heiliging? Het kindschap Gods? Zijn al deze grote wonde- ren niet slechts wegen naar iets groters? Een uiteindelijk doel? Iets wat Jezus aan de Vader heeft gevraagd voor ons? ‘ Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt – Ik wil dat waar ik ben ook zij bij Mij zijn, om mijn heerlijkheid te aanschou- wen die Gij Mij gegeven hebt’ (Johannes 17 :2 4). Het christelijk evangelie is ‘het evangelie van de heer - lijkheid van Christus’, omdat het einddoel ervan is dat we de heerlijkheid van Christus zien, genieten en tonen. Dat is niets anders dan de heerlijkheid van God. Hij is immers ‘de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen’ (Hebreeën 1:3). ‘Hij (Jezus) is het beeld van de onzichtbare God’ (Kolossenzen 1:15). Als het licht van het evangelie in ons hart straalt, is het ‘de lichtglans van de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus’ (2 Korintiërs 4:6). En als we ‘roemen in de hoop op de heerlijkheid van God’ (Romeinen 5:2), is die hoop ‘de zalige hoop en de ver - schijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Jezus Christus’ (Titus 2:13). De heerlijkheid van Christus is de heerlijkheid van God (zie hoofdstuk 2). Toen Hij kwam, legde Christus in één opzicht de heer - lijkheid van God af. ‘ Verheerlijk Mij, Vader, bij Uzelf met Jezus zien en ervaren
21 de heerlijkheid die Ik bij U had voordat de wereld was’ (Johannes 17 :5). Maar in een ander opzicht openbaarde Christus bij zijn komst juist de heerlijkheid van God: ‘Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van een eniggeborene van een vader) vol van genade en waarheid’ (Johannes 1:14). In het evangelie zien we en genieten we ten volle van ‘de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus’ (2 Korintiërs 4:6). ‘ Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heer aanschouwen, worden naar het- zelfde beeld veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid’ (2 Korintiërs 3:1 8). een g ebed O, Vader der heerlijkheid, dit is onze hartenkreet: veranderd te worden van heerlijkheid tot heerlijk - heid, totdat we in de opstanding, bij de laatste bazuin, geheel gelijkvormig zijn aan het beeld van uw Zoon, Jezus Christus, onze Heer. Tot die tijd verlangen we ernaar te groeien in de genade en de kennis van onze Heer, vooral in de ken - nis van zijn heerlijkheid. We wensen die heerlijkheid te zien, even duidelijk als we de zon zien, en er even innig van te genieten als van ons meest begeerde ge- noegen. O, barmhartige God, neig ons hart naar uw Woord en naar de wonderen van uw heerlijkheid. Maak ons los van onze obsessie voor onbenullige dingen. Open de ogen van ons hart, zodat we iedere 1 . Vreugde beleven aan Gods heerlijkheid