Inhoud Voorwoord 5 1. Zacharias in de tempel 7 2. Jozef en Maria 15 3. Jezus wordt geboren 24 4. Herders vinden het Lam 31 5. Baby Jezus in de tempel 39 6. Wijzen uit het Oosten 47 7. Vlucht naar Egypte 55
5
5 Voorwoord Houd jij van het kerstfeest? Een paar weken voor Kerst begin je al met aftellen. Het huis wordt gezellig gemaakt met lichtjes, sterren en dennentakken. En op 25 december is het zover! Je trekt je mooiste kleren aan en viert de geboorte van baby Jezus. Inmiddels kun je het kerstverhaal wel dromen. Je weet precies hoe het is gegaan. Maar heb jij je weleens afgevraagd of dat verhaal dat jij in je hoofd hebt, eigenlijk wel klopt? Wil jij weleens weten wat er nu allemaal echt is gebeurd rond de geboorte van Jezus? In dit boek ga je op ontdekkingsreis. Je reist langs de verhalen die speelden rond Jezus’ geboorte en gaat op zoek naar antwoorden. Wanneer is Jezus geboren? Werd Hij wel in een stal geboren? Wie waren die wijzen uit het Oosten eigenlijk? Wat was dat nou voor ster die ze zagen? En waarom kwam Jezus als een baby naar de aarde en niet als een volwassene? In dit boek lees je verhalen verteld vanuit Zacharias, Jozef, Maria, Hanna, een wijze en een herder. Zij maken wonderlijke dingen mee! Je leert nieuwe dingen door opdrachten en puzzels te maken. En de moeilijke vragen die we hebben, stellen we aan wijze theologen. Ontdek hoe mooi het kerstverhaal is, van het begin tot het eind. En zie hoe bijzonder Jezus is. Hij kwam als een baby naar deze wereld, ook voor jou. Wat een goed nieuws! Tanneke Dorgelo
6 7 Mag ik je voorstellen aan vier wijze mensen? Zij hebben theologie gestudeerd. Dat betekent dat ze heel veel hebben geleerd over wat er in de Bijbel staat, wie dat hebben geschreven en wat ermee bedoeld wordt. Aan deze vier mensen stellen we onze moeilijke vragen! Ik ben mevrouw Post. Ik heb heel veel geleerd over wat er in de Bijbel staat, wie hem heeft geschreven en wat ermee bedoeld wordt. En nu ik dat weet, wil ik het graag vertellen aan andere mensen. Ik ben meneer Goedhart. Ik werk al heel lang mee aan de jaarlijkse Pinksterconferentie Opwekking. Ook heb ik veel boeken geschreven over de Bijbel. Ik ben opa van tien kleinkinderen en drie achterkleinkinderen. Ik ben meneer Keegstra. Naast veel van de Bijbel weet ik veel over economie, bouwen en filosofie. Ik ben meester op een school voor volwassenen. Ik ben meneer Ouweneel. Ik ben leraar en weet veel over theologie, biologie en filosofie. Ik sta vaak op een podium om te praten over de Bijbel, en ik heb meer dan honderdvijftig boeken en artikelen geschreven.
6 7 Heb je weleens gehoord van de Klaagmuur in Jeruzalem? Het is een speciale muur met grote witte stenen waar Joden komen bidden. In de spleten van deze muur vind je allerlei briefjes met gebeden. Meer dan tweeduizend jaar geleden kwamen er ook mensen bij deze muur om te bidden. Want deze muur was een onderdeel van de prachtige tempel die Herodes de Grote had laten bouwen. Een van de mensen die regelmatig in deze tempel te vinden was, is de pries- ter Zacharias. Hij leefde dicht bij God en hield zich aan alle geboden. Hij was een man vol geloof. Op een dag overkomt hem iets heel bijzonders. Hij krijgt een boodschap van God. Je zou denken dat deze vrome man direct alles gelooft wat God zegt. Maar is dit wel zo? Mevrouw Post, waarom heeft koning Herodes eigenlijk een tempel laten bouwen waar de Joden offers konden brengen? Hij was toch een heel slechte koning? 1. Zacharias in de tempel Mag ik u iets vragen?
8 9 Herodes de Grote was inderdaad geen goede koning. Hij bouwde graag paleizen en (afgods)tempels om te laten zien hoe machtig hij was. En Herodes was wreed. Wie zijn plannen in de weg stond, werd gedood. Daarom haatten de Joden Herodes. Maar Herodes was ook een slimme koning. Hij wilde zich geliefd maken bij de Joden en daarom besloot hij om de tempel in Jeruzalem helemaal te vernieuwen. De tem- pel die er vroeger had gestaan, de eerste tempel, was verwoest door de Babyloniërs en de tempel die er nu stond, was lang niet zo mooi als die eerste, prachtige tempel (Ezra 3:12, Haggai 2:3). Als Herodes deze tempel vernieuwde, werd hij uiteindelijk misschien wel nóg mooier dan de eerste tempel. Daar moesten de Joden wel blij van worden … toch?God woont eigenlijk op meerdere plekken te - gelijk: Hij woont in de hemel en op de aarde. De tempel is dus een heel bijzondere plek op aarde, waar God óók woont. De tempel was altijd met veel zorg gebouwd en gerepareerd door de Joden. Dat deden zij heel precies volgens Gods regels. Daarom was de tempel een heilige plek: een plek die apart is gezet van de wereld en spe - ciaal voor God bedoeld is. God woont daar, maar ook op heel veel andere plekken (lees ook maar eens Johannes 14:23 en 1 Korintiërs 3:16). Maar woonde God wel in die tempel? Hij woont toch in de hemel?
8 9 Een boodschap van God Zacharias houdt zijn adem in. Zou het lot vandaag op hem vallen? Hij kijkt naar de vingers die de priesters voor hem omhoogsteken en telt in gedachten mee. Vandaag is het getal 77. Zou het deze keer bij hem uitkomen? 74, 75, 76, 77. Ja, hij wordt aangewezen! Hij mag het reukoffer brengen om God te eren en te danken. Zijn neef Amos knikt hem bemoedigend toe. Zacharias sluit zijn ogen en haalt diep adem. Wat een wonder dat hij uit al deze priesters is uitgekozen door God. ‘Geweldig dat jij aan de beurt bent!’ Amos loopt naar hem toe en klopt hem op zijn schouder. ‘Ja, geprezen zij God’, zegt Zacharias geëmotioneerd. Zijn ogen worden vochtig. Wat heeft hij naar dit moment verlangd. Zacharias in de tempel Zacharias wandelt door de voorhof van de priesters. Een indringend geluid klinkt als zijn assistenten de gouden vaten vullen met brandende kolen en heerlijk ruikende specerijen: het reukwerk. Vanuit alle kanten stromen priesters toe om te aanbidden. Zacharias beklimt eerbiedig de traptreden naar het heilige, de plek waar het reukof- fer wordt gebracht. Hij loopt langs de vier enorme zuilen die zijn versierd met gou- den wijnranken. Een blauw doek sluit zich achter hem. En ineens is hij in het heilige. Het ruisen van zijn priestergewaad doorbreekt de stilte als hij langs de tafel van de toonbroden en de zevenarmige kandelaar naar het reukofferaltaar loopt. Zijn assistenten hebben hem alleen gelaten. Nog nooit was hij zo dicht bij het prachtig geweven voorhangsel van goud, blauw, paars en dieprood. Zijn handen trillen licht als hij het mengsel van specerijen en wierook op de vurige kolen legt. Speciaal gemengd voor het offer dat hij mag brengen. Terwijl een heerlijke zoete geur het heilige vult, werpt Zacharias zich in aanbidding voor God neer. ‘Allerhoogste, zegen Israël, geef ons vrede. Laat de Messias, de beloofde Redder, toch spoedig komen!’ Plotseling voelt Zacharias dat hij niet meer alleen is. Verschrikt kijkt hij op. Daar, naast het reukofferaltaar staat … Zijn ogen worden groot. Hij wil het wel uitschreeu- wen, maar er komt geen geluid uit zijn keel. ‘Wees niet bang, Zacharias. Uw gebed is verhoord. Uw vrouw Elisabet zal een zoon krijgen en u zult hem Johannes noemen.’ Zacharias is in shock. Een engel, een boodschapper van God! De engel vertelt verder: ‘Hij zal als een bode voor de Heer uit gaan en in alles wat hij zegt en doet, zal hij lijken op de profeet Elia.’ Verhaal
10 11 Maar dat kan helemaal niet. Zacharias denkt aan Elisabet. Aan haar grijze haren, die haar lieve gezicht omlijsten. Hij schudt zijn hoofd en zegt: ‘Mijn vrouw en ik zijn te oud om kinderen te krijgen. Hoe zal ik weten dat dit echt gaat gebeuren?’ Zacharias voelt de pijn in zijn hart. Wat hebben ze vaak om een kind gebeden. Op hun knieën
10 11 gelegen voor God. De engel spreekt weer: ‘Omdat u niet geloofd hebt wat ik u heb verteld, zult u niet meer kunnen praten tot de dag dat dit zal gebeuren.’ Zacharias staat op. De engel is weg. Lijkbleek verlaat hij het heilige. In de voorhof staat een menigte al op hem te wachten. Ze kijken hem bezorgd aan. De zegen, daar wachten ze op. Maar Zacharias schudt nee. Hij gebaart met zijn handen. De mensen fronsen hun wenkbrauwen, ze fluisteren. Dan zwaait hij steeds heftiger met zijn handen terwijl de tranen in zijn ogen staan. En ineens begrijpen ze dat er iets bijzonders is gebeurd. Zacharias en Elisabet ‘Wie is daar?’ Zacharias hoort Elisabet roepen. Hij legt zijn spullen op tafel. Zijn vrouw komt al naar hem toe. ‘Daar ben je!’ Elisabet omhelst Zacharias. ‘Hoe was het?’ Ze kijkt hem onderzoekend aan. Zacharias wijst naar zijn mond en schudt van nee. Dan maakt hij een schrijvend gebaar. ‘Wat is er aan de hand, Zacharias?’ zegt Elisabet ongerust terwijl ze hem een schrijftafel geeft. De oude handen van Zacharias bewegen snel over de schrijftafel. Elisabet buigt zich over hem heen en slaakt een kreet. ‘Ik zwanger?’ Johannes is geboren Elisabet kijkt vertederd naar het gezichtje van haar baby. Wat zijn de afgelopen negen maanden snel gegaan. Hun prachtige zoon is acht dagen geleden geboren en wordt vandaag besneden. ‘En, hoe gaan jullie de jongen noemen?’ De buren en familie kijken haar verwachtingsvol aan. ‘Zacharias toch zeker?’ Elisabet schudt haar hoofd. ‘Nee, hij heet Johannes!’ zegt ze beslist. ‘Johannes? Dat kan niet waar zijn. Er is niemand in uw familie die zo heet’, protes- teren ze. ‘Wacht, we vragen het Zacharias.’ Ze gebaren druk en kijken Zacharias vragend aan. Zacharias begint te schrijven. ‘Johannes is zijn naam.’ Verwonderd kijken zij elkaar aan. Hoe komen ze nu bij de naam Johannes? Plotse- ling staat Zacharias op. Hij heft zijn handen op naar de hemel en zegt met luide stem: ‘Alle eer aan God. Hij is gekomen om zijn volk te bevrijden. Hij doet wat Hij heeft beloofd.’ Met liefde in zijn ogen kijkt hij naar zijn zoon Johannes. ‘Jij, kind, bent straks een profeet van God. Want jij zult de weg klaarmaken, zodat de Heer kan komen.’