Komedie in vier bedrijven
Vergelijkbare bijbelstudies van Uitgeverij Boekencentrum: Pieter L. de Jong: Jezus en de mensen met geld. Bijbelstudies over bezit en rijkdom Arjan Markus: Heel het leven. 10 regels voor discipelschap Stefan Paas, Gert-Jan Roest & Siebrand Wierda: Geloven in de marge. De eerste brief aan Korinte Stefan Paas, Gert-Jan Roest & Siebrand Wierda: Eten met Jezus. Bijbelstudies over maaltijden in Lucas Stefan Paas & Siebrand Wierda: Ontworteld. Bijbelstudies over Daniël 1-6 Stefan Paas & Siebrand Wierda: Zinvol leven. Prediker Bernhard Reitsma: Onvoorstelbaar. Bijbelstudies over de gelijkenissen van Jezus Bernard Reitsma: Adembenemend. Nieuwe bijbelstudies over de gelijkenissen van Jezus André F. Troost: Kom tot rust. Het bijbelboek Hebreeën: medicijn tegen keuze- stress H.J. van der Veen: In Zijn spoor. Bijbelstudies over discipelschap H.J. van der Veen: In gesprek. Bijbelstudies over ontmoetingen met Jezus
Komedie in vier bedrijven Bijbelstudies over Jona Stefan Paas & Gert-Jan Roest Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council ® (FSC ®) draagt. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook is het papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt. www.uitgeverijboekencentrum.nl ISBN 978 90 239 7040 8 NUR 707 Ontwerp omslag: Mulder van Meurs Lay-out en dtp binnenwerk: Gerard de Groot © 2015 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud Inleiding 7 1. In het schip 11 Jona 1 Stefan Paas 2. In de vis 23 Jona 2 Stefan Paas 3. In de stad 35 Jona 3 Gert-Jan Roest 4. In de maling 46 Jona 4 Stefan Paas
7 Inleiding Ergens diep verborgen in de bladzijden van het Oude of Eerste Testament van de Bijbel ligt een pareltje van vier hoofdstukken: het boek Jona. Het is een spannend, vermakelijk verhaal dat zomaar uit de lucht komt vallen, het heeft een hoofdpersoon van wie we niets weten en het eindigt plotseling in het luchtledige, zonder dat we horen hoe het afloopt. Daartussenin trekt een sprookjesachtige wereld in razend tempo voorbij: een schip, een storm, een monsterachtige vis, een reusachtig grote stad, dieren in rouwkleding, een wonderlijke boom. Jona is een roadmovie, een reisverhaal, waarin we een merkwaardige held ontmoe- ten: dapper, idealistisch, compromisloos en verbeten. Hij wordt beschreven in een tekst die tintelt van ironie en die tegelijk altijd mild blijft. In de figuur van Jona krijgen we een blik op ons eigen idealisme. De vraag komt op ons af hoe je kunt blijven geloven in grote idealen, zonder bitter te worden of te vervreemden van je iets minder idealistische medemensen. Het boek Jona schotelt ons een merkwaardige, spannende combinatie voor van idea- lisme en hoop, toewijding en vrolijkheid, onrecht en genade. Het boek Jona is een bevrijdende schaterlach met een serieuze ondertoon. Is wat in dit boek beschreven staat echt gebeurd? Voor sommige mensen is dat een principiële vraag. Zij gaan ervan uit dat alles wat zich in de Bijbel aandient als een vertelling in principe histo- risch gelezen moet worden, tenzij er heel duidelijke aanwijzingen zijn dat het niet zo bedoeld is. Dus: het verhaal over Jona is echt gebeurd; een gelijkenis van Jezus is niet echt gebeurd. Het pro- bleem met zo’n benadering is dat we het hier hebben over oude teksten uit een heel andere cultuur. De aanwijzingen waarmee we
8 kunnen vaststellen of een verhaal de bedoeling heeft historische gebeurtenissen te beschrijven, zijn niet altijd zomaar duidelijk voor ons. Bij gelijkenissen is dat vrij gemakkelijk, maar bij een boekje als dit is het veel lastiger. De meeste uitleggers van dit boek zijn het er overigens wel over eens dat Jona niet bedoeld is als historisch geschrift. Daar - voor hebben ze allerlei argumenten die gebaseerd zijn op de stijl, de historische achtergrond en de inhoud van het boek. Sommi- gen denken dat we in de figuur van Jona een beeld tegenkomen van het volk Israël. ‘Jona’ betekent in het Hebreeuws ‘duif ’, en de duif is in sommige bijbelteksten een symbool van Israël. Andere uitleggers gaan ervan uit dat we hier een bespiegeling voor ons hebben over exclusivisme: het bijbelse Israël beschouwde zich- zelf als het uitverkoren volk van God. Maar wat betekent dit voor andere volken? Horen die er dan niet bij? Dat zou je zomaar kunnen denken, en het boek Jona doorbreekt dit door ons te confronteren met een God die zich bekommert om ‘heidenen’, en zelfs om hun vee. Weer andere uitleggers denken aan een novelle, een kort verhaal dat vooral is bedoeld om te vermaken en te prikkelen. Grappig genoeg zouden al deze betekenissen ook wel te ver - zoenen zijn met een visie op dit boek die het ziet als een ver - slag van historische gebeurtenissen. Jona kan echt geleefd heb- ben en echt in een storm gezeten hebben, enzovoort, terwijl de betekenis van zijn naam en de ervaringen van zijn leven tegelijk een wijze les voor het nageslacht bevatten. Maar de vraag is hoe belangrijk die hele discussie nu eigenlijk is. Mensen kunnen heel lang met elkaar discussiëren over grote vissen en wonderbomen, zonder ooit toe te komen aan de boodschap van het boek. En het interessante is dat het voor de boodschap van dit boek blijkbaar niet zo veel uitmaakt of het nu historisch bedoeld is of niet. Wij hebben er daarom voor gekozen om hier de vraag of wat er in het bijbelboek Jona beschreven wordt echt gebeurd is, in het midden te laten. Hij lijkt ons van weinig belang. INLEIDING
9 In de christelijke gemeente Via Nova in Amsterdam (www.via nova-amsterdam.nl) hebben wij een aantal toespraken gehouden over het boek Jona. We kregen er veel enthousiaste reacties op. Blijkbaar raakt het boekje Jona bepaalde vragen die momenteel in onze samenleving heel actueel zijn. De wereld is vandaag meer verdeeld dan ooit en iedereen komt in de verleiding om zijn of haar idealisme te laten omslaan in bitterheid. Jona stelt juist dit probleem op een heel boeiende manier aan de orde. Zoals we bij een aantal eerdere toesprakenseries hebben gedaan, besloten we daarom ook van deze serie een boekje met gespreksvragen te maken. We hebben de kleur van de oorspronkelijke toespraken zo veel mogelijk bewaard, maar hier en daar hebben we de tekst aangepast om hem beter leesbaar te maken. Ook hebben we al te ‘Amsterdamse’ passages aangepast of verwijderd. Omdat de hoofdstukken misschien wat te lang zijn om in één sessie te bespreken, hebben we wat extra vragen toegevoegd, zodat het mogelijk is om twee bijeenkomsten te besteden aan elk hoofdstuk. We hopen dat het boekje bijdraagt aan goede gesprekken over idealen, zingeving en hoop in een wereld waar we gemakkelijk voortdurend boos of cynisch kunnen worden. Zomer 2015 Stefan Paas Gert-Jan Roest INLEIDING
1. In het schipJona 1 Stefan Paas Het bijbelboek Jona is een klein boekje in de Bijbel. Het bevat vier scènes en we besteden aan elke scène een hoofdstuk. Dat is wel een beetje lastig; net zoiets als een stripverhaal plaatje voor plaatje behandelen. Maar de zonnige zijde is dat elk hoofdstuk eindigt met een cliffhanger: Jona in de boot, Jona in een vis, Jona in de stad Ninevé, en ten slotte: Jona in de maling genomen. Zo blijft het spannend, toch? Duizend-en-een-nacht? Laat ik meteen iets aanstippen wat anders elke keer terug gaat komen: Jona is een boek vol sprookjesachtige taferelen. Een man die opgeslokt wordt door een vis en dan keurig op het strand wordt uitgespuugd, een boom die in één nacht opgroeit en weer afsterft, mensen uit allerlei landen die allemaal moeiteloos elkaars taal verstaan, dat soort dingen. Een beetje duizend-en- een-nacht, toch? En wij leven in een concrete tijd, we zijn opge- leid en we houden van dingen die kloppen. Dus: meteen als je het over het boek Jona hebt, beginnen de discussies: ‘Is dit nou echt gebeurd?’ Daar kunnen mensen heel erg hete hoofden van krij- gen (en merkwaardig koude harten), dus ik wil er graag dit van zeggen: die discussie ga ik meteen parkeren. Het maakt voor de betekenis van dit bijbelboek namelijk helemaal niets uit of we het hier hebben over geschiedenis of over een sprookje, een novelle, een satire, een beeldverhaal – of wat er ook maar over gezegd is. De boodschap kunnen we ook prima begrijpen zonder een debat 11
12 1. IN HET SCHIP over vissen en bomen. En ik wil het juist graag hebben over de boodschap van dit ongelooflijk boeiende en interessante verhaal. Superheld in het rijk van het kwaad Het begint met Jona, de zoon van Amittai. Die naam komen we nog op één andere plek in de Bijbel tegen (2 Kon. 14:25). Jona wordt een ‘profeet’ genoemd, een boodschapper van God. Ver - der weten we eigenlijk niets van hem. Een profeet, dat was een strijder voor rechtvaardigheid en waarheid, iemand die opkwam voor de armen en onderdrukten. Profeten waren voor niets en niemand bang; het waren vaak eenlingen, mensen die naar bin- nen liepen bij koningen en machthebbers om ze eens goed de les te lezen. Zij waagden hun vrijheid en leven voor de goede zaak. Jona was bovendien afkomstig uit Israël. Dat zegt hij verderop in dit hoofdstuk, in vers 8 en 9. De matrozen op het schip vragen hem: ‘Bij welk volk hoor je?’ En Jona zegt: ‘Ik ben een Hebreeër.’ Een Jood dus, iemand uit Israël. En dat is in de Bijbel steeds het uitverkoren volk van God, een volk met een speciale plek in de geschiedenis. Zo wordt met een paar regels meteen de hoofdpersoon neer - gezet, net als in een stripverhaal. Jona deugt van alle kanten. Hij is een profeet en hij komt uit Israël: een goede, moreel hoog- staande man uit een goed volk. En hij moet naar Nineve gaan. Maar dat is nogal wat. Want wat is Nineve? Dat is het vol- komen tegenovergestelde van Jona. Nineve was een tijdlang de hoofdstad van Assyrië, het tegenwoordige Irak. Als Jona hier staat voor de goede machten in de wereld, dan staat Nineve voor alles wat slecht is. Het is een beetje als Batman in Gotham City: een strijder voor recht en waarheid moet naar de donkerste en gevaarlijkste stad op aarde. Assyrië was een oorlogszuchtig rijk: het had Israël ook onderdrukt. Het was enorm wreed, beging oorlogsmisdaden: moorden, verkrachtingen, slavernij, onder - drukking. Kijk maar in de tekst: ‘Het kwaad dat ze daar doen, is ten hemel schreiend’ (1:2). En Jona, onze superheld, moet daar niet heen om zoete brood-
JONA 1 13 jes te bakken; hij moet die stad gaan ‘aanklagen’ namens God. Wat dat betekent, zien we later in het boek: hij moet aankondigen dat die stad gestraft zal worden, verwoest, vernietigd, weggevaagd. Dus zo begint het, heel schematisch: goede profeet uit een goed land moet naar slechte stad met slechte mensen om ze eens goed de oren te wassen. Tot zover allemaal duidelijk en helemaal vol- gens de wetten van een goed verhaal: Lord of the Rings, Batman, noem maar op. Het kwaad van goede mensen Maar dan komt de verrassing: Jona gaat niet. Waarom niet? De clou daarvoor krijgen we pas in het laatste plaatje (hoofdstuk 4), maar ik kan er hier dit van zeggen: het is niet omdat hij bang is. Nee, Jona vertrouwt het niet helemaal. Hij weet iets van God af, en hij weet dat God weleens vaker allerlei oordelen en ram- pen aankondigt en dan toch de hand over zijn hart strijkt. Jona weet niet zeker of de hele reis niet voor niets zal zijn: of hij naar Nineve zal gaan en God dan toch ineens zal beslissen dat hij die stad niet zal verwoesten. En dat bevalt hem niet. Jona gaat niet, omdat hij vermoedt dat de slechte mensen niet gestraft zullen worden. Ik denk dat we hier iets zien waar we enorm veel van kunnen leren. In de tijd dat ik in Amsterdam woonde, vond ik het een van de mooiste dingen dat je daar zo ontzettend veel idealistische mensen hebt. Vroeger was Amsterdam al een plaats waar vluch- telingen uit de hele wereld konden wonen. En wat korter geleden had je het Maagdenhuis, Occupy, de Vluchtkerk… Onze eigen gemeente, Via Nova, komt ’s zondags bij elkaar in een gebouw dat ook wordt gebruikt door een kunstenaarscollectief en door een school voor sociaal ondernemen. Als ik door dat gebouw loop, zie ik het idealisme tegen de plinten klotsen: het verlan- gen om echt iets bij te dragen aan de wereld, om een verschil te maken. Er zijn zo veel mensen in zo’n stad die iets goeds willen
14 doen en er is altijd wel iemand om te helpen, te redden, te ver- beteren; er is altijd wel een zaak om voor te strijden, toch? En is natuurlijk niet alleen maar zo in Amsterdam; Nederland zit vol met zulke mensen. Maar wat het boek Jona ons kan leren, is, denk ik, dat er een groot risico ligt in idealisme. Het probleem is namelijk dat je altijd wel mensen tegenkomt die in de weg staan van het ide- aal dat jij (met je vrienden) nastreeft. Soms hebben die mensen gewoon een andere mening dan jij (wat natuurlijk heel dom en kortzichtig is), maar soms zijn ze ook echt verkeerd bezig (de wereld is geen Disneyland). Maar weet je wat het gekke is? Juist de meest idealistische mensen kunnen daar heel bitter van wor - den. Ik las laatst het verhaal van een boeddhist die in Europa een tour had gemaakt langs verschillende milieuorganisaties. Hij vertelde wat hem zo getroffen had: de verbetenheid, de woede waarmee die goede, lieve, groene mensen praatten over ‘ande- ren’ – vervuilers, overheden, grote bedrijven, enzovoort. Dat was voor hen allemaal ‘Nineve’: nog te slecht voor een kogel. Er kan iets raars met je gebeuren als je je toewijdt aan een goede zaak: je kunt er van binnen door verteerd raken, waardoor je vol haat en bitterheid wordt. Dat is heel begrijpelijk. Je zult je maar dag in dag uit inzetten voor een goede zaak en dan om je heen kijken en zien hoe achte- loos, slordig, egoïstisch andere mensen daarmee omgaan. Ik her - inner me dat ik een keer voor een verkeerslicht stond te wachten en zag hoe iemand in de auto voor mij doodleuk het raampje opendraaide en z’n hele asbak op straat leegde (en natuurlijk reed hij in een bmw). In het licht van het wereldgebeuren een klei- nigheid, maar ik kan er woest om worden. Maar dat is natuurlijk ook een probleem. Er is zo veel kwaad en geweld in deze wereld. Als je je inzet om dat kwaad te bestrijden en je dat doet door alle tegenstanders te haten en te demoniseren, dan word je zelf een deel van het probleem. Vrijwel alle revoluties en oorlogen, vrij- wel alle geweld en bloedvergieten zijn ooit begonnen omdat een 1. IN HET SCHIP
JONA 1 15 groep mensen dacht dat zij gelijk hadden en alle anderen niet, en dat die anderen daarvoor op de een of andere manier gestraft moesten worden. Kijk naar Jona: hij wil niet naar Nineve. Misschien heeft hij de moed verloren. Hij gelooft niet meer dat er echt verandering zal komen. Misschien is hij bitter geworden. Misschien allebei: hij kan er niet meer in geloven; hij kan alleen nog een soort cynisch genoegen hebben om slechteriken te zien lijden. Nederland zit vol met dat soort mensen. En daarom is dit boek, denk ik, zo relevant voor ons. Hoe voorkom je nu dat je jong en vol idealen de wereld binnengaat en dat je er oud en cynisch en ontmoedigd weer uit gaat, of ergens achter de geraniums mopperend je tijd uitzit? Het boek Jona geeft daar, heel subtiel, antwoord op. Dit hele boek is een soort oefening voor een teleurgestelde idealist, iemand als Jona. De lessen zijn eigenlijk heel eenvoudig. Ik kan ze heel snel opnoemen. Lessen voor teleurgestelde idealisten Les 1: je mag je woede tegen onrecht vertrouwen (tot op zekere hoogte). Jona hoeft niet aan Nineve te vertellen: ‘Mensen, het valt allemaal wel mee. Van mijn kant bekeken, ziet het ernaar uit dat jullie een probleem hebben. Maar van jullie kant ziet het er natuurlijk helemaal anders uit. Even goede vrienden.’ We hoeven het kwaad en het onrecht niet te relativeren. Er zijn veel dingen waar we ons terecht over kunnen opwinden. Er is inderdaad kwaad dat ‘ten hemel schreiend’ is. En dat gaan we niet relative- ren. Maar dan les 2: je moet je woede tegen onrecht wantrouwen als de zaak belangrijker gaat worden dan mensen. Ik ben opgegroeid in de laatste jaren van de Koude Oorlog. De wereld was verdeeld in de vrije wereld en de Russen, het rijk van het goede en het rijk van het kwaad. Ik weet nog dat Sting (van The Police ) toen zong: ‘The Russians love their children too.’ Ja, dat geloofden we ook