LEREN WANDELEN MET GOD
GD zo wordt opvoeden leuk TITELPAG.indd 1 07-05-2010 12:22:49
LEREN WANDELEN MET GOD Originally published in the U.S.A. under the title WALKING WITH GOD Copyright © 2008 by John Eldredge Oorspronkelijke uitgever: Thomas Nelson, Inc. Nashville, Tennessee, U.S.A. All Rights Reserved. This Licensed Work Published under liycense Copyright © 20 10 Nederlandse uitgave: Gideon Auteur: John Eldredge Vertaling: Carla de Laat-Faber Omslagontwerp: Studio Vrolijk, Margreet Kattouw Jaar van uitgave: mei 20 10 Uitgave: Gideon, Hoornaar, Nederland ISBN 978-90-6067-5 41-0 NUR 707 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een databank, of doorgegeven in welke vorm of op welke wijze dan ook – elektronisch, mechanisch, gekopieerd, gescand of op enige andere wijze – behalve voor korte citaten in recensies of artikelen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No portion of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means – electronic, mechanical, photocopy, recording, scanning, or yother – except for brief quotations in critical reviews or articles, without the prior written permission of the publisher.
Voor Stasi met wie ik bijna al deze lessensamen heb geleerd.
Inhoud Een woord van dank | 8 Inleiding | 9 P r e l u d e | 15 De stem van God leren verstaan Z o m e r | 35 Een tijd van herstel en vernieuwing, waarin we de weg naar de vreugde terugvinden H e r f s t | 87 Een seizoen van crisis en strijd, maar ver volgens van doorbraak en ontdekking W i n t e r | 1 27 God vinden in ons vierlies, in het alledaagse, en ons hart versterken op de – ogenschijnlijk – lange weg van gehoorzaamheid L e n t e | 1 83 Een periode van wederopstanding, nieuwe hoop en verlangens, een nieuw begini To t s l o t | 215 Appendix: het dagelijks gebed | 217 Andere boeken van John Eldredge | 222
Een woord van dank Mijn grootste dank gaat uit naar de mensen die zo sterk ver- weven zijn met mijn verhalen in dit boek: mijn gezin, mijn vrienden, mijn collega’s van Ransomed Heart, de mensen bij Thomas Nelson en Yates and Yates.
Inleiding In dit boek vertel ik hoe het is om ongeveer een jaar lang met God te wandelen. Als mens hebben wij een diepe behoefte aan een intieme re- latie met God. Daarvoor zijn we gemaakt. Aan het begin van de menselijke geschiedenis, nog voor de zondeval en nog voor - dat wij de wereld uit balans brachten, was er het paradijs, dat Eden werd genoemd. In die tuin, waar alles was zoals het was bedoeld, leefden de eerste man en vrouw. Hun verhaal is be- langrijk voor ons, omdat ook wij zo zouden moeten zijn als zij waren en zouden moeten hebben wat zij hadden. Maar het al- lerheerlijkste aan deze plek was dat zij er wandelden met God. Zij spraken met Hem en Hij sprak met hen. Daarvoor zijn jij en ik geschapen. En dat moeten we terug- krijgen. Ik heb te lang geprobeerd zelf uit te vogelen hoe ik moest le- ven. Ik heb boeken gelezen, cursussen gevolgd en was altijd op zoek naar mensen die het leven leken te snappen. Als ik zag dat de kinderen van de buren het goed leken te doen, vroeg ik me af: Wat hebben zij dat ik niet heb? Hun kinderen doen aan sport. Misschien moet ik de mijne ook op een sport doen. Als ik had ge- sproken met iemand die het helemaal gemaakt leek te hebben in het leven, dacht ik na afloop: Ze leek zo belezen. Ik lees vast niet genoeg. Ik moet meer gaan lezen. Als ik hoorde dat een col- lega goed in de slappe was zat, dacht ik meteen: Hij investeert zijn geld verstandig. Dat moet ik ook gaan doen. We doen dit voortdurend, wij allemaal. We houden een ander in de gaten en beoordelen hem of haar; we observeren de ander en probe-
10Leren wandelen met God ren ons aan te passen. Eigenlijk proberen we te ontdekken hoe we in dit leven succesvol kunnen zijn. Uiteindelijk komen we uit op een hele lijst. Maar het enige resultaat is dat we de kluts kwijtraken. Zal ik nu een boek gaan lezen, óf sporten, óf erop letten dat ik niet te veel vet binnen krijg, óf meer tijd aan de kinderen besteden? Het goede nieuws is dat we het leven niet op die manier kun- nen beheersen. Je zult nooit over voldoende kennis en wijsheid beschikken om ervan verzekerd te zijn dat je leven gladjes zal verlopen. Dat gaat je boven je pet en God zal nooit toestaan dat je zo ver komt. Want Hij weet dat, als we succesvol zijn zonder Hem, we verder van Hem zullen afdwalen. We zullen dan ver - keerde theorieën gaan geloven, bijvoorbeeld: Ik kan het zelf wel en Als ik nog meer mijn best doe, lukt het me wel. Deze manier van leven – alles zelf willen doen, anderen verslaan, de beste willen zijn – is volslagen goddeloos, zonder God. Hij is er niet bij. Dit gedoe doet eerder denken aan de beruchte bouwers van de toren van Babel dan aan hen die in de koele avondscheme- ring met God in de hof wandelen. Dan heb ik toch maar liever God. Misschien heb je wel eens horen zeggen: ‘Geef iemand een vis en je voedt hem een dag. Leer iemand vissen en je voedt hem de rest van zijn leven.’ Dat geldt ook voor het leven zelf. Als je iemand een antwoord geeft, een regel uitlegt of een bepaald principe, help je hem om één probleem op te lossen. Maar als je iemand leert wandelen met God, dan heb je hem voor de rest van zijn leven geholpen. Je hebt hem bij een onuitputtelijke bron van leiding, troost en bescherming gebracht. Als je nu eens wist dat je de gelegenheid had om een hechte relatie op te bouwen met de wijste, vriendelijkste, meest vrij- gevige en ervaren persoon ter wereld, zou het dan niet verstan- dig zijn om heel veel tijd met hem door te brengen, in plaats van zelf door te blijven modderen? Wat we ook doen in het leven – of we nu slager, bakker of kaarsenmaker zijn – ons grootste en diepste behoefte is leren wandelen met God. Zijn stem horen. Hem op de voet volgen.
11 Inleiding Het allerbelangrijkste in een mensenleven is dat we dit leren, want het brengt ons terug naar de bron van het leven. Alles waar we naar verlangen, vloeit voort uit deze relatie. Maar hoe doen we dat? Hoe leren we leven met God? Hoe leren we iedere dag met Hem te wandelen en te spreken? Door de jaren heen heb ik vol verlangen de verhalen gelezen over de discipelen uit de vroege kerk, zoals Athanasius die de hulp had van de geestelijke reus Antonius, of de Benedictijnen die Bene- dictus als voorbeeld hadden, of de volgelingen van Columba die met hem op het Britse eiland Iona leefden. Ik vroeg me dan af: Waar kom je dat vandaag de dag nog tegen? Deze verhalen zijn net als de fabels van Aesopus: vertederend, maar niet meer van deze tijd. Ik ken niemand die in een hutje samenleeft met een geestelijk raadgever, mentor, vader of leider met wie hij de ge- beurtenissen van het leven kan bespreken als hij daar behoefte aan heeft. Ik weet wel dat er zulke vaders bestaan en ik bid dat hun aantal zal toenemen. Maar intussen zijn ze een zeldzaam- heid. De meeste mensen hebben die ymogelijkheid niet. Toch kunnen we wel blijven leren. Misschien ken je geen meester-vliegvisser, maar als je in de gelegenheid zou zijn iemand te zien die al jarenlang zijn lijn uitwerpt, kun je veel leren. Toen Stasi en ik pas getrouwd wa- ren, vonden we het heerlijk om met echtparen te praten die bijvoorbeeld al twintig jaar getrouwd waren. We leerden heel veel van hun ervaringen, zowel de goede als de slechte. Eigen- lijk waren het vooral de verhalen over hun fouten waar wij het meest van leerden. En zo heb ik ontdekt dat ik door mijn erva- ringen te beschrijven en te vertellen wat God mij laat zien, een ander licht kan werpen op jouw ervaringen en onder woorden kan brengen wat God jou laat zien. Door deze verhalen te ver - tellen, wil ik niet beweren dat dit de enige manier is om met God te wandelen. Maar zoals George MacDonald al zei: ‘Zoals geen enkel schriftgedeelte slechts voor één bepaald persoon bedoeld is, zo is er ook in het hart van een mens geen emotie te vinden die alleen bij die ene persoon voorkomt; tot op zekere hoogte leeft deze emotie in ieder mensenyhart.’
1 2Leren wandelen met God Wat ik je hier aanbied, is een reeks verhalen waarin je kunt lezen hoe het is om ongeveer een jaar met God te wandelen. Ik geef je een blik in mijn dagboek. Of in ieder geval een deel ervan. Het nuttige deel, hoop ik. Toen Ernest Hemingway in 1 935 Green Hills of Africa schreef, had hij het gevoel dat hij een risico nam dat de moeite waard was. ‘[Ik heb] geprobeerd een absoluut waar boek te schrijven om te zien of de toestand van een land en de gebeurtenissen van een maand, als zij getrouw worden weergegeven, kunnen wedijveren met een fictief ver - haal.’ Hoeveel waardevoller zou het zijn om elkaar onze erva- ringen vertellen over de werkelijke ontmoetingen die we met God hebben. En dan heb ik het niet over de topervaringen, maar over de dagelijkse ontmoetingen met God, in het tijdsbe- stek van een jaar. Sommige verhalen zullen nieuwe vergezichten voor je ope- nen. Dat hoop ik tenminste. Gods stem leren verstaan kan op zich al een nieuwe ervaring voor je zijn, een opwindende er - varing met telkens weer onverwachte uitkomsten. Je zult on- getwijfeld lessen tegenkomen die je misschien al lang geleden hebt geleerd, soms wellicht beter dan ik. Maar misschien heb je ze vergeten. Vaak vergeten we zelfs de kostbaarste ontmoetin- gen die we met God hebben gehad. Misschien zal ik ze je weer in herinnering brengen, zodat je zult terugvinden wat je mis- schien kwijt was. Misschien kan ik je ook helpen je eigen ver - haal te vertellen, je laten zien wat er zich afspeelt en je helpen om het een plekje te geven, zodat het niet weer wegzakt. Je zult merken dat ik dit boek niet in hoofdstukken heb inge- deeld. Het leven komt namelijk niet in hoofdstukken tot ons, in keurige paragrafen met nuttige tussenkopjes en voetnoten. We krijgen geen overzicht van elke nieuwe dag of een samen- vatting voordat we naar bed gaan. Het leven komt tot ons in een reeks verhalen, gedurende een bepaalde periode. Van elk verhaal kunnen we iets leren. En we kunnen iets leren als we zien hoe ze zich door de seizoenen heen ontvouwen: de herha- ling van thema’s, de terugkerende aanvallen van de vijand, de hand van God in gebeurtenissen die op het eerste gezicht niets
13 Inleiding met elkaar te maken hebben. Ik denk dat je door deze opzet de gelegenheid zult hebben om even te stoppen op momenten dat God tot je spreekt, een bepaald licht op jouw verhaal werpt of je iets nieuws wil leren. Stop dan ook. Neem dat mee als de les voor die dag. Ga niet verder! Neem de tijd om naar God te luisteren. Ik geloof dat we dichter bij God kunnen wandelen. Ik geloof dat we zijn stem kunnen leren verstaan. Maar ik ben me ook ervan bewust dat daar tijd voor nodig is en dat we allemaal hulp nodig hebben om onze ervaringen en de gebeurtenissen in ons leven te interpreteren. Daarom heb ik dit boek geschreven. Het is niet hetzelfde als samen met Antonius of Benedictus in één hut wonen, maar je zult er veel baat bij hebben in je wandel met God. Ik vind zelf altijd troost in de volgende woorden van Frede- rick Buechner: ‘Het schrijven van een autobiografie leidt tot meer dan alleen wat verlegenheid. Als mensen me soms vroegen waar ik aan werkte, was het voor mij bijna onmogelijk daar iets over te ver - tellen zonder van binnen te blozen. Alsof mijn verhaal belang- rijk voor hen is of zou myoeten zijn… Maar toch doe ik het, want ik denk dat het niet uitmaakt wie je bent of hoe welbespraakt je bent. Als je jouw verhaal eerlijk en duidelijk genoeg vertelt, zal het een interessant verhaal zijn en in zeker opzicht ook een universeel verhaal… Als God al op een andere manier tot ons spreekt dan via officiële kanalen zoals de Bijbel en de kerk, denk ik dat Hij meestal tot ons spreekt door wat ons overkomt. Dus wat ik in dit boek heb gedaan … is terugdenken aan wat ik heb meegemaakt – en ik hoop dat mijn lezers uitgedaagd zullen worden dit ook te doen – bovenal op zoek naar zijn stem… [Want] zijn woord voor ons is onbeschrijflijk kostbaar en we kunnen het ontdekken.’ (Now and Then)
prelude zomer herfst winter lente De stem van God leren verstaan
Luisteren naar God Had ik maar geluisterd. Wij hebben als gezin de traditie om elk jaar, na Thanksgi- ving *, het bos in te gaan om onze eigen kerstboom te kappen. We zijn ermee begonnen toen de jongens nog klein waren; in de loop der jaren hielp dit kleine evenement ons de kersttijd in te luiden. Op zaterdagochtend pakken we de jongens goed in en trekken naar de besneeuwde bossen. Stasi neemt warme chocolademelk mee in een thermosfles; ik neem het touw en de zaag mee. Uiteraard denk ik dat er een nog mooiere boom is ‘achter de volgende heuvel’, die altijd een heuvel verder ligt. Andere gezinsleden haken af en keren alvast terug naar de auto, terwijl ik een boom omzaag die altijd een meter te lang is en sleep die anderhalve kilometer met me mee. Het hoort alle- maal bij de traditie. Als je zelf je eigen boom gaat uitzoeken, kom je wel met een vreemde boom thuis, echt zo’n miezerig exemplaar. Maar het is wel onze boom, waar een verhaal aan vastzit. Wij vinden het leuk. Meestal dan. Afgelopen jaar gingen wij het in weekend na het Thanksgi- ving op pad voor onze boom. Het was dit jaar nog leuyker, want we hadden een stukje grond gekocht in de bergen en dit zou de eerste keer zijn dat we een boom konden kappen op onze eigen grond. Ik zag het al helemaal voor me: een gezinswande- ling op sneeuwschoenen door het bos, later warme drankjes bij * Thanksgiving Day: nationale dankdag/feestdag in de Verenigde Staten op de vierde donder - dag van november.
1 8Leren wandelen met God het vuur van de open haard, spelletjes en mooi herinneringen erbij. Maar het liep een tikkeltje anders. Die nacht kwam er een sneeuwstorm opzetten waardoor er een halve meter sneeuw op de wegen lag. We besloten dat we beter naar huis konden gaan, nu het nog mogelijk was, maar in de eerste vijf minuten van de terugreis kwamen we al in een geul terecht. Het duurde ruim een uur voordat we onszelf hadden uitgegraven. We hadden geen schop bij ons en ge - bruikten daarom de plastic slee van de jongens, wat niet echt goed werkte. Uiteindelijk konden we de suv alleen op de weg krijgen als iedereen aan de rechterkant buiten op de treeplank ging staan, alsof het een catamaran was, terwijl ik zoveel mo - gelijk gas gaf. Langzaam reden we terug naar de snelweg. Ik stapte even uit om de boom te controleren (gelukkig hadden we nog wel een boom kunnen bemachtigen, die een meter te hoog was) en ontdekte dat we nu twee lekke banden hadden. Niet één, maar twee. Buiten was het tien graden onder nul, maar door de krachtige noordenwind voelde het aan als twintig graden onder nul. Ik wist dat ik één reserveband had, maar geen twee. (Wie neemt er ooit twee reservebanden mee? Wie krijgt nu er twee lekke banden tegelijk?) Ik had nog wat spul bij me om banden te repareren. Misschien dat we het daarmee zouden redden om thuis te komen. Helaas, het was bevroren. Toen ik uitstapte om dit probleem aan te pakken, had ik de lichten aan laten staan opdat het aankomende verkeer wist dat wij aan de kant van de weg stonden. Nu was de accu dus leegy. Het woord dat bij me opkomt, is beproeving. Het was echt een beproeving. En ik zal het maar belijden: We hadden nooit mogen gaan. We hadden ervoor gebeden, we hadden aan God gevraagd wat het goede moment was om erop uit te gaan. Dat was op vrijdag (de dag na Thanksgiving) en Stasi en ik hadden allebei het idee dat God zei dat we de volgende dag moesten gaan. Maar het leek ons niet verstandig. We waren moe en de jongens wil- den naar hun vrienden. Er waren allerlei ‘redenen’ om niet te
1 9 Prelude gaan, maar het was vooral dat aanhoudende ongeloof, dat zich vaak voordoet als vermoeidheid, dat zeurende stemmetje diep van binnen: Echt waar, God? Is het echt uw bedoeling dat we nu gaan? Dus sloegen we Gods advies in de wind en gingen het weekend erna. Het weekend waarin God had gezegd dat we moesten gaan, was een fantastisch weekend – geen sneeuw, strakblauwe lucht, geen wind. Het zou geweldig zijn geweest. Maar nee, wij moesten het op onze eigen manier doen. Hoe gaat dat oude lied ook al weer? ‘ Vertrouw en gehoor - zaam, want je kunt alleen gelukkig zijn als je Jezus vertrouwt en gehoorzaamt.’ Deze hele beproeving hadden we kunnen vermijden door gewoon te luisteren. De kracht van vooronderstellingen Vandaag ontmoette ik een oude bekende bij de boekhandel. Eigenlijk stond ik al bijna buiten toen hij mijn naam riep. Dus stapte ik weer naar binnen om gedag te zeggen en even een praatje te maken. Hij zag er… slecht uit. Hij was nog maar een schim van zichzelf. Ik vroeg me af hoe dat kwam. Ik verwachtte eigenlijk dat hij zou vertellen dat er iemand was overleden. Een dierbare, vreesde ik. Of misschien was hij ernstig ziek. Niet dat hij zichtbaar achteruit was gegaan, zoals sommige mensen in het laatste stadium van kanker, maar er was iets in zijn voor - komen, alsof een belangrijk deel van hemzelf verloren was gegaan. Je kent die blik wel. Eigenlijk hebben veel mensen dat. Het is een verwarde en moedeloze blik. Terwijl we met elkaar stonden te praten, werd het me duidelijk dat hij slechts afgeta- keld was door een aantal chaotische jaren, waarin teleurstelling een grote rol had gespeeld. Toen ik de boekhandel verliet, vroeg ik me af: Hij was zo’n veelbelovende man. Wat is er toch gebeurd? Het heeft alles te maken met vooronderstellingen. Hij ging ervan uit dat God, omdat Hij een liefdevolle God is, aan zijn verwachtingen zou voldoen. God zou zijn keuzes