Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 19 uit de belijdenis). Bent u het daarmee eens? Waarom wel/ niet? Hoe beleeft u dit in het geheel van de kerk? Wanneer ? verdort? de vreugde (vs. 12b)? Wat is christelijke blijdschap? Verootmoediging voor de . Om welke reden is dat ook vandaag nodig? Hoe functioneert dat in jouw eigen leven? Hoe zou het kunnen/moeten functioneren in de christelijke Waarin hoort u vandaag de dag de voetstappen van de Heere Wat overheerst in jouw leven, als je denkt aan de weder-komst: huiver of verlangen? Waardoor komt dat, denk je? De profeet Jo? l bidt als voorbidder (vs. 19). Op welke manier bent u een voorbidder? Wat betekent voor u persoonlijk de voorbede van Christus in de hemel? (Zie hierbij art. 26 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. ) Uit de belijdenis En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt Godin Zijn goedertierenheid verkondigers van deze zeer blijdeboodschap tot wie Hij wil en wanneer Hij wil. Door hun dienstworden de mensen geroepen tot bekering en het geloof in Christus, de Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van Wie ze niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonderprediker? En hoe zullen zij prediken tenzij ze gezonden worden(Rom. 10:14-15)? Psalm 142:1, 2 en 7 Weerklank 487 ? Heer? , ik kom tot U? Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 18 van de zonde van de mens; en de dieren- en plantenwereld zuchteronder, en boet . . . Zonder het verder in te leiden, spreekt de profeet in de slot-verzen van het eerste hoofdstuk zelf een gebed uit, waarin het? ik? van de profeet en het ? ik? van het volk (de gemeente) samen-vloeien. De profeet weet zich ? ? n met zijn volk; hij gaat het volkvoor, nadat hij in vers 14 opgeroepen heeft de Heere aan te roe-pen. Slechts E? n is er, Die in deze uitzichtloze situatie helpenkan, en Hem roept de profeet aan. Met de woorden ? vuur? en? vlam? ademt alles hier de overtuiging dat de dag des een dag van gericht zal blijken te zijn; uiting van Gods toorn. Runderen en kleinvee, maar ook de dieren van het veld smach-ten en schreeuwen tot God; en dat vanwege de schuld van demens. De totale verwoesting is werkelijkheid; alleen van God Zelf is nog hulp te verwachten. Gespreksvragen Wanneer het gaat om het woord van de dat een actieve luisterhouding. Hoe functioneert dat in jouw leven (als je de Bijbel leest, als je komt onder de prediking van het Woord)? Wat betekent voor jou het gebed ? Spreek, , want Uw dienaar luistert? (1 Sam. 3:9-10)? Op welke manier ligt er een verband tussen ? zonden? en ? tegenslagen? in je leven? Betrek hierbij Lukas 13:1-5 en Kunt u voorbeelden noemen van situaties (wellicht uit uw eigen leven) die u dichter bij de Waren er ook momenten dat iets u verder bij de daan leek te brengen? ? Prediking in de crisis? . Wanneer we belijden dat de predi-king ? bediening van de verzoening? is (2 Kor. 5:18-21), is een crisis in de prediking het ergste wat de kerk kan overkomen (vgl. wat hierboven geschreven is bij vs. 9; zie ook het citaat Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 17 hanenplaag als een voorbode van de spoedig naderende dag van. De uitdrukking ? dag des ? is bij de profetende dag van Gods beslissend ingrijpen. In de uitdrukking ? Ach, die dag!? klinkt een hevig ontsteld zijn door. De dingen diegebeurd zijn, zijn een voorbode van wat nog komt. God Z? lfkomt eraan. Als de profeet ? de dag van de duiden, doet hij dat met afschrikwekkende woorden, ? een ver-woesting van de Almachtige? . Niets en niemand kan het tegen-houden. Die dag k? mt!De profetische woorden in Jo? l 1 zijn tegendraads en roepenvervreemding op. Want in onze cultuur is er eigenlijk helemaalgeen ruimte voor de gedachte dat God Zich met deze wereldbemoeit en dan ook nog beslissend ingrijpt. Het Woord verkon-digt ons echter dat de dingen die gebeuren niet toevallig zijn enevenmin neutraal. Ze vormen een boodschap, altijd en overal;een prediking van Hem, Die komt! Uiteindelijk op de dag vanChristus? wederkomst. Het indringende in de verzen 15 t/m 18 is dat de profeet zichook hier richt op het volk van Juda en de inwoners van Jeruza-lem. Zij zagen ? de dag van de ? als een dag tot verlossingvan Zijn volk, en tegelijk als een dag van oordeel over de hei-denvolken. De profeet maakt echter duidelijk dat het volk van Gods verbond wel kan d? nken dat het veilig is, maar dat het datalleen is als het een leven kent dat gekenmerkt wordt door ? eenroepen tot de ? . Een leven in afhankelijkheid en gehoor-zaamheid. Wanneer dat niet zo is, zal de dag van de voor Gods eigen volk verschrikkelijk zijn, ? een verwoesting vande Almachtige? . In de verzen 16 t/m 18 komen we een aantal elementen tegendie herinneren aan het voorgaande. Aan het slot krijgt de profe-tie nog een verbreding naar het leed in de dierenwereld. Ookvoor hen is er geen voedsel meer. ? Zelfs kudden kleinvee moetenboeten? , zo zegt de profeet. Rampen en onheil zijn een gevolg Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 16 Vers 13-14 De verzen 13 en 14 vormen een climax met een afsluitende op-roep, uiteindelijk naar ? alle inwoners van het land? (vs. 14). Klagenen treuren alleen kunnen het onheil niet verhelpen. De weg vannationale boetedoening en gebed tot de wordt gewezen. Bijzonder is het om te zien hoe de priesters (de voorgangers inhet huis van de ) worden opgeroepen het volk v? ? r tegaan in het zich wenden tot God. Het alomvattende komt daar-bij tot uitdrukking in het overdag ? n ? s nachts gekleed zijn inrouwgewaden. Opnieuw wordt herinnerd aan de afwezigheidvan offers. Het onderstreept hoezeer de relatie met de Heere isaangetast. Vreugde (vs. 12) moet plaatsmaken voor rouw (vs. 13). Niet zonder betekenis is de plaats waar men bijeen moetworden. Het roepen tot de gaat samen met een periodevan vasten; iets wat vaker gepaard gaat met verootmoediging. Indringend vertolken deze verzen hoezeer kla-gen en treuren alleen niet voldoende zijn. Het gaat om de harte-lijke erkenning dat je de nodig hebt. Gezamenlijk schuldbelijden en roepen tot de De vraag is wat dit alles ons te zeggen heeft, ook in de een-entwintigste eeuw. Boven alles moet vaststaan dat ook voor onsalleen redding te verwachten is in de weg van het roepen tot de. Al is er relatieve welvaart in ons land, de geestelijkeleegte is enorm. Op tal van momenten verhuld door een enormedosis namaakvreugde: korte momenten waarvan je het hebbenmoet. Maar de vreugde die blijvend is; de vreugde in God; devreugde in (!) verdrukkingen; die vreugde komt op vanuit delevende omgang met de , onze God. Het is een vreugdedie verbonden is met de dienst van de verzoening. Vers 15-20 De slotverzen van hoofdstuk 1 geven de reden aan waarom ergevast en gebeden moet worden. De profeet ziet de sprink- Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 15 dienaren en de voorgangers in het huis van de brengen tot hartelijke verootmoediging. Dit is immers ingrij-pender dan elke uiterlijke nood. Hiermee is de relatie met dein gevaar. Waar de offerdienst en daarmee de dienst van de verzoening niet meer plaats kan vinden, staat het meestwezenlijke op het spel. Dat gold toen, maar ook in de eenen-twintigste eeuw. In de prediking van het Evangelie wordt deverzoening bediend. Dat betekent dat een crisis in de predikingernstig genomen moet worden. Predikers van het Evangeliezijn geroepen de verzoening te bedienen, als gezanten namens Christus, alsof God Zelf door hen spreekt en aandringt. Waarhet ? woord van de verzoening? aan dienaren van het Woord istoevertrouwd, klinkt het dringende app? l: ? Laat u met God ver-zoenen? (2 Kor. 5:20). Vanaf vers 10 beschrijft de profeet hoe alles is aangetast. Allereerst de opbrengst van het land. Daarmee zijn de onmisba-re gaven en tekenen van de zegen en de verbondstrouw van deweggevallen (vgl. 2:19 en 2:24, maar ook bijv. Gen. 27:28). Het tekent de ernst van het goddelijke strafgericht. Een enormedoodssituatie is het enige wat nog te zien is; lege handen van depriesters zijn het gevolg. Vervolgens worden in vers 11 en 12 vijf vruchtbomen ge-noemd en daarbij tarwe en gerst: een totaal van zeven, het getalde aangerichte verwoestingen. Het is een catastrofe die elk voor-stellingsvermogen te boven gaat. Het hele volksbestaan staat ophet spel. Iedereen staat met lege handen. En, zo klinkt het, ? devreugde is verdord? . De blijdschap is weg. Wie nog probeert erwat optimistisch tegenaan te kijken, steekt z? n hoofd in hetzand. Want als de relatie met de kan worden, hoe zou je dan nog blij kunnen zijn? Dan is hethopeloos. Dan is er geen verzoening en geen uitweg meer . . . Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 14 Met krachtige woorden spreekt de profeet hen aan als ? dronk-aards? en ? wijndrinkers? , om hen wakker te schudden uit hunzorgeloosheid en valse gerustheid. De oproep om te huilenklinkt, omdat de ramp niet alleen anderen, maar ook h? n ge-troffen heeft. Blijkbaar kun je zo verblind zijn dat je niet of nauwelijks in de gaten hebt wat er allemaal gebeurt. En vooralniet welke boodschap erachter zit. De profeet roept het volk optot boete en berouw, omdat het God Z? lf is Die achter alles staat. Je proeft iets van een opklimming als de ernst van de rampwordt beschreven. In vers 6 wordt de werkwijze van de sprink-hanen getekend met beelden die ontleend zijn aan een militaireinvasie. Om het vernietigende te laten uitkomen, worden de tanden vergeleken met leeuwentanden (vgl. Openb. 9:8). Dewijnstok en de vijgenboom die in vers 7 worden genoemd, golden als symbool van welstand, rust en vrede, maar ook vande komende heilstijd. En juist d? t is aan het volk ontnomen. Indringend is daarbij hoe de in de verzen 6 en 7 hetwoordje ? Mijn? gebruikt. God Z? lf is getroffen door de ver-woestende opmars van het sprinkhanenleger. Het tekent denauwe verbinding die er ligt tussen God en mens. Het oordeeldat over het volk gekomen is, raakt de Z? lf tot in hetdiepst van Zijn hart. Het raakt Zijn volk, Zijn land, Zijn Naam. En toch straft de . Waarom? Om Zijn (!) volk tot inkeer tebrengen; terug bij het hart van God. In vers 8 wordt de beeldspraak iets verlegd. De inwoners van Juda worden vergeleken met een bruid, die rouwt om het verliesvan haar man, met wie ze pas getrouwd was. Opnieuw blijkthoe bitter weinig het volk doordrongen is van de situatie. Deprofeet zegt het hen ? ? n en roept op tot boete en berouw, op-nieuw: omdat het God is Die achter deze dingen staat. Het meest ernstige wordt ons getekend in vers 9: er is geenkoren meer op het veld en er groeit geen graan meer. Dat bete-kent dat de graanoffers niet meer gebracht kunnen worden. De tempeldienst is aangetast. Het zou de priesters, de tempel- Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 13 is gebeurd. Maar dan niet alleen die ramp. Er is reden voor omde oproep van vers 2 en 3 te betrekken op het totaal van het bij-belboek Jo? l. Ook de uitreddingen, de beloften, de hoop op Godstoekomst moeten worden doorverteld: dat er in de weg van op-recht schuld belijden en waarachtige verootmoediging voor deuitredding is uit de grootste nood. Het moet een verschrikkelijke plaag zijn geweest. Vier soor-ten sprinkhanen worden in vers 4 genoemd. Eerst kwam dejonge sprinkhaan. Wat hij overliet, at de veldsprinkhaan op. Een derde kaalslag vond plaats door de treksprinkhaan. Enmocht er nog iets achter zijn gebleven, dan viel dat ten prooiaan de zwermsprinkhaan. Als de profeet met deze beschrijvingiets wil duidelijk maken, is het wel het allesvernietigende. Datblijkt ook uit het herhaalde woordje ? rest? (het overgeblevene). Wanneer heeft deze sprinkhanenplaag plaatsgevonden? Datvalt niet met zekerheid te zeggen. Maar er is alle reden voor omervan uit te gaan dat Jo? l het heeft over een re? le sprinkhanen-plaag. Het is geen beeldtaal, maar beschrijft iets wat werkelijkheeft plaatsgevonden. We lezen vaker over sprinkhanenplagenin de oudtestamentische tijd (denk aan ? ? n van de plagen bij Egypte). Veelal heeft het de betekenis van een strafgericht van(zie o. a. Ex. 10:4-19; Ps. 78:46, 105:34v. ; Deut. 28:38; Amos 4:9, 7:1; 1 Kon. 8:37). Het schokkende is echter dat Godsoordeel nu niet gericht is op ? ndere volken, maar op het Joodsevolk zelf; op Juda, Jeruzalem, Gods verbondsvolk! En het meestaangrijpende is dat deze ramp uit de hand van de In hoofdstuk 2:25 zegt de het Zelf: ? Mijn grote leger, datIk op u had afgestuurd. ? Vers 5-12 Nadat de herinnering aan de sprinkhanenplaag wakker is ge-maakt (vs. 4), klinkt er in vier strofen een oproep tot verootmoe-diging (5-7; 8-10; 11-12; 13-14). De personen tot wie de profeet zichricht, blijken de ernst van de situatie echter (nog) niet in te zien. Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 12 aan dat d? t niet voor niets is. Dat er verder niets over de profeetwordt meegedeeld, is een prediking op zichzelf. Hij wordtslechts in dienst genomen. Het gaat niet om hem, maar om hetwoord van de levende God. Het woord van de dat geko-men is tot Jo? l, de zoon van Pethuel. De inzet van het boek Jo? l (? het woord van de ? ) vraagtom een actieve en eerbiedige luisterhouding. Zo? n luisterhou-ding hebben we niet zomaar. Vaak zitten wij er meteen met onzeeigen vragen en gedachten bij. ? Wat vind ik hiervan? ? Of: ? Hoekan de Bijbel dat nu zeggen? ? De Heilige Geest wil het zo makendat we de vragen om leren draaien: ? Wat vindt de Heere van mij? Wat zegt de Heere tot mij? Wat zegt de Heere in dit bijbel-gedeelte over Hemzelf, over mijn leven, over het wereldgebeu-ren? ? Wie zo biddend dit bijbelboek leest, zal door de Heilige Geest gebracht worden tot de belijdenis die vol verwonderingis God. ? Vers 2-4 In deze eerste verzen vraagt Jo? l ieders aandacht voor wat hij op last van zijn Zender te zeggen heeft. ? Hoor!? ? Neem ter ore!? Zoals in de inleiding al is aangegeven, richt de profeet zich tothet tweestammenrijk Juda. In het bijzonder heeft hij oog voorde heilige stad Jeruzalem, waarbij de tempelberg (Sion) het centrum vormt. Het is de plek waar God wilde wonen. De ? oudsten? worden apart genoemd. Misschien zijn de leids-lieden van de stad bedoeld. Het kan ook gaan om de oudereinwoners van de stad. In ieder geval wordt de aanspraak directbreder: ? alle inwoners van het land? . Iedereen wordt aangespro-ken. Als het ware tot getuige geroepen. Wie heeft ooit iets mee-gemaakt wat lijkt op wat er nu gebeurt? Het moet doorverteldworden van generatie op generatie. Waar gaat het over? Allereerst over de ramp die heeft plaats-gevonden. Vers 4 geeft er woorden aan. Een sprinkhanenplaagvan ongekende omvang. Het moet worden doorverteld wat hier Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 11 Waar brengt het ons? Jo? l 1 Intro Keer op keer worden we getroffen door beelden van hongers-noden, natuurrampen en oorlogsgeweld. De profetie? n van Jo? lsluiten daar naadloos bij aan. Een ongekende sprinkhanenplaagheeft het land geteisterd en verwoest. In de beschrijving inhoofdstuk 1 komt de weergave daarvan tot een hoogtepunt in deslotwoorden van vers 14: ? Roep tot de !? D? ? r wil hetwoord van de de getroffenen brengen. Waar brengt het Vers 1 Het is vanuit het opschrift geen vraag hoe het bijbelboek Jo? lgelezen wil worden, namelijk als ? het woord van de ? . Denaam van de profeet komen we alleen in het eerste vers van heteerste hoofdstuk tegen. Wat we over de persoon van Jo? l kun-nen zeggen, is niet meer dan we uit het opschrift en indirect uitzijn woorden afleiden. De naam Jo? l betekent ? de is God? . Het is een samen-voeging van (een afkorting van) de namen ? Jahwe? en ? El? . Hetfeit dat all? ? n zijn naam ons wordt meegedeeld, geeft tegelijk Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 9 berglandschap: heb je de eerste top bereikt, dan blijken er nogmeerdere toppen achter te liggen. Zo is het ook als het gaat omde kernboodschap van deze profeet: ? Nabij is de dag van de Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 8 aangezien de tempeldienst in die periode niet mogelijk was. Het feit dat meerdere volken genoemd worden, maar dat Assyri? en Babyloni? geheel buiten het gezichtsveld lijken te blijven, maakt een datering na 515 v. Chr. (herbouw van de tempel) hetmeest waarschijnlijk. Belangrijker dan de vraag naar de datering is de belijdenis datwe het bijbelboek in z? n huidige vorm ontvangen als deel van decanon, het door God gegeven schriftwoord. Gezien het opschrift(1:1) wil het boek ook niet anders gelezen worden. Over de indeling en opbouw van het boek Jo? l zijn verschillendevoorstellen gedaan. In onze bijbelstudie hanteren we de volgen-de indeling:Eerste hoofddeel: Jo? l 1:2-2:171:2-20 ? Sprinkhanen en droogte dringen aan op vasten en gebed (? Waar brengt het ons? ? )2:1-17 ? De naderende dag van de dringt tot bekering (? Oproep tot reformatie? ) Tweede hoofddeel: Jo? l 2:18-3:212:18-27 ? Gods antwoord op de dag van boete (? De doet geen half werk? )door de Geest? )3:1-21 ? Het gericht over de volken (? Angstaanjagend en be-De profetische boodschap van het boek Jo? l gaat niet alleen overde toekomst, maar is juist ook bedoeld voor de concrete situatievan dat moment. Belangrijk bij het lezen en uitleggen van eenprofetisch boek is het uitgangspunt dat de bijbelse profetie? nvaak een meervoudige vervulling kennen. Het is net als bij een Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 7 e naam van het bijbelboek verwijst naar de profeet die hetwoord van God ontvangen heeft. De naam Jo? l betekent ? deis God? . Omdat ons nauwelijks iets over de profeet zelfwordt meegedeeld, valt over de persoon van Jo? l niet veel te zeggen. Wanneer zijn ouders hun zoon bewust de naam Jo? lhebben gegeven, is daaruit af te leiden dat hij is geboren enopgegroeid in een gezin waar de werd beleden en ge-diend. En zijn naam is en blijft een prediking op zichzelf. Jo? l profeteerde in Juda, met name in en rond Jeruzalem. Deleefwereld van de profeet lijkt ook tot die plaatsen beperkt tezijn geweest. Sion en de tempelberg vormden voor hem hetmiddelpunt van de heilige stad. Als het gaat om de tijd van profeteren, valt niets met zekerheidte zeggen. Sommige uitleggers gaan uit van de negende eeuwv. Chr. (de tijd van Elisa), maar een datering tot in de vijfde eeuwv. Chr. (de tijd van Nehemia) is mogelijk. Omdat in 3:2 de weg-voering van in ieder geval het tienstammenrijk wordt veronder-steld, lijkt een datering na 722 v. Chr. (wegvoering van het tien-stammenrijk) waarschijnlijk. Verder blijkt de tempeldienst infunctie te zijn; een datering tijdens de ballingschap van het twee-stammenrijk (586-515 v. Chr. ) lijkt daarmee niet waarschijnlijk, Binnenwerk Leven bij de Dag_Binnenwerk Hulde aan de. . . 05-02-18 16:10 Pagina 5 1 Waar brengt het ons? Jo? l 1 Oproep tot reformatieJo? l 2:1-17 De HEERE doet geen half werkJo? l 2:18-27 Dromen door de GeestJo? l 2:28-32 Angstaanjagend en beschermendJo? l 3 Onbegrepen wegen Wachten en verwachten Gods eer boven alles