ERIK BORGMAN LEVEN VAN WAT KOMT EEN KATHOLIEK UITZICHT OP DE SAMENLEVING MEINEMA
5 Inhoudsopgave Inleiding Gehoorzaam aan wat zich aandient Maatschappelijke impasse en katholiek uitzicht 9 Idealen, waarden, perspectief 10 Katholiek uitzicht 12 Inzet en opzet van dit boek 15 … van wat komt 18 Hoofdstuk 1 In vreugde en hoop, verdriet en angst Contemplatieve verbondenheid 21 Revolutionaire betrokkenheid 22 Alle levens doen ertoe 25 Nooit geschreven document 27 Een contemplatief standpunt 30 Instrument van Gods plan in de wereld 34 Leven als dienst aan God 38 Hoofdstuk 2 Gebroken beeld van God Vreemdelingen als boden 42 Niet of, maar hoe 44 Verlies aan orde als aankondiging van de toekomst 47 Een geheel dat ontstaat in fragmenten 50 Een lichaam van gebroken beenderen 54 ‘Daarom schaamt God zich niet hun God genoemd te worden’ 57 Het belang van ieders inventiviteit zichtbaar maken 61 Hoofdstuk 3 Nuchtere hoop Vertrouwen op genade 63 Verlies aan perspectief op de toekomst 64 Hoop op genade 67 Genade ruimte geven 70
6 De wereld als plaats van belofte 73 Voor elkaar bron zijn van genade 76 ‘Zouden deze beenderen nog tot leven kunnen komen?’ 79 Hoofdstuk 4 Deelnemen aan het goede 5 Ecologie en contemplatieve politiek 85 Meer dan een probleem dat moet worden opgelost 86 Bekering tot integrale ecologie 90 Deel van een relationeel universum 93 Bijdragen aan het geheel van ontvangen en geven 99 Contemplatieve politiek 102 Hopen op het onvoorstelbare 105 Hoofdstuk 5 Het mysterie van de liefde Een contemplatieve samenleving 107 Toekomstmuziek? 108 Tweemaal geboren 111 Amor mundi 114 Een aanval van geluk 117 Liefde voor goedheid wekken 121 Liefde voor goedheid leven 125 Te midden van alles 127 Een contemplatieve geest 129 Hoofdstuk 6 Bloeiende wildernis Zorg als contemplatieve verbondenheid 133 Oorlogsgebied 134 Samenleving begint met zorg 137 Sociale cohesie of contemplatieve gemeenschap 140 Delen in Gods vriendschap 144 Leven, bewegen en zijn in de liefde 147 Menselijkheid boven bureaucratie 149 Contemplatieve zuster- en broederschap 152 Stilte-centrum 156
7 Hoofdstuk 7 Van schaarste naar zegen Economie en gemeenschap 159 Tegen de omwentelingszucht 160 Deel van het imperium 164 De scheppende kracht van liefde 168 Economie als incarnatie van liefde 172 Wond en zegen 175 Contemplatieve economie 178 Hoofdstuk 8 De menselijke gerichtheid op waarheid vormgeven Onderwijs als openheid 181 Niet compleet zonder wat jullie te zeggen hebben 183 Menselijkheid wekken 187 Verspieders en dragers van vernieuwing 190 Huis van gebed 193 Hoop dat zich een nieuwe toekomst aankondigt 196 ‘Kom, heilige Geest’ 200 Nawo o r d … van wat komt Verlossing uit onze sprakeloosheid 203 Onoverzichtelijkheid 204 Incarnatie 207 … dat het hout uit zichzelf de vorm aanneemt van een schip 211 Heilig-landen 215 Verlossing uit de sprakeloosheid 217 Verantwoording en dankwoord 219 Index van bijbelplaatsen 221 Index van namen 225
9 INLEIDING Gehoorzaam aan wat zich aandient Maatschappelijke impasse en katholiek uitzicht ‘We moeten slimmer aan de knoppen van onze economie draaien’, kopt het gratis tijdschrift van een bank die erom bekendstaat dat hij maatschappelijke verantwoordelijkheid hoog in het vaandel heeft staan. 1 Alsof de economie buiten ons staat en wij zouden kunnen bepalen wat zij doet. Alsof wij geen onderdeel uitmaken van de economie, erdoor gevoed en gekleed worden, en vanuit deze be- trokkenheid over de economie nadenken en invloed op haar heb- ben. Zoals wij ook opgenomen zijn en functioneren dankzij het netwerk van zorg terwijl wij ons, meepratend met de spraakmakers in de media en de politiek, het hoofd breken over de vraag of de zorg straks nog wel betaalbaar zal zijn. Alsof wij de keuze zouden hebben met zorgen op te houden als het antwoord erop ‘neen’ zou luiden. Wij vragen ons af of wij degenen die van elders naar ons toe komen en degenen die onder ons geboren blijven worden allemaal nog wel een plaats kunnen geven in onze samenleving, alsof een samenleving ooit onveranderlijk tegenover degenen zou hebben gestaan die haar vormen. Wij denken na over de vraag hoe ons on- derwijs er met het oog op de toekomst uit zou moeten zien, alsof wij deze toekomst zouden kennen en die niet mede gestalte krijgt door de resultaten van de manier waarop wij ons op haar voorbe- reiden. Wij willen, kortom, hoop scheppen, vertrouwen genereren, zin geven. Wij lijken te vergeten dat we hoop, vertrouwen en zin allereerst krijgen. 1 Op het omslag van het nummer voor het najaar van 2016 van Ideaal, magazine voor klanten van de asn- bank, staat: ‘We moeten slimmer aan de knoppen van de econo- mie draaien.’ Dit is een citaat van econoom en journalist Mathijs Bouman, die in het magazine geïnterviewd wordt.
10 Idealen, waarden, perspectief Hoe kijken wij naar de samenleving, de geschiedenis, de wereld? Vanuit welke houding, vanuit welke plaats en vanuit welke visie op deze plaats zouden wij daar op een productieve manier naar kun- nen kijken? Dat zijn de vragen die in dit boek centraal staan. Het antwoord wordt in de ondertitel aangeduid als ‘een katholiek uit- zicht’. Dat duidt op een manier van kijken die afwijkt van wat van- daag de dag dominant is. Een katholiek uitzicht brengt niet zozeer andere informatie in, maar neemt anders waar. En deze andere wijze van waarnemen is van fundamenteel belang. Want met wat de gebruikelijke manier van kijken is geworden, is iets fundamen- teel mis. Dat is in ieder geval de vooronderstelling van dit boek.Wij zijn het een gewone vraag gaan vinden: waar wil je over vijf jaar zijn? Of over tien? Of vijftien? Wat voor leven wil jij dan leiden, persoonlijk, en hoe willen wij dat ons collectieve leven er dan uitziet? De laatste halve eeuw hebben wij onszelf eraan gewend om bij al deze vragen de waarden te formuleren die hierbij leidend zouden moeten zijn en het perspectief te schetsen waarin wij ons willen plaatsen. Dit doen wij om uiteindelijk concrete doelen te kunnen stellen en plan- nen van aanpak te kunnen ontwikkelen zodat wij deze doelen kun- nen realiseren. Wie er echter op uit is om toekomstbeelden, waarden en perspectief te realiseren, stuit steeds weer op een kloof met de rea- liteit. Deze verschijnt per definitie als gebrekkig en behoeftig. Boven- dien blijken er altijd mensen te zijn die andere idealen hebben, uitgaan van andere waarden en een ander perspectief proberen aan te brengen. In de zelfbewuste taal die vandaag de dag onze onzeker - heid moet verbergen, noemen wij deze weerbarstigheid een uitda- ging. Echter, vaker dan meestal gedacht wordt en bij veel meer mensen dan wij waarschijnlijk geneigd zijn te geloven, leidt dit alles tot het trieste gevoel dat daar waar wij zijn, het goede leven vooral ontbreekt. 2 Tot iedereen wordt opgeschrikt door terroristische aan- slagen, of verbijsterd door een verkiezingsuitslag die een gevoel uit- drukt van diepe verlatenheid, en de innerlijke woede uit door ertegen in opstand te komen. Dan wordt zichtbaar wat lang verborgen bleef. De afgelopen decennia hebben wij in ons deel van de wereld afstand genomen van grote idealen en omvattende beelden van een goede samenleving, of zelfs een wereld waar alles goed zou zijn. 2 Vgl. M. Foley, The Age of Absurdity: Why Modern Life Makes It Hard to Be Happy, Londen etc.: Simon & Schuster 2010.
11 Daarvan hebben wij de gevaren gezien, in het fascisme van de jaren dertig en de eerste helft van de jaren veertig, in de totalitaire regimes van het reëel bestaande socialisme in Oost-Europa tot het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw, maar ook in de ongewenste en onwenselijke gevolgen van de planmatige ontwikkeling van econo- mie en samen leving in het zogenoemde ‘Vrije Westen’. 3 En komend van een iets andere kant hielden zelfbenoemde realisten ons gedurig voor dat het niet gaat om wat wij ons dromen, maar om wat wordt waargemaakt – toch? Dat wat binnen de belangrijkste politieke stro- mingen lange tijd beschouwd werd als grondslag van en richting- gevend voor het engagement, verscheen als – om de uitdrukking te gebruiken die ooit door Partij van de Arbeid-politicus Wim Kok werd gemunt – ‘ideologische veren’. 4 ‘In gelul kun je niet wonen’, zei al eerder Jan Schaefer (1940-1994), een andere PvdA-coryfee. Neen, en je kunt het niet eten, het wast geen zieken en het zorgt niet voor een toekomst voor onze kinderen. Dus het gaat erom dat wij zorgen voor goed onderwijs, goede zorg, een fatsoenlijk inkomen voor iedereen en – Schaefers eigen speerpunt – betaalbare en fatsoenlijke huizen. 5 De ideologische veren bleven nog enige tijd behouden. Immers, zo was de redenering, mensen hebben een lokkend perspectief no- dig. Zij komen uiteindelijk niet in beweging en gaan zeker niet the extra mile voor kostenbeheersing en koopkrachtplaatjes. Maar de visie was functioneel geworden. Zij vormde niet langer de grond- slag van het handelen, maar rechtvaardigde de al op pragmatische gronden overeengekomen praktijken. Daarmee verloor zij uitein- delijk haar geloofwaardigheid en werd vervangbaar. Als zij mensen niet meer in beweging brengt of bindt, zou zij worden afgeschud. Moet je je school nog wel katholiek noemen als deze aanduiding ouders zou kunnen afschrikken die zich aangetrokken voelen tot 3 Vgl. voor een samenhangende kritiek: H. Achterhuis, De erfenis van de utopie, Amsterdam: Ambo 1998. 4 Wim Kok bepleitte het loslaten van ‘de ideologische veren’ door de Partij van de Arbeid in de zogenoemde Den Uyl-lezing op 11 december 1995, getiteld: ‘Wij laten niemand los’. De tekst is te vinden op <http://www.interferenties.nl/wp-content/ uploads/ad/2012/denuyl-lezing-wim-kok-1995.pdf>. 5 Zie voor de achtergronden L. Hoeks, In geouwehoer kun je niet wonen: Het leven van Jan Schaefer, Amsterdam: Atlas Contact 2017. ‘In geouwehoer kun je niet wonen’ is de gekuiste versie van Schaefers uitspraak, die in zijn oorspronkelijke vorm als onwel- voeglijk werd beschouwd en daarom niet werd opgenomen in de Handelingen van de Tweede Kamer.
12 de onderwijskundige aanpak van je school en wiens kinderen zich er zeker thuis zullen voelen? Moet je je ontwikkelingsorganisatie nog christelijk noemen als mensen die zich er met hart en ziel voor inzetten geen binding met een kerk hebben? Moet je je partij nog socialistisch noemen als er geen overeenstemming meer is over wat socialisme in de huidige wereld zou kunnen zijn en mensen zich in naam van het socialisme verzetten tegen de moeizaam gevonden pragmatische koers? In deze situatie verkeren wij. En dan heeft het weinig zin om te pleiten voor meer visie en engagement, zoals nogal eens gebeurt. De manier waarop gemeenschappelijke visie en collectief engage- ment langere tijd tot stand gekomen zijn, is klaarblijkelijk aan zijn einde. Daarom is er niet zomaar een weg terug. De vraag is dus: wat is dan de weg vooruit? Om deze vraag draait het in dit boek. Katholiek uitzicht In de jaren vijftig van de vorige eeuw verlangden velen in de wes- terse wereld naar wat men toen wel aanduidde als ‘het einde van de ideologie’ of ‘het einde van de politiek’. Mensen voelden zich gevan- gen in een wereldwijd web van ideologische tegenstellingen en zij hadden er geen vertrouwen in dat politici hen daaruit zouden kun- nen verlossen. Integendeel, zij meenden dat de politiek de gevan- genschap vergrootte en zo bijdroeg aan een dreigende botsing tussen de twee machtsblokken van dat moment, met een catastro- fale atoomoorlog als voorzienbaar gevolg. In deze periode maakte de Duits-Amerikaanse filosofe van Joodse afkomst, Hannah Arendt (1906-1975), tegendraadse notities over de belofte van de politiek. In wat zij met opzet niet een ‘inleiding in de politiek’ noemde, maar ‘een inleiding de politiek in’, een introduction into politics, stelde Arendt dat de beleden afkeer van de politiek eigenlijk neerkwam op een verlangen naar politiek. 6 Mensen verlangden naar het beëindi- gen van het handelen op basis van ideologische of bestuurlijke re- flexen. Het Westen was behalve in de technologie ook in de politiek gaan denken in termen van effectiviteit, zo meende Arendt, en het had hierdoor het zicht verloren op het eigensoortige van politiek 6 H. Arendt, The Promise of Politics, New York: Schocken 2005, m.n. 93-200: ‘Introduc- tion into Politics’. Deze uitgave is gebaseerd op aantekeningen die Arendt maakte in de eerste helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw.
13 handelen. Het was daarom zaak terug te keren naar de politiek in de volle zin van het woord. Politiek is volgens Arendt het proces waarin mensen met hun verschillende verlangens en ideeën, waarden en idealen niettemin een gezamenlijke wereld vormen van betekenis, verband en hande- lingsmogelijkheden. 7 Mensen die zeggen een afkeer te hebben van politiek as usual, roepen in feite om politiek, begrepen als het zoeken naar en het vinden van nog niet bestaande mogelijkheden. Politiek in deze zin staat volgens Arendt gelijk aan een wonder, een schepping uit niets. Het gaat in haar visie niet om besturen, niet om het imple- menteren van idealen, het realiseren van waarden of het forceren van een perspectief. Het gaat erom in de bestaande situatie zinvolle maat- regelen überhaupt weer denkbaar en voorstelbaar te maken. Politiek in de positieve betekenis die Arendt eraan geeft, maakt het mogelijk de feitelijk in de wereld werkzame krachten niet te zien als destructief en bedreigend, maar als producenten van toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat wij een dergelijke politiek vandaag de dag meer dan ooit nodig hebben. De basis van deze overtuiging en van haar uitwerking is gelegen in wat ik ‘een katholiek uitzicht op de samenleving’ noem. Wat dit uitzicht is, zal in de loop van dit boek hopelijk duidelijk worden, maar het is van belang van tevoren te bedenken dat het om iets anders gaat dan om politiek bedrijven op basis van katholieke waarden, op grond van katholieke idealen of met het oog op een perspectief dat aan de rooms-katholieke traditie is ontleend. 8 Een katholiek uitzicht op de samenleving is erop ge- richt zich te laten gezeggen door wat zich aan verbondenheid in goedheid en liefde aandient. Daarom gaat het niet om het innemen van een activistisch, en ook niet van een visionair standpunt, maar van een contemplatief standpunt: het ontwikkelen van een positie van waaruit de situatie waarin wij verkeren opnieuw gezien en ge- hoord kan worden, zodat zichtbaar kan worden wat ons wordt gege- ven en hoorbaar is wat er van ons wordt gevraagd. Om nader te verhelderen wat ‘een katholiek uitzicht’ betekent, zijn – hoe onlogisch het misschien op het eerste gezicht ook lijkt – 7 Vgl. M. Canova, Hannah Arendt: A Reinterpretation of her Political Thought, Cam - bridge: Cambridge University Press 1992. 8 Zie voor een verwante, zij het niet helemaal gelijke positie: Ch. Taylor, ‘A Catho lic Modernity?’, in: A Catholic Modernity? Charles Taylor’s Marianist Award Lectures, ed. J.L. Heft, New York/Oxford: Oxford University Press 1999, 13-38.
14 de gedachten van de geseculariseerde Joodse Arendt behulpzaam. Arendt stelde nadrukkelijk dat de constatering dat er een wonder moet gebeuren om het maatschappelijk leven perspectief te geven, ons niet hopeloos hoeft te maken of af moet schrikken. Wij zouden moeten bedenken dat er elke dag, elk moment van de dag wonde- ren gebeuren, en onze ogen daarvoor moeten openen. Want er is niets gewoners dan een wonder, volgens Arendt. Wonderen ver- staat zij dan niet als een goddelijk handelen dat de natuurwetten doorbreekt, maar als gebeurtenissen die zich niet laten voorspellen en die, als zij plaatsvinden, niet herleid kunnen worden tot hun voorwaarden. Wat daarvoor onmogelijk was, is daarna volstrekt logisch. Nog niet zo lang geleden – om maar dit triviale voorbeeld te noemen – was een rookverbod in de trein ondenkbaar. Nu geldt verzet tegen een dergelijk verbod als volkomen exotisch. De men- selijke samenleving ontwikkelt zich naar Arendts visie door onher - leidbare gebeurtenissen, gebeurtenissen die in de volle zin van het woord ‘nieuw’ zijn. Erna is de wereld anders dan ervoor, zijn er andere mogelijkheden, dienen zich andere perspectieven aan. 9 Een politiek die zich een dergelijke vernieuwing tot taak stelt, plaatst zich in een hopeloze positie. Zij kan niet anders dan jammer - lijk falen. Maar wie ervan uitgaat dat de doorbrekende vernieuwing al aan het gebeuren is en erom vraagt te worden waargenomen opdat er aan kan worden meegewerkt, die ontdekt een ongekende overvloed aan aanzetten. Dit is het effect dat een katholiek uitzicht op de samen- leving beoogt. Politiek is dan in alle vormen en op alle niveaus – als deelname aan de nationale regering, als stimulering en regulering van de lokale samenleving, als het ondersteunen en bevorderen van initia- tieven om de maatschappelijke verhoudingen te verbeteren of bij te sturen – niet langer een consequentie van een overtuiging of de uit- drukking van een visie. Politiek is een vorm van geloof in, contempla- tie van en toewijding aan wat komt. Het gaat wel om creatio ex nihilo, maar die hoeft niet van ons te komen. Het gaat om creatieve gehoor - zaamheid aan wat zich onherleidbaar aandient en wat niet alleen de wereld, maar dankzij ons engagement ermee ook onszelf herschept. 9 Arendt, The Promise of Politics, 111-113. Vgl. voor de religieuze en theologische beteke- nis van Arendt: J. Kiess, Hannah Arendt and Theology, New York: Bloomsbury T & T Clark 2016.
15 Inzet en opzet van dit boek De wereld is niet leeg, wachtend tot politici, beleidsmakers of sociale activisten haar gaan vullen met idealen en waarden, of zelfs – op meer metafysisch niveau – tot wij mensen haar richting geven door ons handelen en perspectief bieden met behulp van onze projecten. De wereld zit vol idealen en waarden, vol richting en perspectief. Deze dienen zich aan en vragen om aandacht. Zij spreken en getui- gen uiteindelijk allemaal – zij het op gebroken wijze – van het verlan- gen naar en de inzet voor goed leven. ‘Leven van wat komt’ betekent niet proberen ze naar de eigen hand te zetten, maar zich in dienst stellen van datgene waarvan zij getuigen. Dit vraagt om een eigen manier van onderscheiden en interpreteren van wat er gebeurt. Het vraagt om wat vanouds ‘contemplatie’ wordt genoemd, om een waar- neming van wat er aan de hand is die het waargenomene beschouwt als een vraag, als een inzicht dat consequenties heeft voor de eigen positie, als een uitnodiging, een opdracht. In dit boek onderzoek ik wat dit kan betekenen in relatie tot enkele belangrijke maatschappelijke vragen waarmee wij vandaag de dag in ons deel van de wereld worden geconfronteerd. De hoofd- stukken die volgen gaan in op debatten die in onze samenleving gaande zijn om daarin een spoor te vinden dat ons vooruit trekt. De uitkomst is geen politiek programma, maar communiceert ho- pelijk een houding die in staat is om wat komt aan het licht te laten komen als liefdevol geschenk, en zich daarvan vervolgens in dienst te stellen. In het eerste hoofdstuk wordt de inzet van dit boek in verbinding gebracht met het uitgangspunt dat de Rooms-Katholie- ke Kerk in 1965 officieel afkondigde: dat geloof gestalte en beteke- nis krijgt in nabijheid aan en verbondenheid met wat er in de wereld gebeurt. Aansluitend bij een formulering van paus Francis- cus wordt de houding die hierbij hoort een ‘contemplatief stand- punt’ genoemd, en dit blijkt allereerst het afscheid te impliceren van elke vorm van afstandelijkheid. Het komt erop aan dat wij ons- zelf zien als verbonden met en op het spel staand in de lotgevallen van de andere schepselen, in gemeenschap waarmee wij leven en dat ons steeds opnieuw toekomst wordt gegeven. Het tweede hoofdstuk zoomt vervolgens in op de actuele discussie over onze omgang met vluchtelingen. De mensengemeenschap met al haar onderscheidingen en scheidingen, haar onderlinge be trok- kenheid en haar onderlinge vijandschap wordt in haar gebrokenheid zichtbaar als beeld van God. Een analyse van de betekenis van het