Inhoud Proloog 7 1. Deel van een derde cultuur 13 2. Grootvader 21 3. Naar school 33 4. Een kans op verandering 39 5. Een nieuw leven 47 6. Uitt ocht 57 7. Op weg naar huis 69 8. Zoals Jona 75 9. De geboorte van een bediening 81 10. Voor het eerst naar Noord-Korea 87 11. Een hoge prijs 97 12. Terug naar Noord-Korea 103 13. Afgoden ontmaskerd 111 14. Gods overvloedige evangelie in een gesloten land 121 15. Papieren tijgers 129 16. Een verhulde zegen 141 17. Nieuwe beproevingen 151 18. Nummer 27 159 19. Zegen achter de tralies 169 Epiloog 179 Foto’s 183
7 Proloog Vlak bij de grens tussen Noord-Korea en China, ongeveer acht jaar ge- leden. ‘Hallo?’ Esther nam de telefoon op, een onzekere klank in haar stem. Hoewel ze het nummer herkende, wist je maar nooit wie er aan de andere kant van de lijn was. Ze probeerde altijd wat verward over te komen, totdat ze zeker wist dat ze niet de politie aan de telefoon had. ‘Esther,’ klonk een wanhopige stem. ‘Help me alsjeblieft ! Ik ben neergeschoten!’ Toen werd de verbinding verbroken. Esther herkende de stem onmiddellijk: het was Peter, een man uit Noord-Korea die ze al meer dan twee jaar begeleidde in zijn wandel met de Heer. Ze hield de telefoon nog zeker dertig secon- den tegen haar oor gedrukt voor het geval de verbinding hersteld werd, maar ze hoorde niets anders dan stilte. -- Peter was een van de vele Noord-Koreanen die illegaal de Tumen en de Yalu had overgestoken om in China te komen om daar voed- sel te kopen en geld te verdienen om in het onderhoud van hun gezin te voorzien. De rivieren worden zwaarbewaakt, zowel aan
8 Noord-Koreaanse als aan Chinese zijde, en over het algemeen schieten de grenswachters voordat ze vragen stellen. Om te kunnen oversteken zonder te worden neergeschoten bleef Peter overdag in het gras bij de rivieroever liggen, zo stil als hij kon. Hij kroop slechts een paar centimeter per uur vooruit in de hoop dat hij zo geen aandacht zou trekken. In het duister van de nacht, als de kans om opgemerkt te worden het kleinst was, be - woog Peter zich sneller door de struiken, totdat hij de rand van de rivier bereikt had. Eenmaal op de oever trok hij zijn kleren uit, liet zich langzaam in het ijskoude water glijden en zwom in het don - ker naar de overkant, zijn kleren boven zijn hoofd om ze droog te houden. Hij wist dat het gevaarlijk was, maar hij had geen keus. Zonder die riskante uitstapjes naar China zouden hij en zijn fami - lie waarschijnlijk van de honger sterven. In beide gevallen riskeerde hij zijn leven. Deze specifieke nacht verliep alles volgens plan. Als hij de Chinese kant van de rivier eenmaal bereikt had, zou hij de enige persoon bellen die hem kon helpen: Esther. Zij was de eerste per - soon die hem over Jezus verteld had en hij was tot levend geloof gekomen dankzij haar bediening. Ze had hem een paar maanden lang bij haar thuis onderwezen. Ze had hem ook geld gegeven, en voedsel, kleding, dekens, een mobiele telefoon, audiobijbels en vi - deobanden met The Jesus film om mee terug te nemen naar zijn dorp. Op zeker moment had Esther zelfs drie voormalige Ameri - kaanse militairen geregeld om hem mee terug te smokkelen naar Noord-Korea. Maar nadat hij alle audiobijbels onder de mensen in zijn dorp had uitgedeeld en het geld en het voedsel helemaal op waren, moest Peter weer terug naar China. Toen hij bijna bij de Chinese oever was aangekomen, hoorde Peter in het donker plotseling een soldaat schreeuwen. Het ge - luid weerkaatste op het water, waardoor Peter niet kon vaststellen uit welke richting het kwam, maar hij wist dat hij gezien was. Hij bewoog zich zo snel hij kon door het ijzige water, richting China, Licht voor Noord-Korea
9 Proloog waar hij zich in het bos zou kunnen verstoppen. Zodra hij de be - vroren oever bereikt had, klonk er een schot. Met een ruk draaide hij zijn hoofd. Hij zag nog net een lichtflits uit de loop van een ge - weer komen voordat er een vlammende pijn door zijn been schoot. Gewond maar nog in leven lukte het hem het bos in te kruipen en Esther te bellen. -- Een aantal kilometer verderop maakte Esther zich grote zorgen. Deze plotselinge wending had ze op geen enkele manier kunnen voorzien. Ze bad voor Peter terwijl ze zich in een omslagdoek wik - kelde om hem te gaan zoeken. ‘Waar ga je naartoe, mam?’ vroeg haar zoon. Esther wist niet wat ze moest antwoorden. Ze wist niet waar ze Peter moest zoe - ken. Ze wist niet of ze hem zou vinden, en ook niet wat ze moest doen als dat wel lukte. Maar ze zag beelden voor zich van Peter die ergens in een open veld lag, bloedend uit de wond die de kogel ge - slagen had, en ze wist dat hij haar hulp nu meer dan ooit nodig had. ‘Waar ga je naartoe?’ vroeg haar zoon nog een keer. ‘Ik weet het niet precies. Blijf jij maar hier bij oma,’ zei ze, ter - wijl ze zich de deur uit haastte en op een taxi wachtte. Op het moment dat Esther in de taxi stapte, zaten de Chinese grenswachten Peter al op de hielen. Omdat er jaarlijks zoveel Noord-Koreanen zijn die proberen om de grens naar China over te steken zijn de grenswachten bij - zonder bedreven geraakt in het opsporen van deze mensen. Het zijn net jagers van wie de zintuigen zijn aangescherpt door jaren ervaring. Sterker nog, de Chinese autoriteiten beschouwen het ja - gen op vluchtelingen als een van de beste manieren om een nieuwe grenswacht in te werken. Nieuwe grenswachten worden vaak ge - dwongen om de langste diensten te draaien, vroeg in de ochtend.
10 Als het spotten van mensen die illegaal oversteken ze niet goed af - gaat, worden ze aan het einde van de week gestraft. Maar de nieu - weling die de meeste ‘illegalen’ weet te pakken, wordt uitgeroepen tot winnaar van de week en heeft het recht om tijdens zijn dienst de andere wachten uit te jouwen en belachelijk te maken. Het tragische is echter dat deze grenswachten het niet gemunt heb - ben op dieren. Ze maken er een sport van om mensen die al bijna aan de honger bezweken zijn op te jagen, weerloze slachtoffers die alleen maar op zoek zijn naar een manier om te overleven. Wat het zelfs nog erger maakt is dat deze vluchtelingen, als ze eenmaal zijn opgemerkt, vaak gemakkelijk neer te schieten en gevangen te nemen zijn: ze zijn zo ondervoed dat ze zich nauwelijks normaal kunnen bewegen. Bij Peter was dat niet anders. Ze vonden hem kort nadat hij Es - ther gebeld had. Hij werd onmiddellijk gearresteerd en gedwon - gen naar de nabijgelegen weg te lopen, ook al was hij ernstig ge - wond aan zijn been.Langs de weg stond een politiewagen klaar om hem mee te ne - men naar een grote gevangenis even buiten Tumen Stad. ‘Heb je hem gefouilleerd?’ vroeg een van de politieagenten aan de grens - wacht voordat hij Peter in hechtenis nam. ‘Hij is vel over been. Wat kan hij bij zich hebben?’ snauwde de grenswacht terug, niet van plan verantwoording af te leggen aan de politie. ‘Maakt niet uit. De procedure moet gevolgd worden. Wie weet wat die honden allemaal meesmokkelen?’ Met die woorden begon de agent Peter te fouilleren. Hij haalde een mobiele telefoon te - voorschijn uit een binnenzak en duwde die in Peters gezicht. ‘Met wie heb je gepraat?’ De agent doorzocht de lijst met recente gesprekken en belde het laatste nummer. Esther nam de telefoon op. ‘Hallo? Peter? Waar ben je?’ De agent antwoordde fluisterend: ‘Ben jij het?’ Hij had dit dui - delijk al veel vaker gedaan. Licht voor Noord-Korea
11 Proloog ‘Ja, ik ben het. Esther. Waar ben je?’ Ze wachtte even. Er leek iets niet in orde. Het bleef stil aan de andere kant. ‘Waar ben je nu?’ vroeg de agent, nog steeds fluisterend. Esther realiseerde zich dat het niet Peter was die ze aan de tele - foon had. Ze hing op, maar wist dat de schade al was aangericht. ‘Zij is het!’ riep de politieagent uit. ‘Wie?’ vroeg de grenswacht. ‘Esther! We zijn al jaren naar die vrouw op zoek!’ Hij had gelijk. Esther was nog niet zo lang geleden vrijgelaten uit de Chinese gevangenis, waar ze vastzat omdat ze van mensen - handel beticht was. Maar een paar avonden eerder was haar naam opnieuw genoemd, toen de Chinese politie een Noord-Koreaanse huurmoordenaar had opgepakt. Het bleek dat China niet het enige land was dat achter Esther aan zat. De Noord-Koreaanse regering probeerde al heel lang om iets te doen aan die vervelende Chinese christenen die op de grens van Noord-Korea woonden en zich het lot van Noord-Koreaanse vluchtelingen aantrokken. Deze vluchtelingen, die in groten geta - le Noord-Korea uitglipten om in China geld en voedsel te vinden, hadden geleerd dat huizen met een kruis op de voordeur veilige toevluchtsoorden waren. Dankzij de heldendaden van Chinese gelovigen kwamen er al tientallen jaren grote aantallen Noord- Koreanen tot geloof in Christus. Een van de grootste overtreders onder deze Chinese christenen, in elk geval in de ogen van de Noord-Koreaanse regering, was Es - ther. Ze hadden haar al eerder gevangengezet (en de Chinese rege - ring ook) en waren van plan geweest haar te executeren. Niemand wist precies waarom ze was vrijgelaten, maar de Noord-Koreaanse regering was vastbesloten dat niet nog een keer te laten gebeuren. Ze hadden nu zelfs een huurmoordenaar in de arm genomen, die naar China was afgereisd om in Esthers kring van medewer - kers te infiltreren en zo uit te vinden wie haar contacten waren. Hij had opdracht gekregen hen allemaal te doden door hen één voor
12 één een giftige injectie toe te dienen. Het plan van de moordenaar was echter ontdekt toen hij in China toevallig gearresteerd werd wegens een andere overtreding en de Chinese politie in een van zijn zakken een lijst met namen vond. Hij werd gemarteld tot hij de informatie waar ze naar op zoek waren losliet, en dat was het moment waarop de Chinese regering ontdekte dat hij gestuurd was om Esther te doden. Dat ergerde de Chinese politie mateloos, omdat het bewijs was dat Esther zich opnieuw bezighield met het verlenen van illegale steun aan die vluchtelingen – of, zoals de po - litie het noemde, met mensenhandel. Toen Esther na het telefoontje met de politieagent de verbinding verbrak, besefte ze dat zij en haar gezin opnieuw in groot gevaar waren. Ze was net uit de gevangenis vrijgelaten, dus als ze nu weer gearresteerd werd, zou ze zeker geëxecuteerd worden, of veroor - deeld tot levenslange dwangarbeid, wat min of meer hetzelfde was. Ze wist dat ze de telefoon moest lozen, dat ze een nieuwe ma - nier moest verzinnen om contact met haar familie op te nemen en dat ze onmiddellijk moest vluchten. Terwijl ze daar in de taxi zat, gaf Esther alles over in handen van God. Ze was een gezochte misdadiger in China en nog steeds een belangrijk doelwit van de Noord-Koreaanse regering, die onge - twijfeld een nieuw complot zou smeden om haar te doden. Jezus volgen had geleid tot gevangenisstraf, zowel in China als in Noord-Korea, maar haar Heer had haar steeds opnieuw bevrijd. Alleen Jezus kon haar nu helpen. Licht voor Noord-Korea
13 1. Deel van een derde cultuur Welnu, dit zegt de HEER , die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël: Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen, ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij! Jesaja 43:1 Als iemand het kleine platt elandsdorpje vlak bij de grens tussen China en Noord-Korea binnen zou rijden, zou het enorme verschil met andere regio’s in China hem onmiddellijk opvallen. Omdat de plaatselijke bevolking voor het grootste deel bestaat uit Koreanen die in China geboren zijn, zijn de reclameborden en wegwijzers in het dorp allemaal in zowel Koreaans als Chinees geschreven. De Koreaanse cultuur is deel van het dagelijks leven. Tot grote frus- tratie van Chinese bezoekers spreken veel van de plaatselijke taxi- chauff eurs en serveersters door wie ze geholpen worden alleen Ko- reaans. Het is mogelijk om in deze regio te wonen zonder je zelfs de basisbeginselen van de Chinese taal eigen te maken. De Koreaanse Chinezen die in dit gebied wonen, vormen een van de vele etnische minderheden die China rijk is. De mensen zijn Chinese staatsburgers, maar ze leven volkomen afgescheiden van de Han-Chinezen, die de grootste bevolkingsgroep vormen. Het voedsel, de taal, de ceremonies en de gebruiken in deze regio van
14 China zijn allemaal honderd procent Koreaans. Toch hebben deze Koreaanse Chinezen ook hun Chinese identiteit omarmd, waar - van de grote aantallen Chinees-Koreaanse soldaten die tijdens de Koreaanse oorlog voor China vochten en daarbij het leven lieten misschien wel het meest opvallende bewijs zijn. Hun inzet in deze oorlog heeft hun groot respect opgeleverd, zowel aan Chinese als aan Noord-Koreaanse zijde. In veel opzichten zijn de Koreaanse Chinezen niet werkelijk Chinees te noemen, maar ook niet wer - kelijk Koreaans. In feite vormen ze een derde cultuur, een mix die elementen van beide culturen bevat. Esther Chang In 1967 werd in dit bijzondere dorp een klein meisje geboren dat God op een geweldige manier voor zijn werk zou gebruiken. Haar naam was Esther. En zoals we zullen zien speelde het feit dat zij deel uitmaakte van die derde cultuur een essentiële rol in de evan - gelisatie in Noord-Korea – tot op de dag van vandaag. Wie in de jaren zestig in China geboren werd, had het niet gemakkelijk. De Culturele Revolutie was nog in volle gang. Mao Zedong was aan de macht en hij was deze revolutie gestart om elke mogelijke afwijking richting het kapitalisme te voorkomen. Door middel van voortdurende, intensieve propaganda werd de Chinese jeugd opgeroepen om de ‘vier ouden’ de oorlog te verklaren en zich met man en macht toe te leggen op de vernietiging van (1) de oude cultuur, (2) oude gebruiken, (3) oude gewoonten en (4) oude ideeën. Mao Zedong was ervan overtuigd dat de economie van China niet onder de revolutie te lijden zou hebben, omdat hij zijn leger van Rode Gardisten opdracht gegeven had de werkende klasse en de plattelandsgemeenschappen met rust te laten. Hij had het mis. Er ontstond een enorme sociale chaos en miljoenen mensen stierven als gevolg van geweld, honger en kou. Het hele land viel ten prooi aan armoede, te danken aan Mao Zedong zelf. Esther was het derde kind in een gezin van vier kinderen. Ze had Licht voor Noord-Korea
15 1. Deel van een derde cultuur een oudere broer en zus, en een jongere broer. Haar familie was al generaties lang christen. Haar grootvader was opgegroeid in de Sovjet-Unie en vlak voor de Chinese Communistische Revolutie naar China geëmigreerd. Hij was net op tijd uit de USSR vertrok - ken, want niet veel later werden etnische Koreanen zoals hij ge - dwongen op de trein gezet en afgevoerd naar Centraal-Aziatische landen als Kazachstan, Kirgizië en Oezbekistan. Hoewel de medi - sche opleiding die hij in de USSR had gevolgd een aanwinst was voor de Chinese plattelandsgemeenschap, waren hij en zijn hele familie het mikpunt van vervolging, wegens hun christelijke ge - loof en wegens de op dat moment alomtegenwoordige haat jegens opgeleide mensen. Daarnaast werden haar grootvader en zijn familie ook gediscri - mineerd wegens hun etnische afkomst. Chinese kinderen waren niet erg aardig tegen Koreaanse kinderen. Ze scholden ze vaak uit of gooiden met stenen naar hen. Van al zijn Koreaanse leeftijds- genoten had Esthers vader het meeste onderwijs genoten, maar zelfs hij was na het laatste jaar van de basisschool afgehaakt als gevolg van de afschuwelijke, wrede pesterijen die hij en alle Ko - reanen dag in, dag uit te verduren kregen. De waardevolste lessen leerde hij niet op school, maar van zijn vader, die hem wat medi - sche basiskennis bijbracht. De familie specialiseerde zich in gezondheidszorg en tegen de tijd dat hij volwassen was en zelf drie kinderen had, was Esthers vader de enige arts in het hele dorp. Zijn baan was verre van ge - makkelijk. Hij kreeg nauwelijks betaald voor zijn werk en hij had maar weinig medische hulpmiddelen tot zijn beschikking. Om in het onderhoud van zijn gezin te kunnen voorzien moest hij er zelfs nog een tweede baan bij nemen en in de avonduren zwaar fysiek werk doen. Hij had geen medische staf tot zijn beschikking, geen verloskundigen en geen opgeleide verpleegkundigen die ernstig zieke patiënten konden verzorgen. De hygiëne in de dorpskliniek was zo bedroevend slecht dat het
16 zelfs mogelijk was dat mensen gezond naar de kliniek kwamen en ziek weer vertrokken. Kleine wondjes raakten gemakkelijk geïnfec - teerd. Familieleden die hun dierbaren naar de kliniek vergezelden raakten soms besmet door de bacillen die daar in de lucht hingen. Zonder de juiste schoonmaakmiddelen was het onmogelijk om ka - mers, de onderzoekstafels en zelfs de medische apparatuur goed te desinfecteren. Er was geen stromend water of elektriciteit en de omstandigheden in het gebouwtje waren ronduit gevaarlijk. Maar er was eenvoudigweg geen geld om verandering in de si - tuatie te brengen. Patiënten geld in rekening brengen om de voor - raden te kunnen aanvullen was een misdrijf. De dorpskliniek was volkomen afhankelijk van de regering, maar de regering kwam haar plichten niet na. In die tijd was ongeveer negentig procent van de kindersterfte in China te wijten aan veelvoorkomende be - smettelijke ziektes. In 1967 lag de gemiddelde levensverwachting in China niet hoger dan 57 jaar. Tot leven gewekt Esther was nog maar drie maanden oud toen ze als gevolg van de bacillen en bacteriën die haar vader vanuit de kliniek mee naar huis nam plotseling ernstig ziek werd. Toen haar vader besefte dat zijn kleine meisje er echt heel slecht aan toe was, ging hij on - middellijk op zoek naar een manier om haar naar een beter zie - kenhuis met meer faciliteiten te brengen. Hij had een auto of een ambulance nodig om haar te kunnen vervoeren, maar niemand in zijn dorp had een auto of wist zelfs maar wat een ambulance was. Het enige wat hij had was een fiets. Het ziekenhuis was kilometers verderop, maar hij wist dat zijn baby zonder de juiste behandeling zou sterven. Dus omdat hij geen andere opties had nam hij haar in zijn armen, stapte zo goed en zo kwaad als het ging op zijn fiets en vertrok. Hij fietste zo snel hij kon over de onverharde plattelandsweg - getjes. Elke minuut telde, maar elke kilometer was zwaarder dan Licht voor Noord-Korea
17 1. Deel van een derde cultuur de vorige en hij ging steeds langzamer. Hij was uitgeput, maar hij stopte niet met trappen. Zijn overlevingsinstinct en de liefde voor zijn dochter dwongen hem door te gaan. Hij zette zich schrap op de handvatten om zelfs nog krachtiger te kunnen trappen. De tijd werkte niet in zijn voordeel, en dat wist hij. Eén blik op zijn kind was genoeg, telkens als zijn tempo vertraagde of hij zelfs maar overwoog om even te stoppen. Haar verslechterende toestand voorzag hem van voldoende adrenaline om in beweging te blij - ven, ondanks de brandende pijn in zijn benen. Na urenlang fietsen kwam hij eindelijk bij het ziekenhuis aan. Zodra hij zijn bestem - ming bereikt had liet hij zijn fiets vallen. Hij drukte Esther tegen zijn borst en droeg haar het ziekenhuis binnen, roepend om hulp. ‘Mijn dochter! Ze heeft onmiddellijk medische hulp nodig. Waar is de dokter?’ Het personeel hoorde hem schreeuwen en reageerde verward, maar zodra de verpleegkundigen het kleine baby’tje zagen dat slap in zijn armen lag renden ze naar hem toe om hem te helpen. Ie - mand riep de arts, die een kamer uit kwam rennen om te zien wat de reden van de opschudding was. De adrenaline die door de aderen van Esthers vader gierde vuurde hem aan, zelfs toen hij het leven uit het lichaampje van zijn dochter weg voelde glippen. Hij gaf de arts een snel en zorgvuldig overzicht van haar toestand. De arts kwam onmiddellijk in actie en schreeuwde de verpleegkundigen allerlei bevelen toe. Het hele team vocht voor het leven van het kleine meisje, maar ze ging alleen maar verder achteruit. Haar buikje zwol op en ze blies de lucht die ze inademde niet meer uit. Niet veel later stop - te ze helemaal met ademen. Haar vader keek geschokt toe terwijl haar drie maanden oude lichaampje verstilde. Hij kon niet anders dan hulpeloos toekijken terwijl andere artsen hun uiterste best de - den om het leven van zijn dochtertje te redden. Hij wilde helpen, zich tussen hen in wringen, maar hij wist dat deze mensen profes - sionals waren. Hij wist ook dat hij uitgeput was, dat het niet veel
18 scheelde of hij zou instorten als gevolg van vermoeidheid en uit - droging, en dat zijn dochter niets aan hem had als hij bewusteloos was. Terwijl hij op adem probeerde te komen liet hij zijn blik door het ziekenhuis glijden. De situatie hier was niet veel beter dan die in zijn plattelandskliniek. Het gebouw bestond uit kale betonblok - ken en was slecht verlicht. De lucht was zo vochtig dat de hoeken van de kamer zwart waren van de schimmel. Toch zou een bezoekje aan het ziekenhuis hem op elke andere dag met opwinding vervuld hebben. Hij had graag eens met de beter opgeleide medici willen praten over het gereedschap en de proce - dures die zij gebruikten. In elke kamer van het ziekenhuis stonden voorwerpen en apparaten die hij in zijn plattelandskliniek ook graag zou willen hebben. Na het controleren van haar vitale functies en het evalueren van de situatie kwam de leidinggevende arts tot de conclusie dat ze niets voor het kleine meisje konden doen. Hij staarde haar inge - spannen aan om te zien of er misschien enige verbetering zichtbaar was. Hij pakte haar hand en hield die vast in de hoop een polsslag te ontdekken. Hij wachtte even, schudde zijn hoofd en liet toen los. Hij dacht even na en riep toen de verpleegkundigen bij zich. Een kort overleg volgde, waarna een van de verpleegsters naar het bed liep en het infuus uit het armpje van het kind verwijderde. Een an - dere verpleegster begon het kamertje schoon te maken voor een volgende patiënt. Haar toestand was hopeloos. De vader, die in een hoekje van de kamer tegen de muur gezakt was, schoot overeind. ‘Wat? Is dat alles? Gaan jullie niet proberen om mijn kleine meisje te redden?’ ‘Ze is dood. We kunnen verder niets voor haar doen,’ was het ijskoude antwoord van de verpleegster. ‘Ga opzij! Als jullie niet voor haar vechten, dan doe ik het wel,’ zei hij. Opeens leek het grote ziekenhuis en de beter opgeleide staf niet Licht voor Noord-Korea
19 1. Deel van een derde cultuur meer zo indrukwekkend. Hij probeerde zich alle procedures die zijn vader doorliep om iemands leven te redden te herinneren en werkte ze een voor een af, geleid door zijn instinct. Het was bijna alsof hij de stem van zijn vader hoorde, die hem aanwijzingen gaf en hem erdoorheen hielp. Hij gebruikte elke methode die hij maar kon bedenken in een poging zijn kleine baby’tje weer tot leven te wekken. De medische staf had nog nooit meegemaakt dat iemand die hun ziekenhuis binnenkwam op deze manier de regie over - nam. Ze waren tegelijkertijd verbaasd en geïrriteerd. Hij spreidde zijn armen toen ze op het bed afliepen, om te voorkomen dat ze Esther op zouden tillen. ‘Als jullie me niet willen helpen, ga dan deze kamer uit!’ beval hij. De verpleegkundigen stapten achteruit en keken toe terwijl de wanhopige vader probeerde zijn dochtertje te redden. In eerste in - stantie leek niets te werken. Maar toen, opeens, begon ze weer te ademen. Tot grote verbazing van alle aanwezigen was het kleine meisje op wonderbaarlijke wijze tot leven gewekt! God had inderdaad grote plannen met dit kind. Dit was het eer - ste van vele wonderen die haar familie in de jaren daarna zou zien.Esthers leven was vanaf het begin buitengewoon, en in de jaren die volgden zouden de mensen om haar heen nog vaak getuige zijn van bijzondere wonderen – wonderen die God door Esther heen deed terwijl zij grote vrucht droeg in zijn koninkrijk.