Esther Scholten Scholten Uitgeverij Liefde door scherven heen© 2019 Scholten Uitgeverij BVinfo@scholtenuitgeverij. nlwww. scholtenuitgeverij. nl Omslagontwerp: Mmmade Binnenwerk opmaak: Piet Versteeg Tekstcorrectie: Marije de Faria / Jan Meints, www. taalmens. nl Drukwerk: Drukcase Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, he�ij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No portion of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmi�ed in any form or by any means – electronic, mechanical, photocopy, recording or any other – except for brief quotations ‘Waar liefde is, is leven’‘U zult de Heere, uw God, lie�ebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste lie�ebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan 6 7 Inhoudsopgave 3 Een nieuwe dageraad / 65 4 Een tijd van samenzijn / 81 5 Zwarte dag / 93 14 Een ding weet ik zeker / 23115 Vrije val / 24916 Afscheid / 26717 Liefde overwint / 277 it boek gaat over een tijd uit mijn leven waarin ik op zoek was naar liefde, naar verbinding en waarin ik niet kende en een laag zel�eeld had, mezelf niet acceptuïtie, liep ik tegen de verkeerde mannen aan en raakte ik van mijn pad af en verwijderd van wie ik ten diepste ben. Ik zie mezelf niet als slachto�er, integendeel. Ik zie deze mensen als leraren. Als mensen die mij levenslessen hebben geleerd. Zij zijn spiegels voor mij geweest. Zij hebben mij geleerd wat liefde niet is en wie ik niet ben. Ik ben hen daar dankbaar voor, hoe moeilijk deze periodes ook geweest zijn. Vooraf wil ik echter wel vertellen dat dit mijn verhaal is, bekeken en beschreven door mijn ogen. Ik heb respect voor alle mensen die ik op mijn pad ben tegengekomen iemand te kwetsen noch om wie dan ook in een verkeerd daglicht te stellen. Ik heb slechts mijn waarheid verteld op een manier zoals ik dat kan. Hier en daar is de tijdlijn iets anders geweest, maar het verhaal en de gebeurtenissen kloppen allemaal. Het is mijn bedoeling om te laten zien dat dankzij een falend systeem van hulpverlening en wetgeving al de mensen die van de hoofdpersoon in dit verhaal hielden met de rug tegen de muur stonden. En zo heb ik een heel goed mens, van wie ik zielsveel gehouden heb laten. Een goed man stierf aan de gevolgen van iets waar we met zijn allen machteloos tegenover stonden . . . Mocht je zelf in een situatie als de mijne zi�en en de partner van iemand met een verslaving zijn dan hoop ik dat mijn verhaal je inzichten geeft. Ik hoop dat het je mag helpen om te zien waar je staat en dat het je in je kracht mag ze�en. Mocht je verslaafd zijn aan alcohol, drugs, gamen dat je inziet wat een verslaving met je doet Het bedwelmt je geest en leidt je weg van wie je bent. Ook wil ik dat je inziet wat het met je dierbaren, gezin, partner en kinderen doet als deze er zijn. Kinderen zijn a�ankelijk van hun ouders en mogen niet de dupe worden. Daarom hoop ik dat je hulp zoekt. Met je volledige wil eraan gaat werken om die verslaving achter je te laten. Alleen dan heeft het kans van slagen, maar dat weet je zelf ook wel diep vanbinnen. het geen zin heeft om te vechten. Denk niet dat je het toch Ik wil je tot slot vertellen dat er Iemand is tot wie je je kunt wenden. Je hoeft het niet alleen te doen. Ik wil dat je weet Bedankt voor het aanscha�en van mijn boek. Ik geloof dat er een reden is dat het je aantrekt om te lezen en ik wens je een antwoord toe. Veel leesplezier! 12 13 voorbij. Ik zie ze gaan in het schijnsel van het vroege ochtendlicht. Het licht waarvan wordt gezegd dat niets sneller is. Ik geloof daar niet in, omdat ik weet dat er een kracht bestaat die sneller is. Een kracht die wanneer je ermee in aanraking komt, je hele wezen aanraakt. Een kracht die je leven op zijn kop zet in een fractie van een seconde of nog sneller. Het is deze kracht die doet leven, die alles ver Thuis. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Om deze kracht te ontdekken en in je leven werkzaam te zien, zul je o�ers moeten brengen. Want slechts door het a�eggen van het ego komen we bij die kracht die in alle leven aanwezig is. Het is een kracht waar je jouw fundament op kunt bouwen en die als je hem begrijpt, eeuwigheidswaarde heeft. Het zal je een stevige basis geven en je leiden op je weg. Ik sta op het punt kennis te maken met deze kracht, waar ik mijn hele jonge leven al naar verlang. Deze kracht zal zich openbaren en mijn jonge hart beroeren. Is het wel wijs om deze kracht te wensen in dit seizoen van mijn leven? Is het te sturen of gaat het zijn eigen gang? Ik weet de antwoorden op deze vragen nog niet, maar ik voel wel dat er dingen te gebeuren staan. De gebeurtenissen op de vooravond van dit zomerseizoen gaan mijn leven veranderen op een manier die zijn weerga niet kent. Ik neem je mee op reis langs de mooie hoogtepunten en schaduwrijke dalen van mijn persoonlijke geschiedenis. Een leven waarover je misschien een mening hebt, maar ik vraag je niet te oordelen. Want wie oordeelt beseft niet dat er invloeden en krachten zijn buiten onze macht, die ook jouw leven zomaar op zijn kop kunnen ze�en. Positief of negatief. De wet van de aantrekkingskracht kan daarvoor zorgen. A�ectie, liefde en genegenheid zijn enkele sleu 15 16 Jezus antwoordde: ‘Wanneer iemand mij lie�eeft zal hij zich houden aan wat ik zeg, mijn Vader zal hem lie�ebben en mijn Vader en ik zullen bij hem komen en bij hem wonen. ’ (Johannes 14:23)wolk, die oordeelt over goed en kwaad. Je bent goed of je bent slecht. Mijn geweten is goed ontwikkeld in mijn jeugd dus wil ik liever goed zijn. Bovendien wil ik wil liefde die ik graag wil delen, zoals mij geleerd is door mijn ouders. Zal ik fouten mogen maken in de ogen van de oordelende God? Hoor ik bij het goede? Ik hoop het wel … 17 de lokale discotheek van Hardenberg. Sinds kort ga ik hier Stam is een gezellig café met een ruime zaal en in het midden een grote dansvloer. Met de uitsmijters is het ouwe- jongens-krentenbrood. Ze kennen ons inmiddels. We hangen onze jassen op, kopen munten en een pakje Marlboro sigare�en. Eigenlijk heb ik niets met roken, ik kan het namelijk niet, maar het geeft een gevoel van saamhorigheid. Op het toilet inspecteren we nog een laatste keer onze make-up en kleding. Hoewel we best weten dat er niets mis mee kan zijn, nog geen uur geleden hebben we het thuis uitvoerig gecontroleerd. Na deze overbodige check begeven we ons naar de danszaal. We maken een introductieronde om even te kijken wie er allemaal zijn. Mijn vriendin Marjanne komt uit Hardenberg en ik niet, dus het is vanzelfsprekend dat zij veel meer mensen kent. mij voor te stellen. Achteraf vertelt ze mij de details over deze personen, wat soms hilarische verhalen oplevert. De een is de nerd van het dorp en de ander een charmeur. Termen als dorpsgek of straatslet komen voorbij. Ik kijk graag naar �lms zoals ‘Dirty Dancing’ en ‘Grease’ waarin jonge meisjes dromen over prinsen die ware helden zijn en verlangen naar liefde en seks. Indirect zal dat de oorzaak zijn dat mijn hart ernaar verlangt om het meisje van iemands dromen te zijn. Jawel, mijn hart wordt deze zomer wakker. O, ik heb heus weleens verkering gehad en ik ben ook wel verliefd geweest, maar dat is weer overgegaan, zogenaamde kalverliefdes. Ik had de naïeve, romantische instelling dat het hoorde te gaan zoals de boeken beschrijven. Je krijgt verkering, je blijft bij elkaar en op een zonnige dag manier. Een actie die je niet snel zult vergeten. Hij schrijft je naam op een lint dat achter een vliegtuig hangt en vraagt of je met hem wilt trouwen. Zoiets … Maar de realiteit is Het romantische idee uit mijn jeugd van een ridder op het wi�e paard wordt bij mijn eerste verkering direct verstoord. De jongeman in kwestie voelt niets voor een eeuwige liefde op onze leeftijd, of ieder geval niet met mij. Eigenlijk begrijp ik niet dat jongens het zo snel weer uitmaken. Wreed wordt mijn dromende geest wakker geschud. De werkelijkheid in mijn leven tot nu toe is dat zodra de jongeman heeft gekregen wat hij wil, hij na een aantal maanden een reden vindt om het uit te maken en te vertrekken. Niks sprookjeshuwelijk en zoete droomjurk. mijn leven, die mij het middelpunt van zijn leven maakt. Iemand die mij belangrijk vindt en moeite voor mij wil doen dat te zijn en te blijven. Een eeuwigdurende boevindt. Mij ziet en mij de erkenning geeft die ik nodig heb. Daar verlangt mijn jonge meisjeshart naar. Geliefd te worden en verliefd te zijn, niet voor even en voor alleen maar wat plezier. Mijn hart is het ontwakende dromerige hart van een jong meisje. Deze avond te midden van de dansende jonge mensen, het ritme van de opzwepende muziek en de warmte van de zomer, lijkt enorm geschikt voor de liefde. Ze hangt als het ware in de lucht, klaar om ontdekt te worden. Een zinderende belofte van een liefde die voorbestemd lijkt te zijn. Daar ben ik naar op zoek, de ervaring van zo’n liefde wil ik meemaken in al mijn vezels … De bezoekers van de discotheek zijn schaars en nietsverplezier. Geen zorgen, geen school om aan te denken, geen andere dingen die het gemoed kunnen bezwaren, maar gewoon samenzijn met jongeren, drinken en dansen en vooral veel plezier hebben. De alcohol vloeit vanavond rijkelijk en zorgt ervoor dat grenzen vervagen. Jonge mensen dansen op de dansvloer, hebben plezier en zijn uitgelaten. De lampen �itsen in een vlot tempo heen en weer en verlichten elke donkere hoek van de discotheek. In zo’n korte licht�its zie je hier en daar zoenende stelletjes die al of niet een koppel zijn of het later die avond zullen worden. MisIk weet niet of ik daarop zit te wachten. Is seks he�elfde als liefde? Is liefde de ervaring van twee lichamen samen, of komt daar nog meer bij kijken? Ik heb van dat alles nog geen idee. Ik ben geestelijk gezien nog zo onvolwassen, zoek naar wat het leven te bieden heeft. Maar of dat nu per se liefde is? O help, wat is liefde? We lopen naar een tafeltje waar mijn vriendin een gesprek aanknoopt met een jongen. Mijn hart gaat sneller slaan. Wat een leuke jongen is dat. Hij ziet er goed uit en nog verven. Althans, zo lijkt het. Ik probeer het gesprek te volgen en genieten van de goede dingen in het leven. Het is echter alsof er ergens een alarm af gaat. Hoewel ik gevoel dat er een waarschuwing klinkt. Dit is het soort jongen waar je moeder je voor gewaarschuwd heeft. Meer dan een keer. Dit is het soort jongen dat je hart even snel breekt als hij hem steelt. Het soort dat je leven gemakkelijk in gevaar kan brengen. Maar ik vind hem leuk. Heel of negatief is. Hij heeft plezier en straalt levenslust uit en hij lijkt, omgeven door vrienden, enorm populair te zijn. Als een magneet word ik er naartoe getrokken, ondanks mijn onderbuikgevoel dat ik verkies te negeren. Hij heeft een groep jongemannen om zich heen, vermoedelijk zijn vrienden, die hem steeds komen vragen of hij nog wat wil drinken en die naar hem omkijken en misschien ook wel tegen hem opkijken. Mijn hoofd bedenkt duizend-en- heeft vrienden en toont interesse in wat anderen vertellen. Is dat wat liefde doet? Is dat genoeg? Mijn hart is echter verward. Hij lijkt alleen maar aandacht te hebben voor mijn vriendin. Helaas, want ik wil echt graag dat hij mij ziet. Maar wanneer zij ook interesse heeft tussen vriendinnen. Van de jongen waar je vriendin mee uitgaat of verkering mee heeft, blijf je af. Daar hoef je niet eens over na te denken. Af en toe kijkt hij naar mij en lach ik maar wat terug, terwijl ik nadenk waarom mij dit gebeurt. Veel tijd om erbij stil te staan heb ik echter niet, want mijn vriendin keert zich naar mij toe, ondertussen nippend aan een glas Apfelkorn dat hij voor haar gehaald heeft. Ze vertelt mij dat hij interesse heeft in haar, maar dat hij nogal veel lijkt te drinken. Wanneer hij haar wil hebben zal hij heel erg zijn best moeten doen, ze is niet zomaar te krijgen. Ze zegt dat ze verder gaat zoeken en loopt door naar andere bekenden. Ik haal mijn schouders op naar hem, alsof ik mij wil verontschuldigen voor haar. Ik krijg een grote glimlach terug. Hij zegt iets, maar ik versta er helemaal niets van. De muziek overstemt de woorden die deze joviale jongen mooi �guur, leuke kleding, ruikt fris en is gewoon een leuke meid. Bovendien gaat ze niet meer naar school, maar werkt ze. Haar leven is interessant en ze heeft iets te vertel Dezelfde avond komen we deze jongen herhaaldelijk tegen en op het eind van de avond maken we zelfs onze eerste ruzie, omdat ik iets anders versta in een gesprek dan hij heeft gezegd. Maar voor mij is veel belangrijker dat ik ontdek hoe hij heet: Martim. Een niet alledaagse naam wat mij betreft een heel bijzondere man, zoals later Deze zwoele zomeravond in augustus, in de plaatselijke discotheek van Hardenberg, nog geen twintig lentes jong, verpand ik mijn hart aan deze jongen die ogenschijnlijk veel plezier heeft in het leven. Voor mij is het alsof het stukken worden geschreven. De grote vraag is natuurlijk: is hij mijn prins? Is hij de man die het meest bij mij past? Ik ben een dromer en ik droom van een huwelijk. Al ben ik nog zo jong, ik weet dat wij mensen niet gemaakt worden om alleen te zijn. God maakte de mensen en de dieren twee aan twee. Zou deze man voor mij gemaakt zijn en ik voor hem? Het lijkt het begin van een sprookje waarin wij samen zullen zijn, mijn geliefde en ik. Zo gaat dat toch, tjeshuis heeft. Het is nog steeds een warme zomernacht. Doordat het raam wijd openstaat is het boven best uit te houden. Maar natuurlijk kan ik door alle verliefde gevoelens de slaap niet va�en. De jongen die ik heb ontmoet houdt mij uit mijn slaap. Ik wil alles te weten komen over hem. Wie is hij? Waar woont hij en hoe kan ik vaker met volgt denk ik alleen maar aan hem. Ik herbeleef de avond Aan het einde van de zondagmiddag stap ik, na een gezellig weekeinde, op de trein en kijk ik nog eens goed om het lijf. O, wat hoop ik dat en wat verlang ik daarnaar. Ik wil met hem praten, meer weten over hem. Maar natuur Thuis vertel ik het aan mijn moeder. We hebben een goede band, mijn moeder en ik, en ik vertel haar altijd alles. Eigenlijk moet ik mijn huiswerk maken en mij voorbereiden op de komende schoolweek. Het schooljaar is nog het laatste jaar mbo-verpleegkunde en ik heb tot nu toe alleen maar goede cijfers gehaald. Daar zet ik mij voor in. Ik moet er wel wat voor doen, maar dat heb ik ervoor over, het is zelfs belangrijk voor mij. Mijn ouders hebben mij dat een goede opleiding en daarvoor dien je je in te ze�en. En nu al uit naar de volgende zaterdag. Mijn dromerige geest leidt mij weg van wat ik moet doen en zo komt het dat ik behoorlijk mijn best moet doen om mijn aandacht bij mijn huiswerk en de daarbij behorende opdrachten te houden. De week sluipt traag voorbij, zoals vaker het geval is in de weken die erop volgen. Reikhalzend kijk ik iedere week weer uit naar de zaterdag en als het dan zover is, staat de hele dag in het teken van het bezoek aan de discotheek. Er leuk ui�ien is heel belangrijk. Stel dat ik hem tegenkom. Je weet wel, Martim. Ik wacht tot mijn vriendin mij komt halen met haar auto of ik ga met de trein. Als ik bij haar huis aankom begint het feest pas goed. We eten samen wat, hangen op de bank en kijken televisie, natuurlijk met alvast wat drank. Na het eten wassen we snel af, springen om beurt onder de douche en maken ons klaar. Dat betekent staren naar de ingepakte kleding, wat zal ik aandoen? Ondertussen droom ik of hij er zal zijn. We maken ons opterwijl we genieten van enige glazen Apfelkorn en druk kletsend met elkaar vertrekken we rond elf uur met een taxi richting De Stam. Mijn vriendin kent mensen bij de taxicentrale. Haar vader en een neef werken er en zo kunnen we vaak voordelig met de taxi reizen. Het is voor het eerst dat ik kennismaak met het begrip taxi. Ik doe soms of ik wereldwijs ben, maar ik leer in deze tijd veel. Tijdens de taxirit gaat het dromen gewoon verder. Zal ik hem spre Wanneer we aankomen bij de discotheek hebben we dus al een paar glazen Apfelkorn achter de kiezen. Indrinken noemen we dat. Maar wat we nu precies indrinken is de grote vraag. Moed om elkaar onder ogen te durven zien? Om jezelf te openen? Of om de verlangens van je hart te tonen? Natuurlijk is het drinken ook iets wat hoort bij de cultuur van het uitgaan. Aangeschoten durf je grenzen over te gaan. Bezopen zijn betekent ook dat je achteraf kunt zeggen dat je je nergens van bewust bent. Wanneer je je vrienden niet zo leuk vinden. Om welke reden dan ook is de drank een uitvlucht voor veel jongeren in onze tijd. Het kan je op dat moment ook niets schelen. Je bent jong. Ook al heb je duizenden waarschuwingen van je ouders in je hoofd en kun je ze wel dromen, het samenzijn met deze mensen geeft je het gevoel dat je erbij hoort. En dat doet ertoe. Of dat wel of niet gezond is, daar denk ik niet over na. We zijn daar te jong en te onverstandig voor. Heel misschien is het ook wel zo dat we denken dat het niet Wat betreft mijzelf: ik heb altijd het idee dat ik het nog wel onder controle heb. Ik neem nooit drankjes aan van mensen die ik niet ken of drankjes waarvan ik niet heb gezien dat ze ingeschonken zijn. Als ik naar het toilet moet, vraag ik altijd aan iemand van de vriendengroep om op In maanden die volgen leer ik Martim beter kennen. Op een bepaald moment verlang ik zo naar hem dat ik hem een brief schrijf. Daarin vraag ik hem of hij een relatie met mij wil. Vanaf dat moment kijk ik verlangend uit naar zijn antwoord. Elke dag ren ik naar de brievenbus. Als mijn moeder een brief voor mij heeft, sprint ik naar boven en rits hem meteen open om zi�end op de rand van mijn bed, zijn reactie te lezen. Hij schrijft dat hij net een relatie achter van het leven wil gaan genieten. Na het eindigen van de zijn leven vanaf zijn jeugd erg heftig is geweest. Deze woorden en zijn nare ervaring doen mij verdriet en ik wil niets liever dan voor deze jongen zorgen. Ik wil bij hem zijn, maar ook ople�en dat hem niets overkomt. Wanneer ik in zijn leven ben, is er in ieder geval iemand die van hem houdt en zodoende kan voorkomen dat hij zich van zijn leven zal beroven. Ik heb daar ook zo mijn ideeën over. Iedereen verdient het om liefde te kennen. Om iemand te hebben die van je houdt. Die je het gevoel geeft dat je ertoe doet. Hij dus ook. Desnoods zal ik degene zijn die dit aan hem wil geven en die alles voor hem wil betekenen. Dat is toch wat liefde is, elkaar nodig hebben en elkaar betekenis geven? Er voor elkaar zijn? Zo komt het dat ik elke zaterdag naar hem uitkijk. Als we niet is, ga ik op een plek staan waar hij me zal zien zodra hij binnenkomt. We zijn voor elkaar geschapen, dat weet ik uit het dorp en mijn vriendin en ik gaan deel uit maken van deze groep jongelui. Erbij horen is een pre�ig gevoel. Elke zaterdag worden we blij onthaald en ze lijken ook echt op ons te wachten. len worden. Marjanne heeft inmiddels verkering met de neef van Martim. Hij kan mij natuurlijk alles over Martim vertellen. Zo zegt hij mij menigmaal dat Martim helemaal niet zit te wachten op verkering met mij. Dat ik een relatie uit mijn hoofd moet ze�en. Hij gebruikt mij en wil gewoon van het leven genieten. Ik moet het loslaten, zo luidt zijn boodschap. Deze neef vertelt mij ook hoe Martim mijn brieven keer op keer voorleest aan iedereen die het maar wil horen en hoe hij mij volkomen bespo�elijk maakt. Zijn die naar dezelfde discotheek gaan heb ik natuurlijk ook leren kennen en zij bevestigen de woorden van hun neef, het is dus waar wat hij zegt. Het doet mij pijn om dit te horen, maar toch denk ik dat Martim mij wel belangrijk Zodoende blijf ik proberen om bij Martim in de gunst te komen. Dromen, verlangens, maar ook willen zorgen voor iemand van wie je houdt, zijn mijn grootste motieven om reikhalzend naar hem uit te blijven kijken. Menig avond stort hij zijn hart uit bij mij, terwijl we na sluitingstijd buiten staan te zoenen, te knu�elen en zelfs een keer verder kan helpen. Hij laat dat ook niet echt toe. Hij houdt een verbinding in relationele zin af en voor mijn gevoel wijst hij ook mijn liefde af. Er blijft niets anders over dan een lichamelijk samenzijn op dat moment. Achteraf heeft hij er altijd spijt van en hij wil daarna niet meer met mij praten. Dat vind ik pijnlijk en ik snap er niet zoveel van. Ik verwar zijn lust en zijn gevoel om bevredigd te worden met liefde. Toch is de liefde er echt. Zo voel ik dat in ieder geval, want anders zoek je de ander niet steeds weer op en laat de week erop weer een kans. Zijn zussen lachen er vaak om, maar ze proberen hem ook te beschermen, waarschijnachten voor hem. Soms vinden we elkaar weer, voor een moment, altijd met drank op. We eindigen dan opnieuw samen buiten, waar ik, leunend tegen de containers die gehem, veel van zijn angsten en moeiten leer kennen. Hij zegt dat hij liever niet naar huis wil en is dan graag met hoeven zijn. Hij heeft een goede band met zijn moeder en met zijn zus, zo vertelt hij en hij vindt het vervelend als hij hen pijn doet. Hij werkt als stratenmaker en binnen deze kring wordt er veel gedronken. Soms onder werktijd en in de bus naar huis. Als hij thuiskomt gaat hij daarna naar de kroeg, waar hij zich vermaakt en gezelligheid vindt. Ik vraag mij af, zo jong als ik ben, wat de gezelligheid kan zijn die je ervaart in de kroegen en waarom je deze verkiest boven de huiselijke gezelligheid van je gezin? Dan moet het allemaal thuis niet zo leuk voor je zijn. Of je ervaart dat in ieder geval zowant de kroeg in mijn woonplaats zie ik iedere dag gevuld met dezelfde mensen met he�elfde glas alcohol voor hun neus, omringd door veel te harde muziek. Ze staren voor zich uit in een soort niemandsland of proberen heel erg hun best te doen om gehoord of gezien te worden, terwijl andere mensen die er incidenteel hen helemaal niet zien zi�en of hen alleen op hun meewarige blik trakteren. In hun ogen zijn de mensen die daar iedere dag zi�en maar zielig. Weten zij veel? Ik zink even weg met mijn gedachten door Martims verhaal waarin hij vertelt dat hij naar de kroeg gaat om de gezelligheid. Voor mij is het niemandsland, doods en leeg, maar hij voelt zich er thuis. Blijkbaar wordt hij er gezien. Weken gaan voorbij en ik bedenk mij dat als wij maar verkering krijgen met elkaar, hij van de drank af zal blijvenomdat hij liefde krijgt en huiselijkheid vindt. Een win-win want ik kan dan mijn liefde aan iemand geven die dat broodnodig heeft. Ik zal dan werkelijk geliefd zijn en ik ben nodig. Die ene relatie zal zijn hele leven zin kunnen geven. Maar de verkering die ik zo fel begeer blijft uit. Wat over- ben, is de herinnering aan een geweldige maar emotionele tijd, waarin ik iemand heb leren kennen met angst, verdriet en met een hart dat veel liefde te geven heeft, maar ook iemand die op zoek is naar liefde. Heel herkenbaar voor mij. Eveneens is er de afwijzing, waarvan het voor mij de vraag is wat hij nu precies afwijst. Daarnaast is er de wetenschap dat hij zoveel drinkt dat hij er mogelijk aan kapot zal gaan op een nare donkere dag zichzelf van zijn leven berooft of stomdronken een grens oversteekt. De grens van leven en dood. En wat rest is een verlangend hart, waarvan de lichtjes van hoop op een relatie met hem steeds verder doven. De illusie dat ik mogelijk zijn leven zal kunnen redden en de wetenschap dat hij liefde nodig heeft, maakt dat ik hoop dat we elkaar op een goede dag weer zullen zien. Als wij voor elkaar bestemd zijn, dan zullen we elkaar zeker weer tegenkomen. Want ik geloof in liefde die voorbestemd is. Ik geloof dat God een man en een vrouw uit he�elfde hart in vuur en vlam zet. Ik geloof, ik hoop en ik vertrouw De kracht van de liefde heeft zich geopenbaard aan mij, heeft mij tot een gevangene gemaakt. Het sleurt mij mee in een emotionele dans van aantrekken en afstoten. Hoort de liefde zo te zijn? Is dat wel liefde? Op mijn zoektocht naar mijn prins die mij de ervaring van onvoorwaardelijke liefde hoort te geven, loop ik momenteel in een landschap waar ik omgeven word door donkere �arden. Donkere stemmen vullen de vlakte. Geen idee wat ze mij willen vertellen en wat ze komen doen. Ik weet alleen waar ik naar op zoek ben. Maar een kaart heb ik niet gekregen en hoe echte liefde erui�iet daar heb ik geen idee van. Ik ken alleen maar de �lms en de sprookjesboeken waarin het altijd eindigt in een lang en een gelukkig leven. Zou het echt zo 31 32 Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft; en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en stor�en zich op dat huis, maar het stor�e niet in, want het was op Het fundament van wie je bent is liefde. Relaties horen op basis van liefde gesloten te worden. Liefde waarbij het draait om elkaar tot een mooier mens te laten zijn. Deze liefde komt uit de Bron, uit God, want God is liefde. Deze liefde draait niet om jezelf. Dus ook niet om mij. Nee, het is de liefde die zich richt op de ander. Belangeloos. Wie Maar dan moet je wel begrijpen wat deze liefde betekent. 33 e laatste periode van mijn mbo-tijd breekt aan. Ik vind het niet eenvoudig, hoewel het leren mij goed afgenomen op een psychiatrische afdeling van het algemeen ziekenhuis en haar situatie is heftig voor mij. Het feit dat Als ik rondloop in de kamer van de mensen die geestelijk ziek zijn, komen er veel vragen in mij op. Zijn ze altijd al zo geweest? Wat heeft ervoor gezorgd dat ze in deze staat beblijven? Zal ze worden zoals deze mensen hier? Dan word ik bang. Alle hoop lijkt vervangen te zijn door angst. Dit is overleven. Hier zie ik het leed van mensen. Eenzaamheid. Geestelijke pijn. Hoe ga je ermee om? Hoe verwerk je dat? Het brengt behoorlijk veel spanning met zich mee. Ik bezoek mama vaak en daarbij uit ze soms de wens om te sterven. Mijn moeder, met wie ik een hechte band heb, vindt geen reden meer om het leven te waarderen. Waarschijnlijk waardeert ze zichzelf op dit moment niet eens. Dat is lastig voor mij, want ik waardeer haar wel. En ik heb wel weten? Zeker in deze enerverende periode van mijn leven heb ik haar nodig. Hoewel, is er ooit als kind een tijd waarin je je moeder niet nodig hebt? Misschien als je niet goed met je moeder op kunt schieten, maar zelfs dan heb je haar misschien wel heel erg nodig. Als ik bij mama ben lijkt ze wel een zombie. Echt contact leggen lukt niet. Ze is afwezig. Alsof haar lichaam er is, maar haar geest niet. Ik voel mij op deze momenten erg der. Ook nu heb ik genoeg te vertellen en dat doe ik ook wel, zonder een klankbord te vinden. Mijn moeder is koel, kil en afstandelijk. Er komt geen antwoord. Ik weet dat zij er niets aan kan doen, zij is geestelijk immers ziek. Opgesloten in haar eigen geest. Ik weet het, ik loop immers stage in een psychiatrisch ziekenhuis. Ik zie deze mensen dagelijks. Ze zijn er lichamelijk wel maar hun lichaam lijkt de medicatie of zijn ze geestelijk echt weg? Ik weet het niet. Wat ik zie zijn mensen die een manier hebben gevonden verdriet, om wat voor reden ze dan ook zo zijn. Is het egostisch van mij dat ik het erg vind dat ik mijn klankbord kwijt ben? Dat ik een leegte vind waarin ik alleen de echo van mijn eigen stem hoor? En dat die leegte ook alleen teruggeeft wat ik zelf vertel? Ik vind daar le�erlijk niets meer. En toch, het leven gaat door, alsof het je niet overkomt. Ik moet mezelf hervinden, een nieuw klankbord en Mijn stageperiode loopt binnenkort af en ik moet een voldoende halen om te slagen voor mijn diploma. Observe ren, analyseren, organiseren en plannen zijn mijn absolute kwaliteiten, maar deze stage in het psychiatrisch ziekenhuis is pi�ig gezien de situatie rond mama. Toch slaag ik met glans. Ik ben daar erg trots op. Voldaan op mijn ondanks mijn geestelijke verdriet. Het verdriet blij dat ze niet uit het leven gestapt is. Blijkbaar vindt ze vader, broertje, zusjes en ik die reden zijn. Ik hoop dat ze weet dat we van haar houden en dat zij het waard is om van te houden. Dat ze niet kiest voor de duisternis van de dood. De demonen uit haar eigen verleden niet laat winnen, maar de geest van liefde doet gelden. Tot zover lijkt de liefde te overwinnen, maar de onzekere tijd is nog niet voorbij. Dagelijks voert ze het gevecht. Mag je God smeken om iemand te laten blijven omdat je haar niet kunt missen? Is dat egoïstisch? Zoveel vragen, maar geen antwoord. Al Na het behalen van mijn diploma besluit ik dat ik naar de hbo-verpleegkunde wil gaan. Op advies van school kies ik, gezien mijn leercapaciteiten, voor een versnelde route. Ik wil de opleiding volgen aan de Hanzehogeschool Groningen. Dit is een beslissing puur en alleen vanwege het feit dat ik niet naar dezelfde school wil gaan als mijn medestudenten. Ik vond het niet zo heel leuk op het mbo. Echt aansluiting had ik er niet en ik wil daarom niet met hen meegaan om opnieuw jaren met hen door te brengen. Dus valt mijn oog op Groningen. De leus zegt ‘er gaat niets boven Groningen’ en dat wil ik dan weleens zelf ontdekken. De zomervakantie staat vooral in het teken van zorgen om moeder die heen en weer reist tussen de P AAZ-afdeling en thuis. Daarnaast werk ik om het voor mij liggende jaar te kunnen betalen. Ik ben benieuwd naar wat de nieuwe school zal brengen. De eerste maanden pendel ik heen en weer. Dat is erg vermoeiend. Herhaaldelijk moet ik ‘s morgens om zes uur al met de trein om twee uur later in Gro Zernikeplein af te zakken. ’s Middags na school pakken we vaak een biertje of poolen we een potje. Maar ik moet altijd weer terug naar Ommen. Het studentenleven bevalt mij en ik besluit, mede om de lange reistijd en de mooie stad, op zoek te gaan naar een studentenkamer. Ik heb een paar geweldige meiden ontmoet in Groningen en samen doen we vaak leuke dingen. We pakken een bioscoopje, een �lm zien is zeer goedkoop wanneer je student bent we drinken bier en lambrusco, gaan poolen bij het poolcentrum en dansen in café de Blauwe Engel. Het is een geweldige tijd. Vaak lopen we direct de vroege ochtenduren. Amper nuchter belanden we hangend in de schoolbanken, we pretenderen natuurlijk helder te zijn. Een kop ko�e, een sigaret en een lauwe douche doen wonderen, in ieder geval om het tijdens de colleges vol te houden. Dan begint het hele feest opnieuw. Vrijheidgeen enkele controle en leuke vriendinnen die de leegte vullen die de laatste tijd in mijn leven is geslopenIk ontdek dat ik het �jn vind om bij hen te horen. Het geeft een gevoel van saamhorigheid, van betekenis hebben en waardevol zijn. Wat wil een jongedame nog meer? Het gaat mij voor de wind. Ik geniet optimaal van deze heerlijke tijd. Van het samenzijn met de meidenhangen en kletsen tot we vermoeid samen in slaap vallen in een van onze huizen. Giechelen, zoals meiden doen. Het wij-gevoel beleven met elkaar. Tot de tentamentijd aanbreekt. Ik weet dat er storm op komst is, want veel leren heb ik niet gedaan. Ik doe een poging alles op het allerlaatste moment door te nemen, om vervolgens vol goede moed te vertrekken naar de tentamenhallen. Helaas, ik heb mij niet goed voorbereid. Omdat het mij op de mbo heb ik het hbo onderschat. Niet zo zuinig ook. Dat ik goed kan leren is waar, maar dan moet je je er wel voor inze�en en dat doe ik tot nu toe eigenlijk maar half. Ik geloof het allemaal wel. Bovendien had ik beter de reguliere route kunnen kiezen dan de versnelde. Wanneer ik halverwege het jaar doorkrijg dat er geen eer meer aan te behalen valt, neem ik ter plekke het besluit na dit jaar terug te gaan naar mijn ouderlijk huis en werk te zoeken. Tot die tijd wil ik genieten van mijn vrijheid en ervaren hoe het studentenleven is! Ik besluit dus om te feesten, heel veel plezier te maken met mijn vriendinnen en maximaal te genieten van het goede van het studentenleven. De tijd van vieren dat je jong bent, ontsnapt bent aan de greep van je ouders en de wijde wereld verkennen, vliegt voorbij. van mijn hartsvriendinnen en ben verdrietig omdat ik hen achterlaat. Het voelt als een steek in mijn hart. Mijn afscheidsfeest vier ik goed. Ik bezuip mij nog een keer �ink. Ondanks mijn vertrek hebben we toch on�e�end veel lol. Ik ben pas heel vroeg in de morgen thuis. Mijn vader nuchter ben. Ik blijf zo lang mogelijk liggen en als mijn vader arriveert moet ik alles nog inpakken. Ik stink naar drank en heb een gigantische kater. Snel pakken papa en ik alles in, slepen de spullen van mijn kamer naar beneden en vertrekken naar ons ouderlijk huis in Ommen. als een varken, maar mijn vader is zo goed daar niets over te zeggen. Misschien ruikt hij het geeneens. Vast een illusie. En�n, het is onbelangrijk. Waar het om gaat is dat ik na een geweldig jaar terug ben in mijn ouderlijk huis. Daar maak ik mijn kamer in orde en voel ik mij al snel weer op mijn plek. De tijd van feesten is voorbij. Het is nu tijd voor serieuze zaken. Ik moet mijn leven op orde brengen en daar hoort ding, ik zelfstandig zou moeten worden. Ik voel mij veranten van een houding van altijd maar feesten kan natuurlijk geen sprake meer zijn. Er ligt een toekomst voor me open en die wil ik serieus en verstandig invullen. Hoe dat eruit moet komen te zien, daar heb ik nu nog geen idee van. Ik weet alleen dat ik niet voor eeuwig thuis zal kunnen blijven en dat ik mij moet richten op mijn zelfstandigheid. Ik zie een advertentie in de krant en ik besluit te solliciteren. Het is bij een plaatselijke instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Ik schrijf een brief en mag op gesprek komen. Ik word aangenomen en begin als assistent-begeleidster. Het is een geweldige werkplek waar �jne mensen werken en ook de mensen die er wonen zijn erg lief en bijzonder. Ik heb werk en dat is �jn. Dat ik vol doe aan de verwachting om iets goeds te doen met mijn Opnieuw breekt er een bijzondere periode in mijn jeugd ik ontmoet een jongen en na een aantal weken krijgen we verkering. De relatie tussen Pim en mij is bijzonder. Hij geeft mij het gevoel dat hij mij ziet. Hij kent het verdriet mij zijn tijd, zijn geld en koopt veel �jne dingen voor mij. Als ik ongeveer een jaar in het tehuis heb gewerkt, word ik gebeld of ik op een andere plek zou willen werken. Ik besluit mijn baan op te zeggen en vertrek naar de nieuwe functie. Helaas is dat geen goede beslissing, want de mensen in die instelling gebruiken mij om hun onderbeze�e rooster voor de zomer op te vullen. Dat is even een �inke domper. Nu heb ik een mooie baan opgezegd om genept Ik besluit te solliciteren op alles wat los en vast zit en kom via een ui�endbureau bij een pluimveeverwerkingsbedrijf terecht. Mijn loon is veel lager. Gelukkig heb ik niet veel nodig, want ik woon nog thuis. Ik heb het prima naar mijn zin op mijn nieuwe werk. Ik kan goed opschieten met de collega’s aan onze machine. Je moet wel je mannetje kunnen staan. De meiden zijn pi�ig. Na een kennismaking, waarbij zij mijn grenzen even getest hebben en ik mijn tanden heb laten zien, loopt het van een leien dakje. We hebben buitengewoon veel plezier, soms tot irritatie van als we met elkaar samenwerken aan dezelfde lijn praat ik over hem. Ze vertelt mij hoe slecht het met hem gaat en hoe hij is afgegleden in de wereld van drank. Hij woont samen met maar die is schijnbaar al eens bij hem weggelopen. Het doet mij verdriet te horen dat hij afglijdt. Opnieuw komt het gevoel naar boven dat ik hem kan redden. Ik kan goed overweg met mijn chef. Ik vraag nooit veel draagt dat ook bij aan het feit dat we zo goed met elkaar kunnen opschieten. Ik werk hard en veel, doe ongelofegraag een vaste baan in deze fabriek zodat mijn inkomsten gewaarborgd blijven. Regelmatig maak ik overuren en soms vragen ze of ik ook op zaterdag wil werken. Dat levert naast extra geld de volgende dag spierpijn en ver De zondag is voor mij de dag waarop ik het er even van neem. Ik blijf lang in bed liggen. Ga douchen en daarna direct terug in bed. Mijn vader is de hele morgen in de keuken bezig om de heerlijkste gerechten te maken en dan schuif ik tussen de middag zo aan tafel. Of ik ga met Pim mijn opa’s en oma’splekje in mijn hart. De ouders van Pim zijn ook aardige mensen die mij zo goed en zo kwaad als het gaat opvangen, omdat het bij ons thuis problematisch is vanwege de Het gaat al enige tijd goed tussen Pim en mij, ondanks dat we weleens van mening verschillen. We besluiten te reageren op een woning die in de krant staat en wonder boven wonder krijgen we het huis. Een geweldige hoekwoning aan de Houtduif in Ommen. Het is een prachtige kans voor ons. Er zi�en wel een paar haken en ogen aan, want we hebben allebei geen cent te makken en we moeten het huis wel inrichten. Als het even kan natuurlijk smaakvol. Dus gaan we samen naar de bank om een lening af te sluiten. Dat lukt. Verbazingwekkend snel ook. Beiden hebben we een goede baan en we kunnen wel een paar cent krijgen. Nadat we enige tijd samenwonen krijg ik bij het pluimveebedrijf een vaste baan aangeboden. We hebben het op zich wel goed samen voor een aantal en zijn er steeds vaker ruzies. Over allerlei dingen. We willen elkaar veranderen naar een ideaalbeeld en dat werkt duidelijk niet. Hij heeft een plaatje voor ogen. Het lijkt erop dat hij wil dat ik ben zoals zijn moeder. Ik wil mezelf zijn en waarschijnlijk geldt dat ook voor hem. Helaas is Pim niet helemaal eerlijk tegen mij en krijg ik op een bepaald moment een telefoontje van een camping of Pim vanmiddag langs wil komen om een caravan te bezichtigen. Ik weet niet wat ik hoor. Ik ben razend en vertrek haastig op de �ets naar zijn ouders, waar Pim op dat Daar komt de waarheid aan het licht. Hij vertelt dat hij een ander heeft. Het valt niet langer te ontkennen. In het uitgaanscentrum waar Pim werkt heeft hij een aardige dame ontmoet en hij wil met haar verder. Ik ben boos, voel mij verraden en bedrogen en ben ui�innig. Na vreselijke toestanden over en weer pakt Pim uiteindelijk op oudjaarsdag zijn spullen. Hij vertrekt naar een woning die hem toegewezen is boven een plaatselijke bakker. Een pijnlijke afsluiting van het voorbijgegane jaar. Ik vind het erg jammer dat Pim weg gaat want ik ben echt gek op hem. Daarnaast ben bang ik dat ik nooit meer ie Midden in die angst besluit ik te doen wat ik denk dat het beste is. Ik raap mezelf bij elkaar en ik schaf een scooter aan om op een makkelijke manier naar mijn werk te kunnen rijden. Dagelijks tuf ik heen en weer. Ook richt ik mijn huis opnieuw in. Na het vertrek van Pim staat het hal�eeg. Soms eet ik na werktijd bij mijn ouders. ‘s Avonds ga ik dan met mijn moeder samen naar de bingo, waar ik veel plezier aan beleef en af en toe ook �inke bedragen win. Eenmaal is de jackpot van zevenhonderdvijftig gulden voor mij. Veel leen mijn familie, mijn werk en de bingo. Een leeg en betekenisloos leven. Tot op een zekere dag de buurvrouw op de andere hoek mij vraagt om mee te gaan naar ZAK, een discotheek in Duitsland. Dat is natuurlijk wel heel gezellig. Ik koop wat leuke kleding, parfum en make-up en die zaterdagavond vertrek ik al vroeg richting mijn buren. Ik ben blij dat ik mij weer een beetje levend voel. Niet alleen maar tegen een leegte aankijk. Hoewel je je kunt afvragen of dit nu echt de juiste invulling van die leegte is. De avond verloopt rustig en is leuk. Op de terugweg stoppen we bij Het Podium. Voorheen hee�e het De Stam, het uitgaanscentrum waar ik Martim heb leren kennen. Ik kijk nog ken van vroeger. We praten wat, drinken samen een biertje en hebben een gezellige avond. Hij biedt mij regelmatig iets te drinken aan en drinkt er zelf ook een paar. Vlak voordat we weggaan, wisselen we telefoonnummers De nieuwe week gaat voorbij zoals alle andere weken. Met slechts één verschil. Geert belt mij iedere avond en hij blijft maar bellen. Wel zes weken lang, avond na avond. Ik heb een onderbuikgevoel dat ik met deze Geert geen relatie verstane woorden te kennen dat ik een angsthaas ben geworden en dat ik gewoon die stap moet nemen. Als ik die avond thuiskom en Geert belt, neem ik dapper de hoorn op. We praten wat over koetjes en kal�es als Geert er de vraag in knalt of hij in het weekeinde langs mag komen? Geert rijdt op een vrachtwagen en kan daarom niet eerder afspreken. Dat hoeft van mij ook niet. Zijn voorstel levert De dagen erop wil ik iedere avond a�ellen. Ik weet niet of hij wel de juiste is. Maar mijn collega, degene die mij uitgelachen heeft, weet mij over te halen om toch gewoon af te tegen te houden van de afspraak. We krijgen een relatie. Maar echt heel blij word ik er niet van. Een onbestemd gevoel, zonder duidelijk te weten waarom en waarvoorwe na een paar weken het besluit om samen te gaan wonen en maken we toekomstplannen. Hij heeft een goede baan, maar hij heeft wel een aantal bijzondere eigenaardigheden. Hij houdt bijvoorbeeld liever zijn eigen bankrekening waar ik totaal geen inzage in heb of krijg. En hij betaalt niet veel mee aan de huishouding. Alleen in het weekeinde geeft hij mij soms twintig gulden. Zijn logica is dat hij er ook niet zo veel is. Voorheen betaalde ik toch ook alles zelf? Zijn bankafschriften zie ik niet en ik taal er ook niet naar, omdat ik mijn zaken gewoon verder goed geregeld heb. Ik werk en ik maak het huis vanbinnen schoon. De afspraak is dat hij het buitenwerk doet, maar helaas gebeurt dat niet. Eigenlijk kan het mij ook niet zoveel schelenwerk toch alleen maar. Over het hebben van een goede rede leegte in mijn leven echt vult, weet ik niet. Maar het is een optie die voorhanden is om te proberen. Met hem kan ik mijn leven zin geven, kan ik iemand zijn. Ik vul zijn leven in ieder geval. De rinkelende alarmbellen zijn echter nog niet weg. graag kinderen maar dan moeten we wel getrouwd zijn. Geert vindt dat we dan maar snel moeten gaan trouwen. maar kort bij hem en wat weet ik nu eigenlijk van hem? Toch houdt mij dat niet tegen. Het verlangen te zijn zoals andere vrouwen, gehuwd en met kinderen, ergens bij te horen en te voldoen aan de verwachtingen van de maatschappij, wint het van mijn onderbuikgevoelens. Daarnaast wil ik betekenis geven aan mijn leven. Ik wil zien en echt verbonden voelen met iemand. Die kans ligt er nu. Een paar weken later trouwen we op een dag dat het gratis kan in Ommen, heel sober en simpel. Alleen de mensen uit is, zijn bij de plechtigheid aanwezig. Op het moment dat de ambtenaar van de burgerlijke stand om mijn jawoord onderdruk ik de neiging om nee te zeggen. Ik kijk van hem. Ik verman me onmiddellijk, ik wil hen niet tot schande maken en geen pijn doen. Ik weet eigenlijk ook helemaal niet waarom ik nu nee wil zeggen. In mijn binnenste voelt het wel zo. Onrust? Of God die mij waarschuwt? Mensen zeggen soms ‘als het zo is. Maar geldt dat ook als hij niet de ware is? Moet ik niet Ik verbind mij aan een man wiens jawoord heeft geklonken op de vraag of hij voor altijd voor mij wil zorgen en mij lief te hebben en te eren. Hij belooft dat te doen voor zelfde tot de dood ons scheidt. Dat is wat we beloven voor God ten overstaan van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Ommen en aan elmet een bevestiging. Wankel is mijn gevoel, mijn bevesti zelfs mijn huwelijk. Zonder dat ik snap waarom. Behalve dat stemmetje dat ik aan de kant schuif. Geen reden. Geen bewijs. Kan ik vertrouwen op dat innerlijke stemmetje dat mij eerder gewaarschuwd heeft over het gedrag van anderen? Zou dat de reden geweest zijn om alles af te blazen en er niet eens aan te beginnen? Het voelt als drijfzand, dat stemmetje en de gronden om het huwelijk niet te voltrekken. In mijn hoofd spreekt mijn verstand mij toe dat wie A zegt ook B moet zeggen. Dus ik vergeet het stemmetje en ga hard over mijn eigen grens heen. Misschien heb ik dat wel zo vaak gedaan dat ik mijn grenzen niet eens herken? Wie zal het zeggen? Het huwelijk is voltrokken. We vieren het in Preston Pala want Preston Palace is ooit een ziekenhuis geweest. Het oude Irene ziekenhuis in Almelo waar ik het levenslicht zag. Op die plek ziet mijn huwelijk het licht van haar eerste dag. Een nieuwe fase in mijn leven. Ik ben nu iemands echtgenote. Ik ben iemands geliefde. Ik ben een fase ingegaan waarin ik mij verbonden heb aan iemand. Maar welk licht is het, dat hier geboren is? Is het wel het licht van de liefde? Of is het soms het verblindende licht van de vervalser? Is het echt of een illusie? Dat moet nog ternaam draag. Dat ik aangesproken word als mevrouw. Er ligt een betekenis in het getrouwd zijn en die betekenis geeft mijn leven een nieuwe inhoud. Nog maar een paar weken later blijk ik zwanger te zijn. Een moeizame zwangerschap breekt aan. Ik groei als kool, ik ben heel bang en onzeker, dus snoep ik veel. Ik krijg een zwangerschapsvergiftiging en weldra lig ik in het ziekenhuis. Ik ben bang om te sterven en vrees dat ik mijn baby, waarvan ik al vroeg weet dat het een meisje is, zal verliezen. Aan mijn man heb ik niet zo veeltionaal chau�eur geworden en veel van huis. Ik sta er alleen voor. Dat voel ik ook in iedere vezel. Elke morgen verschijnt er een gynaecoloog aan m’n bed die me onderzoekt. Hij bekijkt steeds de resultaten van m’n urine op eiwitwaarden, neemt mijn bloeddruk op en bepaalt of de bevalling nog een dag kan worden uitgesteld. In de zesentwintigste week van mijn zwangerschap krijg ik ‘s avonds stuipen vanuit mijn buik. Ik bel om een zuster. Ik met alle emoties, angsten en gevoelens die je kunt hebben die op het punt staat voor het eerst een zonder de zekerheid of je de bevalling wel zult overleven. Zo voel ik mij ook die avond en nacht, heel De dood waart als een geest over de gang en wacht tot hij iemand mee kan nemen. Ik voel zijn aanwezigheid. Ik wil niet. Ik wil niet dood. Ik heb een baby in mijn buik en ik wil graag weten hoe het voelt om moeder te zijn. Om je kind in je armen te houden. Om lief te hebben. Om geliefd krijg ik nog iets om te slapen. Alsof de baby nog niet mag komen. Alsof er misschien geen ruimte is op de verloskamer. God weet welke reden ze hebben, maar ik lig nog een nacht te wachten. mand kunnen bellen voor mij of dat ik misschien behoefte heb om met iemand te praten. Mijn geestelijke nood wordt niet opgemerkt en ik ben aan mijn lot overgeleverd. Het lot van wachten of je doodgaat of een kind ter wereld brengen of het dan zal blijven leven. En of jij dan zult leven. Beangstigend en echt eenzaam. Niemand komt informeren hoe het met mij gaat of hoe ik me Pas de volgende ochtend beginnen ze met het opwekken van de weeën die de ontsluiting moeten gaan bevorderen. Als de weeën echt op gang komen mag ik naar de verloskamer waar ze elkaar in een sneller tempo opvolgen. Wanneer ik hen vertel hoe alleen in mij de afgelopen nacht heb gevoeld, schrikken ze. Hoewel het de dag is dat mijn dochter het levenslicht zal gaan aanschouweninnerlijk leeg. Ik ben onrustig en vreselijk onzeker over dat wat er gaat komen. Bevallen voor de eerste keer is eng. Je hebt werkelijk geen idee wat je te wachten staat. Op de verloskamer staan tafels met instrumenten die mij nog veel voorspellen niet veel goeds. Ik vraag mij af of het pijn zal doen en hoeveel? De gynaecoloog geeft aan dat de baby geboren moet worden, omdat haar hartslag daalt. Hij praat over een vacumpomp en zonder al te veel uitleg en zonder echt aandacht voor mij doet hij zijn ding. De zandloper van het universum lijkt aan te geven dat de tijd te kort is. Er moet nu iets gebeuren. Dat is voelbaar in de kamer. Het knaagt aan mijn lichaam en mijn gemoedstoestand. De gynaecoloog lijkt op dat moment zelf ook wat angstig en dat heeft geen positieve invloed op mijn gemoedsrust. Ik maak mij zorgen over mijn dochtertje. Als haar maar niets overkomt, ‘Heer, in deze diepe donkere ervaring heb ik Uw liefde nodig. Uw hulp. Uw aanwezigheid. Mag ik moeder Na de geboorte van mijn dochter Kelly vertelt de zuster dat de gynaecoloog eerder die week zijn eigen baby verloren heeft bij de geboorte. Dat verklaart voor mij veel van zijn nerveuze houdingenhem dat hij zijn vak blijft uitoefenen ondanks de heftige periode die hij meegemaakt heeft en die hij hoogstwaarschijnlijk nooit meer zal vergeten. Gelukkig is mijn leven gespaard gebleven en dat van mijn dochter tot op heden ook. Ze is klein, maar ze leeft. Kelly is met de vacuümenige tijd misselijk zijn en hoofdpijn hebben. De dood was sterk aanwezig, maar heeft mij niet meegetrokken, geen vat op mij gekregen. God heeft er een stokje voor gestoken. Nu ben ik dus moeder. Opnieuw een nieuwe betekenis in mijn leven. Mijn leven heeft een toegevoegde waarde. Een licht is geboren uit mijn licht. Het licht van de liefde. Onvoorwaardelijk houd ik van dit kleine meisje dat in mijn armen ligt. Een golf van liefde gaat door mij heen. Men zegt dat alle leed vergeten is zodra je je kind in de armen hebt. Het is waar. Ik vergeet mijn pijn en zorgen, maar je leed vergeten is niet he�elfde als de ervaring uitwissen. De ervaring van de donkere nacht is in mijn ziel gegraveerd. Ik heb hem beleefd. Ik heb angst, zeg maar doods ervaren. Een dag na de geboorte van mijn meisje is het Moederdag. Mijn eerste Moederdag en we krijgen van het verplegend personeel een kaarsje in de vorm van een hartje. Een lief gebaar. De dagen na de bevalling zijn moeizaam. Ten eerste omdat mijn kleine meisje nog in een couveuse ligt te vechten voor haar leven en ten tweede vanwege de moeilijke bevalling. Het is een heftig emotionele tijd en ik kan Een aantal dagen later doet Kelly het prima en mogen we naar huis. We krijgen ongeloo�ijk veel cadeautjes, aanloop maar ik voel mij niet goed. Hoewel mijn bloeddruk zakt en de wonden aan het genezen zijn, voel ik mij Ik vind het vervelend dat ik zoveel alleen ben. Als internationaal chau�eur is Geert veel weg. Daarnaast blijkt in de weken erna al spoedig dat hij zich emotioneel geen raad weet met mijn angstgevoelens en ook niet met een kleine baby die zijn nachtrust verstoort. Ik sta er opnieuw alleen er is één ding dat als een paal boven water staat voor mij: ik ben een kersverse moeder en er is een klein wezentje totaal a�ankelijk van mijn liefde. En dat wezentje zal, als het aan mij ligt en voor zover ik het helpen kan, niets te Mijn wonden genezen keurig, tenminste, de lichamelijke nieuw op mezelf aangewezen ben. Terwijl ik verbonden Het trauma van de bevalling is groot en ik ben zo doodsbang dat ik één ding heel zeker weet: als dit gevoel te lang duurt zal ik zeker geen kinderen meer willen. Zo komt het dat ik hierover praat met mijn man. Ondanks het feit dat ik alles alleen moet opknappen, besluiten we samen dat wij toch nog een kinderwens hebben. In plaats van samen te praten over de emoties rond mijn heftige zwangerschap en zware bevalling storten wij ons volledig op onze nieuwe kinderwens. Intussen is Kelly een echte huilbaby. Men zegt weleens dat kinderen de emotie en gevoelens van hun ouders haarscherp aanvoelen. Ik vermoed dat mijn kleine meisje mijn eigen tranen huilt. Alsof ons kindje ons wil laten zien dat we onze emoties moeten uiten. Mijn liefde voor dit kleine wezentje is zo groot dat ik alles wil doen om haar te troosten. Ik koester dit kindje, knu�el het en troost het waar ik kan. Daarbij stop ik mijn eigen emoties en gevoelens weg Natuurlijk voelt mijn kind mijn emotionele toestand haar�jn aan. Kinderen hebben er voelsprieten voor, maar dat ben ik mij in die periode niet bewust. Ik heb niet eens in de gaten dat het met mijzelf niet goed gaat. Emotioneel gezien ben ik feitelijk een wrak. Niemand die erover spreekt. En niemand die mij helpt. In ieder geval niet op geestelijk gebied. Mogelijk wel mijn eigen fout, want ik praat er zelf ook niet echt over. Ik schaam mij vooral. Ook heb ik geen idee wie of wat mij zou kunnen helpen? Dat is zwaarvooral omdat ik er met mijn man niet over kan praten. Geert begrijpt totaal niet wat er zich allemaal onder zijn ogen afspeelt. Hij is alleen maar aan het werk, hetgeen natuurlijk een vlucht is om niet naar zichzelf te hoeven kijken en om bepaalde zaken niet onder ogen te hoeven zien. rust. Het is voor mij een slopende tijd. Ik raak vermoeid en vind de manier waarop mijn man met dit nieuwe leven in ons gezin om gaat�jn. Ik raak teleurgesteld in ons huwelijk. Ook in hem als partner. Want een echte partner, iemand op wie ik rekenen kan, is hij niet. Ik vind bij hem geen klankbord. Almet open handen waarop een baby ligt. Mijn baby die het verdient om een moeder te hebben die haar het beste geeft van alles wat ze kan vinden. Van alles wie ze is, wat ze weet en wat ze geleerd heeft. Die haar handje vasthoudt en er voor haar isdie luistertwat al niet meer. Zo’n moeder wil ik zijn. Maar ze heeft ook recht op een vader en haar moeder op een partner. leegte. Ik kan alleen het kind mijn liefde geven. Ik voel mij niet vaak genoeg zeggen. Ik wil dat je begrijpt hoe alleen ik mij voel. Kelly geeft mij een reden om elke morgen op te staan. Om elke nieuwe dag tegemoet te zien en te proberen weer op krachten te komen, hetgeen lange tijd niet lukt. Ik ben moegeslagen door het leven. Ik vecht zoals een hond dat soms doet, maar waartegen? Wie is mijn vijand in deze strijd? Wat moet ik doen om vooruit te komen? Waar kan Korte tijd na de bevalling van Kelly ben ik opnieuw zwanger. Deze zwangerschap verloopt op zich gemakkelijker, maar het voorui�icht op een nieuwe bevalling lokt mij nog niet zo. Toch ben ik niet echt bang, meer wat onrustig of zenuwachtig. Men heeft mij verteld dat geen twee bevallingen he�elfde zijn. Dat geeft de burger moed. Mij in ieder geval wel. Echt veel tijd om daarbij stil te blijven staan heb ik ook niet want er is een baby groot te brengen en mijn man is niet thuis en niet inzetbaar. Dus werk aan de Als onze dochter een paar weken oud is krijgen we een telefoontje van de baas van Geert. Of hij even langs mag komen? Een baas die bij ons thuis komt, heeft dat wel iets goeds te betekenen? Lang hoef ik daar niet over in te zi�en. Nadat ik hem voorzien heb van ko�e, steekt hij van wal. Geert heeft hem leugens verteld en daar neemt hij geen genoegen mee. Op staande voet wordt hij ontslagen. Geert zit erbij, vertrekt geen spier en toont geen enkele emotie. Hij lijkt compleet niet verrast, het is alsof hij snapt waarover dit gaat. Ik ben echter niet voorbereid en sta perplex. De baas zegt dat hij mij dit persoonlijk wil vertellenik begrijp wat de reden is dat hij iemand met een pasgeboren baby op straat zet. Hij is heel menselijk en heeft ook echt met mij als kersverse moeder te doen. Toch landt het verhaal van de baas niet echt. Ik hoor het wel en vind het erg, maar ik besef de ernst van deze situatie nog niet. Geert lijkt er niet mee te zi�en. Als zijn baas vertrokken is uit hij de wens om voor zichzelf te gaan beginnen en komt op de proppen met een heel mooi concept. Duidelijk is het dat hij al even zinspeelt met de gedachte om voor zichzelf te beginnen. Hij vraagt mij om mee te gaan naar een bedrijf De volgende zaterdag rijden we naar het hoge noorden, waar in een oude schuur heel vriendelijke mensen werken. Allemaal ‘ouwe-jongens-krentenbrood’ en ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’. Een van de mannen legt mij het concept van ‘zelfstandig rijden’ uit. Op zich moet namelijk geen schulden hebben. Die hebben wij wel, door onze bruiloft en de onhandige manier waarop mijn man het �nancieel heeft aangepakt. Hij heeft tegen mij gelogen over zijn spaargeld. Zo komt het dat ik het een en ander maandelijks moet a�etalen. Dus als het plan ergens niet meteen met hem, maar wel als we terugrijden. Hij is echter in een euforische stemming en weet absoluut zeker dat dit een geweldig plan is. Mijn onderbuik vertelt iets krijg geen gehoor. Mijn stem is niets anders dan een echo. Zijn plan gaat door. Hij drukt gewoon zijn zin door en Na een aantal maanden blijkt dan ook inderdaad dat we hierop vastlopen. Mijn man blijft mij maar voorliegen. Ik ben zo vreselijk teleurgesteld in hem als weer een van zijn leugens uitkomt en onze rekeningen maar op blijven lopen. Woedend maakt het mij, al deze leugens die hij mij op de mouw spelt en waarin hij blijkbaar zelf gelooft. Het geeft mij een gevoel van machteloosheid. Ik zit vast in een patroon waar ik niet in wil zi�en. Het is een ui�ichtloze maar op. Dat is mijn schuld, vindt hijwant ik hang steeds tinentaal bellen is echt heel duur. Natuurlijk ben ik inderdaad de beller, maar wel omdat hij voortdurend oneerlijk omdat hij daar de verantwoordelijkheid niet voor wil nemen en maar zo lang mogelijk wegblijft in Daar zit ik dan in die hachelijke situatie waarin ik moet zorgen voor een huilbaby. Nachtenlang houdt mijn dochter mij wakker. Steeds als ze in slaap valt en ik haar wegleg of bij haar wieg wegloop, zet ze het op een schreeuwen. Het nachtenlang wakker zijn kost mij heel veel energie, mede door de manier waarop mijn man met mij omgaat. Ik ben hondsmoe en de wanhoop nabij. Wat is wijsheid? Uiteindelijk moet hij stoppen met zijn buitenlandse ri�en als zelfstandige en hebben we er een �inke schuld bij. Met nieuw in loondienst te gaan werken. Dat is wederom een strop voor mij, want hij rijdt nu tien dagen op en tien dagen af in het buitenland. Dat is althans de theorie die zijn nieuwe baas erop na houdt. In de praktijk betekent het dat hij tien dagen weg is, dan hooguit drie dagen thuis en dan weer tien dagen weg. Na een tijdje blijkt dat hij dat zelf zo omdat hij maar al te graag op de vrachtwagen zit. tegen het gehuil van onze babydochter. Zoals gezegd, zodra ik uit de buurt van Kelly ben, huilt ze. Ze wil niet alleen slapen en omdat Geert vaak weg is en ik mijn rust wel moet hebben om ook de volgende dag weer voor haar te zorgen, leg ik haar dan naast mij in bed, op zijn plek. Maar wanneer hij thuiskomt wil hij dat niet. te zorgen en hij wil het ook gewoon niet weten. Hij wil alvan ons gezamenlijk leven eruit. Hoe langer dit duurt, hoe meer ik mij afvraag welk deel precies een samenzijn beschrijft en voor welk deel hij verantwoordelijkheid neemt en erkent. Wat mij betreft is dat ver te zoeken. In mijn hart machteloosheid, woede en wanhoop. Ik vraag mij af of hij wel goed nagedacht heeft over het krijgen van een baby. Wilde hij het wel echt? Was hij er wel aan toe? Even denk mij nu een echtgenote en moeder van een kindje die de dupe is van de emotionele toestand van haar moeder die mede te danken is aan haar vader. Natuurlijk zal deze toe omdat dit de sfeer is waarin ze opgroeit. Ook stel ik voor het eerst de diepe vraag aan mezelf: wat is liefde Intussen maken we de kamer voor het tweede kindje klaar. We besluiten dat dit ons laatste kindje zal zijn. Hij vindt het wel welletjes en dat is het ook. Eén kind kan hij al amper aan. Ik bereid mij voor op de bevalling. Dit wel met lood in mijn schoenen. Niet alleen omdat de bevalling van onze dochter mij nog zo vers in het geheugen ligt, maar ook omdat Geert zo weinig tot steun is geweest. Ik ben niet �t, heb geen energie, noch enige vertrouwen in hoe het verder moet gaan. Ik sta telkens onder toezicht van de gynaecoloog. Tot nu toe is de zwangerschap zonder al te De bevalling wordt opgewekt. Ik ga aan een infuus dat ervoor zorgt dat de weeën op gang komen. Op een ademhalingsprobleempje na verloopt de geboorte vlekkeloos. Onze zoon komt snel en gezond ter wereld. Een �inke jongen van negen pond. Yarnick is zijn naam. Welkom op de wereld, kleine man! Ik ben erg blij met deze mooie zoon. ik het niet helpen dat ik mij afvraag of het leven van dit pasgeboren jongetje wel vlekkeloos zal verlopen. Ik �uis stellig van overtuigd. Mijn liefde voor dit kind zal een niet a�atende werkzame kracht zijn. Zo lang als ik leef. Na een dagje ziekenhuis mogen we samen naar huis en ik geniet met volle teugen van de kraamtijd. Tot de derde dag. De bel gaat en er staat een meneer voor de deur die zich voorstelt als deurwaarder. Hij is op zoek naar mijn man. Ik heb werkelijk geen idee wat een deurwaarder is. De man, aanzienlijk bekend in Ommen, is welwillend en legt het mij vriendelijk uit. Ik vertel hem dat Geert is weggegaan naar zijn werk en dat hij pas over tien dagen terug is. De deurwaarder bekijkt mij van top tot teen en komt blijkbaar tot de conclusie dat ik echt groen en onschuldig ben. Hij vertelt mij dat hij niet als enige op zoek is naar mijn man. Ik schrik enorm. Aangezien hij begrijpt dat ik net bevallen ben, raadt hij me aan om even op adem te komen. Op mijn aandringen vertelt de deurwaarder het bedrag waarvoor ze mijn man zoeken: vijfentwintigduizend euro. Ik ben bang dat mijn hart ter plekke stil zal blijven staan. De deurwaarder vraagt of we getrouwd zijn en wanneer ik bevestigend antwoord, stelt hij mij de vraag of we in gemeenschap van goederen zijn getrouwd? Dat ben ik inderdaad. Ik raak nog meer overstuur door wat hij vervolgens vertelt. Omdat we in gemeenschap van goederen getrouwd zijn, word ik medeverantwoordelijk genodig om mezelf vrij te krijgen van een schuld waarvan ik tot die dag het bestaan niet eens van wist. Sterker nog, er niet aan meegewerkt hebt. Mijn kraamverzorgster, die in de kamer aan het poetsen is, krijgt inmiddels lucht van het feit dat er iets helemaal mis is en komt mij steunen. Als de deurwaarder uiteindelijk vertrekt maak ik alle post van mijn man open die de afgelopen tijd is binnengekomen. Ik krijg de schrik van mijn leven. Naast de bedragen die de deurwaarder heeft genoemd staan er nog meer aanzienlijk grote bedragen open. Ik bel Geert en confronteer hem met de feiten. Hij liegt eerst drie keer tegen mij en geeft pas na de vierde poging toe. Ik ben inmiddels laaiend. Zijn liegen en bedriegen ben ik meer dan zat. Ik zeg hem dat we naar de schuldhulp gaan. Ook wil ik dat hij hulp zoekt, want dat ellendige gelieg van hem is voor mij het ergst van alles. Daar kan ik niet tegen. Ik ben op dat moment niet van Bij een particulier bureau begin ik met hem aan het traject van vrijwillige schuldhulp en ga na een bezoek aan de huisarts met hem naar het Riagg. De hulpverlener maakt mij duidelijk dat dit leugenachtige gedrag zijn aard is geworden door trauma’s uit zijn jeugd en dat hij ermee moet leren leven. Als ik daar niet mee om kan gaan kan ik maar beter bij hem weggaan, want veranderen zal hij zeker niet Een angstige en moeilijke tijd breekt aan. Een tijd van afzien en een tijd waarin ik elk dubbeltje omdraai terwijl hij nog weleens fouten maakt. Hij vindt dat hij honderd gulden mee moet hebben per week, terwijl er voor de kinderen amper een pak babyvoeding en een pak Pampers het voor mij en de kinderen niet goed zal komen. Waar ik wel vaak aan denk is de optie om te scheiden. Toch vind ik dat de grens nog niet bereikt is. Ik houd daarvoor nog te veel van hem, althans dat denk ik, en we hebben kinderen. In deze periode van onzekerheid en angst, maar vooral ook van bi�ere vertwijfeling, ga ik God weer zoeken. Niet dat ik Hem echt kwijt was, hooguit schonk ik niet zoveel genlijk verdiende. Ik ga dieper nadenken over de geboden uit de Bijbel. Er is mij geleerd dat houden van je naaste erg belangrijk is. Wat jij niet wilt dat jou geschiedt dat doe je ook een ander niet. Zoiets. Hoe zou God over mij denken wanneer ik ga scheiden? Bij ons in de familie is altijd het voorbeeld gegeven dat je scheidt. Als ik daarvan afwijk zal ik mij zeker heel erg schamen. Ik ben dan degene die een smet werpt op de fa maakt de basis tussen ons helemaal kapot. Ik heb absoluut geen vertrouwen meer in hem. Geestelijk gezien voelt het voor mij alsof we nooit echt verbonden zijn geweest. Hij, mijn man, heeft zich nooit echt aan mij gegeven. Hij heeft dingen achtergehouden voor mij, verschillende zaken verzwegen. Hij is oneerlijk geweesthij heeft mij bedrogen en halve waarheden verteld. Dat is een oneerlijke basis voor een goede relatie. Een verbinding die door leugens tot stand is gebracht. Wie is er ook alweer de meester van de leugen? Wie is er ook alweer degene van het valse licht? Ik moet even eerlijk zijn. Satan, vreselijke duive