Liefde is licht Liefde is licht religieuze teksten van Simone Weil Met een inleiding van Frits de Lange religieuze teksten van Simone Weil 9789043 533485 NUR 705 ISBN 978 90 435 3348 5 ‘God heeft met zijn vrienden een taal afgesproken. Iedere gebeurtenis van het leven is een woord dat in deze taal wordt gesproken. Al deze woorden zijn synoniem, maar elk woord heeft zijn eigen, onvertaalbare nuance, zoals dat geldt voor iedere taal. De gemeenschappelijke zin die aan alle woorden ten grondslag ligt, is: “Ik bemin je. ”’ Simone Weil houdt haar lezers confronterend een spiegel voor. Aan de hand van filosofie, Griekse mythen en Bijbelse verhalen laat zij zien dat wij mensen de waan najagen. De op jonge leeftijd overleden Franse filosofe kijkt ons recht in de ogen en beweert dat het mo - gelijk is om elke waan te ontmaskeren. Op die manier ontstaat er ruimte om God te ontmoeten. In deze niet eerder of nieuw vertaalde teksten lukt het haar diepe inzichten te delen die verder reiken dan het verstand ons tegen kan werpen. ‘Simone Weil, mijn grote lerares in het geloof. ’ Tomáš Halík kokBOliefdeislicht0220-2. indd 1kokBOliefdeislicht0220-2. indd 1 04-03-2020 15:5604-03-2020 15:56
liefde is licht Religieuze teksten van Simone Weil Vertaald door Laurent Bastiaens Met een inleiding van Frits de Lange KokBoekencentrum Uitgevers • Utrecht Liefde is licht. indd 3 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
Inhoudsopgave Inleiding 7 Deel I: Folklore en mythen 19 Schots sprookje ‘The duke o’ Norroway’ 23 Het sprookje van de schoenlapper 26 Elektra (Sofokles) 30 Antigone (Sofokles) 33 Koor van Agamemnon (Aischylos) 36 Tantalos 38 Hymne aan Demeter 41 Timaeus (Plato) 44 Het Gastmaal (Plato) 64 De Grot (Plato) 73 De Verlossende Liefde (Plato) 86 De Verloren Zoon 119 Beelden van Christus 134 Deel II: Liefde 137 Liefde voor de wereldorde 139 Schoonheid en waarheid behoren tot de wereld van het onpersoonlijke en het anonieme 149 Liefde is licht. indd 5 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
Zwaartekracht en genade 154 De Nacht van de ziel 162 Verband tussen waarheid en ongeluk 169 De liefde van God en het ongeluk 178 Waarheid en leugen, geloof en verstand 211 Het goede is reëel 233 Geloofsbelijdenis 280 Liefde is licht. indd 6 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
inleiding 7 Inleiding ‘Ik bemin je. ’ Simone Weil en de lastige liefde van God Frits de Lange ‘In heel mijn leven heb ik nooit, geen enkel moment, naar God ge- zocht’, schrijft Simone Weil in 1941. En toch: ‘Christus zelf is neer- gedaald en heeft bezit van mij genomen. ’ Opgegroeid in het agnos- tisch, geassimileerd-joodsV milieu van het artsengezin van Bernard Weil, vormde religie van huis uit ook voor haar een vreemde we- reld. Alle accent lag in haar opvoeding op de intellectuele deugden van de Verlichting, de strenge ascese van de zuivere rationaliteit. Hoewel schijnbaar minder begaafd dan haar broer André (hij werd later een beroemd wiskundige), doorliep ze de Ecole Normale Su- périeure. Elitair en excentriek, ging ze om met Sartre, De Beauvoir, Raymond Aron, Georges Bataille – de Parijse intellectuele beau monde. Ze wordt actief in de communistische beweging en combi- neert haar werk als lerares filosofie met vakbondswerk. In 1934 werkt ze een jaar lang, ondanks haar zwakke gezondheid, als handarbeider in de fabrieken van Renault en Alsthom en houdt een dagboek van haar ervaringen bij. Een mystieke filosoof Simone Weil een mystica? Het lag niet voor de hand. Dan maakt ze in 1935 met haar ouders een reis naar Portugal en is ze in een vis- sersdorp getuige van een processie. Ze had de fysieke dwang en economische uitbuiting die fabrieksarbeiders moeten ondergaan Liefde is licht. indd 7 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
8 liefde is licht ervaren als een moderne vorm van slavernij. Daar overvalt haar ‘plotseling de zekerheid dat het christendom bij uitstek een slaven- religie is, en dat slaven niet anders kunnen dan zich er bij aanslui- ten, ik, te midden van anderen, mee inbegrepen’. Zo lezen we in Wachten op God. De mystieke ervaring wordt later gevolgd door nog twee andere, één tijdens een bezoek aan Assisi (in 1938) en een an- dere in het klooster van Solemnes (in 1939). Daar, tijdens de mis- sen van de stille week en gekweld door hevige hoofdpijnen, wordt ze overweldigd door de ervaring van goddelijke liefde, dwars door de fysieke pijn heen. ‘Tijdens deze diensten is de gedachte aan het lijden van Christus eens en voor altijd in mij doorgedrongen. (. . . ) Ik heb door het lijden heen de tegenwoordigheid van een liefde ge- voeld, die overeenkomt met datgene, wat men in de glimlach van een bemind gelaat leest. ’ Simone Weil ondergaat de ervaring van een unio mystica, waarbij voor één ondeelbaar moment tijd en ruimte er niet meer toe doen, en God en de ziel, hemel en aarde met elkaar lijken te vervloeien. De ziel en God spreken als bruid en bruidegom de taal van de lief- de, en blijven dat doen ook als zij straks weer gescheiden zullen zijn, als er weer een ‘oneindige afstand’ tussen hen zal bestaan, zo groot als het universum zelf. Simone Weil moet ongelooflijk onder haar hoofdpijnen en haar zwakke gezondheid hebben geleden. En ze had een dunne huid: ook het leed van anderen trok ze zich enorm aan. Simone Weil heeft ‘een hart dat klopt door heel het universum’, zei haar Parijse medestudent Simone de Beauvoir al eerder van haar; zij vond het een tikje pathologisch. Haar religieuze ervaringen van eind jaren dertig gaven haar geen rooskleuriger kijk op de wereld; voor haar bleef het menselijk bestaan getekend door willekeur, geweld, lij- den en ongeluk. Maar deze oneindige afstand tussen het goede en het ongeluk, de genade en de ijzeren wetmatigheden van de zwaar- tekracht, God en de ziel zullen voortaan worden gelezen als een Liefde is licht. indd 8 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
inleiding 9 brief, geschreven in het handschrift van een afwezige geliefde. Een fragment uit L’Enracinement: ‘God heeft met zijn vrienden een taal afgesproken. Iedere gebeurtenis van het leven is een woord dat in deze taal worden gesproken. Al deze woorden zijn synoniem, maar elk woord heeft zijn eigen, onvertaalbare nuance, zoals dat geldt voor iedere taal. De gemeenschappelijkeV zin die aan alle woorden ten grondslag ligt, is: “Ik bemin je”. ’ De mens drinkt een glas water. Het water is het ‘ik bemin je’ van God. Hij verblijft twee dagen in de woestijn zonder iets drinkbaars te vinden. Zijn uitgedroogde keel is het ‘ik bemin je’ van God. God is als een lastige vrouw die haar minnaar omhelst en hem uren- lang, zonder ophouden, zachtjes in het oor fluistert: ‘ik bemin je, ik bemin je, ik bemin je. ’ De mystieke ervaring kleurt Simone Weil’s verdere omgang met de wereld ingrijpend en voorgoed. In haar latere teksten klinkt dezelf- de grondtoon van de liefde, ook al wordt zij dan literair en filoso- fisch op tal van manieren vervoegd en verbogen. ‘Het enige orgaan dat contact kan leggen met het bestaan is de acceptatie, de liefde. ’ Consentement, de instemming met al wat is, zelfs met het harde mechaniek van deze wereld, waaraan wij ons lichaam openhalen en die onze ziel verwondt en verdooft – die basishouding wil Simo- ne Weil ons bijbrengen. Het is een concept waarin de wijsheidsleer van de Griekse Stoa en de verlichtingsvrijheiVd van Immanuel Kant elkaar de hand reiken. Het hoogste waartoe een mens kan komen is het in opperste vrijheid ac- cepteren van de beperking van zijn eigen vrijheid, het zich toever- trouwen aan de zee van wetmatige noodzakelijkheden V (nécessités) zoals een zeilschip zich aan de golven geeft, een vogel aan de wind. Simone Weil houdt niet op filosoof te zijn, verandert ook niet echt van inzicht. Haar fundamentele concepten uit haar eerste jaren Liefde is licht. indd 9 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
10 liefde is licht krijgen nu echter een religieuze verdieping. ‘Zelfs toen ik niet in God geloofde, was ik al werkelijk christen’, schrijft ze. Roeping, gehoorzaamheid, zuiverheid, aanvaarding, aandacht – het waren altijd al belangrijke thema’s voor haar. Nu worden ze expliciet in verband gebracht met Gods liefde. Christus en de afwezige God De mystica Weil is niet de beminde, die een herhaling van die ene liefdesnacht met haar verdwenen geliefde najaagt, als het moet met een obscure vervanger. Zij is de beminde die zijn afwezigheid als een lucide en scherpzinnige filosoof in het harde, schelle dag- licht wil doorleven. Haar verdere bestaan ervaart ze religieus als een aandachtig wachten op God, een attente de Dieu. Hoe krachtiger haar geloof in God wordt, des te onmachtiger wordt hij in haar voorstelling. God is niet anders aanwezig in deze wereld dan afwe- zig. Hij heeft zich al scheppend teruggetrokken en ons achtergela- ten met twee geschenken: een ongelooflijk mooie, maar harde we- reld. En met het onstilbare verlangen naar zijn Liefde in onze ziel. De zwaartekracht en de genade. Hoe houd je die twee – de ervaring van het ongeluk en het geloof in de liefde – ooit bij elkaar zonder er innerlijk door verscheurd te worden? Er is maar een manier en dat is door je leven te leiden en te verstaan als een permanente deelname aan het lijden van Christus. In Christus worden beide verenigd: de liefdevolle God zelf, present in zijn Zoon, en het ultieme lijden van de mens Jezus. Simone Weil ziet in het Kruis het oersymbool, de sleutel tot een beter begrip van onze werkelijkheid. ‘Christus’ is voor haar niet de naam van een eenmalige historische figuur uit Nazaret, maar eerder een univer- seel principe. Simone Weil vindt het tot haar verrassing – de eerste helft van deze bloemlezing getuigt ervan – overal weer terug: in sprookjes en mythen, de Griekse mythologie en filosofie, in hin- doeïsme en boeddhisme. Ze toont zich aanhanger van de gedachte Liefde is licht. indd 10 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
inleiding 11 van een ‘eeuwige filosofie’: het christelijke verhaal is niet uniek, maar wordt door de hele mensheidsgeschiedeVnis heen al wereld- wijd door andere religieuze tradities gedeeld. Ze herkent het bedreigde, miskende, vervolgde, maar onuitwisba- re verlangen naar het Goede vooral in de Griekse klassieken waar- mee ze van huis uit vertrouwd is. ‘Plato was een mysticus’, schrijft ze, en zijn mythe van de grot is het equivalent van het evangelie. Het drukt het inzicht uit dat het Goede ook werkelijk transcendent, dat wil zeggen: niet van deze wereld is. Maar tegelijk: dat wie er werkelijk naar verlangt en erin gelooft er echt deel aan heeft, ook al moet hij onder dat inzicht lijden. De schepping beschouwt Weil dan ook eerder als een vorm van dis- creet terugtrekken van God dan als een actieve manifestatie van zijn macht. Zij neemt de gedachte op uit de kabbalistiek dat God in een gedeelte van de kosmos afziet van zijn alomtegenwoordige aanwezigheid en het zo z’n eigen aanzijn geeft. De werkelijkheid van deze wereld is een godloze leegte in het innerlijk van God zelf, waaruit hij zich liefdevol heeft teruggetrokken. Scheppen is eigenlijk een vorm van ontscheppen, van ’decreatie’. God schept zo het godloze, roept het volstrekte Andere dan zich- zelf in het leven, als een werkelijk Tegenover. Dankzij zijn liefde zijn wij er, is de wereld er, met onze eigen wetmatigheden en logi- ca. In de schoonheid van het harmonische lijnenspel van de geo- metrie en in de onverbiddelijke verhoudingen van de mathematica heeft God zijn stempel op ons universum gedrukt. Hij heeft er niets meer te zoeken, behalve onze ziel die hij bemint, en laat haar aan zichzelf over. ‘God trekt zich uit liefde van ons terug opdat wij hem zouden kunnen liefhebben. ’ God is in de hemel en wij zijn op de aarde, en een oneindige afstand scheidt ons van elkaar. ‘Christus’ is evenwel het symbool ervoor dat wij elkaar daarin tegelijkertijd oneindig nabij zijn. Liefde is licht. indd 11 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
12 liefde is licht Kijken, niet eten Als God de enige is die het beminnen waard is en Hij afwezig is in deze wereld dan verdient niets in deze wereld ons geloof. Dan is het wellicht ook beter ons van expliciete religie te onthouden. Ge- loofsvoorstellingenV en dogma’s maken de transcendente God im- mers immanent. Daarom: ‘accepter le vide’, ‘de leegte aanvaarden’ – dat is de les die Simone Weil van Johannes van het Kruis wil leren. De leegte van de godverlatenheid, de angst van de donkere nacht, de innerlijke woestijn. ‘Men moet in de woestijn leven, want dege- ne die men bemint is afwezig. ’ Mystiek is te beschouwen een vorm van religieuze minimal music. Het moderne atheïsme wordt door Weil dan ook als vorm van zuivering geduid, een wijze les in religi- euze onthouding. Wat God ons achterlaat is de ervaring van zijn afwezigheid, als een handtekening onder de liefdesbrief die hij met de schepping aan ons heeft willen schrijven. De vreugde en het ongeluk, het is om het even, zij dragen de merktekenen van het goddelijk handschrift, of het nu in vrolijk rood dan wel in bitter zwart geschreven is. Het bestaan van God mogen we echter best ter discussie stellen, maar zijn liefde niet. Er is maar één godsbewijs, en dat is dat wij doorgaan met hem beminnen. God is aanwezig in onze werkelijk- heid, zoals het brood aanwezig is in de honger, het water in de dorst. God is aanwezig in het onstilbare verlangen naar God. God is aanwezig in de aanhoudende klacht ‘mijn God, waarom hebt gij mij verlaten? ’ Wij zijn daarin de kruisiging van God. Simone Weil’s mystiek is er één van religieuze onthouding. Haar dubbelzinnige relatie tot de rooms-katholieke kerk vormt daarvan de neerslag. Zij blijft op religieuze gronden buiten-kerkelijk. Ze er- vaart het als haar roeping om solidair met de niet-gelovigen te zijn, de praktisch athëïsten die geen troost vinden in de leer en het sa- crament van de kerk, maar hun malheur als een donkere nacht Liefde is licht. indd 12 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
inleiding 13 doorstaan. Dezelfde verhouding die zij tot de afwezige God heeft, bezit zij tot het kerkelijk sacrament: wachten, niet toeëigenen; kij- ken, niet eten. ‘Honger heeft wel een meer onvolkomen, maar toch een even reële verhouding tot het voedsel als het eten zelf. ’ Con- templatie, aandachtig toezien, dat is de religieuze grondhouding bij uitstek; wie denkt zich het goddelijke te kunnen toeëigenen, maakt zich schuldig aan religieus kannibalisme. Vrije instemming Vrije instemming (consentement) is één van de centrale concepten uit het denken van Simone Weil. Het staat zowel voor vrijheid als voor gehoorzaamheid. Het duidt op de instemming, het mystieke ja van de bruid tegen de bruidegom. ‘Ja, ik wil’, zegt de ziel tegen God in het uur van de ontmoeting. ‘Ja, ik wil’ zegt de ziel ook tegen de God, als hij zich terugtrekt uit de schepping, en haar de wereld als een liefdesbrief in vrolijk rood en bitter zwart geschreven achter- laat. ‘Ja’, zegt de ziel dan ook tegen de wereld zelf, de enige gestalte waarin de afwezige God haar nog verschijnt. Dit ‘ja’, deze consente- ment, kan niet worden afgedwongen. Dan is zij zonder waarde. Daarom is ‘het hoogste goed voor elk mens de vrije beschikking over zichzelf’. Autonomie, daar draait het om in ethiek en mystiek beide. ‘Wij bezitten niets op aarde – want het lot kan ons alles ont- nemen – dan het vermogen om ik te zeggen. ’ Maar wat doen we met dat ik, als we onze autonomie eenmaal hebben verworven? Verras- send klinkt het dan: ‘God heeft onze autonomie geschapen opdat wij de gelegenheid zouden hebben om er uit liefde van af te zien. ’ Waarom zouden we dat kostbare ik weggeven? Weil’s ethiek is door critici later afgedaan als een ziekelijke vorm van zelfhaat. Al- leen de religieuze ader waaruit haar filosofie vloeit kan het misver- stand wegnemen. Want het ‘ik’ mag bij haar staan voor een illusie, een hinderlijke sta in de weg, de ziel van de enkeling is voor Weil Liefde is licht. indd 13 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
14 liefde is licht daarentegen van een onschatbare, absolute waarde. Het is de ziel die door God wordt bemind, en die alles wat haar bij die liefdesbe- trekking in de weg staat als ballast terzijde moet willen schuiven. En ballast, dat is het ik dat zich als een koninkje verschanst in zijn illusionaire koninkrijkje. Het ik, dat denkt dat de wereld om hem draait, en niet in de gaten heeft dat het een speelbal is in de flipper- kast van de sociale machtsmechanica. Het ik, dat de wereld met zichzelf wil vervullen. Dát ik, dat kunnen we missen. Het hindert ons in het contact met de werkelijkheid. Het vertroebelt onze waar- neming, het vertekent de verhoudingen. Het gunt het andere, de ander geen recht van bestaan door alles in het perspectief van zich- zelf te plaatsen. Door ons ik terug te trekken geven we de dingen hun eigen bestaan terug. Het ik trekt ook een scherm op tussen de ziel en God. Wie het vernietigt, ‘ontschept’, maakt de verhoudin- gen tussen de ziel en God weer transparant. De ziel zelf daarente- gen, zij is van onschatbare eeuwigheidswaarde, omdat zij door God wordt bemind. Misschien kun je haar daarmee ook wel defini- eren: de ziel, dat is dat wat God in ons liefheeft. En omdat zij van de liefde leeft, is zij ook waarlijk vrij. Vrij om het ik, dat illusoire eigen- dom, op te geven. Simone Weil’s pleidooi voor zelfopgave komt ook niet voort uit af- keer van het leven, maar wordt gekenmerkt door een vreugdevolle aandacht voor het aardse, liefde voor het leven. Het wachten op God resulteert in een intensieve toewending naar de schepping die hij liefdevol de ruimte heeft gegeven, en die de sporen van zijn ab- sentie draagt. Telkens wanneer we weer een ervaring van diepe vreugde of schoonheid ondergaan, laat God zijn handtekening achter. Deze houding van aandachtig leven uit zich in een ongeme- ne realiteitszin, in een compromisloze liefde tot de waarheid. ‘De waarheid verlangen dat is een direct contact met de realiteit wen- sen. Contact verlangen met een realiteit, dat is ervan houden. ’ Zo- wel Simone Weil’s intense gevoel voor schoonheid (‘de schoon- heid van deze wereld, dat is de tedere glimlach van Christus voor Liefde is licht. indd 14 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
inleiding 15 ons bemiddeld door de materie’) als haar lucide inzicht in de men- selijk pikorde en de mechanieken van macht en geweld zijn een ui- ting van deze toewending tot het aardse. Alleen wie de vreugde en de pijn doorleeft, alleen wie de beker van dit bestaan tot de bodem toe leegdrinkt, heeft deel aan de lastige liefde van God. Liefde is licht. indd 15 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
16 liefde is licht Noot van de vertaler Heel het ontstaan van de bloemlezing komt in feite neer op een soort levensverhaal. Toen ik, een halve eeuw geleden, wegens burn- out, vroegtijdig het onderwijs moest verlaten, waren het de teksten van Simone Weil die redding brachten. Zij leidden mijn gebrekkig denken stap na stap naar genezende zekerheid. Die zekerheid zit helemaal in wat Weil precies bedoelt, waar zij uitlegt dat het verlan- gen naar het goede reeds het bezit van het goede is. Sindsdien had ik weer vaste grond onder mijn voeten, enfin, grond; het was eerder zand, woestijnzand. Er was geen gebaande ‘weg’ meer. En die was ook niet meer nodig. Ik begon met vertalen, omdat vertalen verplicht tot grondiger aan- dacht. Het is pas de laatste jaren dat ik me begon af te vragen of de teksten die mij zozeer geholpen hadden, wellicht ook andere men- sen in nood zouden kunnen helpen. Zo ontstond een bloemlezing. Ik heb mijn vertalingen vervolgens onder bepaalde thema’s ge- groepeerd. Het gaat om een vrije vertaling, waarin de inhoud van de gedachte primeert op de letterlijke vorm en de gedachtestroom op de thematisering. Om de lezer toch enigszins in banen te leiden heb ik ieder hoofdstuk voorzien van een korte inleiding. Vergele- ken met de teksten van Simone Weil, die in alle talen als bliksems insloegen, bevatten deze inleidingen niet méér licht dan een zak- lamp. L. Bastiaens Liefde is licht. indd 16 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
noot van de vertaler 17 Oorspronkelijke Franse uitgaven en afkortingen: AD Attente de Dieu. Fayard. 1966 CS La Connaissance surnaturelle. Gallimard. 1950 E L’enracinement. Gallimard. 1949 EL Ecrits de Londres et dernières lettres. Gallimard. 1957/1960 IPC Intuitions préchrétiennes. La Colombe. 1951 OL Oppression et Liberté. Gallimard. 1955 PSO Pensées sans ordre concernant l’amour de Dieu. Gallimard. 1962 SG La Source Grecque. Gallimard. 1953/1963 L. Bastiaens Liefde is licht. indd 17 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
Deel I: Folklore en mythen De basis van de mythologie is dat het universum een metafoor is van de goddelijke waarheden. (. . . ) (CS 145) ‘Wij leven de dood van de Goden en de Goden leven onze dood. ’ Wij moeten de notie van de reële metafoor terugvinden. Anders zal zoiets als bijvoorbeeld de geschiedenis van Christus ofwel haar rea liteit ofwel haar betekenis verliezen. (. . . ) (CS 163) Liefde is licht. indd 19 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
Ons universum is enkel metafoor. De schone en goede dingen hier bene- den bevredigen ons nooit. Zij beloven alles, maar geven niets. Zij verwij- zen alleen maar. Zij zijn als wegwijzers naar wat bedoeld wordt met het woord ‘God’. Alhoewel die weg rationeel onmogelijk is, is het even ratio- neel de enig mogelijke weg. Dat is tegensprekelijk. Hier hebben we dus duidelijk te maken met iets dat tegelijk tegensprekelijk is en waarheid. Mogelijk en onmogelijk tegelijk. ‘Wat onmogelijk is voor de mens, is mogelijk voor God’ (Mat. 19:26). We komen uit bij de werkelijkheid van het sprookje. De held van het sprookje wil zijn prinses en hij trekt het zich niet aan dat het onmogelijk is haar te bereiken. Alles op alles zet hij om dit te bereiken. De nachtmerrie van Sneeuwwitje kan alleen worden opgelost door de zoen van de prins. Alhoewel het in het leven bij de zeven dwergen nog altijd een kwestie is van vallen en opstaan, van deugd en ondeugd, van leegte, lijden en dood, is er toch reeds de afwezigheid van afgoderij en eindigt het sprookje ‘automatisch’ met het happy end van het huwelijk met de Prins. Ook in de christelijke mystiek wordt de her- eniging van de ziel met God gewoonlijk vergeleken met het huwelijk. Wat wij realiteit, ontwikkeling, vooruitgang en cultuur noemen is echter alleen denkbaar als metafoor. De metafoor is het best mogelijke voertuig voor onze reis naar God. Maar in plaats van deze begrippen te gebruiken als voertuig naar God, maakten wij er afgoden van. God gaf ons wegwij- zers, bruggen om over te steken naar de hemel, maar wij bouwden er huizen op en gingen er in wonen. Alleen van lijden en ongeluk, kruis, kunnen we geen afgoden maken. Daarom zegt Christus dat wij ons kruis moeten opnemen om hem te volgen. Het Kruis is de enige veilige weg. God verschijnt als mislukte mens, als een dakloze, een zwerver, een ver- volgde, een monster. En de held van het sprookje moet het monster zoe- nen. L. Bastiaens Liefde is licht. indd 21 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
deel i: folklore en mythen 23 Schots sprookje ‘The duke o’ Norroway’ Via menswording, lijden, dood en door middel van de schoonheid tracht God de afgedwaalde mens opnieuw te bereiken. De herkenning, dat is de hereniging, voltrekt zich buiten tijd en ruimte als in een oneindig klein gebeuren, dat in dit sprookje hier uitgedrukt wordt door het ontwaken in het allerlaatste ogenblik. In dit sprookje is er sprake van een prins, de ‘Hertog van Noorwe- gen’, die overdag leeft onder de vorm van een dier, en die enkel ’s nachts onder menselijke gedaante verschijnt. Hij huwt met een prinses. Deze, niet langer meer opgewassen tegen de situatie, ver- nietigt op zekere nacht de dierenhuid waarmee de prins overdag bekleed is. Daardoor echter verdwijnt de prins. Er blijft haar niets anders over dan hem te gaan zoeken. Dan begint haar calvarietocht. Eindeloos lang doolt zij door vlak- ten en bossen. Op zekere dag ontmoet zij een vrouw die haar drie wondernoten schenkt. (. . . ) Nog lang dwaalt zij verder, tot zij einde- lijk haar echtgenoot onder menselijke gedaante terugvindt in een vreemd paleis. De prins is echter haar bestaan vergeten en staat op het punt te huwen met een andere vrouw. De arme prinses is er erg aan toe. Door de lange reis vol ontberingen zijn haar klederen nog L. Bastiaens Liefde is licht. indd 23 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
24 liefde is licht enkel lompen en ziet zij er uit als een bedelares. Zij slaagt er in in het paleis aangenomen te worden als keukenmeisje. Als zij in haar wanhoop een van de drie wondernoten kraakt, vindt zij er een feeë- riek mooi bruidskleed in. In ruil voor dit bruidskleed mag zij van de vreemde prinses een hele nacht doorbrengen bij de prins. De vreemde prinses heeft de prins echter een slaapdrank laten drin- ken, zodat deze de ganse nacht geen ogenblik wakker wordt. Zo- lang de nacht duurt zingt de echte echtgenote aan zijn zijde: ‘Far hae I sought ye, near am I brought to ye; Dear duke ’o Norroway, will ye re- turn and speak to me? ’. Zij zingt ‘till her heart was like to break, and over again like to break’. (. . . ) De prins wordt echter niet wakker, en ’s morgens moet zij hem ver- laten. De volgende nacht probeert zij opnieuw haar echtgenoot te bereiken. En op dezelfde wijze verloopt ook de derde nacht. En te- gen de morgen van de derde nacht, juist vóór het aanbreken van de dageraad, wordt de prins wakker. Hij herkent zijn prinses en stuurt de andere weg. Ook dit verhaal wijst m. i. op het zoeken van God naar de mens. En eveneens bevat het de twee hoger genoemde vormen van ge- weld waardoor God zich toegang verschaft tot de ziel. De eerste gebeurt in de nacht van het onbewuste, als het bewustzijn van de mens nog helemaal dierlijk is en de mens daarin nog verborgen. Nauwelijks heeft God een poging aangewend om hem tot het daglicht te brengen, of de mens neemt de vlucht. Hij vergeet God, en bereid zich voor op een overspelig huwelijk met het vlees. In smart en pijnen zoekt God de mens, en Hij benadert hem als be- delaar. Hij koopt het vlees om met de schoonheid en verkrijgt al- dus toegang tot de ziel. Maar deze slaapt. De ziel krijgt een op voorhand bepaalde termijn om te ontwaken. Ontwaakt zij, zelfs op het laatste ogenblik van die termijn, en herkent zij haar God, dan is zij gered. Liefde is licht. indd 24 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
deel i: folklore en mythen 25 Het feit dat de prins pas ontwaakt in de laatste minuut vóór de der- de dageraad, wijst erop dat het verschil tussen de ziel die verloren gaat en de ziel die gered wordt slechts een oneindig klein onder- deel uitmaakt van heel de psychologische inhoud van de ziel. In het Evangelie wordt hierop gewezen door de vergelijking van het Rijk Gods met het mosterdzaadje, de zuurdesem, de parel, enz. Ook het zaadje van de granaatappel van Proserpina wijst hierop. De in lompen gehulde, lijdende verschijning van de prinses, haar aanwezigheid in het paleis als keukenmeisje, toont ons een God die helemaal ontdaan is van zijn glorie. Hij verschijnt ons ‘verbor- gen’. Ons heil bestaat er in Hem te herkennen. Er bestaat een ander folkloristisch thema, dat ongetwijfeld dezelf- de waarheid tot uitdrukking wil brengen. Het is dat van de prinses die, vergezeld van een slavin, op reis gaat om ergens, heel ver weg, een prins te huwen. (In sommige sprookjes is het de prins die met zijn slaaf op reis gaat om een prinses te huwen. ) Onderweg doet zich dan een gebeurtenis voor die de prins ertoe noopt met de sla- vin van kleding en van rol te wisselen, waarbij deze laatste moet zwe- ren nooit haar echte identiteit bekend te maken. Het is pas op het allerlaatste ogenblik, wanneer de prins namelijk op het punt staat met de slavin te trouwen, dat hij zijn eigenlijke geliefde herkent. In beide thema’s kan men de Passie herkennen. (. . . ) (IPC 13. 14. 15) Liefde is licht. indd 25 | Elgraphic - Vlaardingen 03-03-20 17:07
Liefde is licht Liefde is licht religieuze teksten van Simone Weil Met een inleiding van Frits de Lange religieuze teksten van Simone Weil 9789043 533485 NUR 705 ISBN 978 90 435 3348 5 ‘God heeft met zijn vrienden een taal afgesproken. Iedere gebeurtenis van het leven is een woord dat in deze taal wordt gesproken. Al deze woorden zijn synoniem, maar elk woord heeft zijn eigen, onvertaalbare nuance, zoals dat geldt voor iedere taal. De gemeenschappelijke zin die aan alle woorden ten grondslag ligt, is: “Ik bemin je. ”’ Simone Weil houdt haar lezers confronterend een spiegel voor. Aan de hand van filosofie, Griekse mythen en Bijbelse verhalen laat zij zien dat wij mensen de waan najagen. De op jonge leeftijd overleden Franse filosofe kijkt ons recht in de ogen en beweert dat het mo - gelijk is om elke waan te ontmaskeren. Op die manier ontstaat er ruimte om God te ontmoeten. In deze niet eerder of nieuw vertaalde teksten lukt het haar diepe inzichten te delen die verder reiken dan het verstand ons tegen kan werpen. ‘Simone Weil, mijn grote lerares in het geloof. ’ Tomáš Halík kokBOliefdeislicht0220-2. indd 1kokBOliefdeislicht0220-2. indd 1 04-03-2020 15:5604-03-2020 15:56