Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.Ik zal vijandschap zetten Zonde voor ons gemaakt ... Hartversterkend Na twee dagen
Zij hielden tezamen raad ... Christus regeert Ga heen en bereid ons het pascha Gehoorzaam aan de wet Het Paaslam niet erkend Grotelijks begeerd Twist onder de discipelen Doet dat tot Mijn gedachtenis Leid ons niet in verzoeking Het drinken van de drinkbeker De last van de toorn van God Een oorzaak der eeuwige zaligheid geworden Verbaasd en zeer beangst Wie zoekt gij? Waarheid en leugen Naar de wereldlijke rechter Zijt Gij de Koning der Joden? Voor koning Herodes Een zwaard zal door uw ziel gaan Vrouw, zie uw zoon; zoon, zie uw moeder Jezus zorg voor weduwen De Rechtvaardige toch verheerlijkt Het hemels paradijs Van God verlaten Waarom ...? Mij dorst Levende fonteinen van water Het is volbracht Een deur van hoop Bedekking van zonde en eeuwige gerechtigheid Vader, in Uwe handen beveel Ik Mijn geest Gij zult Mijn ziel in de hel niet verlaten Verlost met een eeuwige verlossing Gehoorzaam tot in de dood Een eeuwig Koninkrijk 1. Ik zal vijandschap zetten Toen onze eerste ouders Adam en Eva in het paradijs van God waren afgevallen, sprak de Heere tot de slang die hen verleid had: En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar Zaad; Datzelve zal u de kop vermorzelen en gij zult Het [Christus, het Zaad der vrouw] de verzenen vermorzelen. Deze woorden spraken van een strijd op leven en dood. Een strijd die niet door een zondig mens, maar alleen door de Heere en Heiland Jezus Christus gestreden kon worden. Zij spraken van een strijd zonder weerga, waarvan (menselijk gezien) de overwinning aan de kant van de vijand scheen te zijn, toen de verzenen van Christus vermorzeld werden. Hoe zou de kop van de duivel verbrijzeld kunnen worden door vermorzelde verzenen? David bad om niet in de handen van mensen te vallen. Dit overkwam de Heere wel. En dat niet alleen, maar Hij werd ook overgegeven in de macht van de duivel. Hij zag Zich geheel overgeleverd aan de heerschappij van de vorst der duisternis. Dat bewijzen de woorden van de Heere Jezus dit is uw ure, en de macht der duisternis, die Hij in Gethsémané sprak, toen de soldaten kwamen om Hem te vangen. Onze lieve Heere Jezus Christus was dus in Zijn bitter lijden en sterven overgeleverd aan de macht van de duisternis. Drie jaren daarvoor had de Heere in de woestijn de verzoeker van Zich afgehouden met de woorden: Er staat geschreven. Toen week de verzoeker van Hem voor enige tijd. Zodra echter de tijd van het lijden en sterven van de Heere Jezus Christus aanbrak, rukte de duivel met al zijn macht, list en geweld op Hem aan. Want hij wist: het is nu ... of nooit! Verlies ik nú de slag, dan heb ik alle uitzicht op overwinning voor altijd verloren. Vierduizend jaar had de strijd die de Heere in het paradijs voorspeld had geduurd. Nu echter was die strijd ten top gestegen. Vierduizend jaar lang had de duivel tegen Christus gewoed in de gelovigen van de oude dag. Al die eeuwen was er nooit een huis, een gezin, een geslacht, een gemeente of een op zichzelf staande gelovige geweest die op het Zaad der vrouw hoopte, of de duivel zette alles op alles om deze zalige hoop te verijdelen. Eeuwenlang heeft satan nooit opgehouden met zijn pogingen om met list en geweld het beloofde Rijk van Christus omver te werpen en te verwoesten. Maar, hoewel het de vorst der duisternis niet aan wilskracht of aan macht ontbrak, is het hem toch nooit volkomen gelukt. In het paradijs is het de duivel gelukt onze eerste voorouders ten val te brengen. Alleen de belofte van God en het geloof daarin was het middel en de weg om van de heerschappij van de duisternis verlost te worden.