Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.Vreemd nieuws Meen je dat nou echt? Timo staart Gepco verbaasd aan. Wist je dat niet? Ook Gepco kijkt een beetje verbaasd. Sorry, mag vliegen, maar het enthousiasme spatte er niet echt vanaf. Hij heeft trouwens wel laten blijken dat hij het waardeert dat we bij Medic01 allemaal meeleven wat betreft zijn zorgen rond Eveline. Timo gooit het over een andere boeg. Wat brengt jou eigenlijk vanuit het hoge noorden hiernaartoe? Niets bijzonders. Ik ben een paar dagen vrij. Ik heb het super naar mn zin als chief pilot bij Medic01, maar ik had gewoon behoefte een paar oude collegas op te zoeken. Je kunt eigenlijk niet zonder ons, grijnst Timo. Dit hier is het beste plekje, op één na, lacht Gepco. Als het bij Medic01 niet zo leuk was, zou ik heel snel weer hier terug geweest zijn, bekent hij. Timo legt een hand op zijn schouder. Koffie, kerel? Graag! Gepco loopt met hem mee, de Operations-ruimte O P S genoemd uit. In de kantine kijkt hij om zich heen. Weinig veranderd
Iets wat goed is, moet je ook niet veranderen, glimlacht Timo. Je hebt gelijk. Echt leuk om hier weer eens te zijn! Twijfel ik niet aan, zegt Timo. Alsjeblieft, koffie voor jou. Gepco pakt de mok aan en laat zich op de bank zakken. Druk? Ja, het gemiddeld aantal inzetten is wel toegenomen. Meteen begint zijn pager schel te piepen. Daar heb je er weer een. Timo zet zijn mok neer en rent naar de O P S-ruimte. Met de dampende mok in zijn hand Achterin dit boek vind je een verklarende woordenlijst. volgt Gepco hem. In de O P S-ruimte, aan de voorkant van het gebouw, zijn Albert en Iscander inmiddels ook aanwezig. Gepco steekt een duim op, maar stoort hen verder niet. Hij kijkt Timo na, die buiten al richting de T TR rent, zoals ze de traumahelikopter met de registratiecode P H- T T R hier meestal noemen. Waar blijft de tijd! zegt Gepco tegen zichzelf. Hoelang zou het nu geleden zijn dat Timo een paar dagen op het station kwam voor een snuffelstage? Op advies van zijn broer Rob, ja
Gepco neemt een slok koffie en staart peinzend naar de helikopter daar buiten. Ongeval met twee vrachtautos op de A27 ter hoogte van Zonzeel, meldt Iscander via de intercom, zodat de anderen in het toestel hem kunnen horen dankzij de apparatuur in hun helmen. Over een paar minuten zijn we er, zegt Timo. Hij kijkt door de bolle voorruit naar beneden. Ze vliegen over de Biesbosch. Prachtig gebied, denkt hij. Daar moet ik beslist eens met Marjon en de kids gaan kijken. Aron zal de bevers die er wonen schitterend vinden en er is een museum. In de verte wordt een rookpluim zichtbaar. Het rookt daar flink, wijst Albert. Forse brand, merkt Timo op. Dat lijkt op de A27 te zijn. Zonzeel moet ook daar ongeveer liggen. Dan ziet het er niet goed uit, vindt Albert. De T TR vliegt nu over de Amer, Geertruidenberg en Raamsdonksveer. De boordradio klikt en de centrale kondigt zich aan: Lifeliner 2. Cancel. Helaas. Oké. We maken rechtsomkeert, meldt Timo via de intercom. Hij legt de heli in een steile linkse bocht. Ze draaien recht over de plaats des onheils. Albert kijkt door het zijraam op een smeulende vrachtauto. De brand lijkt bedwongen. Er stijgen witte stoomwolken op. Das niet oké, als ik de centrale goed begrijp, zegt Timo via de intercom. Albert blijft somber naar beneden kijken en zwijgt. Tijdens de terugvlucht praten ze weinig. Dit soort inzetten frustreert de bemanning behoorlijk. Ze staan klaar om te helpen en als het dan toch te laat blijkt te zijn, is dat in de eerste plaats verschrikkelijk voor wie het betreft, maar ook het heli-team voelt er zich niet prettig bij. Er is zojuist iemand omgekomen en dat blijft aangrijpend. Gelukkig zijn ze genoeg getraind om als dat nodig is meteen een volgende inzet te kunnen doen. Eenmaal terug op het station blikken de teamleden op de inzet terug en ze voeren alle gegevens in. Gepco is weer vertrok-ken. Timo kijkt Albert aan. Weet jij waar D A S zit? D A S? vraagt Albert verwonderd. Dutch Air Service, verduidelijkt Timo. Oh wacht, dat weet ik wel. Even kijken
Albert knijpt zijn ogen dicht en telt in gedachten de hangars naast hen. Eén vinger houdt hij al tellend in de lucht. Een, twee, drie, vier, vijf gebouwen verderop, denk ik. Daar huren ze volgens mij ruimte. Hoezo? Daar staat als het goed is een P-51 gestald, antwoordt Timo. P-51? Ja, een Amerikaans jachtvliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog. Een Mustang. Er vliegen er nog enkele, vaak op shows. Er zou er eentje bij D A S zijn gestald. En Rob zou ermee vliegen. Rob? vraagt Albert ongelovig. Dat lijkt me niks voor hem. Dacht ik ook al, zegt Timo. Maar volgens Gepco is het echt waar. Hoe gaat het eigenlijk met Rob zijn vrouw? vraagt Albert. Niet zo goed, antwoordt Timo. Ze is opgenomen in een G G Z-instelling. Albert trekt een bedenkelijk gezicht. Oei, dat is niet zo mooi. Eveline is een lieve meid, maar psychisch niet sterk. Rob en zij hebben geen kinderen en dat trekt ze zich nogal ernstig aan. Voor Rob ook moeilijk, vindt Albert. Daarom bevreemdt het mij des te meer dat hij gaat demovliegen, reageert Timo. Misschien als afleiding? Zou kunnen, maar ik herken Rob daarin niet. zegt Timo. Ken jij dat vliegbedrijf overigens? D A S? Nee, niet echt. Ene Taco van Twillert schijnt er ruimte te huren voor zijn P-51. Wat ik van hem weet, is dat het een gewiekste knaap is. Hij schijnt een keer vast te hebben gezeten, maar dat is lang geleden. Ze zeggen dat hij zijn leven gebeterd heeft. Het gaat hem blijkbaar goed, als je ziet wat voor een bedrijf hij op poten heeft gezet. Hij schijnt overal demonstraties te geven met zijn oude toestellen. En hij zit vijf hangars verderop, dus, zegt Timo. Ik ga daar eens een kijkje nemen.