Proloog ÔToe nou, Jozua, vertel me nu gewoon de belangrijkste pun- ten, Õ drong de twaalfjarige Manasse aan. ÔHeb je helemaal niets van de Tora-les gelezen? Õ vroeg Jozua. De ontzetting die op zijn gezicht stond geschreven, irri- teerde Manasse. ÔJebent zoÕn heilig boontje! Ik heb toch niet n van de Tien Geboden gebroken of zo. Ik ben er gewoon niet aan toe gekomen om het te lezen, dat is alles. Õ ÔRabbi Gerson zal woedend zijn als hij erachter komt. Õ ÔNou en? Wat kan mij het nou schelen wat die oude tiran ervan vindt. Hij kan me toch niets maken. Ik ben de koning van Juda, weet je nog? Õ ÔHij zal je laten weten hoe woedend hij is, geloof me. Hij kan je een schuldgevoel bezorgen zonder ook maar zijn stem te verheffen. Õ ÔAls jij me vertelt waar de tekst over gaat voordat hij er is, dan heeft hij niets in de gaten. Õ ÔO, hij zal het in de gaten hebben ÐÕbegon Jozua, maar Manasse tikte ongeduldig met zijn vinger op de perkament- rol. ÔGoed, vooruit dan maar, Õ zei Jozua met een scheve grijns. ÔMaar alleen voor deze ene keerÉ en alleen maar omdat je mijn vriend bent, niet omdat je de koning bent. Õ Hij rolde de Tora-rol uit en zocht het tekstgedeelte op. ÔDe tekst die we gister hebben gelezen, ging over de vloeken die God over ons uit zal roepen als we het verbond van Jahweh de rug toe- keren, maar in dit gedeelte staat dat als we ons weer tot God wenden, Hij ons lot weer gunstig zal stemmen en Zich barmhartig zal tonen tegenover Ð H, je luistert niet eens!Õ 7 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 7
Manasse was opgestaan van het bankje en naar het enige raam in de kleine ruimte gelopen. Hij deed de luiken open, waardoor een koude wind de kamer inwaaide. Het raam keek uit op het oosten en bood uitzicht op de Olijfberg aandeoverkant van de Kidronvallei. ÔDat komt omdat het vreselijk saai is om naar je te luiste- ren. Ik begrijp toch al niet waarom we al die oeroude regels en reglementen moeten leren. Õ ÔOmdat ze onderdeel zijn van het Woord van God. We ÐÕ ÔO, houd die preek maar voor je! Je bent al net zo erg als rabbi Gerson. Õ Het irriteerde Manasse dat zijn vriend zoveel interesse toon- de in al deze dingen. Hem zei deze gortdroge stof helemaal niets. ÔWat staat er nogmeer? Õ ÔDit versvat de hele rede van Mozes aan de Isralieten samen:ÒIk neem heden de hemel en de aarde tegen u tot getuigen;het leven en de dood stel ik u voor, de zegen en de vloek;kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw nage- slacht. Want dat is uw leven en waarborg voor een langdu- rig wonen in het land, waarvan de H ERE uw vaderen gezworen heeft, dat Hij het hun geven zou. ÓÕ ÔMaar Hij deed het niet, Õzei Manasse zachtjes. ÔWat zeg je? Õ ÔNiets. ÕHij wilde de verbittering die hij voelde niet uiten, zelfs niet tegenover zijn beste vriend. Manasse had aan zijn vader gedacht, koning Hizkia, die trouw was geweest aan Jahweh Ð veel trouwer dan alle andere koningen van Juda sinds David. Maar God had hem geen lang leven geschon- ken. Er was een abrupt einde aan HizkiaÕs leven gekomen, vijf maanden geleden, op 54-jarige leeftijd. ÔKijk! De zon schijnt!Õ zei Manasse. De grijze wolken die de nawinterse lucht dagenlang hadden toegedekt, schoven plotseling uit elkaar en lieten een klein stukje blauw en de verblindende zon doorschemeren. Hij draaide zich om naar zijn vriend. ÔDat is een voorteken. Kom op, laten we gaan. Õ Jozua staarde hem verbaasd aan. ÔWaar naartoe? Õ 8 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 8
ÔWat maakt het uit! Zolang we hier maar weg zijn. Õ Hij trok JozuaÕs hand weg van de perkamentrol die vanzelf weer oprolde. ÔKom op, Os. Laten we een frisse neus gaan halen. Õ ÔMaar de rabbi kan elk moment komen. Ik denk niet dat we ÐÕ ÔJe bent zo voorspelbaar. Krijg je er nooit eens genoeg van om altijd alles volgens de regeltjes te doen? Ik wel!Õ ÔMaar we kunnen toch niet zomaar onze lessen laten schieten. Õ ÔWaarom niet? Wie houdt me tegen? Ik kan doen wat ik wil en nu wil ik naar buiten om van de zon te genieten. Ik wil niet hier in dit benauwde hok blijven met een hoop oeroude perkamentrollen. En jij gaat met me mee. Õ Jozua kwam wat logovereind, waardoor hij de bank om- ver stootte en Manasse wist direct weer waarom hij hem de bijnaam Os had gegeven. De twaalfjarige Jozua was lang en slungelig en hoewel hij elke nacht een stukje leek te groei- en, werd hij nooit dikker. Manasse, die ook twaalf was, had nog steeds de bouw van een kind, slank en tenger. Jozua stond met hangende schoudersnaast hem, alsof hij zich een beetje geneerde dat hij een kop groter was dan de koning. Manasse stak zijn hoofd om de deurpost, keek beide kan- ten op en gebaarde toen dat Jozua hem naar de trap aan de achterkant van het paleis moest volgen. ÔWaar gaan we heen? Õvroeg Jozua opnieuw. ÔMoeten we niet iemand zoeken die ons kan begeleiden, als wenaar bui- ten gaan? Õ ÔWe gaan alleen. Ik wil hier weg en ik wil niet dat er een stelletje dienaren om ons heen hangt. Õ ÔMaar ÐÕ ÔSttt! Volg mij. En til je voeten op als je loopt. Je maakt net zoveel lawaai als een heel legertje soldaten. Õ ÔHet spijt me. Õ Manasse sloop door de harem en liep langs de gesloten deur van zijn moeder. Ze rouwde nog steeds om de dood van haar man. De enige persoon die haar van buiten het 9 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 9
paleis mocht bezoeken, was JozuaÕs moeder, Jerusha. Maar de regen had zelfs Jerusha er de laatste paar dagen van weer- houden te komen. Hij liep verder door de kinderkamer, langs de kamer die van hem was geweest, voordat hij koning werd. Manasse had met tegenzin de enorme kamers van zijn vader overgeno- men, omdat hij het feit dat zijn vader er niet meer was en ze nooit meer zou gebruiken niet kon accepteren. In het begin was de aanwezigheid van Hizkia nog duidelijk voelbaar geweest in de koninklijke vertrekken en hing zijn vertrouw- de geur er nog Ð een combinatie van de wierook van de tempel waarvan al zijn kleren waren doortrokken, de gepar- fumeerde zeep die hij gebruikte om zijn haar en zijn baard te wassen, en alo-balsem die hij elkeochtend in zijn han- den wreef. Maar Manasse had niet kunnen voorkomen dat de geur van zijn vader, samen met de herinnering aan zijn stem en zijn geruststellende aanraking, langzaam vervaagde. Manasse was er bijna in geslaagd ongezien door de kin- dervertrekken te komen, toen hij langs de open kamerdeur van zijn jongerebroertje liep. Amarja keek op van zijn boek- rol. ÔH, waar gaan jullie heen? Õ ÔHij heeft vast jouw grote voeten gehoord, Õ fluisterde Manasse Jozua toe. ÔLoop eens door. Õ ÔWacht op mij!ÕAmarja haastte zich de gang op en liep achter hen aan. ÔWaar gaan jullie naar toe? Õ ÔDoet er niet toe. Je mag toch niet mee. Õ ÔIk dacht dat je Tora-les had van rabbi Gerson? Õ ÔGa weg. Õ ÔMag ik niet met jullie mee? Õ ÔNee!Õ Manasse draaide zich om en gaf Amarja zoÕn harde duw dat de tienjarige bijna op de grond viel. ÔGa terug naar je kamer! En je kunt maar beter aan niemand vertellen dat je ons hebt gezien, want anders zwaait er wat. Begrepen? Õ Amarja knikte angstig en ging terug naar zijn kamer. ÔWaarom mag hij niet met ons mee? Õ vroeg Jozua. 10 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 10
Manasse gaf geen antwoord. Hij hoefde geen reden op te geven. Dit feit was de afgelopen vijf maanden langzaam tot hem doorgedrongen en hij was begonnen precies te doen waar hij zin in had en probeerde op die manier geleidelijk zijn gezag uit. Toen niemand zijn beslissingen in twijfel trok, durfde hij steeds meer. Maar zijn brutaalste actie was die van vandaag; zijn saaie Tora-les verlaten om het paleis te ont- vluchten. En niemand kon hem ervoor straffen. JozuaÕs vader, Eljakim, trad op als zijn voogd en als de paleisbeheer- der totdat Manasse oud genoeg was om zelf leiding aan het volk te geven. Maar zelfs Eljakim was niet in de positie om de koning op het matje te roepen. Hij liep snel de trap af die naar de binnenplaats van het paleis leidde. Zijn voeten sloegen treden over, zoals een berggeit dat doet, terwijl Jozua, zich vasthoudend aan de leuning, achter hem aan stommelde. Manasse glimlachte toen hij de buitendeur opendeed. Hij was de koning. Hij was vrij! Er stonden enorme plassen op de binnenplaats en nog meer water liep in kleine stroompjes langs de steile straten naar beneden en spoelde de stad schoon. Manasse wist de meeste plassen te omzeilen, maar JozuaÕssandalen waren al snel doorweekt. Niemand hield de jongens tegen toen ze verder liepen langs de wapenkamer en de bewakingstoren. De binnenplaats, waar ze hun militaire trainingen kregen, zag eruit als een meer. Ze liepen in de richting van de Waterpoort, die nog steeds zo genoemd werd hoewel de Gichonbron al jarenlang afgesloten was. De geur van aman- delbloesem en vochtige aarde hing in de winterse lucht, ter- wijl de wind tevergeefs probeerde de wolken te verdrijven. ÔKom op, Os. Wie het eerst beneden is. Õ Manasse sprintte de steile helling af en bleef zijn vriend ver voor. De weg boog eerst af naar links, daarna naar rechts om het tempo van een binnendringend leger af te remmen, en werd uit- eindelijk beneden weer vlak. Manasse genoot van de vrij- heid van de wind in zijn haar en de kracht in zijn snel bewe- 11 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 11
gende benen, terwijl de grond onder hem voorbijsnelde. Hij bereikte het olijfboombosje gemakkelijk als eerste en plofte neer op het natte gras. Jozua kwam een paar minuten later wankelend en buiten adem aan en zakte neer op een laag stenen muurtje dat vlakbij stond. ÔJij hebt gewonnen, Manasse. Õ ÔDat komt omdat ik de koning ben. Je hoort me ook niet te verslaan. Õ ÔNee, het komt omdat je sneller bent dan ik. Õ Jozua stond nog steeds na te hijgen van de wedren. Zijn longen maak- ten een piepend geluid, als het scharnier van een luik dat klappertin de wind. Manasse tuurde uit over de weide, waarvan hij wist dat daar ooit de bron had gestroomd. ÔJammer dat mijn vader de Gichonbron heeft dichtgegooid. Ik zou best een slokje water kunnen gebruiken. ÕDe bron werd nu omgeven door een bosje olijfbomen en een stuk of vijf amandelbomen die begonnen te bloeien. Hij probeerde zich voor te stellen hoe de bron eruit gezien zou hebben met een aantal dienstmeis- jes die in de rij stonden om hun kruiken in het heldere water te laten zakken, maar het was te moeilijk om het beeld op te roepen Ð net zo moeilijk als het was om zich het gezicht van zijn vader voor de geest te halen. ÔMis je je vader? Õvroeg Jozua plotseling. Manasse wierp een vluchtige blik op zijn vriend en vroeg zich af hoe hij zijn gedachten had geraden en keek toen weg. In de Ki- dronvallei verzamelden zich opnieuw wolken boven de Olijfberg. Het kleine beetje zonlicht boven hun hoofd zou niet lang meer blijven. ÔWat denk je zelf, Os, Õ antwoordde hij nors. Hij wist dat hij niet altijd kon blijven rouwen. Wanneer men bleef rou- wen, trok men de wijsheid van God in twijfel, had de hoge- priester hem verteld. ÔNou, als het mijn vader was geweest Ð denk ik dat ik hem heel erg zou missen, Õ zei Jozua. ÔIk weet niet of ik ermee zou kunnen omgaan. Õ 12 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 12
ÔWaarom denk je dan dat ik over hem zou willen praten? Õ De vochtigheid van de aarde begon in Manasses kleding te trekken. Hij stond op, veegde het losse gras van zich af en ging op het muurtje naast Jozua zitten. De koude stenen waren niet veel droger dan de grond. ÔVoel je dan niet de behoefte om over hem te praten? Õ vroeg Jozua. ÔZou het anders, als iedereen bang is zijn naam in jouw bijzijn te noemen, na een tijdje niet net zijn alsof hij nooit heeft bestaan? Dat zou ik vreselijk vinden. Het zou veel erger zijn als iedereen mijn vader gewoon zou vergeten . Õ ÔHet is onwaarschijnlijk dat iemand hier koning Hizkia, de grootste koning sinds David, zou vergeten. In deze vallei vond het wonder plaats, weet je dat dan niet? Jahweh ver- hoorde het gebed van mijn vader en 185. 000 Assyrirsvon- den die nacht de dood. ÕManasses stem klonk spottend, bijna alsof hij het verhaal niet geloofde. Jozua keek hem verbaasd aan. Maar Manasse geloofde het verhaal toch wel. Het was het grootste succes van zijn vaders bewind en de gebeurtenis waar Manasse het meest mee in zijn maag zat. Hoe zou hij ooit zoÕn spectaculair optreden kunnen evenaren? Hij was de zoon van Hizkia. Het volk verwachtte nog veel grotere wonderen van de troonopvolger van zoÕn geweldige koning. Maar wat als God niet naar de gebeden van Manasse zou luisteren? ÔAls het mijn vader geweest was, Õ zei Jozua, Ôdan zou ik hem niet missen omdat hij een beroemd man is Ð de paleis- beheerder en zo. Ik zou hem missen omdat hij mijn vader is. Õ Manasse werd overmand door een sterk gevoel van ver- langen, hij sprong op en rende snel het pad af, zodat Jozua de tranen die plotseling opwelden niet zou zien. Hij herin- nerde zich hoe zijn vader de zware regeringsmantel aan het eind van de dag aflegde en gedurende enkele ogenblikken niet langer de koning van Juda was, maar Manasses vader. Hij miste de manier waarop zijn vader naar hem keek, de 13 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 13
trots en de liefde die hij in zijn ogen zag en de druk van zijn sterke hand op zijn schouder. Dan luisterde abba geduldig naar zijn kinderlijke verhaaltjes, alsof ze het belangrijkste nieuws waren dat hij die dag had gehoord. Ja! Ik houd van hem en ik mis hem en het is gewoon niet eer- lijk. Manasse wilde het het liefst uitschreeuwen als een boze twaalfjarige jongen. Abba was te jong om te sterven! Hij hield van God en hij hield zich aan al Zijn wetten en ik begrijp niet waarom God hem heeft gestraft Ð waarom Hij ons allemaal heeft gestraft Ð door hem van ons weg te nemen! Maar Manasse schreeuwde het niet uit. Hij was de koning van Juda en geen twaalfjarige jongen. Er zouden geen kinderlijke tranen en vragen komen. Tegen de tijd dat Jozua hem had ingehaald, was Manasse zijn emoties de baas. ÔWaarom sta je nogsteeds te hijgen als een lange-afstandsbode? Õvroeg Manasse. ÔIk weet het nietÉ ik kan nietÉ op adem komen. Õ ÔHeb je n van je benauwdheidsaanvallen? Õ ÔAmandelbloesemÉ daar heb ik soms last van. Õ ÔGaat het wel? Õ ÔJaÉ het gaat zo wel weer. Õ Jozua stopte, boog zich voor- over en zette zijn handen op zijn dijen, terwijl hij met moei- te uitademde. In de tijd dat de twee jongens samen waren opgegroeid, had Manasse al vaker meegemaakt dat zijn vriend dergelijke aanvallen kreeg. Hij probeerde bezorgdheid te tonen, maar stilletjes genoot hij ervan getuige te zijn van de zwakte van zijn vriend. Jozua was Manasses meerdere in bijna elk ander opzicht: hij kon beter leren, was in staat om lange passages uit de Tora uit zijn hoofd te leren, wist de antwoorden sneller op de vragen van de rabbi over de wet. Jozua had de hoge intel- ligentie van zijn vader gerfd en elk aspect van de regering van het volk fascineerde hem. Op een dag zou hij Eljakim opvolgen als paleisbeheerder en aan het hof van Manasse die- nen. Daarom hadden hun vaders besloten hen samen op te leiden. Alleen tijdens hun militaire training, waarvoor de 14 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 14
snelheid en fysieke behendigheid vereist was die Jozua miste, kon Manasse zijn vriend overtreffen. Jozua was ook oud genoeg om een bijdrage te leveren aan de diensten in de tempel, samen met zijn vader. Maar hoewel Manasse binnen- kort ook oud genoeg zou zijn, zou hij nooit naast zijn eigen vader op het koninklijke podium staan en God eren. Eindelijk kwam Jozua overeind en liep hij verder. ÔHet wordt bewolkt, Õ zei hij, nog steeds hijgend. ÔIk denk dat het gaat regenen. Õ ÔNou en? Het kan mij niet schelen als we nat worden. Jou? ÕJozua ging niet op de uitdaging in en haalde zijn hand door zijn haar met een beweging die zo erg aan Eljakim deed denken dat Manasse wel most grinniken. ÔWat is er? Wat is er zo grappig? Õ ÔNiets, Os. Õ Het zou logisch zijn wanneer Jozua Eljakim op een dag zou opvolgen, gezeten aan de rechterhand van de koning, en het werk van zijn vader zou voortzetten. Maar toen Manasse eraan dacht dat hij zijn eigen vader zou opvolgen en op de troon van koning Hizkia zou zitten, verdween zijn glimlach. Ze kwamen bij een splitsing. En pad liep kronkelend omhoognaar de Olijfberg;het andereboog af naar rechts en boog uiteindelijk weer af naar de zuidelijkepoorten van Jeruzalem. De zon was nu verdwenen en het was koud geworden. Manasse voelde een paar druppels regen en sloeg rechtsaf. ÔAalmoezenÉ aalmoezen voor de blindenÉÕEr zat een oude vrouw midden op hun pad die hen met zwakke stem toeriep. Haar grijze haar, samengeklit als een vogelnestje, kwam onder haar weduwensjaal vandaan. Haar gerimpelde gezicht deed Manasse aan een gedroogde vijg denken en de dikke, grijze waas die over haar ogen lag, bezorgde hem een misselijk gevoel. Ze stak haar hand uit, die net zo knokig was als een olijftak, en greep JozuaÕs kleding toen ze voorbijlie- pen. 15 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 15
ÔLief kind, heb je een koperstukje over voor een arme, blinde weduwe? Õ Jozua stopte en keek met een bezorgde blik naar haar. Hij klopte met zijn handen op zijn mantel. ÔHetÉ het spijt me. Ik heb mijn geldbuidel niet meegenomen. Õ Manasse werd ongeduldig. ÔKom op, Os. Het begint te regenen. Õ ÔWacht Ð heb jij wat zilverstukken bij je? Ik betaal je wel terug. In de Tora staat: ÒWie zich over de arme ontfermt, leent de H ERE . Ó Õ Manasse slaakte een diepe zucht om Jozua te laten weten hoe gerriteerd hij was en haalde toen zijn geldbuidel tevoorschijn. Hij koos het kleinste stukje zilver dat hij kon vinden en boogzich naar voren om het in de uitgestrekte hand van de vrouw te leggen. Hij lette er zorgvuldig op dat hij de vrouw niet aanraakte. Maar plotseling greep ze Manasses pols stevig vast met haar andere hand en bracht zijn palm dicht bij haar gezicht, totdat deze slechts enkele centimetersvan haar wazige ogen was verwijderd. ÔOpen je hand, jongen. Ik zal als beloning voor je goed- heid je toekomst voorspellen. Õ ÔNee, laat het haar niet doen!Õriep Jozua uit. ÔIn de Tora staat ÐÕ ÔRustig maar, Os. Het is maar voor de grap. Het betekent helemaal niets. Ga je gang, oude vrouw. Vertel me alles over mijn toekomst. ÕHij keek scherp naar Jozua om hem te waar- schuwen zijn identiteit niet te verraden. De vrouw zou er geen weet van hebben dat ze de palm van de koning van Juda aan het bestuderen was. Ze trok zijn handpalm dichter naar haar gezicht en schudde met haar hoofd terwijl ze hem bestudeerde. ÔAhÉÕ zei ze met ontzag in haar stem. ÔDeze hand zal ooit grote macht bezitten. Het leven van vele mensen zal in jouw handen rusten!Õ ÔJe zou haar dit niet moeten laten doen, Õ mompelde Jozua, schuifelend met zijn voeten. 16 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 16
ÔO, houd toch je mond. Wat zie je nog meer, oude vrouw? Õ ÔIk zie een lang leven met veel zonen. En macht! Enorm veel macht! Je bent voorbestemd om zeer beroemd te wor- den, jongen!Õ Ze leek zijn hand slechts met tegenzin los te willen laten, alsof iets van zijn macht op haar overgedragen zou kunnen worden, terwijl ze hem vasthield. ÔGoed, laten we nu gaan, Õ zei Jozua. Maar Manasse greep de slungelige hand van zijn vriend en duwde hem onder de neus van de vrouw. ÔHoe zit het met zijn toekomst? Lees de zijne ook. Õ ÔNee! Dat wil ik niet!ÕHij probeerde zich los te rukken, maar Manasse en de oude vrouw wrikten zijn hand open en hielden hem stevig vast. Ze trok zijn hand dicht naar haar ogen en bekeek hem gedurende een paar seconden. Toen liet ze zijn hand plotseling vallen, alsof ze zich eraan had gebrand. ÔWat is er? Vertel me wat je zag, Õ zei Manasse. De oude vrouw schudde angstig met haar hoofd en gebaarde dat ze uit haar buurtmoesten blijven. ÔWe gaan niet weg, voordat je ons verteld hebt wat er stond geschreven. Õ ÔGevaar!Õgilde ze, terwijl ze hen nog steeds probeerde weg te jagen. ÔGroot gevaar!Õ ÔIs mijn vriend in gevaar? Õ ÔNee! Hij is een groot gevaar voor jou!Õ Ze keek Manasse strak aan met haar blinde ogen en hij kon haar blik niet ont- wijken. Hij stond aan de grond genageld door haar stem en haar wazige ogen. ÔJouw levenslijn en de zijne verlopen in tegengestelde richting. Strijdige richtingen. Jij bezit het gezag, maar hij zal meer macht hebben. De krachten die hij bezit zullen te sterk zijn voor jou!Õ ÔZe weet helemaal niets, Õ zei Jozua. ÔLaten we maken dat we hier wegkomen. Õ ÔHij is geen vriend van je, jongen!Õ zei ze tegen Manasse. ÔHij is je vijand! Hij zal proberen alles stuk te maken wat je doet!Õ 17 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 17
ÔIn de Tora staat: ÒGij zult u niet wenden tot de geesten van doden of tot waarzeggende geesten, gij zult hen niet zoeken, om u met hen te verontreinigen!ÓÕ schreeuwde Jozua tegen de vrouw. Hij greep Manasses arm en trok hem met zich mee in de richting waaruit ze waren gekomen en verbrak zo de betovering van de oude vrouw. Het regende nu hard. ÔHet spijt me dat ik je dwong om haar een zilver- stuk te geven, Õ zei Jozua huiverend. ÔZe is boosaardig. Õ ÔMaar hoe kende ze mijn toekomst? Hoe wist ze dat ik zo machtig ben? Õ ÔZe weet helemaal niks! Ze zei dat ik meer macht bezit dan jij en je weet dat dat niet waar is. Jij bent de koning, niet ik. Õ Manasse zag opnieuw de angst in de schilferige ogen van de oude vrouw toen ze JozuaÕshand las en de manier waar- op ze zijn hand als een hete aardappel had laten vallen. Hij keek zijn vriend aan alsof hij een vreemde was en begon toen sneller te lopen. ÔKijk me niet zo aan, Manasse. Je weet dat ik je vijand niet ben. ÕJozua hijgde terwijl hij zich haastte om naast hem te blijven lopen. ÔZe liegt! Wezijn toch elkaarsbeste vriend? Õ ÔDat dacht ik vroeger altijd, ja. ÕManasse begon te rennen toen de regen plotseling met bakken naar beneden viel. Jozua kon hem niet bijbenen. ÔManasse, wacht op mij!ÕHij begon te hoesten en pro- beerde de lucht uit zijn longen te persen, zodat hij weer in kon ademen. ÔWacht!Õ Manasse rende verder, terwijl de regen tegen zijn gezicht sloeg, totdat hij JozuaÕs voetstappen en zijn hijgende adem- haling niet meer kon horen. Toen hij bij de eerste bocht op het steile pad kwam, stop- te hij eindelijk en keek om. Jozua stond in de stromende regen in de buurt van het bosje amandelbomen. Hij stond weer voorovergebogen, hoestend en snakkend naar adem. 18 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 18
ÔWachtÉÕ riep hij. ÔHelp meÉÕ Manasse had Jozua nog maar twee keer eerder zo ziek gezien en beide keren was hij daarna dagenlang niet in staat geweest uit bed te komen. De regen en de koude lucht zou- den de benauwdheidsaanval wel eens kunnen verergeren. Jozua was zijn beste vriend Ð zijn enige vriend Ð en Manasse wist dat hij hulp moest gaan halen. JozuaÕs vader zou wel weten wat hij moest doen. Maar dan zou Manasse de teder- heid en de liefde in Eljakims ogen moeten zien, als hij zijn zoon aankeek. ÔAlsjeblieftÉ help meÉÕ JozuaÕs stem klonk zwakker. Manasse keerde hem de rug toe en liep langzaam de heu- vel op, terwijl regen en tranen langs zijn gezicht naar bene- den dropen. 19 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 19
1 ÔWacht hier, Õ beval koning Manasse zijn dienaren. ÔIk wil een paar minuten alleen zijn. Õ ÔJa, majesteit. Õ Hij liet zijn gevolg van paleiswachten en dienaren achter bij de ingang vande begraafplaats en liep alleen verder naar de graftombe van zijn moeder. Het liep tegen het einde van een warme lentedag, na het avondoffer, en Manasse wist dat hij nogmaar een paar minuten had voordat de schemering voorbij was. Zodra de avond viel, zou hij een fakkel nodig hebben om zijn weg te kunnen vinden tussen de graftom- ben. De begraafplaats lag er verlaten en vredig bij. De treur- duiven in de bomen verderop rouwden met hem mee. De 21-jarige Manasse was uitgegroeid tot een aantrekke- lijkeman. Zijn lange, smalle gezicht leek gehouwen uit kost- baar steen en zijn rechte neus, vierkante voorhoofd en kaak leken vakkundig door een kunstenaar te zijn gesmeed. Hij had de brede schouders van Hizkia gerfd, maar niet zijn stevige bouw. Net als Chefsiba was hij slank en tenger, met haar dikke, donkere haar dat de kleur van olijftakken had en haar bruine, goudgevlekte ogen. Zijn slanke lichaam onder zijn linnen kleding was gespierd;hij trainde nog steeds elke dag met zijn militaire instructeur om sterk en lenig te blij- ven. Daardoor was het erg moeilijk geworden om Manasse te verslaan in een man-tot-man gevecht. Hij bereikte de graftombe die hij voor zijn moeder uit de kliffen had laten houwen en bleef staan. Deze avond was het twee jaar geleden dat Chefsiba was overleden. Aan de ene kant leek het alsof ze gisteravond nog samen hadden gege- ten, maar wanneer hij zich haar lach of het geluid van haar 23 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 23
gezang probeerde te herinneren, leek het alsof ze er al heel lang niet meer was. Hij stak zijn hand uit om het enorme blok steen dat de graftombe afsloot aan te raken en wenste dat hij zijn armen uit kon strekken naar zijn moeder en haar daar zou vinden. De steen voelde warm aan; de hitte van de zon werd er nog steeds in vastgehouden. Hij drukte zijn voorhoofd tegen de steen en begon te bidden. Toen hij de gebeden voor de doden had opgezegd, draai- de Manasse zich om om weg te gaan. Terwijl hij dat deed stootte hij met zijn voet tegen iets dat voor hem op de grond lag. Hij bukte zich om het in het schemerdonker te bekijken en vond een klein boeketje verwelkte bloesems die in een stukje fijn perkamentpapier waren gerold. Hij her- kende het schrift als de prachtige kalligrafie die de schrijvers van de tempel verkochten. Hij hield de paginaÕsschuin, zodat het zwakker wordende licht erop viel en las de woor- den: Loof deH ERE , mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige naam; loof deH ERE , mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Hij hoefde de rest niet te lezen om te weten dat het zijn moedersfavoriete psalm was. Toen hij klein was, had ze de woorden en de meeslepende melodie bijna elke avond voor hem gezongen, totdat ook hij het uit zijn hoofd kende. De onverwachte herinnering maakte opeens veel verdriet in hem los. Toen hij zich realiseerde dat JozuaÕs moeder, Jerusha, de psalm hier waarschijnlijk had neergelegd, voelde hij tevens een steek van jaloezie. JozuaÕs beide ouders leef- den nog steeds en zelfs zijn bejaarde opa, Chilkia. Manasse was met deze grote, hechte familie Ð Eljakim en Jerusha, Jozua en zijn oudere broer Jerimot, hun zusjes Tirza en Dina 24 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 24
en de liefde die zij deelden. Hij en zijn jongere broer Amarja waren veel te verschillend. Zij hadden nooit een hechte band gehad. Manasse stopte de bloemen weer in het perkamentpapier en legde het bundeltje terug op de plaats waar hij het had gevonden. Maar terwijl hij opstond, ving hij een glimp op van een flauw, flikkerend licht tussen de graftomben verder-opop de begraafplaats. Hij liep een stukje in die richting, op zoek naar de lichtbron, maar de graven zagen er donker en schimmig uit. Toen ging hij op zijn hurken zitten en tuurde tussen de grafstenen door, totdat hij het weer ontdekte: n enkele lamp, goed afgedekt. Het zouden dodenbezweerders kunnen zijn. Zij overtraden soms de wet door aan waarzeg- gerij te doen op begraafplaatsen en de doden te raadplegen bij duistererituelen. Zijn lijfwachten bij de ingang keken allemaal de andere kant op om hem zijn privacy te gunnen. Als hij ze zou roe- pen, zou hij de boosdoeners waarschijnlijk afschrikken. Manasse vond het een spannende gedachte de criminelen te overrompelen en ze zelf te arresteren. Hij trok zijn donkere mantel dicht en gordde hem aan, zodat zijn lichte onderkle- ding hem niet zou verraden. Daarna kroop hij zachtjes naar het licht toe. Hij was lenig en behendig en hij bewoogzich geluidloos voorttussen de hoge cederbomen, waarbij hij soms op zijn hurken ging zitten om de lamp in het oog te houden. Hij was nu in de buurt. Hij kon iemand met zangerige stem horen mompelen, maar de woorden leken nergens op te slaan. Er zat slechts n schimmige persoon naast het nieuw gegraven graf geknield. Zijn gebogen hoofd met een bal wollig haar en een baard werd omgeven door een krans licht van de lamp. Hij had drie duiven geofferd, in tween gesne- den en de delen van elkaar gescheiden. Nu was hij bezig symbolen te tekenen op het stukje aarde tussen de delen en ondertussen mompelde hij bezweringen. Manasses hart 25 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 25
bonkte van opwinding. Hij had al het bewijs dat hij nodig had om de man te veroordelen. Hij sloop zachtjes om hem heen, stapte toen uit de schaduw en ging voor hem staan. ÔWat ben je aan het doen? Õ De man snakte naar adem en sprong overeind. ÔKom niet dichterbij!Õ Hij trok een mes uit zijn mantel tevoorschijn en maakte een snelle beweging met zijn voet om de symbolen die hij had getekend weg te vegen. Manasses hart begon sneller te slaan. Hij had er helemaal niet aan gedacht dat de dodenbezweerder weleens bewa- pend kon zijn, hoewel hij de geslachte duiven had gezien. Zijn lijfwachten waren te ver weg. De man zou hem kun- nen doden, voordat ze hem te hulp konden komen. Hij kon zichzelf wel voor het hoofd slaan dat hij zoÕn stomme fout had gemaakt. ÔRustig maarÉÕzei Manasse, terwijl hij zijn tegenstander opnam. De man was een paar centimeter groter en ongeveer tien kilo zwaarder dan Manasse. Hij zag er niet bepaald sterk uit en was minstens tien jaar ouder dan hij was. Maar dit was geen trainingsoefening. De man realiseerde zich vast en zeker dat hij ter dood veroordeeld zou worden en hij zou zijn wapen waarschijnlijk zonder aarzeling gebruiken. ÔJekunt niet ontsnappen, Õzei Manasse. ÔJe bent volledig omsingeld door mijn soldaten. ÕHij hield de ogen van de man in de gaten, wachtend totdat hij een ogenblik opzij zou kijken, en toen nam Manasse zijn kans waar. Hij greep de pols van de man met zijn linkerhand en met zijn rechter- hand stompte hij hem zo hardals hij kon in zijn maagstreek. De man perste kreunend alle adem uit zijn longen. Daarna schopte Manasse zijn benen onder zijn lichaam vandaan en wierp hem tegen de grond. Hij sloeg zijn pols tegen een rots totdat hij het mes liet vallen. Hij zette zijn knie in het middenrif van de man en raapte het mes op dat hij de man vervolgens op de keel zette. ÔIk zou me niet verzetten, als ik jou was. Õ De man knikte, zijn ogen stonden angstig. Zijn borstkas 26 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 26
ging snel op en neer, terwijl hij zijn best deed om op adem te komen. Na een tijdje stond Manasse op. ÔWat is je naam? Õ ÔZerach, zoon van Abner. Õ ÔGa langzaam rechtop zitten, Zerach, en leg je riem af. Langzaam! Goed, leg nu je handen op je rug. Õ Zerach hapte naar adem van de pijn, terwijl Manasse zijn handen vastbond. Waarschijnlijk had hij Zerachs pols gebro- ken. Manasse trok de knoop nog strakker, totdat hij het uit- schreeuwde. ÔWat was je hier op de begraafplaats aan het doen? Õ Zerach gaf geen antwoord. Manasse ging weer voor hem staan. ÔWeet je wie ik ben? Õ ÔJa. Õ ÔDan weet je ook dat je me moet antwoorden. ÕZerach staarde naar de grond voor Manasses voeten. ÔNou goed dan. Hier heb je iets om over na te denken. Õ Manasse bukte zich om een klein kruikje op te rapen dat hij tussen de spullen van Zerach had zien liggen. Hij haalde de dop eraf en rook eraan. Zoals hij al had verwacht, zat er extra olie voor de lamp in. Hij liet de dop op de grond val- len en goot de olie over Zerachs gezicht en haar. Het droop langs zijn tunica naar beneden en doorweekte hem. Nadat hij het kruikje in de duisternis had weggegooid, bukte Manasse zich nogmaals om de lamp op te rapen. Hij hield hem dicht bij het ronde, glimmende gezicht van Zerach. Zerach had smalle ogen die dicht bij elkaar stonden, waardoor het leek alsof hij scheel was. Hij had een grote, ronde neus en volle lippen, net zo sensueel als die van een vrouw. Maar zijn dikke wenkbrauwen, die als twee identie- ke, spitse bogen boven zijn ogen stonden, vielen het meest op. Manasse ontspande zich nu hij de overhand had en ge- noot van de opwinding die als sterke wijn door zijn aderen stroomde. ÔNou, ik denk dat je me maar beter kunt vertellen wat je hier aan het doen was, Zerach, zoon van Abner. Õ 27 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 27
ÔIk zocht raad, Õ antwoordde Zerach na enkele ogenblik- ken. Zijn stem klonk verbazingwekkend kalm. ÔVan de doden? Õ Zerach knikte lichtjes. ÔVan hun geesten. Õ ÔOok al is dat tegen de wet? Je moet geweten hebben dat je de wet van Mozes en de wetten van Juda overtrad. Õ Zerachs ogen spuwden vuur, alsof Manasse een laagje kolen had aangewakkerd. ÔHet is misschien tegen de wetten van Juda, maar het is niet tegen de wet van Mozes!Õ ÔJe lijkt erg zeker van je zaak. Õ ÔMijn vader is priester. En ik ook. Õ ÔIk ken geen enkele priester van de tempel met de naam Abner. En ik kan me ook niet herinneren je tijdens de dienst te hebben gezien. Ben je ouder dan dertig? ÕZerach knikte. ÔWanneer ben je gewijd? Õ ÔMijn vader was priester in Samaria en tevens een pro- feet. Wezijn nakomelingen van de profeet Zedekia en koningin Izbel. Mijn familie vluchtte naar Juda toen het noordelijkekoninkrijk, tijdens het bewind van uw vader, werdveroverd door Assyri. Õ ÔJebent dus een priester van Bal. Õ ÔBalÉ JahwehÉ dezelfde God met vele namen. Õ ÔO, nee hoor. Ze zijn helemaal niet hetzelfde. Ik heb de Tora bestudeerd en ÐÕ ÔU hebt de Tora bestudeerdmet die zogenaamde tempel- priesters. Ze hebben u alleen geleerd wat ze wilden dat u wist. Ze hebben u niets over de geheimen verteld. Õ ÔWelkegeheimen? Õ ÔDe Geheimen van de OudenÉ De Wijsheid van AbrahamÉ het vermogen om symbolen en voortekens te lezen. En de toekomst te voorspellenÉÕ ÔAlleen Jahweh kent de toekomst. Õ Zerach lachte kort. ÔDat is wat die tempelpriesters van u willen dat u gelooft, zodat zij de macht in handen kunnen houden. Als het ze lukt om u afhankelijk van hen te maken, dan hebben ze macht over u. Õ 28 Manasse_de_God_van_mijn_vader_AUSTIN_e-book_11-10-2012 11-10-2012 14:24 Pagina 28