Mondkapjes, oogkleppen en een verrekijkerBij de coronacrisis, waar hebben we het dan over? Over allerlei details van ziektebeelden en maatregelen? Ja, ook, maar daar moeten we maar niet beginnen. De eerste hoofdstukken van dit boek willen een bredere blik bieden. Ze gaan over ons zicht op de coronacrisis in zijn algemeenheid. Hoe kijk je ernaar, wat is er aan de hand? Het antwoord op die algemene vraag is van grote invloed op onze omgang met allerlei detailvragen.
Maar het antwoord op die algemene vraag kun je wel verbinden aan kleine dingen. Zoals aan het mondkapje. Dat is maar een ding, en tandartsen en chirurgen dragen al sinds jaar en dag mondkapjes. Toch geldt in deze tijd: Wie een mondkapje ziet, denkt aan corona. Wij dragen een mondkapje, en het mond-kapje draagt ook wat: een boodschap. Op een verpakking voor mondkapjes las ik: ‘Een masker kan zichtbaar bewustheid creëren dat u zorgvuldig met uw eigen gezondheid en die van anderen omgaat. ’ Daarom is de boodschap van het mondkapje dat we nu overal zien:– Er is op dit moment één gevaar, en dat is corona. – We zetten alles op alles om corona te bestrijden.
Oorlog
Ik werk dit nu niet uit, dat komt hierna. Maar deze twee boodschappen samen helpen ons de ‘juiste’ houding aan te nemen of te houden: ‘We voeren een strijd tegen corona, hier moet iedereen aan bijdragen en (bijna) alle middelen zijn daarvoor geoorloofd. ’ We staan in oorlogsstand. In een oorlogssituatie geldt maar één ding: Bestrijd de vijand! Natuurlijk probeert men al te veel col-lateral damage te voorkomen, maar nevenschade is onvermijdelijk.
Dat geldt in iedere oorlog. Achteraf gezien vraagt men zich bijvoorbeeld sterk af of in de Tweede Wereldoorlog de bombardementen op Duitse steden wel goed waren. In de oorlogsjaren zelf echter waren Nederlanders blij als zij weer de vliegtuigen hoorden ronken, onderweg om hun dodelijke lading te droppen. Immers, iedere nacht bracht zo het einde van de oorlog weer een stapje dichterbij. Als het nazisme maar werd bestreden!
Zo is het nu: Als het virus maar bestreden wordt, als we straks maar weer in vrijheid kunnen leven, zonder dreiging van corona. Het gevaar van corona wordt regelmatig vergeleken met de dreiging van de Duitse soldatenlaars. Zo las ik: ‘Als we geen maatregelen treffen, dan zal wereldwijd het aantal doden wegens corona in de buurt komen van dat van een grote (wereld)oorlog. ’ Dat is cijfermatig nogal een vertekening trouwens: het aantal dodelijke slachtoffers van het nazisme was vele malen groter en zou zéker nog vele malen groter geweest zijn als het regime nog jarenlang zijn gang had kunnen gaan. Er is echter iets belangrijkers. Het nazisme was niet alleen gevaarlijk voor het lichamelijke welzijn, maar vooral ook voor het geestelijke welzijn. Ook de ideologiemoest bestreden worden. Men bracht grote lichamelijke offers voor de bestrijding van een geestelijk gevaar. Dat dreigt nu precies omgekeerd te worden. Nu zijn we bereid om veel geestelijke waarden op te offeren voor de bestrijding van een lichamelijk gevaar. Natuurlijk is dit te zwart-wit. De strijd in de Tweede Wereldoorlog heeft ook veel geestelijke ontwrichting gegeven. En aan het bestrijden van een ziekte zit ook heel nadrukkelijk een geestelijke kant, namelijk de zorg voor het leven dat God gegeven heeft. Het gaat me nu ook niet om een absolute tegen-stelling maar om de omkering van het accent.
Oogkleppen of verrekijker
Daarom bekruipt mij soms het gevoel, dat mondkapjes verwantschap hebben met oogkleppen. Oogkleppen die ons trainen om één kant op te kijken: Als je maar geen corona krijgt, en als je er maar aan bij kunt dragen dat we corona het land uit krijgen. Zo’n houding doet iets, ja, veel met ons. Dat hoop ik in de rest van dit boek uit te werken. En ik hoop dat dit boek ons mag helpen om in plaats van oogkleppen een verrekijker te nemen. Waarmee we verder kijken dan de alledaagse drukte. Waardoor we minder afgeleid worden door een overdaad aan getallen, pro-tocollen en meningen. Die verrekijker hebben we nodig voor twee belangrijke dingen. In de eerste plaats om de werkelijke gevaren (beter) te zien. Ziekte is niet onze grootste vijand. Dan is corona dat zeker niet, want dat is ‘slechts’ een van de vele ziekten die in deze wereld van na de zondeval rondgaan. De grote gevaren zijn die van zonde, duivel en eeuwige dood. Voor ons gevoel spreekt corona vooral over ziekte, maar als we goed kijken, zien we juist een boodschap over zonde, duivel en dood. We hebben een verrekijker nodig om als het ware dóór de ziekte heen te kijken.
We hebben ook een verrekijker nodig om óver de ziekte heen te kijken. Om het antwoord (beter) te leren zien dan we uit onszelf doen. We merken allemaal hoe het gaat. Zomaar worden we beheerst door een nadruk op ziekte- en sterftecijfers. Met als gevolg het gevoel dat het dán goed met ons gaat als we maar gezond zijn. Dit brengt ons in het gevaar om ons vertrouwen te stellen op menselijke hulp. Welke middelen gebruiken? We weten wel hoe het werkelijk is. Onze ware hulp is van de Heere (Ps. 121). En ons echte welzijn ligt in vrede met God, nu en voor eeuwig. Maar al weten we het in theorie, dat betekent niet dat we het ook inzien. Daarvoor hebben we een geestelijke verrekijker nodig. Om te zien dat omstandigheden er in verge-lijking tot deze grote zaligheid niet zo veel toe doen (Rom. 8:18, 2 Kor. 4:17).
Nu hopen we natuurlijk dat dit sámen kan gaan. Natuurlijk ver-trouwen we op God en weten we dat het gaat om verzoening, maar we moeten toch ook middelen gebruiken!? De Bijbel wijst ons zeker op een bepaalde verantwoordelijkheid voor het gebruik van middelen voor lichamelijk welzijn. Voor onszelf en de naaste (Matth. 7:12). Maar we moeten onszelf niet overschatten. Als we bezet zijn met zorg over ons lichamelijke welzijn en menselijke middelen, concurreert dat al snel met onvoorwaardelijk steunen op Goddelijke hulp en uitzien naar eeuwig welzijn (Ps. 118:8, 146:3-5).
Menselijke middelen zijn niet slechts praktische dingen zonder invloed op ons hart. En andersom is het gebruik van geestelijke middelen niet zonder vrucht voor ons hart. We mogen vast ge-loven dat de Heere het wil zegenen als wij de middelen zoeken om ondergedompeld te raken in het Woord van God. Omdat de Heilige Geest daarin wil werken. Een Bijbelse denkrichtingGa in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende . . . Mattheüs 6:6
Het is goed om te doordenken wat er aan de hand is. Daar moeten we echter niet bij blijven hangen. Steeds is het de vraag: Wat nu? Ieder volgend hoofdstuk wil ik afsluiten met een paragraaf over wat ons antwoord zou moeten of kunnen zijn.
Waar moeten we dan beginnen? De meeste mensen ervaren vermoedelijk hetzelfde als ik: dat gesprekken, waar dan ook, bijna altijd uitdraaien op corona(maatregelen). Dat is niet louter verkeerd, maar als we niet uitkijken, blijven deze gesprekken aan de oppervlakte. Dan gaat het over aantallen zieken en kerkgangers, over ziektebeelden en overheidsbeleid. Velen hangen aan het infuus van de NOS of checken juist kritische filmpjes via YouTube. Wat zou het goed zijn om een stap terug te doen. Ik hoor ook regelmatig van mensen die dat doen: heel bewust volgen ze niet meer het nieuws, zijn ze niet langer gefocust op meningen. Dat moeten we niet doen om struisvogel te spelen, maar om door wat afstand te nemen meer bezinning te zoeken. Elke dag een halfuur minder gebruikmaken van moderne (nieuws)media en in plaats daarvan een boek lezen – zou dát ons al niet helpen om de zaken in het juiste perspectief te leren zien? Daarbij is verder het gebed onmisbaar. ‘Heere, open mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet’ (zie Ps. 119:18).