RomePirna LeyteManila Singapore Guilin Tokyo Fukuoka Busan Seoel Shanghai XiÕan Peking Vientiane Bangkok Phuket New Delhi Mumbai Lahore Quetta Teheran Istanbul Raas Calcutta Veneti Davao Papoea-Nieuw-Guinea Salomonseilanden Fiji Vanuatu Amerikaans-Samoa Cookeilanden Tahiti Hiva Oa Gran Roque Grenada Kaapverdische EilandenLas Palmas Gibraltar Guardamar del Segura Barcelona Parijs Amsterdam Sahms Atlantische Oceaan Carabische Zee Zuid- Chinese Zee Oost- Chinese Zee Indische Oceaan Middellandse Zee Hamburg Stille/Grote Oceaan Cartagena Caracas Georgetown Paraitepuy Manaus Chimborazo Lima Panama Cuzco La Paz Cochabamba SantaCruz Uyuni Sao Paulo ~ Salta Rio de Janeiro
CHRISTOPHER SCHACHT MET 50 EURO DE WERELD ROND .... ..... .................... Hoe ik alles verloor in Amsterdam, maar als rijk mens terugkwam
Voor mijn moeder, die het de afgelopen vier jaar bijna bestierf van bezorgdheid. Mama, misschien is het beter om hier te stoppen met lezen ;-) ‘Het is een gevaarlijke onderneming, Frodo, om je deur uit te gaan. Je stapt de Weg op, en als je niet op je benen let, weet je nooit waar je heen wordt gevoerd.’ J.R.R. Tolkien, In de ban van de ring: de reisgenoten Copyright © 2019 Uitgeverij Plateau, Amersfoort Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een databank, of door- gegeven in welke vorm dan ook – elektronisch, mechanisch, gekopieerd, gescand of op enige andere wijze – behalve voor korte citaten in recensies of artikelen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Originele titel: Mit 50 Euro um die Welt © 2018 by adeo Verlag in der Gerth Medien GmbH, Asslar, a division of SCM-Verlagsgruppe, Holzgerlingen, Germany. Translated and printed by permission. All rights reserved. isbn 978 90 5804 1500 nur 508, 707 Vertaling: Jaël Vuijk Boekverzorging: Buitenspel ontwerp, Meppel Omslagontwerp: IDD Omslagafbeelding: Lou Fox en Shutterstock Foto’s: Felipe Monteiro Vazami: p. 62-64 / Wilfried Texier: p. 82-83 / Shutterstock: p. 42, 67, 97, 100, 160, 189, 229, 241 / Micha Bührle: p. 283 / Jörg Steinmetz: p. 298 / Christopher Schacht: de rest.
Inhoud ............................................................. Nog even kort vooraf ................................................................................11 Daar gaan we dan ..................................................................................... 12 EERSTE ETAPPE: Europa, het Atlantisch gebied, de Caraïbische eilanden Geld vergokt, platzak de hort op, meer geluk dan wijsheid… trossen los – liftend de Atlantische Oceaan over ............................................................. 17 TWEEDE ETAPPE: Zuid-Amerika Jungleleven onder inheemse bevolking, drugs – moord – seks, goudkoorts, redding op de allerlaatste seconde en het pijnlijkste moment van mijn leven ...39 DERDE ETAPPE: de Stille (of Grote) Oceaan en de Pacifische eilanden Eindeloze afstanden, een smerige evenaarsdoop, varkens als betaalmiddel, curieuze cargocultus bij een vulkaankrater .................................................. 111 VIERDE ETAPPE: Azië en het Midden-Oosten In nood tijdens een storm, in een boeddhistisch klooster, de lekkerste soep ter wereld, golfschoen-acteur en proefkonijn, een zoen en een machinegeweer ....165 VIJFDE ETAPPE: Terug naar huis ................................................................. 277 Dankwoord ............................................................................................ 284 55 tips voor backpackers met een klein budget .....................................288 Noten ..................................................................................................... 299 Links ...................................................................................................... 300 9
Nog even kort vooraf ............................................................. T ijdens mijn ruim vier jaar durende wereldreis heb ik natuurlijk veel meer beleefd dan wat er tussen deze twee kaften zou passen. Toch geef ik je graag een inkijkje in de spannendste, grappigste, bizarste en meest fantastische momenten. Wie weet krijg je er zelf ook de smaak door te pakken! Het grote plaatje: 3 45 landen 3 1512 dagen 3 meer dan 100.00 kilometer over water en land 3 5 van de 7 nieuwe wereldwonderen 3 5 van de 7 wereldzeeën 3 4 nieuwe talen 3 4 verstandskiezen minder 3 absurde ontmoetingen 3 intense nieuwe vriendschappen 3 jaloersmakende foto’s 3 ranzig eten 3 levensveranderende inzichten 3 onnoemelijk veel avonturen… En nu – eropuit! 11
‘Je bent echt gestoord,’ had een vriend eerder hoofdschuddend tegen me gezegd. Hij had eraan toegevoegd: ‘Hoe wil je dat ooit gaan doen met zo bela- chelijk weinig geld?’ Met ‘dat’ bedoelde hij: mijn poging om de wereld rond te trekken. Met maar vijftig euro op zak en geen uitgedacht reisplan. Dat wil zeggen: het was mijn plan om geen plan te hebben. Gewoon eropuit gaan en wel zien waar het leven me zou brengen. Als het me ergens zou bevallen, dan zou ik blijven zolang ik wilde, en ik zou weer verder trekken wanneer ik daaraan toe was. Geen planning, geen vastgelegd einddoel. Compleet het tegenovergestelde van het leven dat ik tot nu toe had gehad. Ge- woon, vrijheid! ‘ Wil je dan niet gaan studeren? En waar ga je dan slapen? En wie gaat je kleding wassen?’ – sommi- ge vragen waren te grappig voor woorden. Alsof mijn leven afhing van een wasmachine… Natuurlijk had ik wel wat voor- zorgsmaatregelen getroffen. Ik had opgezocht wat andere back- packers zoal meenemen ( je strui- kelt over de vlogs en blogs op internet), ik had online een handige tent gekocht, een stuk of wat vaccinaties gehaald en een paspoort aangevraagd. En ik was begonnen mijn ouders langzaamaan aan mijn plannen te laten wennen ;-). Maar bovenal had ik mezelf erop voorbereid nietvoorbereid te zijn – veel problemen kun je niet voorzien, ze steken onverwacht de kop op; mijn voor- bereiding bestond er dus voornamelijk uit om alle mogelijkheden open te houden. Ter illustratie: een tent maakt je minder afhankelijk van georgani- seerde slaapplekken; een routekaart geeft je informatie over alternatieve 13 Daar gaan we dan .... ............................................. 1 Juli 2013............... ‘K lik…’ nog één keer doordraaien in het slot en ‘klak’, dat was het dan. Ik gooide de sleutel in de brievenbus naast de deur, keerde me om en probeer- de mezelf dit moment in te prenten. Het was een zonovergoten dag en een warm windje verspreidde de geur van dennen en pas gemaaide weilanden. Wat een schitterende eerste julidag! Met een grote grijns knipperde ik tegen het felle zonlicht; naar dit moment had ik anderhalf jaar lang uitgekeken! Ik had er een stressvol jaar opzitten waarin ik eindexamen deed, deelnam aan een programmeerwedstrijd waar meer dan tweehonderd uur werk in was gaan zitten, en een bijbaantje had in Hamburg. Tot nu toe was mijn agenda altijd minstens drie weken vooruit stampvol gepland, en nu had ik alles afgevinkt. Voor mij lag… vrijheid! Ik deed mijn rugzak om, huppelde de trap af naar de stoep en liep onge- veer een kilometer van het gat waarin ik woonde naar de bushalte langs de rijksweg. Onderweg zwaaide ik naar wat oude buren die deze zonnige maan- dagochtend nuttig besteedden met werken in hun voortuin, en ging ik in gedachten de afgelopen dagen nog eens na. In het weekend hadden we de negentigste verjaardag van mijn opa gevierd en ik had afscheid genomen van mijn familie. Afscheid voor een paar maanden of voor een paar jaar – ik had geen idee, en dat stemde me vro- lijk. Mijn moeder en zusje hadden wel even een paar traantjes weggepinkt, maar mijn vader en mijn tweelingbroer hadden een en ander gelaten over zich heen laten komen. Vervolgens waren ze op vakantie gegaan naar Denemarken, voor het eerst in tien jaar zonder mij. 12
Niets… Mijn glimlach zag er inmiddels behoorlijk verkrampt uit en mijn armen begonnen moe te worden. In plaats van de geur van vrijheid drongen nu toch vooral uitlaatgassen mijn neus binnen. De zon die die ochtend nog zo vrien- delijk had geschenen, brandde nu onbarmhartig op mijn lijf. In de wijde omtrek geen schaduw te bekennen. Een klein stemmetje heel diep in mij begon zich te roeren, en ging steeds harder om aandacht vragen: De tijd dat mensen gingen liften is voorbij, dat doet toch niemand meer tegenwoordig! Niemand gaat je meenemen. Vanavond geef je op, nog voordat je goed en wel begonnen bent! ‘ Waarom probeer je het niet iets verderop bij de Burger King?’ onderbrak een echte stem van een voorbijganger het inwendige stemmetje in mijn hoofd. ‘Oh ja, uhm… bedankt,’ stamelde ik, en plotseling moest ik om mezelf lachen. Ik was begonnen aan een wereldreis, en anderhalf uur wachten bij een oprit van de snelweg was al genoeg om de eerste twijfel in mij te zaaien! Met die lachbui verdwenen ook mijn negatieve gedachten, en met ver- nieuwde energie pakte ik mijn rugzak om de tip van de man op te volgen. En warempel, nog geen twee minuten later zat ik naast twee basisschool- kinderen op de achterbank van een donkerblauwe Opel Corsa. Zo zoefden we over het asfalt, terwijl het struikgewas door de ramen vervormd werd tot een wazige streep. 15 verkeersroutes; basale kennis van de taal in het betreffende land en vertaal- apps maken de communicatie makkelijker; medicijnen, vaccinaties en goede voeding kunnen ziektes en aandoeningen binnen de perken houden. Wanneer je de tijd hebt, goede contacten legt en geen hoge comforteisen stelt, openen zich ongekende mogelijkheden. En mochten zich toch proble- men voordoen, dan vind je sneller een oplossing wanneer je weet wat je wilt en je een positieve instelling hebt. D e bus zwenkte uit richting de stopstreep bij de bushalte en kwam piepend tot stilstand. Bij het naar binnen slepen van mijn volgestouwde rugzak werd ik met verbazing door de passa-giers bekeken. In de eerstvolgende grotere plaats stapte ik uit en liep naar een redelijk drukke oprit van deA1 aan de rand van een indus-trieterrein dat ik via GoogleMaps had uitgezocht. Met ge-strekte rechterarm, duim om-hoog en een – dacht ik – over-tuigende glimlach op mijngezicht wachtte ik op een autodie zou reageren op het kar-tonnen bordje in mijn linker-hand. Daarop stond geschre-ven met dikke zwarte viltstift-letters: ‘A1 richting Bremen’.Met een smiley eronder. Het eerste halfuur ging voorbij, automobilisten raasden langs me heen, ogenschijnlijk zonder me te zien. Ik wachtte verder. Nog steeds niets… Geduld! 14
Gran Roque Grenada Kaapverdische Eilanden Las Palmas Gibraltar Guardamar del Segura Barcelona Parijs Amsterdam Sahms Atlantische Oceaan Caracas EERSTE ETAPPE: .... ............................................. Europa, het Atlantisch gebied, de Caraïbische eilanden Geld vergokt, platzak de hort op, meer geluk dan wijsheid… trossen los – liftend de Atlantische Oceaan over 1 Juli 2013 - Maart 2014 ................................. In de buurt van Osnabrück pikte een Zweeds echtpaar me op. Ondanks het feit dat liften voor mij een hele nieuwe ervaring was, voelde ik me er geen moment ongemakkelijk bij. Integendeel. Meestal was er een open en gemoe- delijke stemming in de auto tijdens de rit. Tenslotte nemen alleen mensen die iemand mee willen nemen lifters mee. Ik heb me nooit opgedrongen. En hoewel je de mensen met wie je meerijdt nog nooit eerder hebt gezien en ook nooit meer zult tegenkomen, is er geen gevoel van afstandelijkheid in de gesprekken – wat je wel zou verwachten. Uit de gebruikelijke beginzinnen als ‘waar kom je precies vandaan?’ en ‘waar wil je heen?’ ontstaan, afhanke- lijk van de lengte van de reis, vaak hele geanimeerde en serieuze gesprekken. Door het liften kreeg ik inkijkjes in de levens van mensen die ik, gezien mijn leeftijd, andere interesses of mijn beperkte sociale netwerken, anders nooit zou hebben ontmoet. En geloof me, op de snelweg kom je werkelijk van alles tegen: artsen, bouwlieden, huisvrouwen, eigenaars van krokodil- lenfarms, ex-gedetineerden en zelfs maffialeden. Het heeft wel iets weg van een avondje doelloos zappen voor de tv; alsof je tien minuten naar een serie 17
mijn allereerste avond uit. ‘Nou, gefeliciteerd,’ mompelde ik sarcastisch tegen mezelf om deze bijna-blut-actie.Het werd me opeens allemaal heel helder. Ik moest als de bliksem op zoek naar een baantje en een overnachtingsplek. De beste (en eigenlijk ook enige) optie was om mijn kaarten te zetten op de vent die ons had meegenomen op kroegentocht. Hem zou ik als eerste moeten zien op te sporen… Ik slenterde door het Vondelpark dat er in de zomer uitnodigend groen bij lag en een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefende op met name relaxende studenten en dito kunstenaars. Op een bankje langs het pad pin- gelde een man met lang blond haar nonchalant op zijn gitaar terwijl hij erbij zong. Zijn gitaarkoffer lag geopend voor zijn voeten met de bedoeling de passanten te verleiden tot doneren. Achter hem hield een sprietig meisje de wacht bij zijn rugzakken. In tegenstelling tot haar vriend had ze kort haar, en een piercing in haar linker neusvleugel. ‘ Waar komen jullie vandaan?’ opende ik het gesprek. Het bleken Slovenen te zijn die een paar maanden door Europa trokken; met muziek maken probeerden ze dit te financieren. We kletsten wat en voelden vanaf het eerste moment sympathie voor elkaar. Ze leken me wel te vertrouwen en ik vroeg of ze even op mijn spullen wilden passen, zodat ik op zoek kon gaan naar een baantje. Natuurlijk kon dat, ze zouden zeker nog wel tot ’s avonds laat op deze voor hen gunstige plek blijven. Een paar uur later haastte ik me weer naar het park; het was me gelukt om een baantje als party-tourgids te bemachtigen. Maar bij aankomst kon ik niet geloven wat ik zag. Of beter: niet zag. Het regende. Ik stond bij het bank- je in het lichtgele schijnsel van een lantarenpaal. Dit was absoluut de plek waar ik die middag mijn spullen naast het Sloveense stelletje had gedropt. En nu: niks meer! Vertwijfeld keek ik om me heen en speurde langs de contouren van het struikgewas. In de verste verten geen mens te bekennen. ‘Nee, nee, nee!’ Mijn hartslag zat op 200. Hoe kon dit nou?! Alleen de regendruppels leken me begripvolle schouderklopjes te geven. Wat moest ik nu in de lieve vrede doen? Alles zat in die rugzak; mijn papieren, mijn restje geld, mijn uitrusting. Nog maar één dag op weg, en nu al was mijn geld erdoor gejaagd en bovendien mijn complete bepakking verdwenen. Hoe kon kijkt en dan weer verder schakelt. Je stapt kort een verhaal binnen, maar je hebt geen idee wat ervoor gebeurde of wat erna zal komen. En het enerveren- de is: je leert steeds weer iets nieuws. Over beroepen, over landen, over hoe mensen in het leven staan. Tegen de schemering waren we in de omgeving van Amsterdam, mijn eerste doel. Vanaf daar wilde ik via Parijs verder naar Barcelona. ‘Deze avond moeten we vieren,’ besloten de twee Zweden, met wie ik inmiddels bevriend was geraakt, en ik. We lieten onze bagage achter in de goedkope hotelkamer die het Zweedse stel geboekt had, en gingen de stad in. In de smalle straatjes en langs de grachten die de Amsterdamse binnen- stad ringsgewijs doorkruisen was het een drukte van jewelste. Een jonge vent met een rood T-shirt aan nodigde ons uit met hem mee te gaan toen we geen duidelijk antwoord konden geven op zijn vraag waar we heen wilden. Op zijn borst stond met witte letters: Pubcrawl – a night you won’t remember but will never forget! Niet veel later stonden we hutjemutje in een groezelige roodverlichte kroeg-annex-discotheek. ‘Een paradijs!’ verzuchtte een van de twee Zweden bij het lezen van het ‘1 euro bier-special’-postertje op de deur… 19 18
Ondanks het vroege tijdstip deed de superaardige couchsurfer, die ik van- uit Amsterdam al had geregeld, de deur van zijn appartement met uitzicht op de Eiffeltoren en Montmartre voor me open. Leden van het couchsurfnetwerk gebruiken de site www.couchsurfing.com om gratis overnachtingen voor tijdens hun reis te zoeken, of om zelf slaapplekken aan te bieden. Naast het bieden van een bed is de gastheer of -vrouw vaak ook bereid de reiziger de stad te laten zien. Inmiddels zijn er al meer dan tien miljoen mensen lid van het couchsurfnetwerk. Hoewel ik het in principe een goed initiatief vind, heb ik er gedurende de hele reis nog geen tien keer gebruik van gemaakt, merk ik nu ik terugkijk. Het bleek voor mij een te weinig spontaan middel; je hebt er internet voor nodig, wat bij mij vaak niet het geval was. Maar als je iets ‘gecalculeerder’ op pad gaat, is het absoluut een aanrader! Om in een van de duurste steden van Europa niet onverhoopt opnieuw mijn budget ver te overschrijden, had ik mezelf ten aanzien van mijn uit- gaven een bovengrens opgelegd van vijf euro per dag. Twee euro voor provi- and en drie voor andere uitgaven. Het was krap, maar net te doen. In andere landen, waar de kosten voor het levensonderhoud lager waren, hoefde ik meest- al maar een euro per dag te spenderen aan mijn onderhoud, en soms nog wel minder. Een comple- te week Parijs kostte me in totaal zegge en schrijve 33 euro, terwijl ik toch bij alle bezienswaardigheden ben geweest. Toen ging de reis weer verder, naar Spanje. 21 ik zo stom zijn om die gasten te vertrouwen? Blijkbaar sloeg mijn mensen- kennis ook nergens op… ‘CHRIS!’ Van achter een groepje bomen kwamen twee personen aanlopen. Zou het…? Ik liep op ze af en er viel een last van mijn schouders. ‘Sorry dat we je hebben laten schrikken. Maar het ging opeens zo hard regenen; we zijn snel daar naartoe gerend om te schuilen,’ zei de langharige muzikant. Van opluchting viel ik hem om de nek, wat hij verbaasd liet gebeuren. Zie je wel, mijn gut feelingwas zo slecht nog niet! D e maand juli bracht ik dus door als party-tourgids in Amsterdam. Daarna werd het voor mij tijd om verder te trekken, en zo gebeurde het dat ik op een maandagmorgen, gewapend met mijn kartonnen liftbordje, op weg ging naar Parijs. De reis duurde een stuk langer dan ik had gepland. Maar iets wat je maar al te gauw als negatief bestempelt, puur en alleen omdat het anders loopt dan je had gepland, ontpopt zich vaak tot iets unieks. Zo ook hier: ik had nu het voorrecht om om vier uur ’s mor- gens, terwijl er in de hele omtrek geen auto te bekennen was en Parijs nog op één oor lag, om de Arc de Triomphe heen te rijden. Omdat het zo’n bijzondere erva- ring was, reed mijn chauffeur speciaal voor mij nog een paar extra ererondjes. 20
Refugio, ten oosten van Murcia aan de Costa Blanca. Die ranch was mijn volgende reisdoel.Liftend Barcelona uitkomen was bepaald geen makkie. In Spanje leeft blijkbaar het vooroordeel dat alleen zwervers en criminelen zich op die manier verplaatsen. Ik werd zodoende vaker door vakantiegangers opgepikt dan door Spanjaarden. De eigenaar van de ranch kon zich zowel de hengst als mijn vader nog goed voor de geest halen. Dat baantje was dan ook zo geregeld. O nder aan de heuvel waarop El Refugio lag, bevond zich een beschermd natuurgebied met de blauwe zoutlagunes van La Mata en Torrevieja, midden in een uitgestrekt duinlandschap. Erachter lag de zee met een kilometers- lang verlaten strand. Verder het binnenland in belandde je al snel in droge dennenbossen en sinaasappelplantages. Naast paarden verzorgen, stallen uitmesten, tuinieren, zwijntjes slachten en kleine onderhoudsklusjes plegen, bestond mijn werk op de ranch ook uit het verzorgen van toertochtjes met toeristen, iets wat ik zelf erg leuk vond. Er waren ook een paar immigranten uit de omgeving die regelmatig kwa- men rijden op de ranch. Een van hen was een Duitse voormalige archi- tect. Hij was al 83 en had zijn eigen paard op de ranch gestald. ‘Dat jouw ouders je op die leeftijd he- lemaal alleen zo’n reis laten maken…’ 23 Augustus 2013..................... B ij een aangenaam temperatuurtje van 28 graden beende ik door Barcelona. Ik had gehoord dat er in een bepaalde wijk in de buurt een wijkfeest gehou- den zou worden. Hopelijk zou ik daar een onderkomen kunnen regelen. Met de zware rugzak was mijn tochtje echter allesbehalve een relaxte wandeling. ‘Dónde Saints? Fiesta?’ vroeg ik in steenkolenspaans aan een van de wei- nige personen die ik tegenkwam: een kleine vrouw van middelbare leeftijd met een mediterrane huidskleur, zwart haar en een vriendelijk gezicht. Ze lachte, antwoordde iets in het Spaans of Catalaans – ik begreep er in elk geval geen woord van – en zei vervolgens in een Engels dat mijn niveau van Spaans nauwelijks oversteeg: ‘Follow me.’ Door haar geduld en interesse was het enigszins mogelijk wat weder- waardigheden uit te wisselen. Oorspronkelijk kwam ze uit Colombia, maar ze woonde al jaren in Barcelona; ze gaf les aan kleuters. Ik ‘vertelde’ haar met handen en voeten over mijn reis. ‘Donde duermes?’ vroeg ze, terwijl ze met haar handen het gebaar van een kussen maakte en haar hoofd erop legde. Ik wees naar het slaapmatje aan mijn rugzak en bibberde er overdreven bij. Ze lachte en wees eerst met haar wijsvinger naar mij. ‘Tu. Dormir,’ en vervolgens naar zichzelf, ‘mi casa.’ Ik begreep niet veel, maar dit zeker wel. Ik lachte blij, terwijl ik ‘Gracias! Gracias!’ uitriep. De alleenstaande Colombiaanse had twee zoons van mijn leeftijd, die me de dagen erna de stad lieten zien – als ik tenminste geen Spaans aan het leren was. De ervaring me niet verstaanbaar te kunnen maken, had me ertoe aan- gezet mijn talenkennis snel op te vijzelen. De Colombiaanse vrouw, die uit- gerekend nu twee weken vakantie had, leek er geen groter genoegen in te scheppen dan mij aan allerlei oefeningen te onderwerpen. En en passant schaafden we ook haar Engels nog een beetje bij. Hoewel ze me overduidelijk met alle liefde had willen adopteren, nam ik na een week toch afscheid om mijn reis weer voort te zetten. Ik ben op- gegroeid tussen de paarden en wilde graag een soort jongensdroom laten uitkomen: werken op een paardenranch in Spanje. Een aantal jaar hiervoor had mijn vader een Andalusische hengst gekocht op paardenboerderij El 22
‘En wat denkt u, is er een kans dat een boot mij wil meenemen?’ ‘Als je je goed voorbereidt, is die kans niet heel klein zou ik denken. Een goede schipper zal een juiste instelling net zo waarderen als zeilervaring. En in het hoogseizoen voor de oversteek van de Atlantische Oceaan, zo ongeveer tussen eind november en februari, zijn er altijd wel een paar zeilboten die bemanningsleden meenemen in ruil voor hand- en spandiensten. Soms ook wel kosteloos, zeker als je aanbiedt flink mee te werken aan boord. Ik zou het als ik jou was in Gibraltar proberen; daarvandaan gaan er behoorlijk veel naar de overkant van de plas.’ Wat ben ik deze man veel dank verschuldigd. Dat ik hem trof net op het moment dat het oversteekseizoen voor de deur stond, ervoer ik sterk als een soort voorzienigheid. De dagen erna bracht hij eerst een zeillesboek mee, vervolgens een zeil- mes en zeilkleding. ‘ Wat moet zo’n ouwe man als ik nog met al die dingen? Ik vind het leuk dat jij ze nog goed kunt gebruiken.’ En of ze nuttig waren! Sterker nog: bepa- lend voor mijn hele verdere reis. 25 verzuchtte de Duitser nadat ik hem tijdens een van de ritten over mijn wereldreis had verteld. Hij hield zijn kastanjekleurige ruin even in zodat we gelijk op gingen. Zowel het paard als zijn berijder waren bijzonder fit voor hun leeftijd, wat ook tijdens deze rit eens temeer opviel. ‘Nou ja, eerst waren ze er niet echt voor. En waarschijnlijk hoopten ze ook dat dit een bevlieging zou zijn die vanzelf wel weer zou overwaaien,’ lachte ik. ‘Maar toen ik voorbereidingen ging treffen voor mijn uitrusting en mijn inentingen, toen begon het ze wel te dagen: hij meent het serieus.’ ‘En toen? Hebben ze het je uit je hoofd proberen te praten?’ ‘Ze zijn met me om tafel gaan zitten en hebben me ervan doordrongen dat er ook een kans zou zijn dat ik de reis niet zou overleven. Ik heb ze toen gezegd dat ik me daarvan bewust was, maar dat ik evengoed graag wilde gaan. Ik wil liever doodgaan terwijl ik iets onderneem waar mijn hart ligt, dan dat ik over vijftien jaar achter een bureau zit en mezelf beklaag met: “Had ik toen maar…”’ Hij knikte. ‘Heel herkenbaar. Bij mij ging het precies zo, en daarom ben ik nu hier. En wat ben je nu van plan? ‘Om de hele wereld te veroveren,’ zei ik, en ik gaf hem een knipoog. Hij schudde zijn hoofd. ‘Alleen idioten willen de wereld veroveren. Een wijs mens verovert zichzelf.’ Ik grinnikte. Hij had mijn gekscherende opmerking blijkbaar serieus opgevat. Maar er zat wel wat in zijn advies. Ik herhaalde het in stilte nog een keer. ‘En hoe wil je dat gaan doen met vliegen?’ vroeg hij. ‘Ik ben eigenlijk niet van plan om het vliegtuig te pakken. Als je grote stukken vliegt, dan ben je het gevoel voor afstanden helemaal kwijt. Je stapt op plaats x in een vliegtuig en landt een paar uur later in plaats y, en van de reis zelf heb je eigenlijk helemaal niets meegekregen. Het leek me eigenlijk wel een tof plan om op een zeiljacht te gaan helpen en zo de Atlantische Oceaan over te komen.’ De architect trok zijn wenkbrauwen op. ‘Kun je zeilen dan?’ Ik moest bekennen dat ik zo goed als geen idee had. Toen grijnsde hij. ‘Nou, dan heb je mazzel! Ik ben zeilinstructeur geweest vroeger. Nou kan het helemaal niet meer mislukken.’ 24