i Multiculturele gerechtigheid. Een christelijk perspectief Jonathan Chaplin
10
11 Inleiding Dankbaar en vereerd voel ik me nu mijn essay over multicultu - ralisme, in 2011 geschreven voor een Brits publiek, in 2020 een Nederlandse vertaling waard is geacht. Ik dank de bezorgers, ver - taler, commentators en uitgever dat zij het in deze vorm hebben uitgebracht. Het besluit om dit te doen getuigt wel van de grote publieke onrust over de manier waarop Europese staten reageren op de moeilijkheden en mogelijkheden die een gevolg zijn van het steeds grotere cultureel en religieus pluralisme van de samenle - ving. Het essay werd geschreven met het oog op ervaringen in het Verenigd Koninkrijk, maar ik hoop dat Nederlandse lezers verhel - derende parallellen zullen ontdekken met hun eigen, nogal ver - schillende recente multiculturele verleden – waar critici van buiten vaak (onterecht) een voorbeeld in zien van hoe slecht multicultu - ralisme kan uitpakken. Het landschap waarop dit essay betrekking had is na 2011 uiteraard aanzienlijk veranderd, en daar zal ik nu enkele dingen over zeggen. Laat me eerst een korte definitie van multiculturalisme geven en de voornaamste bedoelingen van het essay verwoorden. Multicul - turalisme is een specifiek type antwoord op het groeiende aantal etnische culturen en religieuze overtuigingen binnen één samen - leving. 1 De Canadese filosoof Charles Taylor spreekt in dit verband van deep diversity .2 Het is een complex, intrigerend, vaak verwar - rend en soms verontrustend fenomeen. Voor deelnemers aan het publieke debat hierover blijkt het vaak moeilijk om er onpartij - dig of zelfs maar begrijpelijk over te spreken. De emoties die het oproept zitten nu zelfs zo diep – en politiek gezien lijkt er zoveel op het spel te staan – dat het steeds moeilijker wordt om te komen tot iets wat nog werkelijk een publiek debat mag heten en niet alleen maar uitwisseling van vooroordelen. Dit essay wil over de diepe diversiteit in Groot-Brittannië een paar nieuwe gedachten presenteren, geïnspireerd door het chris - telijk-sociaal denken. Een van de hoofddoelstellingen is: helder
12 maken waar we het over hebben. In 2010 werd in een van de bij - dragen aan het debat al terecht opgemerkt dat multiculturalisme een ‘waanzinnig sponsachtig, onduidelijk gespreksonderwerp’ was geworden. 3 Tien jaar later is het dat nog steeds. Daarom is hoofd - stuk 3 geheel gewijd aan omschrijving van de betekenissen waarin dit woord vandaag gebruikt wordt. Maar dit essay biedt ook een constructief betoog. In onze haast om het multiculturalisme te heroverwegen, dit in het licht van onont - koombaar recent bewijs voor de schaduwzijden ervan, moeten we niet uit het oog verliezen dat het ook een onmisbare bijdrage aan een rechtvaardige samenleving te bieden heeft. Multicultura - lisme moeten we niet verwerpen; we moeten het redden door het opnieuw en in meer bescheiden, gematigde en daarmee overtui - gende termen te verwoorden. Dit houdt bijvoorbeeld in dat hier ook betoogd zal worden dat de verwachtingen ten aanzien van doelstellingen zoals integratie, maatschappelijke cohesie en bur - gerschap preciezer gespecificeerd moeten worden dan het vaak gebeurt. Voor een verdedigbaar multicultureel beleid is nodig dat een aantal van de meest verregaande pretenties wordt ingeperkt, zo niet doorgeprikt. Hoofddoel van het essay is verheldering van de principes die ten grondslag liggen aan multicultureel overheidsbeleid . Tariq Modood heeft multiculturalisme omschreven als ‘de politieke inpassing van minderheden die ontstaan door migratie naar wes - terse landen’; 4 en de beschouwing zal zich uiteindelijk toespitsen op dit politieke vraagstuk, dus niet op culturele, filosofische of sociologische betekenissen van de term. Tegen de huidige stroom van de publieke opinie in wordt hier betoogd dat bepaalde mul - ticulturele kernidealen nog precies zo hard nodig zijn als toen ze een halve eeuw geleden voor het eerst opdoken. Het bestaande multiculturalisme vertoont op sommige punten wellicht ernstige en soms zelfs gevaarlijke mankementen, en ze worden in dit essay niet verzwegen. (Bij een complete herschrijving zouden er nog meer aan de orde komen, en de genoemde gevallen hier en daar kritischer worden belicht.) Maar een rechtvaardig overheidsbeleid voor culturele en religieuze minderheden – hier aan te duiden als ‘multiculturele gerechtigheid’ – blijft net zo hard nodig en net zo belangrijk als altijd. 5 fiftelutftelfticec rcictglurgcuh
13 Ik merkte al op dat het Europese multiculturele landschap sinds 2011 op grote schaal veranderd is. Conflicten en onenigheden over culturele en etnische diversiteit, immigratie, integratie, cohesie en nationale identiteit blijken nog meer verstoring en ontwrichting te brengen dan tien jaar geleden. Het belangrijkste is dat multicul - turalisme besproken moet worden in relatie tot de beweging die alom bekendstaat als populisme. 6 Bij wijze van update noem ik een aantal mogelijke gevolgen hiervan. Vijandigheid tegen multicultu - ralisme zorgt nu voor een grootschalige herindeling van het Euro - pese politieke landschap. Het populisme slaat immers grote gaten in gevestigde politieke partijen die tot nog toe meenden dat de populistische opvattingen ontoelaatbaar waren en dus buiten de orde in een liberale democratie. Het oorspronkelijke essay noemt het niet met zoveel woorden, maar in veel Europese landen was het populisme in 2011 al flink op stoom, ook in Nederland, België, Frankrijk en niet te vergeten Groot-Brittannië, waar het nadien een grote maatschappelijke kracht gebleken is achter het aanhoudende nationale Brexit-trauma. 7 Weinigen hadden echter in 2011 kunnen voorzien hoe snel en breed de populistische opmars in heel Europa zou zijn, of hoe ingrijpend de stabiliteit van stabiel geachte demo - cratische regimes erdoor zou worden aangetast. Populisme ontpopt zich als een anarchistische, onrijpe beweging waarachter zich in verschillende landen verschillende krachten bundelen. Maar als er één ongenoegen is dat bijna alle populis - ten wind in de zeilen geeft, dan is het de dreiging die men ziet in de aanwezigheid van ‘vreemde’ culturen en religies binnen wat dan zorgvuldig als de eigen samenleving in bescherming geno - men wordt. De dreiging, stellen zij, wordt geweldig versterkt door aanhoudende grootschalige immigratie vanuit culturen die geacht worden niet de traditionele nationale waarden van de ontvangende cultuur hoog te houden. Hierbij moet echter worden aangetekend dat populisten met ‘tra - ditionele nationale waarden’ in feite sterk uiteenlopende dingen bedoelen. Voor de een gaat het hier eenvoudig om een bepaald minimum van liberaal-democratische waarden (die niet specifiek nationaal zijn). Voor de ander komt het neer op een verzameling al of niet expliciet verwoorde zeden en gewoonten of praktijken waar nieuwe burgers aan gehouden moeten worden om te inte - fiftelfiufiftt
14 greren, ook al houden deze dingen vaak geen verband met uit - oefening van hun politieke verantwoordelijkheden als burgers. 8 Weer anderen – niet in de laatste plaats de PVV van Geert Wil - ders – zien traditionele nationale waarden als een bepaalde versie van liberale maatschappelijke waarden zoals persoonlijke autono - mie, gendergelijkheid en een seculiere publieke ruimte. De PVV- vorm van populisme staat daarmee voor een geradicaliseerde uiting van liberaal nationalisme, dat nu een vijandigheid gebruikt en aanwakkert die primair gericht is tegen de islam en de dreiging van de ‘ander’. Enkele gedachten over twee recente prikkels voor de populistische vijandigheid tegen immigratie kunnen het beeld verder complete - ren. Ten eerste het meest dramatische gebeuren, de immigratiecri - sis van 2015 waarbij honderdduizenden vluchtelingen, asielzoekers en berooide economische migranten Europa binnenstroomden, voornamelijk uit het Midden-Oosten en Afrika, wat voor veel lidstaten van de Europese Unie zeker een enorme uitdaging bete - kende – niet in de laatste plaats voor het armste lid, Griekenland, en ook voor Italië en voor buurlanden van de Europese Unie zoals Turkije. Maar terwijl dit bij de Europese Unie een ernstig gebrek aan vermogen aan het licht bracht om op zo’n crisis effectief te rea - geren en harde grenzen zichtbaar werden, zowel aan het vermo - gen als aan de bereidheid van sommige lidstaten om solidariteit te tonen met wanhopig op drift geraakte mensen, werd de crisis rücksichtslos uitgebuit door verschillende populistische leiders in Europa, onder wie die van de Britse UKIP. 9 Intussen zou men kunnen stellen dat de unilaterale uitspraak van Angela Merkel in 2015, dat Duitsland wel onmiddellijk een mil - joen immigranten kon opnemen, ook een vorm van gebrek aan solidariteit was. Men kan niet anders dan bewondering hebben voor de ruimhartigheid achter het aanbod (en uiteindelijk heeft Duitsland er meer dan een miljoen opgenomen). Deze houding ging echter niet alleen uit van een extreem hoge capaciteit en graad van bereidwilligheid bij de Duitsers om hen te ontvangen (en het blijft opmerkelijk dat zovelen deze uitdaging aangingen), maar hield ook onvoldoende rekening met de druk die dit beleid wellicht zou leggen op andere, minder welvarende en stabiele EU-lidstaten, waar onvermijdelijk grote aantallen wanhopige mensen doorheen fiftelutftelfticec rcictglurgcuh
15 zouden trekken. Er is vaak beweerd dat dit een golf van steun voor de extreemrechtse partij Af D heeft opgeleverd. 10 Toch zou ik nog steeds willen beweren dat wie zich laat leiden door het christelijk-sociaal denken dat de inspiratie voor dit essay is, in de voorste gelederen moet staan bij de roep om maximaal mogelijke ruimhartigheid voor de bedreigde en wanhopige mensen die zich aan de landsgrenzen melden, ook al moet men bij het ontwerpen van specifiek overheidsbeleid rekenen op aanhoudend en hardnek - kig verzet vanuit sommige delen van de maatschappij – verzet dat beperkingen zou kunnen stellen aan beleidsambities. Een schan - delijk contrast biedt echter de zogeheten christendemocratie die de Hongaarse regering van Viktor Orbán praktiseert – een ingrij - pende vertekening van de oorspronkelijke visie die ten grondslag lag aan de stroming die deze naam draagt. 11 In plaats van christe - lijk idioom in te zetten om sympathie te wekken voor bedreigde vreemdelingen en de grootmoedigheid van burgers te maxima - liseren, misbruikt ze dat om de boosheid op vreemdelingen aan te wakkeren en voedsel te geven aan een afschermende, vijandige houding tegen die mensen. Ten tweede komt de culturele vreemdeling voor veel populisten ook uit Europa zelf. 12 Zo is bijvoorbeeld in het Verenigd Konink - rijk de massa-immigratie uit Oost-Europese lidstaten van de EU, met name Polen en Roemenië, de grootste oorzaak gebleken van populistische zorg en vrees – en agitatie. Daarmee is niet gezegd dat zorgen over de snelheid en omvang van immigratie naar de Europese Unie helemaal ongegrond zouden zijn, of dat de vrijheid van vestiging waar de gemeenschappelijke markt garant voor staat een onopgeefbaar goed zou zijn, voor eeuwig in graniet gebeiteld. Het beleid ten aanzien van zowel migratie binnen de EU als immi - gratie van buiten de EU heeft in verschillende EU-lidstaten vaak onverstandige of onrechtvaardige kanten gehad, of allebei. 13 Een onontkoombaar aspect van wat ik in hoofdstuk 5 de eisen van het algemeen belang noem, is de noodzaak om te bepalen welke graad van effectieve gastvrijheid – respectvolle en solidaire benadering van nieuwe inwoners – er redelijkerwijs verwacht kan worden van een ontvangende samenleving. Ook dat brengt moeilijke en complexe vragen mee, zelfs (mis - schien wel speciaal) voor wie de bredere strekking van dit essay fiftelfiufiftt
onderschrijft: dat de voornaamste zorg niet de eerstvolgende verkiezingsuitslag moet zijn, maar datgene wat ik multiculturele gerechtigheid noem. Tot welk oordeel men ook komt over speci - fieke vraagstukken ten aanzien van (vrije of gedwongen) migratie, nadenken over grenzen aan de opnamecapaciteit van een ontvan - gend land en de bereidheid om mensen van buiten op een verant - woorde manier binnen te laten, is niet zomaar af te doen als geflirt met populisme. De vragen die hierbij spelen zouden nauwkeuriger aandacht moeten krijgen in een bredere behandeling van de moei - lijkheden en mogelijkheden van het multiculturalisme. Het essay is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 geeft een korte inleiding in kernvragen die de term multiculturalisme oproept, en legt uit waarom een christelijke benadering van deze vragen van belang zou kunnen zijn niet slechts binnen maar ook buiten christelijke kringen. Hoofdstuk 2 schetst de gang van het Britse debat in de jaren 2000-2011 en geeft aan hoe het multiculturalisme door een reeks van uitdagingen uit de officiële gunst en in het defensief raakte. (De ontwikkelingen sindsdien hebben deze trend alleen maar versterkt.) Hoofdstuk 3 stelt de nodige orde op zaken door zes betekenissen van mul - ticulturalisme te onderscheiden die in recente discussies opgeld deden, en betoogt dat het debat dat we moeten voeren over een nieuwe, rechtvaardige multiculturele regeling meer verbittering dan verheldering zal brengen als we deze onderscheidingen niet in gedachten houden. Hoofdstuk 4 biedt een christelijk perspectief op culturele en religieuze verscheidenheid, een ‘theologie van het multiculturalisme’. De laatste drie hoofdstukken gaan nader in op twee van de zes betekenissen van multiculturalisme die in hoofdstuk 3 werden aangestipt, namelijk multiculturalisme als overheidsbeleid en multi culturalisme als segregatie. Hoofdstuk 5 presenteert een aan het christelijke politieke denken ontleende visie op de rol van de overheid en vervolgens een daaruit voortvloeiend idee van multi - culturele gerechtigheid, bedoeld als algemene richtingwijzer voor beleid. 14 Hoofdstuk 6 gaat met dit idee aan de slag om bepaalde aspecten van multicultureel beleid te beoordelen, en het ziet daar - bij als kern van de discussie het verwijt dat staatsmulticulturalisme de integratie belemmerd en de segregatie bevorderd zou hebben.
17 Hoofdstuk 7 onderzoekt dan hoe de inzet voor multiculturalisme in balans moet worden gebracht met de verplichtingen van staats - burgerschap, en stelt ten slotte de meeromvattende vraag hoe een multiculturele samenleving de voorwaarden voor haar eigen voortbestaan kan garanderen. fiftelfiufiftt
1 Dilemma’s van diepe diversiteit Kan een samenleving die wordt gekenmerkt door een diepe etni - sche en religieuze diversiteit, een kader voor diepe diversiteit vin - den dat aan alle gemeenschappen recht doet? En waar zou ‘recht doen aan diversiteit’ eigenlijk op neerkomen? Dat we alle cultu - ren en religies respecteren? Wat zou dit ‘respecteren’ in dat geval in de praktijk van ons vergen? Betekent het dat we ieder cultureel en religieus gezichtspunt gelijk behandelen, zelfs wanneer het in onze ogen onjuist is? En los van wat ieder voor zich denkt: wie gaat bepalen wat er voor het overheidsbeleid als onjuist geldt? En voorts: stel dat die onjuistheid (voor ons) niet alleen staat voor overtuigingen die niet kloppen – en die we gewoon zouden kun - nen negeren – maar ook voor onderdrukkende praktijken? En ten slotte: hoe past het ongrijpbare verschijnsel dat ‘gedeelde Britse waarden’ heet in het plaatje? Dit zijn maar enkele van de vele vra - gen die de term ‘multiculturalisme’ oproept. In hoeverre zijn Britse mensen in staat om hiermee aan de slag te gaan? Multiculturele uitdagingen Eén veelgeroemd aspect van het Brit-zijn is de sterke traditie van tolerantie voor minderheden. In feite blijkt uit onderzoek dat veel Britten gemengde gevoelens hebben over etnische en religieuze minderheden. 1 Een meerderheid van de bevolking van het Ver - enigd Koninkrijk is voorstander van ten minste een zeker mini - mum aan tolerantie voor zulke minderheden. Men lijkt de officiële opvatting te onderschrijven, dat niet-autochtone gemeenschappen niet gedwongen moeten worden om te assimileren, dat ze niet hun hele culturele of religieuze praktijk hoeven op te geven als prijs voor opname in de Britse samenleving. Opiniepeilingen geven aan dat de meerderheid (in principe, hoewel misschien niet altijd in de praktijk) hecht aan een speelveld van vreedzame co-existentie,
20 opgevat als een publieke ruimte waarin minderheden in vrijheid volgens hun eigen overtuigingen en gebruiken kunnen leven, bin - nen de grenzen van de bestaande wet. 2 Toch wordt deze opvat - ting gegeven naast een andere, want 62% van de bevolking, waar - onder grote aantallen uit etnische minderheden, vindt dat er in Groot-Brittannië te veel migranten zijn. 3 Het is duidelijk dat sommige Britten voorstander zijn van posi - tievere en intensievere relaties tussen de diverse gemeenschappen in het land. Ze willen niet alleen maar ‘leven en laten leven’; ze hebben ambitieuzere ideeën, zoals ‘integratie’ of ‘maatschappelijke cohesie’ – om de belangrijkste mode woorden van de afgelopen tien jaar te gebruiken. Sommige mensen willen er zelfs naartoe dat we elkaars cultuur en geloof zullen ‘vieren’. De bevolking is echter verdeeld over de manier om dit soort doelen te bereiken, of om te bepalen dat ze bereikt zijn. Hoe stellen we vast dat de doelstelling ‘cohesie’ is bereikt? Staat dat woord alleen voor afwezigheid van openlijk conflict, of is voor cohesie nodig dat mensen regelmatig en probleemloos omgaan met leden van andere etnische of religieuze bevolkingsgroepen? Is voor cohesie nodig dat ik volkomen ontspannen blijf als er aan het eind van de straat waar ik woon een hindoecrematie plaatsvindt waarbij de windrichting naar mij toe is? Is het ondermijnend voor de inte - gratie als kunstenaars, komieken of cartoontekenaars ongebrei - deld de spot kunnen drijven met religieus vereerde symbolen? Is het vervangen van wat de meeste Britten Christmas noemen door Winterval , zoals de gemeenteraad van Birmingham het in 1998 noemde, een geval van gelijke behandeling of is het wat de tabloids ‘dolgedraaide politieke correctheid’ noemen? 4 Is voor integratie werkelijk nodig dat nieuwe immigranten verplicht Engels leren of als voorwaarde voor burgerschap een officiële verklaring over nati - onale waarden ondertekenen? Deze beschouwing wordt geschreven vanuit een christelijk stand - punt, en hier mag dan ook niet onvermeld blijven dat christenen zelf verdeeld zijn over zulke vragen. Enerzijds is er nu een toe - nemend aantal christenen, en andere verdedigers van de Britse ‘ joods-christelijke’ traditie, die stellen dat multiculturalisme een bedreiging vormt voor het christelijk karakter van het land, dat het morele en spirituele weefsel van de maatschappij wordt aangetast. 5 fiftelutftelfticec rcictglurgcuh
21 Een luidere en directere klacht is dat multiculturele verdraagzaam - heid onderhand inhoudt dat moslims in de watten worden gelegd, dat terwijl het christelijk geweten steeds meer in de verdrukking komt onder de recente gelijkheidswetgeving, overheidsinstellingen uit angst voor verwijten van discriminatie geen vinger durven uit - steken naar assertieve moslims. 6 Deze opvatting kan soms een nostalgische, haatdragende of hyste - rische indruk maken (of alle drie tegelijk). Maar uit een meer his - torisch onderlegde hoek – met heel verschillende figuren, zoals de voormalige anglicaanse bisschop Michael Nazir-Ali en histori - cus Tom Holland – wordt aangevoerd dat de geest van tolerantie, waardoor immigranten uit niet-westerse culturen hier al vele jaren welkom zijn, zelf juist leeft van het moreel kapitaal van het chris - tendom. 7 Wie het christelijk kapitaal verkwanselt met multireligi - eus relativisme, zet daarmee diezelfde tolerantie op het spel, slaat de godsdienstvrijheid de bodem in, en geeft vrij spel aan mensen die er geen been in zien om hun eigen religie aan medeburgers op te dringen als ze daar de kans toe krijgen. Andere christenen daarentegen voeren aan dat wanneer de kerk zich vastklampt aan privileges die zij te danken heeft aan haar vroegere ereplaats in de cultuur, zoals subsidie voor christelijke scholen, of gebeden in het parlement, of gegarandeerde zetels voor bisschoppen in het House of Lords, dit juist getuigt van een gebrek aan respect voor andere culturele en geloofsgroeperingen. Ze stel - len dat die privileges voedsel geven aan een terechte rancune bij andere religieuze minderheden (en bij niet-religieuze mensen) die zich dan verongelijkt voelen met hun tweederangspositie. 8 Deze christenen zijn van mening dat de kerk zich in postchristelijke omstandigheden nederig moet schikken in haar verlaagde status, als een van de verschillende minderheden, dat zij haar geërfde pri - vileges moet loslaten en haar getuigenis in het publieke domein moet laten horen vanuit een positie van politieke gelijkheid met anderen. 9 Niet alleen christenen zijn verdeeld in hun beoordeling van en reactie op multiculturalisme. Een parallel debat, maar moeizamer, houdt moslims bezig. 10 Veel soennitische mainstream-moslims betogen dat de islam maximale vrijheid voor moslims nodig heeft zodat die, op zoveel mogelijk publieke terreinen, hun leven kunnen fifteluut’i ctr fiftlgl fiftclhiftdlftd
22 leiden volgens de bijzondere, tegen de omringende cultuur indrui - sende regels van hun geloof. Volgens sommigen betekent dit even - redige vertegenwoordiging in openbare lichamen, gelijke behan - deling bij aanvragen van overheidsfinanciering voor islamitische scholen, en toepassing van elementen van de sharia bij conflictbe - middeling. 11 Aan het andere uiteinde zijn er liberale moslims, zoals vertegen - woordigd door de Quilliam Foundation of de British Muslims for Secular Democracy, die hun geloofsgenoten oproepen om zo volledig mogelijk te integreren in de Britse cultuur, om naar beste kunnen als voorbeeldige liberaal-democratische burgers te han - delen, en zich overal openlijk te weer te stellen tegen islamitisch extremisme. 12 Veel andere moslims bewegen zich onrustig rond het midden, houden zich gedeisd en voeren hun debatten buiten gehoorsafstand van de media. Radicale liberaal-seculieren zoals Polly Toynbee, Martin Amis en Rumy Hasan, ontdaan over dit alles en ook meer en meer geïrri - teerd, pleiten steeds krachtiger voor de volgens hen specifieke poli - tieke erfenis van de Verlichting: privatisering van ‘tribale’ gods - diensten en culturen en volstrekte secularisatie van het publieke domein. Met secularisatie bedoelen ze gewoonlijk niet dat religi - euze of culturele minderheden het zwijgen wordt opgelegd in het publieke debat, maar feitelijk bedoelen ze wel het uitschakelen van specifiek religieuze of culturele opvattingen in het overheidsbeleid. Slechts een alomvattende seculiere staatsregeling kan, zo stellen zij, een rechtvaardig kader opleveren voor onze steeds verder en wilder uitwaaierende culturele en religieuze diversiteit. 13 Andere liberalen daarentegen, zoals Madeleine Bunting van The Guar - dian , gaan niet mee in dit strenge secularisme. Zij bieden liever plaats aan zoveel mogelijke culturele en religieuze diversiteit, maar dan wel strikt binnen een kader van mensenrechten. 14 Over mul - ticulturalisme is niet alleen de religieuze maar ook de seculiere opinie verdeeld. Het opgewonden debat over multiculturalisme dat in de afgelo - pen vijftien jaar gevoerd is, en dat 11 september 2001 geweldig verhevigde, heeft al deze kwesties onrustbarend scherp in beeld gebracht. Multiculturalisme zit nu in de beklaagdenbank en er is vaak verkondigd dat multiculturalisme dood is. Maar dat multi - fiftelutftelfticec rcictglurgcuh
23 culturalisme verleden tijd zou zijn, was een overdreven voorstel - ling van zaken. Het wordt in officiële stukken niet meer aange - prezen of onderschreven, maar veel multicultureel beleid blijft van kracht. En bij nadere beschouwing wordt het op sommige onder - delen vaak gesteund door mensen die multiculturalisme voor het overige afkraken. Eerlijke discussie vraagt om meer duidelijkheid over wat er eigenlijk op het spel staat. Als natie moeten we de vragen rond multiculturalisme met meer verbeeldingskracht tegemoet treden dan tot nu toe is gebeurd. Een naïef egalitair beroep op wederzijds respect dient in de praktijk slechts als verhulling van zaken zoals gedwongen huwelijk of eer - moord. Botte nationalistische leuzen over Britishness verhullen het voortbestaan van etnisch bepaalde vooroordelen en margi - nalisatie. De uitdaging is een nieuwe en houdbare multiculturele orde tot stand te brengen, houdbaar niet puur omdat ze op een meerderheidsmening berust, wat altijd potentieel gevaar betekent voor minderheden, maar omdat ze rechtvaardig is en ook alom zo gezien wordt, zowel door de meerderheid als door minderheden. 15 Een ‘christelijke’ visie op multiculturalisme? Dit essay wil een nieuwe bijdrage leveren aan het debat over een rechtvaardige multiculturele orde, geïnspireerd door het christe - lijk-sociaal denken. Wie een christelijke visie op cultureel en reli - gieus pluralisme wil geven in een publiek debat, die lijkt zichzelf in de voet te schieten. Hoe kan een visie op multiculturalisme publieke betekenis hebben als die uitgaat van slechts één van de vele geloofsopvattingen die er in het multiculturele Groot-Brittan - nië te vinden zijn? Moeten we geen neutraal, objectief standpunt zoeken om tot een onpartijdig oordeel te komen? Voor argumentatie ontbreekt hier de ruimte, maar de veronder - stelling waar dit essay van uitgaat is dat een dergelijk neutraal standpunt niet voorhanden is. Ieder mens denkt, spreekt en leeft vanuit bepaalde culturele verbanden (waaronder Englishness ) en vanuit bepaalde geloofsovertuigingen (waaronder seculier huma - n i sme). 16 Er is geen view from nowhere waar iedereen op kan terug - vallen om zo te ontsnappen aan die specifieke plaatsen en dan de fifteluut’i ctr fiftlgl fiftclhiftdlftd
24 zogenaamd gezuiverde lucht van de ‘objectiviteit’ te ademen. We dienen te erkennen dat alle kennis, naar het befaamde woord van filosoof Michael Polanyi, ‘persoonlijk ’ is. 17 Kennis weet niets (en ‘de rede’ ook niet). Alleen personen weten iets, en personen zijn altijd en overal in een bepaalde cultuur gesitueerd en door bepaalde geloofsaannames gevormd, of we dit nu erkennen of niet. Ook andere situeringen hebben doorslaggevende betekenis voor wat we weten en hoe we het weten, zoals geslacht, klasse, ras en leefgebied. We zitten daar niet in gevangen, maar wel zijn we daarin onver - mijdelijk ingebed en er tot op zekere hoogte door geconditioneerd. Als dat zo is, dan moeten bij een echt eerlijk debat alle deelnemers worden uitgenodigd om te vertellen waar ze cultureel en religieus gezien vandaan komen, voor zover ze dat weten. Dit essay waagt zich aan de stelling dat een christelijke benade - ring van deze vraagstukken aandacht kan trekken tot ver buiten de gemeenschap van mensen die het christelijk geloof belijden. Of dat waar is, moet natuurlijk blijken. Het argument voor deze stelling is de feitelijke overtuigingskracht die het essay zal blijken te hebben. Dat is dus is aan de lezer ter beoordeling. Het is niettemin zinvol erop te wijzen dat een specifiek christelijk perspectief op multi - culturalisme eenieder zou moeten interesseren die nieuwsgierig is naar hoe de oudste, grootste en toevallig ook cultureel meest diverse geloofsgemeenschap van het land door haar eigen kenmer - kende theologische lens naar het multiculturalisme kijkt. Op zijn minst zou dit nuttige sociologische informatie kunnen opleveren. Naast dit mooie maar beperkte doel wil dit essay ook stimulansen bieden aan de voortgaande dialoog en verbondenheid die er nodig zijn, zowel tussen verschillende religieuze en etnische groeperin - gen als tussen die groeperingen en de bredere samenleving. Want als we niet leren ons in te leven in elkaars wereldbeschouwing, zul - len wederzijds onbegrip en wantrouwen het debat blijven belem - meren. Dit is natuurlijk evenzeer van toepassing op christenen die afketsen op de sterk verschillende en soms botsende inzichten van andere mensen. Het geeft bijvoorbeeld geen pas dat christenen de actiepun - ten van oprechte seculiere liberalen – bijvoorbeeld over religieus gelegitimeerde mannenheerschappij − afdoen als ‘anti christelijk vooroordeel’. Soms zouden christenen zo’n actiepunt juist moeten fiftelutftelfticec rcictglurgcuh
25 overnemen. Het geeft ook geen pas om telkens wanneer moslims proberen een groter aandeel te krijgen bij het maken van overheids - beleid, dit toe te schrijven aan kwaadaardige plannen voor islami - sering. Ook hun actiepunten, zoals de toenemende seksualisering van de openbare ruimte, of andere manieren waarop de Britse cul - tuur vrouwen publiekelijk vernedert, zullen soms steun vinden bij christenen (en seculieren). En ten slotte: voor echt respect tussen culturen en religies is nodig dat deelnemers de vrijheid krijgen om hun eigen specifieke taal te spreken. Een van de verrassingen van een dergelijke dialoog kan zijn dat, heel anders dan sommige seculiere liberalen denken, reli - gieus gekleurde taal begrijpelijk en toegankelijk en zelfs verhelde - rend kan zijn voor een groot publiek. Van seculiere zijde wordt weleens gesuggereerd dat religieus taalgebruik in het democratisch debat getuigt van gebrek aan respect voor medeburgers die geen religieus uitgangspunt hebben. Natuurlijk is dat soort taal op een beledigende manier te gebruiken (net als seculiere taal). Maar als dan uit voorzorg wordt geëist dat iedereen op een voorgeschreven seculier idioom overschakelt, of zich zelfs beperkt tot het vlakke jargon, vaak managementjargon, van officiële publicaties, dan zou ook dat weer een gebrek aan respect betekenen. Een rechtvaardige politieke orde is, voor een samenleving die wordt gekenmerkt door diepe diversiteit, alleen haalbaar langs de weg van een democrati - sche dialoog die zelf juist deze diepe diversiteit niet alleen in goede banen leidt maar ook weerspiegelt. Het verdere verloop van deze dialoog hangt er voor een deel van af hoe we denken dat we in de huidige toestand verzeild zijn geraakt. Daarom gaan we in het volgende hoofdstuk na hoe in de afgelo - pen tien jaar de discussie over multiculturalisme in het Verenigd Koninkrijk steeds meer beladen is geraakt en hoe de huidige stand van zaken is. fifteluut’i ctr fiftlgl fiftclhiftdlftd
2 Multiculturalisme in de beklaagdenbank: Tien jaar twijfel Voorstanders van multiculturalisme zijn in de afgelopen jaren dui - delijk in de verdediging gedrongen. 1 Ze hebben heftige aanvallen moeten afslaan uit het liberaal-seculiere en het nationalistisch-se - culiere kamp enerzijds, en van diverse christelijke en andere reli - gieuze partijen anderzijds. Labour-regeringen van 2001 tot 2010 namen openlijk afstand van de eerdere romance tussen Labour en multiculturalisme. Men was nog wel voor diversiteit, maar tegelijk kwam er een nieuw accent op de behoefte aan gedeelde nationale waarden en maatschappelijke cohesie, en werd er gewaarschuwd voor gevaren van maatschappelijke versplintering, waarbij vooral de vrees bestond dat geïsoleerde culturele of religieuze minder- heden misschien als dekmantel dienden voor vrouwenonderdruk - king, of als voedingsbodem voor gewelddadig religieus ex tremisme. Dit hoofdstuk schetst een aantal directe oorzaken en hoogtepunten van het Britse debat sinds 2000. Het heeft zin om meteen al op te merken dat, hoewel dit essay zowel over cultuur als over geloof gaat, veel multiculturele perikelen in het afgelopen decennium duidelijk vooral in verband zijn gebracht met geloof. In de ongeveer halve eeuw sinds de eerste naoorlogse discussies over immigratie is de focus verschoven van ‘ras’ via ‘cultuur’ en ‘etniciteit’ naar ‘geloof ’, en zo hebben we vandaag te maken met een faith-based multiculturalism .2 De inhoud van dit essay getuigt van het nieuwe zwaartepunt, maar mag toch niets afdoen aan het blijvende belang van culturele en etnische vraag - stukken. Geloof staat nu wel in het middelpunt van de discussie, maar is niet het een en al.
28 Waar multiculturalisme vandaan komt In het volgende hoofdstuk zullen we zien dat het woord multicultu - ralisme momenteel staat voor meer dan alleen maar een stuk over - heidsbeleid. Toch vindt die term zijn oorsprong in een serie beleids - voorstellen die enkele tientallen jaren geleden zijn aangenomen in een aantal westerse landen waaronder het Verenigd Koninkrijk, Canada en Nederland. Dit was een reactie op de toestand van nieuwe immigranten die hier sinds de jaren veertig in steeds gro - tere aantallen arriveerden vanuit niet-westerse landen (in het Britse geval voornamelijk uit Gemenebestlanden). Velen zochten in het Verenigd Koninkrijk betere economische kansen, en ze kwamen met een houding van respect en waardering voor Britse tradities van verdraagzaamheid, gezinsleven, vrijheid, billijkheid, gastvrij - heid en, veelal, christelijk geloof. Het was niet hun bedoeling om etnische enclaves te stichten of te proberen parallelle samenlevink - jes te creëren, op grote afstand van de hoofdstroom van het Britse leven. Maar de gemeenschappen van etnische minderheden kregen te maken met wantrouwen en vooroordeel van hun omgeving, ze raakten daardoor in een sociaal en economisch zeer nadelige posi - tie en kregen het gevoel dat de rest van de samenleving hen buiten - sloot en geen enkel respect voor hen had. 3 Het motief achter veel van die negatieve respons was eenvoudig racisme. De Britse regering en die van andere gastlanden namen daarom maatregelen om etnische groepen te beschermen tegen discrimi - natie bij huisvesting en werkgelegenheid, en deden ook het nodige om te zorgen dat ze gelijk behandeld werden bij dienstverlening door de overheid. Later gingen sommige mensen deze gelijke behandeling uitleggen alsof deze inhield dat die groepen hiermee niet alleen gelijke burgerrechten hadden en alle voordelen van universeel verkrijgbare overheidsdiensten, maar ook een ‘speciale’ behandeling, bijvoorbeeld in de vorm van overheidsfinanciering voor etnisch taalonderwijs op school of voor etnische buurthui - zen, of vrijstelling van wettelijke verplichtingen zoals het dragen van motorfietshelmen voor sikhs. Het diepste motief voor het beleid van gelijke behandeling was hel - der en voorbeeldig. De bedoeling was in grote lijnen om afscheid te nemen van het oude assimilatiemodel, waarbij cultuurverschillen fiftelutftelfticec rcictglurgcuh