Niet zonder hoop Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 1
Eerdere boeken van Tomáš Halík in Nederlandse vertaling: Geduld met God (2014) De nacht van de biechtvader (2016) Ik wil dat jij bent (2017) Geloven op de tast (2017, met Anselm Grün) Raak de wonden aan (2018) Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 2
TOMÁŠ HALÍK niet zonder hoop Religieuze crisis als kans Vertaald door Kees de Wildt kokboekencentrum uitgevers • utrecht Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 3
Oorspronkelijk verschenen onder de titel Nicht ohne Hoffnung. Glaube im postoptimistischen Zeitalter . © Verlag Herder GmbH, Freiburg im Breisgau 2014. Gebruikgemaakt is ook van de oorspronkelijke Tsjechische uitgave: Stromu zbývá naděje. Krize jako šance . Nakladatelství Lidové noviny, Praag 2009. © 2009 Tomáš Halík Ontwerp omslag: Marion Rosendahl Vormgeving binnenwerk: Anton Sinke Vertaling: Redactiebureau Kees de Wildt, Dordrecht ISBN 978 90 435 3252 5 ISBN e-book 978 90 435 3253 2 NUR 707 © 2019 Uitgeverij KokBoekencentrum, Utrecht Bijbelcitaten zijn overgenomen uit de Willibrordvertaling editie 2012 www.kokboekencentrum.nl www.halik.cz Alle rechten voorbehouden. Uitgeverij KokBoekencentrum vindt het belangrijk om op milieuvriendelijke en verantwoorde wijze met natuurlijke bronnen om te gaan. Bij de productie van het papieren boek van deze titel is daarom gebruikgemaakt van papier waarvan het zeker is dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 4
Let wel, voor een boom is er hoop: zelfs omgehouwen kan hij nog uitbotten, opnieuw in bladeren schieten. Al worden zijn wortels oud in de grond, al sterft zijn stronk diep in de bodem, hij hoeft maar water te ruiken en hij loopt uit, krijgt weer twijgen als een jonge plant. Job 14:7-9 Er is voldoende licht voor hen die slechts wensen te zien en voldoende duisternis voor hen die anders gezind zijn. Blaise Pascal, Gedachten Want ik weet, ik ben er zeker van: mijn vrijkoper leeft, ten slotte zal Hij deze wereld binnentreden. En al ben ik nog zo geschonden, ik zal God zien vanuit dit lichaam. Aan mijn zijde zal ik Hem zien, met eigen ogen, ik en geen ander; ik sterf haast van verlangen. Job 19:25-27 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 5
Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 6
inhoud Ter inleiding 9 I Ground Zero: hoop op het nulpunt 15 II De huidige crisis 29 III Terugkeer van de religie? 39 IV Hoop voor iedereen? 59 V Crisis als bakermat van de hoop 73 VI De hoop en het wonder 87 VII Brood voor de armen 101 VIII Lopen op het water 109 IX De worsteling aan de oever van de hoop 115 X Heeft de regen een vader? 123 XI Het spreken uit de stormwind en het onweer 133 XII Ik geloof dat mijn goël leeft 143 XIII Een lichtstraal onder een gesloten deur 157 XIV Geen bos 171 XV Waarom hebben we God nodig? 179 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 7
Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 8
ter inleiding In deze inleiding wil ik de lezers eerst vertellen wat ze veilig kunnen overslaan en hoe ze zich door mijn boek kunnen bewegen. In de eerste plaats raad ik de meeste lezers aan deze inleiding maar over te slaan. De inleiding is vooral bedoeld voor collega-filosofen en -theo - logen of voor lezers die willen weten uit welke bronnen ik in dit boek put. De hoofdstukken in dit boek zijn essays die op een tamelijk losse manier door een belangrijk onderwerp met elkaar verbonden zijn: het thema ‘op zoek naar hoop voor vandaag’. De essayvorm is een stijl die het mogelijk maakt om ingewikkelde filosofische en theologische ideeën in een leesbare literaire vorm te verwoorden. Dit boek richt zich op de gemeenschap van nadenkende lezers over de grenzen van vakwetenschap en confessie heen. Lezers die vooral op zoek zijn naar een stimulans voor persoon- lijke meditatie, beveel ik de hoofdstukken 9, 10 en 11 aan, waarin ik reflecteer op Bijbelteksten, en de hoofdstukken 6, 7 en 8, waarin ik de relatie behandel tussen hoop en armoede, belofte en vergeving. Hoofdstuk 3 is bedoeld voor degenen die geïnteresseerd zijn in mijn poging om de huidige toestand van het christendom en de maatschappij – het religieuze en morele landschap – te diagnosticeren. Wie hierbij zozeer emotioneel betrokken is dat kritiek op deze of gene zijde hem kwetst of boos maakt, raad ik aan dit hoofdstuk gewoon over te slaan. Lezers die mijn vorige ‘boeken uit de kluizenarij’ nogal moeilijk vonden – dat geldt met name voor De nacht van de biechtvader , Geduld met God en Raak de wonden aan 1 – waarschuw ik alvast dat 1 De nacht van de biechtvader. Christelijk geloof in een tijd van onzekerheid (vert. Peter Morée), 2 e druk, Zoetermeer 2016; Geduld met God. Twijfel als brug tussen geloven en niet- geloven (vert. Peter Morée), 7 e druk, Zoetermeer 2016; Raak de wonden aan. Over niet zien en toch geloven (vert. Kees de Wildt en Henriëtte de Wildt), 3 e druk, Utrecht 2019. 9 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 9
een deel van dit boek voor hen nog moeilijker zal lijken. Die lezers raad ik aan het uitdagende hoofdstuk 12 maar over te slaan. Daar - entegen raad ik het mensen die geïnteresseerd zijn in filosofische en theologische overwegingen juist aan. Het onderwerp waarover ik schrijf, is hoop – hoop in een tijd van een crisis die in mijn ogen dieper en complexer is dan alleen de economische crisis in de tijd waarin ik deze reflecties schreef – een onderwerp dat op zich al moeilijk genoeg is. Wie een betrouwbare gids wil bij het oplossen van de huidige sociale crisis of die bevestigd wil worden in zijn levensoptimisme, raad ik aan dit boek maar helemaal te laten liggen. Ook de sym- pathieke lezer kan ik niet garanderen dat het lezen van dit boek niet, althans voor even, zal schudden aan zijn religieuze zekerheden, of het nu gaat om het vertrouwen van de gelovige of de zekerheid van de atheïst. Ik schrijf mijn boeken voornamelijk voor zoekers, of zij zich nu beschouwen als gelovigen of als niet-gelovigen, of zich zelfs tot geen van beide groepen rekenen. Als er nu nog iemand is overgebleven, laten we dan verdergaan. Dit boek is niet anders dan de voorgaande boeken – dat kan ook niet anders, of de auteur zou aan een acute gespleten persoonlijkheid moeten lijden – in die zin dat ik ook hier probeer een spirituele diagnose van de tijd te stellen en op zoek ben naar aanzetten tot een eerlijk geloofsantwoord op de ‘tekenen van de tijd’ en, verrassend misschien, op zoek ben naar een weg daarnaartoe. Aan de andere kant zal het de oplettende lezers van mijn boeken opvallen dat ik in mijn denken een aantal – misschien wat verrassende – stappen heb gezet. In dit boek wordt duidelijk dat het landschap van mijn denken en inspiratie nogal is veranderd. Ik voer hier een denkbeeldige dialoog met de werken van mijn al sinds lang favoriete auteurs, zoals Meister Eckhart, Pascal, Nietzsche, Kierkegaard, Buber, Marcel en Bonhoeffer en vooral met de provocerende denkers van onze tijd, die op een ongebruikelijke manier invloed op christelijke thema’s uitoefenen, zoals Slavoj Žižek of Peter Sloterdijk. Steeds meer ben ik in gesprek met postmoderne katho- lieken als Richard Kearney en John Caputo en met een scala aan moderne, met name Angelsaksische, katholieke, protestantse en joodse theologen. Een constante bron van inspiratie in de afgelopen 10 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 10
jaren is voor mij het werk van Simone Weil geweest. Ik schrijf dit boek in haar honderdste geboortejaar en de enthousiaste uitspraken over haar van filosofen en theologen ter gelegenheid van dit jubileum bevestigen dat ik bepaald niet de enige ben die haar denken nog steeds uitdagend vindt. Sinds vorig jaar ben ik persoonlijk betrokken geraakt bij de inter - nationale christelijk-joodse dialoog, wat heeft geleid tot een verdere intensieve studie van de werken van moderne joodse denkers en tot nieuwe ontmoetingen met de Hebreeuwse traditie, bijvoorbeeld via de werken van Gershom Scholem met de joodse mystiek. Deze studie en de persoonlijke gesprekken openden een aantal nieuwe per - spectieven op de teksten van de Hebreeuwse Bijbel en op de rabbijnse exegese, maar leidden ook tot een beter begrip van de boodschap van de oudste christelijke bronnen binnen deze context. Ik ben echter ook zeer geïnspireerd geraakt door de joodse theologische reflectie op de hedendaagse seculiere cultuur-historische gebeurtenissen, vooral in de boeken van rabbijn Jonathan Sacks. Terwijl ik in de voorafgaande decennia voornamelijk was gericht op de Duitse filosofie en theologie, beweegt mijn interesse zich nu sterk in de richting van het Angelsaksische taalgebied, met name naar de hedendaagse Amerikaanse theologie. Dit komt vooral doordat in de afgelopen jaren twee van mijn boeken in het Engels zijn vertaald voor publicatie in de Verenigde Staten en doordat ik de Verenigde Staten kon bezoeken ter gelegenheid van de publicatie van Patience with God (Geduld met God ) door uitgeverij Doubleday en zo kon ervaren hoe mijn gedachtengoed daar werd ontvangen en verwerkt. Vooral bij een boekpresentatie in het gebouw van de Verenigde Naties in New York en tijdens een lezing aan de universiteit van Harvard ontving ik waardevolle en bemoedigende feedback en tal van andere stimulerende inzichten. Ik realiseerde me nu niet alleen hoe dicht deze postmoderne katholieke theologen en hun collega’s en leerlingen bij me staan, maar ik moest mijn eerdere houding ten opzichte van het evangelical christendom nog veel grondiger herzien. Terwijl ik in eerdere boeken regelmatig sarcastisch commentaar heb geleverd op de vulgaire manier van ‘missie’ bedrijven door televisiepredikers en ‘stadion- 11 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 11
genezers’ (en de ironie ten opzichte van zo’n aanstekelijke presentatie heb ik zelfs in dit boek nog niet volledig kunnen onderdrukken), heb ik nu de waarschuwing van mijn protestantse vrienden serieus genomen dat er in de wereld van de evangelicals (en dan vooral in Amerika) een radicale verandering gaande is. Een aantal theologen van de jongere generatie distantieert zich nadrukkelijk van het funda - mentalisme en het verdedigen van pseudo-charismatische uitwassen en zij theologiseren op een manier die verrassend dicht bij mijn houding en stijl van denken komt. Bovendien zoeken ook zij zich een weg tussen het onacceptabele fundamentalisme van ‘religieus rechts’ (waartoe de oudere generaties van conservatieve evangelicals en hun equivalent onder de katholieke traditionalisten behoren) aan de ene kant en de niet minder vulgaire en agressieve secularistische ideologie van het multiculturalisme en de ‘politieke correctheid’ aan de andere kant. Ook zij zoeken het alternatief niet in het strenge liberalisme en neomodernisme, maar willen de grootste en meest kostbare schatten van de Schrift en Traditie interpreteren in een eerlijke confrontatie met de eigentijdse cultuur en filosofie. Deze stroming wordt terecht ‘postliberaal’ genoemd en samen met de Angelsaksische beweging van de ‘radical orthodoxy’ vormt zij een interessante variant van het postmodernisme. Terwijl ik in mijn voorgaande boeken heb gepleit voor een com - plementariteit van traditionele opvattingen en seculiere rationaliteit, die elkaar wederzijds corrigeren (waarin Ratzinger en Habermas in hun beroemde dialoog in München elkaar vonden), en dit gezocht heb in de geest van het ‘nieuwe humanisme’ van Johannes Paulus II en de ‘nieuwe alliantie van rationaliteit en spiritualiteit van Benedictus XVI, kan ik me nu meer vinden in het postmodernisme: humanisme is niet genoeg. Het is noodzakelijk dat we breken met de cultuur die in de jaren zestig hoofdzakelijk op grond van de humanistische psychologie werd gevormd, maar op een andere manier dan de veelzijdige transper- sonale esoterie en het goedkope koketteren met de oosterse religies dat doen. ‘Er moet een dimensie zijn die boven de psychologie uit- gaat. Theologie is een ander woord voor metapsychologie, voor dat 12 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 12
wat de mens meer is dan alleen menselijk’, schreef Slavoj Žižek. 2 Žižek, een materialist en theoloog die ik in dit boek regelmatig aanhaal, is een uitdagende auteur die ons zijn gedachten heeft toegeworpen als een handschoen die door de theologie op een eerlijke wijze moet worden opgepakt. Een van de goede vruchten van het relatief gelukkig en rustig ouder worden, is dat je de vooroordelen van je jeugd te boven komt en zonder pijn of moeite aan de kant zet. Natuurlijk was mijn generatie allergisch voor alles wat nog over was van links, om het maar helemaal niet over het marxisme te hebben (en veel collega’s en vrienden volharden hierin). Ik moet toegeven dat het toeval is dat het bij mij anders is gelopen: een politicus die was ondergedompeld in al wat links was en op obsessieve wijze de meest verschrikkelijke labels op zijn tegenstanders plakte en mij verrassend genoeg onder de linkse intellectuelen schaarde, moedigde mij aan me in de linkse werken te verdiepen die hij (heel anders dan de meeste politici) grondig had gelezen. Tot mijn verrassing ontdekte ik daarin een heel aantal goed doordachte ideeën, die ik doorgaans niet onderschrijf, maar wel de moeite waard vind om er de dialoog mee aan te gaan. Bovendien raakte ik er hierdoor van overtuigd dat we moeten stoppen met de indeling in rechts en links, die ook in de politiek niet meer op die manier aanwezig is, en dat filosofie en theologie niet langer als onzin en misleidend beschouwd worden. Als we nadenken over de hoop moeten we niet vervallen in ‘heilige’ beloften, noch in een naïeve seculiere utopie, maar moet de christelijke eschatologie goed luisteren naar het creatieve, onorthodoxe, geherinterpreteerde marxisme van auteurs als Bloch en nu ook Žižek. Deze interesse verhindert mij echter niet om ook op zorgvuldige en sympathieke wijze te luisteren naar alles wat een stimulerende groep ‘intelligent-conservatieve’ auteurs te zeggen heeft, waarbij ik dan denk aan mensen als Ratzinger, Spaemann, MacIntyre, Böckenförde, Dulles, Pannenberg of mijn recent overleden vriend J.R. Neuhaus. In dit boek probeer ik een stap te zetten op weg naar een antwoord 2 Vgl. Michael Hauser, Humanismus nestačí. Rozhovor se Slavojem Žižkem [‘Humanisme is niet genoeg. Een interview met Slavoj Žižek’], Praag 2008, pag. 30. 13 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 13
op de uitdaging van Benedictus XVI in zijn encycliek Spe Salvi . De dialoog met de hedendaagse denkers, op zoek naar de zelfkritiek van de moderne tijd, kan een zelfkritisch christendom leren om haar eigen bronnen en boodschap van hoop dieper te verstaan. Ik denk dat alleen deze dialoog in de nabije toekomst zal kunnen leiden tot het ontstaan van een nieuw type filosofische theologie, geïnspireerd door enerzijds het meest waardevolle van wat het hedendaagse katholieke, protestantse en joodse denken te bieden heeft en anderzijds de hedendaagse filosofie. Deze dialoog zal dus een her - meneutische sleutel aanreiken tot een beter begrip van een aantal Bij - belse teksten en traditionele theologische thema’s en tot een profetisch lezen van de ‘tekenen der tijden’ in de hedendaagse cultuur en beschaving. De crisis die het traditionele christendom in de laatmoderne tijd heeft ondergaan – en die een sterke echo vindt in de ‘crisis van de kerk’ en de persoonlijke ‘geloofscrisis’ van vandaag – betekent (zoals elke crisis) tegelijkertijd een grote kans: het authentieke christendom sterft, staat weer op uit de doden en keert, net als de verrezen Christus, niet terug naar zijn van vroeger bekende vorm, maar presenteert zich in deze wereld als een ‘vreemde’ – zoals we dit lezen in de paasverhalen van het evangelie – een ‘vreemde’ die zijn identiteit bewijst door zijn wonden en daarmee de wonden van zijn discipelen geneest. Deze ervaring van het geloof – over de andere aspecten ervan schreef ik in mijn vorige boeken – introduceer ik in dit boek als een manier van zoeken naar de ‘verloren sleutel van de hoop’, als een manier om in deze tijd van de ‘schemering van zekerheden’ en op de ruïnes van het optimisme de hoop te vinden die het christendom (misschien) aan de wereld van vandaag kan aanbieden. Litomyšl, zomer 2009 14 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 14
i| ground zero: hoop op het nulpunt Grote woorden als ‘God’ of ‘eeuwig leven’ duiden realiteiten aan, waarvan we niet simpelweg kunnen zeggen of ze bestaan of niet , omdat ze niet op dezelfde manier evident zijn als binnenwereldlijke zaken dat zijn. We kunnen erover spreken in de modus van de hoop : ze kunnen bestaan ; ze komen niet op ons af als een ‘feit’ of als een ‘noodzakelijkheid’, maar als een mogelijkheid, als een keuze, als een uitnodiging en uitdaging. Zij komen op ons af als tekenen ervan dat de werkelijkheid van de wereld en van ons leven open is. Dit karakter van deze tekenen ervaren alleen zij die zelf ‘open’ zijn. Alleen wie zich niet conformeren aan de wereld zoals die nu is, zijn mensen van de hoop. Als een atheïst zegt: ‘God is er niet’, God is hier niet ( there is no God ), dan kan ik het onder één enkel groot voorbehoud met hem eens zijn: Hij is hier nog niet . Hij is niet hier , zoals de toekomst hier niet is. Hij is hier echter al wel op de manier waarop onze toekomst er al ‘is’. We zien haar niet, we kennen haar niet, we hebben de regie er niet over. Toch zijn wij er existentieel afhankelijk van – zonder toekomst zijn betekent eigenlijk: er niet meer zijn, dood zijn. Onbewust houden we daar tenminste altijd rekening mee en we verwijzen er voortdurend naar met onze hoop of vrees, met onze verlangens, plannen en zorgen, met onze passie of angst. De hoop is gericht op de toekomst. Dat is de context waarin deze het best tot zijn recht komt, zijn ‘biosfeer’. Daardoor ook bevrijdt de hoop ons van de last van het verleden. Zelfs de vergeving van schuld is een daad van hoop, een geschenk en een begin van hoop. De hoop bevrijdt ons ook van de angst en het verdriet over de vluchtigheid en vergankelijkheid van het heden. De eeuwigheid, de biosfeer van God, omvat alle dimensies van de tijd en overstijgt die tegelijkertijd ook. Voor ons is ze hier nu echter 15 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 15
vooral aanwezig als toekomst, als mogelijkheid, als belofte, als hoop. God en zijn eeuwigheid zijn hier nog niet in die volheid en helderheid zichtbaar waardoor iedereen wel gedwongen zou zijn om God te erkennen en te respecteren. Zijn aanwezigheid in ons leven is nu aangewezen op de ruimte die onze vrijheid via ons geloof en onze hoop voor hem opent. Theologen die uitgaan van de klassieke metafysica betogen op dit punt dat God als basis van alle zijn van eeuwigheid hier aanwezig is en dat Hij ook aanwezig is in zijn schepping en in zijn woord dat Hij in de volheid van de tijd in de menswording van Jezus van Nazaret in de geschiedenis is ingegaan, dat Hij in de sacramenten van de kerk hier aanwezig is enzovoort. In al deze manieren van aanwezig-zijn blijft God echter een God die zo mysterieus en verborgen is dat de uitspraak van Pascal van toepassing blijft: ‘Er is voldoende licht voor hen die slechts wensen te zien en voldoende duisternis voor hen die anders gezind zijn.’ 3 God heeft ruimte gelaten voor twijfel, zodat het geloof zijn waarde als vrije daad en als moedige stap naar het koninkrijk van het geheimenis niet verliest. Al jarenlang heb ik erover gesproken en geschreven dat het geloof, om een levend geloof te blijven, de twijfel nodig heeft als zijn metgezel die hem voortdurend corrigeert. Zo heeft op haar beurt de twijfel het geloof weer nodig om niet in het moeras van een verbitterde absolute scepsis terecht te komen. Dat geloof en hoop elkaar op dezelfde manier moeten begeleiden en corrigeren, beschouw ik tegenwoordig als net zo belangrijk, zo niet belangrijker. Als het geloof zou vergeten dat zijn object zich blijft hullen in de wolk van het geheimenis waarin alleen de hoop kan binnengaan, zou het tot ideologie kunnen worden, een leverancier van ‘zekerheden’; als de hoop zich zou losmaken van het geloof, bestaat de dreiging dat ze wordt meegevoerd door een vlaag van dromen, illusies en verlangens. Geloof en hoop moeten altijd samen opgaan, zoals de apostelen Petrus en Johannes op de paasmorgen samen naar het lege graf liepen. Misschien laat de hoop het geloof dan voorgaan, zodat het geloof naar binnen kan kijken en zeggen wat het ziet. Zoals we wel weten, loopt 3 Blaise Pascal, Gedachten (vert. J.A.C. Lenders), Utrecht en Antwerpen 1967, pag. 115 (nr. 430). 16 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 16
de hoop echter sneller en komt ze als eerste op hun bestemming aan. Er zijn momenten waarop het geloof traag van begrip is, zoals dat zeker het geval was in die nacht na Goede Vrijdag. Net als toen wordt het geloof echter voortgestuwd door de hoop, die de weg wijst. Juist daarom is het zo belangrijk om de hoop als een klein vlammetje in de storm te koesteren, te behoeden en te beschermen tegen de verleiding van de hopeloosheid, maar ook tegen haar bederf, tegen wat een vervalsing of een onechte vervanger ervan zou zijn: de illusie, de projectie van onze verlangens, utopische beloften, of een naïef optimisme, zoals bijvoorbeeld de moderne ideologie van de belofte van de onbeperkte vooruitgang. De aanhoudende crisis van het christendom is bovenal een crisis van de christelijke hoop, schreef Benedictus XVI in zijn encycliek Spe salvi . Ook ik ben er bezorgd over dat de christelijke woorden van hoop in onze wereld hun geloofwaardigheid hebben verloren. Dit temeer omdat ik er diep van overtuigd ben dat de grote geheime- nissen uit de schatkist van het Bijbelse geloof tegenwoordig voor zoveel mensen ontoegankelijk blijven, doordat we ze slechts met één sleutel kunnen ontsluiten – en dat is nu juist de hoop. Ik ben me ervan bewust dat ik een aantal zinnen van de christelijke geloofsbelijdenis alleen maar oprecht kan beamen, omdat dit ‘Amen’ betekent: ‘Ik hoop erop.’ Dat wil zeggen, ik verhoud me er niet mee op basis van een volledige kennis en volkomen begrip, maar op basis van de hoop. Een uitspraak van de geloofsbelijdenis vormt voor mij geen zichtbaar, evident feit, maar een geheimenis, een object van mijn hoop. Juist de hoop – en alleen zij – lijkt mij de sleutel van de poort naar de grote geheimenissen van het geloof. Ze moedigt ons aan om deze wolk van het onuitsprekelijke, onnoembare en onvoorstelbare binnen te gaan. Wat is er echter met deze sleutel van de hoop gebeurd? Diepgaand spreekt mij een gelijkenis aan die Origenes vertelt onder verwijzing naar een onbekende joodse mysticus uit de oudheid. Het is een gelijkenis over de Thora als een huis met veel vertrekken. Alle sleutels ervan zijn echter door elkaar geraakt. Kunnen wij de juiste vinden? ‘Misschien is de sleutel kwijt, maar het grenzeloze verlangen om ernaar te zoeken blijft bestaan.’ F 17 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 17
Bij onze zoektocht naar de ‘sleutel van de christelijke hoop’, stuiten we eerst op een hele reeks sleutels die er in veel opzichten op lijken en waardoor men hem door de eeuwen heen heeft geprobeerd te vervangen. Dit zijn vooral het optimisme en het idee van vooruitgang . Deze twee sleutels behoorden tot de centrale uitrusting van de moderne tijd. Het probleem zit erin dat ze nu zó roestig lijken te zijn dat ze het heiligdom van het geloof niet kunnen ontsluiten en we ze evenmin kunnen gebruiken om te interpreteren wat er in de huidige maatschappij plaastvindt. Het was de secularisatie die de hoop – in het christendom een van de drie ‘goddelijke deugden’ – heeft veranderd in optimisme en geloof in vooruitgang. Dit gebeurde vooral als reactie op het feit dat de retoriek van de predikers uit de Barok en de vrome verbeelding van de gelovigen de hoop opvatten als iets wat met ‘gene zijde’ – iets van voorbij het graf – te maken heeft. Predikanten spraken doorgaans vooral op het kerkhof over de hoop. Sinds de wending van de Renaissance naar ‘deze wereld’ kwam de christelijke leer van de ‘laatste dingen’ de mensen van de moderne tijd steeds meer als een vals bankbiljet voor dat niet werd gedekt door het nieuw ontdekte goud van door experimenten controleerbare, zintuigelijke ervaring. Een soortgelijk lot heeft bijvoorbeeld ook de door Christus ver - kondigde ‘liefde voor de vijanden’ getroffen, toen christenen, vooral in de tijd van de godsdienstoorlogen van de zeventiende eeuw, dit volstrekt ongeloofwaardig hadden gemaakt. De liefde voor onze vij - anden werd door de secularisatie tot ‘verdraagzaamheid’ omgesmeed, een toverwoord dat is afgeleid van het werkwoord ‘verdragen’ in de zin van ‘iets onaangenaams verdragen’. Dit staat net zo ver verwijderd van de liefde voor de vijand waarover het evangelie spreekt, beter gezegd de ‘onbegrensde naastenliefde’, als het optimisme en het voor - uitgangsgeloof van de moderne tijd verwijderd zijn van de goddelijke deugd van de hoop. In een van mijn eerdere boeken heb ik er argumenten voor aange - dragen waarom we onze ‘postmoderne’ tijd een post-optimistische tijd kunnen noemen. Ook de ontwikkeling van de afgelopen jaren – van de niet al te succesvolle voortzetting van de ‘oorlog tegen het terrorisme’ tot aan de crisis, die begon als de ineenstorting van het bankensysteem en vervolgens als een vuurzee zowel de grenzen van 18 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 18
staten, als ook de grenzen van andere sectoren van het maat- schappelijk leven overschreed – heeft alleen maar het bankroet van het moderne optimisme bevestigd, van het naïeve vertrouwen op de kracht van de technisch-wetenschappelijke ontwikkeling, die snel en soepel alle obstakels op de weg verwijdert en op betrouwbare wijze moet leiden tot een steeds volmaaktere en aangenamere toekomstige beschaving. F Op de vraag of ik een optimist of een pessimist ben, antwoord ik dat ik iemand ben die strijdt voor de hoop – en als zodanig wijs ik beide alternatieven met klem af. ‘Een optimist is iemand die niet over informatie beschikt’, zegt een bekend bon mot. Ik denk dat de waarheid nog veel frappanter is. Een optimist is een valsemunter: de gouden munt van de hoop, die de mens op zijn levensweg meekrijgt, wisselt hij in voor de illusie dat de zon van het geluk rond de onbeduidende planeet van zijn ideeën en verlangens zou moeten draaien. Het optimisme is de gedurfde aanname of de gewaagde veronderstelling dat ‘alles goed zal gaan’; in tegenstelling daarmee is de hoop een kracht die zelfs een situatie kan doorstaan, waarin deze aanname een illusie is gebleken. In mijn leven heb ik drie gestalten van het optimisme leren kennen en het is moeilijk te zeggen welke daarvan ik het weerzinwekkendst vond. Eerst in de gestalte van de communistische pioniers met hun liederen over het naderende paradijs, waar ‘we de wind en de regen zullen bevelen, wanneer het regenen en wanneer het waaien moet’, met liederen die de jammerklachten moesten overschreeuwen van de slachtoffers die deze revolutionaire toekomst heeft geëist. Enkele decennia later kon ik de pioniers van het ‘nieuwe kapitalisme’ van dichtbij meemaken. Het is heel goed mogelijk dat velen van hen waren opgegroeid tijdens het revolutionaire optimisme van het com - munisme en dat zij kort daarvoor nog – maar wellicht al wel zonder geloof in en geestdrift voor de revolutie – de vlaggen en vlaggetjes ervan vasthielden en de insignes van de macht op hun mantelkragen droegen. Deze nieuwe pioniers van het kapitalisme vertrouwden op de almacht van de ‘onzichtbare hand van de markt’ en lachten 19 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 19
iedereen uit die de opbouw van een verdere gelukkige toekomst wilden matigen door te wijzen op de noodzaak om daarbij de principes van de moraal en het recht in acht te nemen. Parallel daaraan nam ik onder de christenen, die na de val van het com - munisme in het strijdperk van de vrije maatschappij werden losgelaten, religieuze enthousiastelingen uit verschillende ‘nieuwe bewegingen’ en sekten waar. In hun fanatiek stralende ogen bespeurde ik iets wat me te veel aan de communistische jeugdbeweging her - innerde: hun voortdurende bereidheid om zich onbezonnen te laten inspireren door de eenvoudige slogans van gewiekste voorgangers en hun armen in de lucht te steken volgens de aanwijzingen van ervaren gangmakers. De scepsis en ironie waarmee ik sinds mijn jeugd naar de con - sumenten van het opium van allerlei optimistische ideologieën heb gekeken, hebben mij echter nooit in het kamp van het ‘pessimisme’ gedreven. Daarin zie ik slechts de omkering van het optimisme. Pessi - misme is vaak de kater van snel ontnuchterde optimisten – en in dit geval leidt dit vaak tot cynisme. In sommige opzichten is pessimisme zelfs gevaarlijker dan optimisme. Naïeve en goedgelovige mensen ver - vallen gemakkelijker in optimisme, terwijl pessimisme vaak een ziekte (of een verleiding) is voor wijze, ervaren en deskundige mensen. Pessimisme overvalt vaak degenen die al zoveel dingen hebben waar - genomen en hebben begrepen dat ze nog maar een paar stappen ver - wijderd zijn van de levenswijsheid. Melancholie, vermoeidheid en verveling trekken hen echter vlak voor die top van de weg. Spreekt het bittere getuigenis van het Bijbelboek Prediker niet daarover? Juist voor mensen die zo veel gezien, waargenomen en ervaren hebben, lijkt opeens alles bedekt met het stof van de nutteloosheid; ook de kennis en wijsheid zelf schijnen hem nu een vergeefse smart toe (vgl. Pred. 1:17-18). Misschien verschuilen juist deze apathie en berusting zich wel achter het begrip acedia (ten onrechte vaak vertaald als ‘luiheid’). Met dit woord werd vanuit de diepe geestelijke ervaring van de oude monniken en kluizenaars een van de doodzonden aangeduid. Het gaat hierbij om een list van de ‘middagduivel’, die op het heetst van de dag op door de hitte vermoeide mensen afkomt – op het hoogtepunt van een inspannende reis of van een grandioze beklimming of kort daarna. 20 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 20
(Gebeuren bij bergtochten niet de meeste ongelukken vlak na het bereiken van een top, als de aandacht, betoverd door het succes, even afneemt?) Tegenwoordig zouden we waarschijnlijk van een depressie of burn-outsyndroom spreken. De geschiedenis van de psychotherapie leert dat het optreden van psychische stoornissen en ziekten op een bepaalde manier altijd de toestand van de samenleving weerspiegelt. Het probleem van de tijd van Freud, de tijd van de preutse victo- riaanse onderdrukking van emoties, was de ‘neurose’, terwijl de typische pijn van onze tijd met haar onbeperkte mogelijkheden, depressie en onzelfstandigheid is. Carl Gustav Jung sprak over de ‘crisis van de middelbare leeftijd’ waarin onverwachte problemen opduiken – met onze gezondheid of in relatie, gezin of werk – of waarin iemand plotseling geen plezier meer beleeft aan wat hem of haar tot nu toe volledig vervulde. Jung zag in deze crisis van de middelbare leeftijd een waarschuwend en alarmerend signaal, een dringende oproep om te stoppen met onze huidige bezigheid, het oprichten van de façade van ons levenshuis (onze ‘persoon’), en af te dalen in de diepte, naar de grondvesten ervan. In tegenstelling tot Freud verwachtte Jung daar niet alleen een donkere kelder vol verdrongen rommel, maar ook de leven gevende stroom van een ondergrondse rivier, waarop we door de diepten van het ‘collectieve onbewuste’ naar de kostbaarste schatten zouden kunnen zeilen. Daarom betekent iedere crisis een kans . Ik zou denken dat we sommige elementen van Jungs theorie over het begeleiden van individuen in een crisissituatie kunnen over- brengen op de ‘crisis van de beschaving’ waarover zoveel is gesproken en geschreven aan het begin van het derde millennium. Na de ineenstorting van het optimisme heeft het pessimisme velen in zijn greep gekregen. Maar is dit pessimisme niet de ‘middagduivel’, de zonde van acedia ? Heeft de mensheid in het Westen niet al het hoogtepunt bereikt – en meer dan dat – van alle inspanningen van de moderne tijd om altijd een betere prestatie te willen leveren? Is de huidige crisis niet het gevolg van een verkeerde stap door vermoeid- heid na deze belastende beklimming? Kan juist deze situatie echter ook niet worden beschouwd als een uitdaging om de koers van het levensschip te veranderen en ‘naar de diepte af te steken’? 21 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 21
Als een mens de uitdaging die in de crisis van de middelbare leeftijd verborgen ligt niet aangaat, bestaat het gevaar dat hij de rest van zijn tijd als een cynicus door het leven gaat en ten slotte, in plaats van het bereiken van de volgroeide wijsheid van de levensavond, in de boze verbittering van ondraaglijke bejaarden vervalt. Nu vraag ik me af of er niet een vergelijkbaar gevaar bestaat voor onze gehele westerse beschaving. Tot de naïviteit van het optimisme behoorde, zoals algemeen bekend, dat ze het kwaad als alledaags en onbeduidend voorstelde. De revolutionaire apocalyptiek beweerde weliswaar (in tegenstelling tot de ideologieën van het optimisme, die in hun arrogantie de krachten van het kwaad al volledig hadden genegeerd) dat er een ‘laatste veldslag zou uitbreken’, maar twijfelde toch niet aan een spoedige overwinning. Het pessimisme daarentegen is gefascineerd door de kracht van het kwaad, is bijna betoverd door het kwaad tot aan een verstarde passiviteit aan toe. De pessimist neemt de verdorvenheid van de wereld waar, maar strijdt of onderhandelt niet met God, zoals bijvoorbeeld Abraham over de redding van de inwoners van het zondige Sodom. Wanneer Sodom brandt, wanneer de verdorven wereld te gronde dreigt te gaan, zoals de pessimist altijd al heeft voorspeld en verwacht, verzet hij zich niet tegen een blik van tevredenheid over deze daad van wraak en ondergang. Voor deze blik achterom wordt hij echter met verstarring gestraft, net als de vrouw van Lot. Op het ogenblik van de catastrofe zijn de pessimisten niet het ‘zout van de aarde’. Ze zijn eerder verstarde ‘zoutklompen’, mensen die nergens meer voor deugen. De optimist is een ‘valsemunter’, maar de pessimist pleegt hoogverraad ten aanzien van het leven, hij is een deserteur, nog voor de strijd uitbreekt. F Waar moeten we beginnen als we na de ineenstorting van het bedrieglijke optimisme niet willen kiezen voor een verbitterd pessimisme, stoïcijnse berusting, wanhoop of cynisme als de enige overgebleven mogelijkheid, maar proberen de verloren sleutel tot de hoop te vinden? Een hoop die, in tegenstelling tot het optimisme, er 22 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 22
niet van uitgaat dat alles zich op de een of andere manier wel weer ten goede zal keren, maar die kracht geeft om de last te dragen van situaties die mijlenver verwijderd zijn van de belofte van een happy end. Het is daarom vaak noodzakelijk om bij nul te beginnen. Of bij één? Slavoj Žižek, een van de meest uitdagende denkers van onze tijd, presenteert in zijn artikel ‘Over de materialistische theologie’ een bijzondere metafoor: Eén detail maakt het verschil tussen Europa en de Verenigde Staten wellicht heel duidelijk. In Europa duiden we de begane grond aan met het cijfer nul en dus is de etage erboven de ‘eerste verdieping’, terwijl in de Verenigde Staten de eerste verdieping op straatniveau ligt. Kortom, de Amerikanen beginnen te tellen vanaf één, terwijl de Europeanen weten dat de nul voorafgaat aan de een. Of, om terug te keren naar ons verhaal: Europeanen zijn zich ervan bewust dat iedere traditie een basis moet hebben (‘ground’ in het Engels, zoals in ‘ground floor’, begane grond), voordat je kunt gaan tellen. Die basis is altijd een gegeven en telt als zodanig niet mee. In de Verenigde Staten, het land zonder enige eigen premoderne historische traditie, ontbreekt een dergelijke ‘basis’ echter. Alles begint hier direct met de vrijheid die de mensheid zich tot wet heeft gesteld, het verleden is gewist (op Europa afgeschoven). 4 Deze karaktertrek verklaart misschien ook een ander, vergelijkbaar fenomeen: in (bijna) alle Amerikaanse hotels met meer dan twaalf verdiepingen is er geen dertiende verdieping (natuurlijk omdat de gasten daar dan geen ongeluk kan overkomen), dat wil zeggen: vanaf de twaalfde ver - dieping ga je direct naar de veertiende. Voor een Europeaan heeft een dergelijke aanpak geen zin: voor wie proberen we ons bespottelijk te maken? Alsof God niet zou weten dat wat wij de 4 Je zou tegen Žižek echter kunnen aanvoeren – in de geest van de theorie dat het streven naar een nieuw begin door de ‘overdracht’ ( translatio ) van het cultureel erfgoed een typische trek van de Romeinse beschaving is (zie R. Brague, Evropa – římská cesta , Praag 1995) – dat Amerika in haar verlangen om de novus ordo saeculorum te installeren, eerder een ‘nieuw Rome’ is en dat deze benaming veelmeer de Verenigde Staten toekomt dan de rijken die deze in de loop van de geschiedenis voor zichzelf hebben opgeëist. 23 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 23
veertiende verdieping hebben genoemd eigenlijk de dertiende verdieping is. Amerikanen kunnen dit spel echter juist daarom spelen, omdat hun God slechts het verlengstuk van hun indi- viduele ego is en ze hem niet zien als de werkelijke basis van hun bestaan. 5 Zoals gewoonlijk bij Slavoj Žižek vormt ook deze anekdote het uit - gangspunt voor een hele reeks overpeinzingen. Wij slaan op basis hiervan echter een heel andere richting in. Ik wil me niet bezighouden met uitvoerige beschouwingen over de verschillen tussen de Ame - rikaanse en de Europese religiositeit. Ik geef zeker toe dat mij bij ver - wijzingen naar de vitaliteit van de Amerikaanse religiositeit in ver - gelijking met de halflege Europese kerken af en toe de twijfel overvalt of wij wel de juiste koers volgen. Toen ik jaren geleden hoorde hoe gemakkelijk een Amerikaanse president die dicht bij ‘religieus rechts’ staat de naam van God op de lippen nam, vroeg ik me af of de Euro - peanen die zich verzetten tegen het opnemen van de naam van God in de preambule van de grondwet van de Europese Unie, God eigen- lijk niet serieuzer nemen. Toen ik naar de programma’s van de televisiezendelingen in Amerika keek (en kopieën ervan in Europese stadions zag), kon ik er niet omheen me het verwijt van Žižek te her - inneren dat de God wiens ‘effectiviteit’ hier gedemonstreerd en ver - kocht wordt, ‘vooral de uitbreiding van het individuele ego’ is. Tegelijkertijd kwam de uitspraak van de Amerikaanse filosoof Richard Rorty bij mij boven dat Amerikanen wanneer ze over ‘God’ spreken, meestal ‘ons toekomstige ik’ bedoelen. Ik heb Amerika de afgelopen twintig jaar zo vaak bezocht dat ik de bekende uitspraak kan bevestigen dat ‘wát je ook maar over Amerika beweert, waar is’ (of onwaar), omdat de Verenigde Staten van Amerika een werkelijk groot en groots land vormen dat – ook in godsdienstig opzicht – vele gezichten kent. Europa was en is natuurlijk ook cultureel en religieus kleurrijk en ook op tal van plaatsen in Europa ‘ontbreekt de nul’, vergeet men die geheimenisvolle, onvoorspelbare basis. Aan beide zijden van de Atlantische Oceaan spreken mensen tegenwoordig 5 Hauser, Humanismus nestačí. Rozhovor se Slavojem Žižkem [‘Humanisme is niet genoeg. Een interview met Slavoj Žižek’], pag. 41-42. 24 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 24
maar al te vaak op lichtvaardige en onverantwoordelijke wijze over God en religie, zowel zij die God en religie ijverig verdedigen, als zij die deze ontkennen. Bij het lezen van deze tekst van Žižek over Amerika, waar de begane grond met nul als nummer ontbreekt, herinnerde ik me ook de trieste plaats midden in het bedrijvige Manhattan, het gapende gat dat de wolkenkrabbers achterlieten na hun verwoesting door de terroristische aanslag op de drempel van het derde millennium, op 11 september 2001. De Amerikanen noemden deze plaats – dit onge- nezen litteken op onze wereldbol – ‘Ground Zero’ (ook wel ‘point zero’), het nulpunt. Toen ik korte tijd later weer op deze plek stond, kon ik me – ook al liepen me daarbij de koude rillingen over de rug – niet losmaken van de gedachte: ja, nu en hier heeft Amerika (en de wereld) haar ‘nulpunt’. Deze plaats herinnert ons eraan dat de wereld en het leven niet begint met de vrijheid die de mensheid zichzelf tot wet heeft gesteld en dat het verleden niet is uitgewist. Dit is de plaats van een tragische ervaring. We raken hier aan de broosheid en kwetsbaarheid van onze wereld, we erkennen dat een bepaald soort ‘geloof ’, waarvan we dachten dat het overwonnen was, in ons heden kan ingrijpen en onze visie op de toekomst onzeker kan maken. We waren er getuige van hoe een symbool van het menselijk streven naar de hemel (de wolkenkrabbers) in een ogenblik tot stof kan vergaan. De elfde september werd voor deze generatie een symbool, net zoals de Holocaust voor de generatie van hun ouders een symbool werd. Natuurlijk is iedere historische gebeurtenis uniek en heeft ze een unieke betekenis. Het gaat er ook niet om de aantallen slachtoffers met elkaar te vergelijken. Zelfs over Auschwitz moeten we zeggen dat het, ondanks alle afschuwelijkheid van de doodsstatistieken, slechts een onderdeel van de geschiedenis van de genocide van de twintigste eeuw vormt. Die geschiedenis omvat ook de genocide op de Arme- niërs, de door Lenin gecontroleerde hongersnoodramp, de misdaden van het Aziatische communisme en het aantal slachtoffers van de ‘oorlog tegen het terrorisme’, inclusief de ongelukkige invasie in Irak, die het aantal doden van 11 september ruimschoots heeft overtroffen. Deze gebeurtenissen symboliseren steeds weer een nieuwe stap in het oprukken van de gruweldaden, iedere keer een kwalitatief nieuwe 25 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 25
verschijningsvorm van het kwaad. In beide gevallen gaat het om een grafsteen voor het optimisme van de moderne tijd. De schakelaars in de gaskamers van Auschwitz en in de vliegtuigen in de lucht boven Manhattan werden niet alleen door een barbaars ideologisch fanatisme bediend, maar ook met technisch verstand van zaken en nuchtere berekening, door mensen die over alle verworvenheden van techniek en wetenschap beschikten. Ze hoefden slechts één instantie uit te schakelen, een instantie die overigens al sinds lang wordt versmaad: het geweten. F ‘Waar was God in Auschwitz?’ vroegen ze rabbijn Jonathan Sacks. ‘Hij was daar aanwezig in het gebod “U zult niet doden”’, antwoordde de rabbijn. 6 Ook op 11 september was God in Manhattan aanwezig in de geboden ‘U zult niet doden’ en ‘U zult uw naaste liefhebben als uzelf ’. Ook op die dag werd ‘Heb je vijanden lief ’ in kerken voorgelezen en werd in moskeeën uit de Koran voorgedragen: ‘Als u één onschuldig mens doodt, is het alsof u de hele wereld zou willen doden.’ Ook in de huidige crisis is God aanwezig in het gebod ‘U zult niet stelen’ en in de uitspraak: ‘Je kunt God en de geldduivel (Mammon) niet tegelijk dienen.’ De God die in de woestijn in de brandende doornstruik aan Mozes verscheen, kwam naar hem toe als een uitdaging en opdracht, als hoop en belofte: Ik zal bij je zijn, als je de opdracht vervult die Ik je geef: Ga en red mijn volk! Op de herhaalde vraag openbaart Hij zijn naam en zijn wezen: Ik zal bij je zijn. Dit moet voor ons volstaan. Meer wil Hij over zichzelf niet zeggen. De ware God komt nooit als een vervanging of concurrent voor onze vrijheid, als iemand die ons van onze verantwoordelijkheid zou bevrijden. Integendeel. Hij doet juist een beroep op onze vrijheid en 6 Andere auteurs beweren dat we in plaats van deze vraag, die de verantwoordelijkheid voor historische misdaden op God wil afschuiven, een andere vraag moeten stellen: Waar was de mens in Auschwitz? Wat hebben mensen met zichzelf gedaan dat ze in staat waren om zulke misdaden te plegen? 26 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 26
vertrouwt ons de verantwoordelijkheid voor zijn zaak toe in de vorm van een roeping en een belofte. Hij garandeert niet dat de zaak waartoe hij ons oproept pijnloos zal verlopen en evenmin dat het een stralend succes zal zijn. Hij belooft slechts: Ik zal bij je zijn. Op deze weg zal Ik ook in de donkere nachten bij je zijn, net zoals Ik bij Jakob was. Soms zal Ik je versterken door een slaap vol profetische dromen; dan weer zal Ik met je worstelen, zoals toen aan de oever van de rivier de Jabbok (Gen. 32.). 7 Ik zal bij je zijn, zoals toen bij Abraham op het beslissende moment van die vreselijke beproeving op de berg Moria (Gen. 22). Ik zal bij je zijn, zoals met de uitgeputte Elia in de woestijn, toen Ik hem de opdracht zond dat hij zijn reis moest voortzetten, maar hem ook brood als versterking voor die reis gaf (1 Kon. 19). Ja, aan al deze beelden dacht ik in Auschwitz, op Ground Zero, op de plaatsen met diepe wonden op de landkaart van de menselijke hoop. Er zijn momenten waarop de hoop op het ‘nulpunt’ belandt. Dat zijn momenten waarop we uitgeput zijn door alle dingen en alles beu zijn, zoals Elia onder die bremstruik in de woestijn. Juist dan komt God echter in de gestalte van een opdracht: Sta op, je hebt nog een lange weg te gaan! Wanneer wij het geschenk van de hoop nodig hebben, dan krijgen wij dat ook als brood voor onderweg . 7 Vgl. hoofdstuk 9: De worsteling aan de oever van de hoop. 27 Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 27
Niet zonder hoop-binnenwerk.qxp_Niet zonder hoop-binnenwerk 24-09-19 11:15 Pagina 28
Tom Á s H a lÍk r eligie uze cr isis a l s k a ns Tom Á s H a lÍk niet zonder hoop Hoop wordt juist in tijden van crisis sterk ervaren, zowel in het persoonlijke leven als in een samen- leving. Hoop is dan een opening waardoor de toe- komst een lichtstraal in het heden werpt. In dit boek gaat Tomáš Halík op zoek naar hoop voor vandaag. Hij beschrijft verschillende vormen van menselijke hoop en laat zien wat zij kan bieden, bijvoorbeeld wanneer we in het leven stuiten op existentiële vragen of ingrijpende ervaringen. We gaan door in de hoop (niet met de zekerheid) dat de volledige openbaring van de waarheid aan het einde van de weg voor ieder van ons een vreugdevolle verrassing zal zijn. Tomáš Halík (1948) is priester en hoogleraar Filoso e en Sociologie te Praag. Hij was de vertrouweling en raadsman van president Havel, de Tsjechische aartsbis- schop Tomášek en Johannes Paulus II. Eerder versche- nen Geduld met God , De nacht van de biechtvader , Ik wil dat jij bent en Raak de wonden aan . Over Raak de wonden aan : Dit was mijn eerste echte confrontatie met Halík. En inderdaad: ik ben verkocht. Ik vind dit een ijzersterk boek. – Trouw * * * * * ISBN 978-9043532525 9 789043532525 ISBN 978 90 435 3252 5