1 Vanaf de bestuurdersstoel van zijn oude truck staarde Dirk Bennett naar het flatje van zijn meisje op de derde verdie- ping. Hij zag de schaduwachtige figuren van twee personen bij elkaar komen en blijven. Er ging een minuut voorbij, toen twee. De lichten in het flatje gingen uit. Dirks handen trilden en zijn hart bonsde wild in zijn borst. Hij keek naar de revolver op de zitting naast hem en huiverde. Wat was er mis met hem? Hij was een aardige jon- gen uit een goed gezin. Jongens zoals hij hadden geen vuur- wapen bij zich en ze lagen ’s nachts ook niet wakker omdat ze een vent haatten die hun meisje had gestolen. Misschien begin ik gek te worden. Of misschien waren het de pillen. Het was toch mogelijk dat die pillen zo’n uitwerking op iemand hadden? Dat ze je gek maakten? Nee, dat was paranoïde. Dirk probeerde zich te beheersen. Die pillen hadden niets te maken met hoe hij zich voelde. Het waren zelfs geen steroïden – niet echt. En ze werkten. In de afgelopen zes weken, vanaf het moment dat hij zijn normale dosering verdubbeld had, was hij vier kilo aangekomen. Vier kilo aan spieren. Dirk legde zijn handen tegen zijn slapen en probeerde zich te herinneren wat zijn trainer tegen hem had gezegd toen hij hem de fles verkocht. Houd je wel aan de juiste do- sering. Als je te weinig neemt, heeft het geen effect en als je te veel neemt… Woede, depressiviteit, irrationeel gedrag. 5 Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 5 02-12-10 13:17
6 Was dat het, dat voortdurende gegons in zijn hoofd? Te veel pillen? Dirk tikte met zijn vuist tegen zijn voorhoofd. De pillen waren heel natuurlijk; iedereen zei dat. De helft van de jongens op school gebruikte ze en niemand van hen had last van bijwerkingen. Weer staarde hij naar de revolver op de zitting naast hem. Het is iets wat iedereen zou doen. Hij zou per slot van reke- ning professor Jacobs niets aandoen – hem alleen maar bang maken. Dan zouden Dirk en Angela Manning weer samen kunnen zijn zoals dat al die tijd had moeten zijn. Hij had vanaf het begin geweten dat Angela de enige vrouw was die hij ooit zou kunnen liefhebben. Zij had dat aanvankelijk, voordat ze de professor ontmoette, ook zo ge- voeld. Dirk richtte zijn blik weer op Angela’s flatje. Wat zag ze toch in die kerel? Hij was minstens tien jaar ouder dan zij; zijn haar werd al dun, zijn baard begon grijs te worden en hij kreeg een buikje. En bovendien was professor Jacobs getrouwd. Dirk had Jacobs’ echtgenote een paar keer op de afdeling journalistiek gezien, een mooie, donkerharige, goedlachse vrouw die ogenschijnlijk veel van haar man hield. Er klopte allemaal niets van – een oudere man als de professor met twee verrukkelijke vrouwen. Dirk beet op zijn lip. Als het aan hem lag, zou dat spoedig veranderen. Toen hij in het licht van de straatlantaarn even op zijn horloge keek, zag hij dat het al over tienen was. Als hij voor zijn examen geschiedenis wilde slagen, kon hij maar beter naar huis gaan en zijn verslag over de generaals in de burger- oorlog gaan schrijven. Hij zou het morgen moeten inleve- ren. Dirk klemde zijn kaken op elkaar, pakte het pistool en schoof het onder de zitting. Hij zou professor Jacobs een andere keer de stuipen op het lijf moeten jagen. Toen, op het moment dat hij de motor startte, kreeg hij een Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 6 02-12-10 13:17
7 idee – zo’n goed idee dat hij weer wat hoop begon te krijgen. Misschien zou hij het pistool helemaal niet hoeven gebruiken. Misschien was er een andere manier om de professor zo bang te maken dat hij zijn meisje met rust zou laten. Hij grinnikte hardop toen hij van de stoeprand wegreed. Tien minuten later zat hij op de vloer van zijn kamer op de campus van de Universiteit van Indiana terwijl hij naar een telefoonnummer op de witte pagina’s van het telefoon- boek staarde en een nummer intoetste. Een paar straten verderop lag professor Tim Jacobs klaarwak- ker, in het buiten de campus gelegen flatje van zijn vriendin, zich af te vragen wat er toch met hem gebeurde. Hij was gewend aan het schuldgevoel en de slapeloosheid. Maar de tranen waren iets nieuws. Vanaf het moment dat hij begonnen was zijn huwelijks- geloften te breken, had hij dat maar al te vaak gedaan. Als iedereen dacht dat hij bezig was met het nakijken van de verslagen van zijn studenten, of dat hij aan een of andere conferentie deelnam, had hij meer dan eens het bed gedeeld met Angela Manning, een van de meest veelbelovende stu- denten die Tim ooit had gehad. Ze was jong en idealistisch en buitengewoon mooi. Tim wist dat hun affaire meer was dan alleen maar een voorbijgaande afleiding. Dat besef gaf hem soms een schuldgevoel dat zo groot was dat het bijna een stem kreeg – een stem die Tim uit zijn slaap hield ook al was hij verschrikkelijk moe. De stem was niet hoorbaar, maar niettemin lag hij er nach- ten door wakker. Als Tim zich dan behaaglijk tegen Angela aan had genesteld, bedwelmd door een zonde waarvan hij zelfs niet had kunnen dromen, leek het wel of die stem zo- maar ineens uit het niets kwam. Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 7 02-12-10 13:17
8 B ekeer u! M ijd de BegeerteN . ik sta aaN de deur vaN je hart eN klop . v lucht … Tim draaide zich dan om in de hoop te kunnen gaan slapen, zijn weg te vinden naar de denkbeeldige plaats waar zijn vrouw Kari, die hem vertrouwde, niet op hem lag te wachten. Maar de beschuldigende stem kwam steeds weer terug – de stem die hem volhardend, meedogenloos en on- vermoeibaar naar huis riep ondanks zijn gebrek aan verant- woordelijkheid. Zijn gebrek aan waarde. Tim draaide zich, behoedzaam om Angela niet wakker te maken, op zijn zij. Toen hij naar de kale witte muur van haar appartement staarde, kwam er een herinnering bij hem bo- ven – de dag waarop Angela Manning hem voor het eerst in zijn kantoor had bezocht en haar bedoelingen had duidelijk gemaakt. Ze hadden een kwartiertje met elkaar gepraat, wat plage- rig en lacherig, waarbij ze duidelijk lieten blijken dat ze el- kaar leuk vonden. Tim had aan zijn trouwring zitten draaien en die achter de vingers van zijn rechterhand verborgen. Toen Angela was vertrokken, bleef de geur van haar jas- mijnparfum in het kantoor hangen. En voldoende hitte om het gebouw te verwarmen. Tim was nog even blijven zitten om ervan te genieten voordat hij op weg was gegaan naar zijn volgende college. Maar toen hij die dag uit zijn kantoor vertrok, viel zijn oog op een porseleinen bordje dat Kari hem gegeven had ter gelegenheid van het feit dat ze een jaar getrouwd waren. Op het bordje stond een vliegende arend afgebeeld en de woorden die hij zich ook nu nog herin- nerde: De Heer laat immers voortdurend Zijn ogen over de wereld rondgaan en biedt iedereen hulp die Hem met heel zijn hart is toe- gedaan. Op dat moment had alles wat met het dienen van de Heer te maken had Tim erg bindend en beperkend geleken. Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 8 02-12-10 13:17
9 Zonder er verder bij na te denken had hij het bordje van de muur gehaald, het in een la van zijn bureau laten vallen en was hij zijn kantoor uitgelopen. Het was tot nu toe in die la blijven liggen. Tim knipperde even met zijn ogen toen de herinnering vervaagde. Het bordje was niet langer van toepassing op zijn leven; het kon maar beter blijven waar het was. Zijn kracht kwam niet meer uit een hart dat God volkomen was toege- wijd. Dat was voorbij. Sinds die hete nacht in augustus toen hij en Angela voor het eerst met elkaar geslapen hadden, had Tim zijn kracht ontleend door bij haar te zijn. En uit zijn beroepsmatige pres- taties natuurlijk. Tim had carrière gemaakt door het schrij- ven van publicaties, eerst als journalist, toen als leraar journa- listiek om verslaggevers op te leiden die garant zouden staan voor Amerika’s vrije pers. In betrekkelijk korte tijd was hij een gerespecteerd professor geworden, die ook regelmatig een column in de Indianapolis Star schreef. Tims naam werd in de meest invloedrijke kringen op zijn vakgebied steeds vaker genoemd. Aan dat soort dingen ontleende Tim nu zijn kracht. Verder ontleende hij zijn eigenwaarde aan zijn absolute toewijding aan journalistieke integriteit, zowel op zijn vak- gebied als tijdens zijn colleges. Toen hij nog verslaggever was geweest, had hij nooit zijn bronnen openbaar gemaakt. En hoewel hij naar de kerk ging – nou ja, hoewel hij vroeger naar de kerk ging – had hij zijn vermogen om journalistieke objectiviteit te beoefenen nooit laten beïnvloeden door zijn geloofsovertuiging. Bij zijn journalistieke werkzaamheden liet hij zich nooit leiden door godsdienstige vooroordelen – alleen een verslaggever die voor alles openstond, kon goed werk leveren. Kari had altijd wat moeite gehad met zijn ideeën over geloof en journalistiek. Maar Angela niet. Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 9 02-12-10 13:17
10 Ze waardeerde het feit dat Tim een ‘gelovig man’ was, zoals ze het stelde. Maar ze bewonderde hem ook omdat hij zijn persoonlijke opvattingen opzij kon zetten wanneer hij een artikel schreef of college gaf. ‘We wisten eigenlijk nooit goed wat je persoonlijke mening over een bepaald onder- werp was,’ had Angela hem later verteld terwijl ze hem met haar helderblauwe ogen strak aankeek. ‘Maar we wisten altijd dat het jou in de eerste plaats om goede journalistiek ging. We wisten dat je op dat punt geen enkele concessie zou doen. Weet je wel hoe zeldzaam dit tegenwoordig is?’ Hij was zonder de geringste twijfel Angela’s held. Dat was iets wat hij had geweten vanaf de eerste dag dat ze na een college in het voorjaar van haar eerste jaar bij hem op kan- toor verschenen was om hem allerlei vragen te stellen. ‘Professoren mogen geen afspraakjes maken met hun stu- denten,’ zei hij tegen haar, een glimlach onderdrukkend. Ze bleef hem gewoon aankijken en haar openhartigheid bracht hem in verlegenheid, maar boeide hem tegelijkertijd. ‘Kunnen ze wel samen gaan lunchen?’ Ze hadden samen geluncht. Een week later was ze bij hem op kantoor gekomen. En daarna had hij zich maandenlang tegen de verleiding verzet. Per slot van rekening was het waar dat een professor niet zomaar met een van zijn huidige studenten kon uitgaan, hoewel het universiteitsbestuur er geen enkel bezwaar tegen had als er een relatie zou ontstaan zodra de student zijn stu- die officieel beëindigd had. Tim had zich dan ook wat gereserveerd opgesteld. Hij had met Angela geflirt, had genoten van hun etentjes en discussies, maar had geweigerd om over de schreef te gaan. Toen het zomer werd en Angela terugkeerde naar haar ou- ders in Boston, voelde Tim zich opgelucht en was hij blij dat hij zich niet meer schuldig hoefde te voelen over hun geflirt. Hij probeerde Angela uit zijn gedachten te zetten en Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 10 02-12-10 13:17
11 zich op zijn huwelijk te concentreren. Maar Kari was vrij- wel iedere dag weg, had het te druk om tijd voor hem te hebben en was ’s avonds meestal te moe om op zijn liefko- zingen te reageren. Toen Angela na de vakantie weer terugkeerde, moest Tim de waarheid ten slotte onder ogen zien, hoewel hij er nog niet aan toe was om die ook aan zijn vrouw te vertellen. Hij was verliefd op Angela Manning. Heel erg verliefd. En dat was ongetwijfeld verkeerd. Maar hij kon zijn gevoelens en het feit dat hij graag bij haar was niet ontkennen. En vanaf het moment dat hij dat besefte, had hij voortdu- rend die beschuldigende stem gehoord. B ekeer je… e eN dief koMt alleeN oM te roveN , te slachteN eN te verNietigeN . De stem spuide Bijbelverzen naar hem, Bijbelgedeelten die hij als kind uit zijn hoofd geleerd had, maar in geen jaren meer gelezen had. i k BeN gekoMeN oM huN het leveN te geveN iN al zijN volheid . Dat laatste vers stond Tim nog het minst aan. Leven in al zijn volheid. Alsof Bijbellezen en naar de kerk gaan ook maar enigszins vergeleken kon worden met het gevoel dat Angela hem gaf. Leven in al zijn volheid? De Bijbel moest het op dit punt wel bij het verkeerde eind hebben. In Angela’s armen was het leven nog nooit zo vol geweest. Tim had geleidelijk aan de opvattingen los- gelaten die eens het fundament van zijn leven waren ge- weest – een fundament dat nu gebarsten en bijna belache- lijk leek. Hij had natuurlijk al eerder aan allerlei Bijbelse gegevens getwijfeld. Een wereld die in zes dagen gemaakt was? Een ark met honderden dieren die op het water dreef? Mensen die van een ziekte genezen waren door alleen maar een bad Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 11 02-12-10 13:17
12 te nemen of door hun ogen met modder te bestrijken? Tim had zulke gebeurtenissen al veel eerder afgeschreven als sym- bolisch of gewoon irrelevant. Maar de afgelopen tijd was hij meer fundamentele vragen gaan stellen. Stel dat God helemaal niet bestond. Stel dat de Bijbel was samengesteld door een groepje godsdienstige lei- ders met de bedoeling om een maatschappij in verval weer morele regels bij te brengen. Stel dat het echte leven, de echte waarheid gelegen was in het vinden van een minnares. Iemand van wie de ziel het ontbrekende stuk van jezelf leek te zijn. Iemand zoals Angela. Vanaf de weken dat hij en Angela begonnen waren met elkaar naar bed te gaan, waren die vragen geleidelijk aan in zekerheden veranderd en hij was nu bereid om de steun van godsdienstige tradities helemaal los te laten, bereid om de realiteit van een nieuw leven met zijn nieuwe geliefde te omarmen. Waar hij niet toe bereid was, was het aan zijn vrouw te vertellen en daarin lag zijn worsteling. Hij wist dat er niets anders op zat dan haar de affaire op te biechten. Maar als Kari hem iedere avond bij de deur begroette, kon hij er niet toe komen om haar in de ogen te kijken en haar de waarheid te vertellen. Dat hij wilde gaan scheiden. Dat hij verliefd was geworden op een andere vrouw – een studente nog wel. Er was geen psychiater voor nodig om erachter te komen wat de meest waarschijnlijke bron was van zijn schuldgevoel dat hem overdag bezighield en waardoor hij ’s nachts niet kon slapen. En Tim had er geen moeite mee om zichzelf ervan te overtuigen dat de Bijbelteksten die door zijn hoofd gingen, hersenspinsels waren, een gevolg van verwarde hersensigna- len of misschien de uiting van een hyperactief geweten. En daarom had hij besloten er geen aandacht aan te beste- den. Dat schuldgevoel zou na verloop van tijd wel overgaan, Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 12 02-12-10 13:17
13 als hij zijn beslissing om Kari te verlaten eenmaal had uit- gevoerd en de spanning van een dubbelleven eenmaal ach- ter hem lag. De stemmen zouden uiteindelijk wel ophouden, hoewel ze hem het slapen voorlopig onmogelijk schenen te maken. En dat was nu plotseling heel anders geworden. Het schuldgevoel had hem wekenlang met zachte, aanhoudende gevoelens over waarheid en berouw uit zijn slaap gehouden. Maar nu hield dat schuldgevoel hem wakker met nog iets anders. Tranen. Deze gedachten, allemaal bij elkaar, kwamen op het mo- ment dat het tot hem doordrong dat het weer was gebeurd. Midden in een verkwikkende slaap naast de vrouw die zijn hart had veroverd en zijn zintuigen bedwelmd, was Tim Jacobs, de gerespecteerde professor en gevierd columnist, aan het huilen. Hij lag stilletjes te huilen alsof er iemand gestorven was. Tim knipperde zijn tranen weg om weer goed te kunnen zien en plotseling wist hij dat iemand werkelijk had opge- houden te bestaan. Hijzelf. Hij onderdrukte zijn snikken en veegde stilletjes zijn tra- nen weg, maar daarmee wiste hij niet de droefheid van zijn ziel weg, een droefheid die zo diep en echt was dat het hem lichamelijk pijn deed. Alsof er een sluier van zijn hart werd opgetild, zag hij alles wat hij eens was geweest – de idealis- tische jongen, de energieke tiener, de godvrezende student, de hardwerkende journalist, de romantische bruidegom. De loyale echtgenoot. Die man was dood. Zijn verraad van Kari had een laatste, fatale kogel afge- vuurd op wat er was overgebleven van de man die hij eens was geweest. Daar in het donker, met de slapende Angela naast zich, Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 13 02-12-10 13:17
14 werd zijn droefheid steeds groter. Hij huilde om Kari, de lieve jonge vrouw die hij zijn leven lang trouw had beloofd. Hij huilde om de kinderen die ze nooit zouden krijgen en om het feit dat ze nooit samen oud zouden worden. Tim slikte een brok in zijn keel door en probeerde zich opnieuw te beheersen. Waar kwamen die gevoelens plotse- ling vandaan? Waarom werd hij er juist nu door geraakt? Zijn liefde voor Kari was bekoeld, lang voordat hij Angela ont- moet had. Maar Kari was niettemin zijn vrouw. Hoezeer hij er ook naar verlangde om bij Angela te zijn, Kari verdiende beter. Waarom heb ik het zover laten komen? Wat is er met me ge- beurd? Wat is er van me geworden? De akelige antwoorden kwamen even snel als de vragen en vormden een wurggreep om Tims hart. Hoe sterk en ca- pabel Tim zich ook had gevoeld, het grote verdriet dat hem nu overviel was genoeg om hem te vernietigen. Het was een moment dat gewoonlijk gepaard ging met die beschul- digende stem die hem verzekerde dat er zelfs nu bevrijding mogelijk was als hij daar om vroeg. Maar terwijl Tim stilletjes huilde in Angela’s kussen en voor het eerst treurde om de man die hij was geworden, om het huwelijk dat hij zou kwijtraken, en het feit dat hij niet van plan was van gedachten te veranderen, realiseerde hij zich iets wat nog hartverscheurender was dan alle andere verliezen bij elkaar. De woorden op het bordje dat Kari hem gegeven had, waren waar. Zonder God was hij niet zo sterk als hij gedacht had. Helemaal niet. En daarom kwamen de tranen zo ge- makkelijk de afgelopen dagen. Omdat er met zijn breekbare hart iets was gebeurd wat hij nooit had verwacht toen hij een verhouding met Angela Manning was aangegaan. Het was in tweeën gebroken. Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 14 02-12-10 13:17
15 2 Terwijl Kari Jacobs-Baxter haar gezicht waste voordat ze naar bed ging, rinkelde de telefoon. Ze liet het washandje in de wastafel vallen en depte haar gezicht af met een hand- doek. Het was in Bloomington, Indiana, een heerlijke herfst- avond, zo’n avond die kunstenaars inspireerde tot het schil- deren van een meesterwerk van met maanlicht beschenen boerderijen en glooiende heuvels. Hoe druk Kari en Tim het de afgelopen tijd ook hadden, hoe moe en uitgeput ze zich de laatste tijd ook voelde, Kari was blij met de wisseling van de seizoenen. Het korter worden van de dagen en de verkleuring van de bladeren schenen een belofte voor rusti- ger tijden, lange, donkere avonden waarin zij en Tim de ge- legenheid zouden hebben om te praten over een idee waar Kari het afgelopen halfjaar veelvuldig over had nagedacht. Het idee om andere echtparen in hun huwelijk te gaan helpen. Niet dat ze van plan was al haar tijd daaraan te gaan beste- den, dacht ze, maar misschien een bijeenkomst midden in de week voor echtparen die een betere band met God en met elkaar wilden krijgen. Echtparen zoals zij en… De telefoon ging voor de derde keer over en ze nam hem o p. Waarschijnlijk Tim, die even een babbeltje wil maken. Tim was naar een conferentie, drie uur rijden van huis, en zou pas zondagmiddag weer thuiskomen. ‘Hallo.’ Ze ging op de rand van het bed zitten en wierp een blik op de klok. Half elf. Precies de tijd waarop Tim ge- Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 15 02-12-10 13:17
16 woonlijk belde als hij van huis was. Ze wachtte op zijn stem, maar ze hoorde alleen maar een zwakke ademhaling aan de andere kant van de lijn. Kari fronste haar voorhoofd en vroeg zich af of de verbinding misschien slecht was. ‘Tim?’ ‘Eh…’ De stem klonk schor en was van een jongere man. Kari’s gezicht betrok. De stem klonk niet professioneel ge- noeg om van een vertegenwoordiger te zijn. En zelfs over de telefoon hoorde Kari dat de stem iets vreemds had. Iets van angst misschien. Ze liet haar ogen even rollen. Misschien iemand die een grapje wil uithalen. Ze boog zich naar voren om de telefoon weer neer te leggen toen de man zijn keel schraapte. ‘Luister eens, ik wil u iets vertellen.’ Kari hield haar adem even in en gaf zichzelf op haar kop. Ze hoefde zich nergens zorgen over te maken. Tim had haar de vorige avond vanuit het hotel waar hij logeerde opgebeld. Haar ouders en familieleden maakten het allemaal goed; ze had vanmorgen haar moeder nog over de telefoon gespro- ken. Ze ademde weer uit en probeerde zich te beheersen. ‘Bent u een verkoper?’ ‘Nee,’ zei de man snel. Te snel. ‘Zoals ik al zei, ik moet u iets vertellen.’ Kari zuchtte en dacht ingespannen na. Het viel haar nau- welijks op dat ze sneller was gaan ademen. ‘Luister eens, ik heb het druk.’ Ze trommelde afwezig met haar vingers op het nachtkastje. ‘Vertel maar wat u hebt te zeggen.’ ‘Ik kan u niet vertellen wie ik ben.’ De man haalde een keer moeizaam adem. ‘Maar wat ik u wil vertellen is echt waar. U kunt het controleren.’ Ze begon er steeds minder van te begrijpen. Waar wilde die man het over hebben? Wie was hij en waarom zei hij niet wie hij was? En wat wilde hij haar eigenlijk vertellen? Ze voelde zich nijdig worden. ‘Wat wilt u eigenlijk?’ De man aan de andere kant slaakte opnieuw een diepe zucht. ‘Uw man heeft een verhouding.’ Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 16 02-12-10 13:17
17 Haar hart begon aan een vrije val waarbij ook haar maag betrokken was. Ze knipperde even met haar ogen en stootte een oppervlakkig lachje uit. ‘Waar hebt u het over?’ Wat een misselijke streek, mij thuis bellen om me een leugen te vertellen die onmogelijk… ‘U kent mijn man niet eens.’ ‘Ik ben bang u ook niet, mevrouw.’ Hij wachtte even. ‘Ik dacht dat ik u de waarheid moest vertellen. Ik moet nu gaan.’ ‘Wacht!’ Adrenaline stroomde door Kari’s aderen, zocht een weg door haar armen, benen en hart en ze kreeg op- nieuw het gevoel dat ze viel, verder en verder naar bene- den in een afschrikwekkende, duistere afgrond. Ze schudde krachtig haar hoofd en probeerde zich vast te klampen aan iets wat wel klopte. De man loog; dat moest wel. Tim nam deel aan een conferentie in Gary, Indiana, over persvrijheid. Hij was eigenlijk veel liever niet gegaan, had hij haar nog gezegd voor hij was weggegaan. Kari sloot haar ogen en haar hart leek te stoppen. In ge- dachten hoorde ze Tims stem weer: Ik heb een grote hekel aan dat soort dingen, maar ik moet wel, schat. Ze zag nog steeds de ernst in zijn ogen en kon de oprechtheid in zijn stem horen. Het bestuur verwacht van mij dat ik erheen ga. Ze voelde haar hart in haar borst plotseling weer kloppen, deze keer twee keer zo snel als tevoren. Ze deed haar ogen weer open en haalde een kladblok en een pen uit de lade van het nachtkastje. Haar handen beefden zo hevig dat ze ze nauwelijks vast kon houden Het is onmogelijk… het kan niet… het is een leugen… ‘Waarom..?’ Haar stem klonk laag en hol, alsof haar hele bestaan in de tijd die de beller had nodig gehad om haar zijn boodschap over te brengen, was uitgedoofd. Het kostte haar moeite de woorden te vinden. ‘Waarom zou ik u geloven?’ De beller aarzelde even. ‘Laat ik zeggen dat ik dit doe om ons beiden een dienst te bewijzen. Hij is niet op de campus Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 17 02-12-10 13:17
18 en zit nu in een van de flats aan Silverlake. Hij was daar af- gelopen nacht en ik neem aan dat hij er vannacht weer is. Hij zit in de flat van Angela Manning. Ze studeert journalis- tiek aan de universiteit.’ Hij aarzelde even. ‘Gelooft u mij nu wel?’ Kari schudde haar hoofd, eerst langzaam en toen heftig. ‘Nee, nee, ik geloof u niet.’ Tranen stroomden over haar wan- gen en het gevoel dat ze viel werd nog heviger. ‘U… u bent in de war met iemand anders.’ ‘Luister, dame…’ De beller werd ongeduldig. ‘De man over wie ik het heb, is professor Tim Jacobs. Dat is toch uw man?’ Kari’s ogen werden twee keer zo groot en haar maag trok samen. Ze liet de telefoon vallen alsof die plotseling gloeiend heet geworden was. Zonder te stoppen om de hoorn op te rapen, rende ze naar de badkamer en ze was nog maar net op tijd om zich over de toiletpot heen te buigen. Haar maag trok steeds opnieuw samen tot alles eruit was. Niet alleen haar maag was leeg, maar ook haar hart. Zwak en bevend over haar hele lijf, stond Kari weer op en veegde met een stuk toiletpapier haar mond af. Het kan niet waar zijn. Nee toch? Er was niets wat erop wees… Die gedachte trof haar en Kari herinnerde zich een paar dingen van de afgelopen maanden. In de herfst had Tim het vaak druk met conferenties, maar zo druk als nu had hij het nog nooit gehad. Hij was de weekenden zo vaak weg dat Kari zich nog nauwelijks kon herinneren wanneer hij voor het laatst was thuis geweest. Was dat vier weken geleden? Vijf? Weer werd ze overvallen door een golf van misselijkheid maar ze bleef op de been. Ze had geen tijd om zich over toiletpotten heen te buigen, het ergste vrezend en zich afvra- gend of het mogelijk was dat er aan haar leven zoals zij het tot nu toe gekend had, een verpletterend einde was gekomen. Nooit te laat3edr.2-12-2010.indd 18 02-12-10 13:17