5 Hoofdstuk 1 E llis en Thelma Bongers zaten op de brede, lage ven - sterbank van hun kamer. ‘Weet jij iets anders? ’ vroeg Thelma aan haar twee - lingzusje, terwijl ze opkeek van de blocnote die op haar schoot lag. Ellis kloof op haar potlood. ‘Nee, niks. Nou ja, ik kan van alles bedenken, maar dat krijgen we toch niet.’ De twee meisjes waren naar hun kamer gegaan om een verlanglijst je te maken voor hun ver - jaardag. Wonderlijk genoeg was het dit jaar een pro - bleem. Het klonk gek, dat je niets wist te verzinnen, maar toch was het zo. Natuurlijk wisten ze wel één cadeau ... Daar droomden ze al een paar maanden van en het stond nu ook met grote let- ters op papier. Thelma zuchtte diep. ‘Die hond kunnen we net zo goed doorstrepen,’ zei Ellis boos. ‘En dat komt allemaal door dat verschrikkelijke mens van Van Keulen!’ riep Thelma. ‘Nou! Wat een ramp is ze!’ zei Ellis en stak haar tong uit. ‘Van papa hadden we hem wel gekregen,’ riep Thelma. ‘Een beetje lawaai in huis kan hem niks schelen.’ ‘Misschien krijgen we er toch wel eentje!’ Thelma keek hoopvol, maar Ellis was ervan overtuigd dat haar vader het niet aan zou durven. ‘Ze heeft gedreigd dat ze weg zou gaan, als er een hond in huis kwam en pap is bang dat ze het zal doen ook.’ ‘Ik zou het niet erg vinden als ze ophoepelde.’ opmk.DeOlijke2ling-deel1.indd 5 02-09-14 13:58
6 Ellis stond op van de vensterbank en staarde uit het raam naar de zonnige tuin beneden. Toen zei ze zachtjes: ‘Was mam maar niet doodgegaan. Kinderen met moeders heb- ben het veel leuker dan wij.’ Geschrokken keek Thelma haar zusje aan. Hoewel ze het nooit afgesproken hadden, praatten de meisjes maar heel zelden over de dood van hun moeder. Ze hadden haar nooit gekend. Ze was kort na hun geboorte gestorven. Thelma schopte tegen de plint. ‘Ja, maar de moeder van Annelies is bijvoorbeeld ook een vervelend mens, bijna net zo vervelend als juf Van Keulen!’ zei ze troostend. ‘Maar Annelies heeft wél een hond!’ riep Ellis opstandig. Weer werd er gezucht, lang en diep. ‘Zou ze konijnen goedvinden ?’ vroeg Ellis zich hardop af. ‘Konijnen? Misschien! Die hoeven niet in huis,’ antwoordde Thelma. ‘Maar konijnen zijn lang niet zo leuk als een hond.’ Ze keek even naar de grond. ‘Wacht even, ik heb ’t!’ riep ze toen met glinsterende ogen. Verbaasd en nieuwsgierig keek Ellis haar zusje aan. ‘Pap zei dat we meerdere dingen op het verlanglijstje moes- ten zetten. Hij zei dat je juist dáárom zo’n lijst maakt. Dan kunnen de mensen kiezen.’ ‘Alsof de halve stad ons een cadeau gaat geven,’ riep Ellis. ‘Ik krijg pijn in mijn hoofd van het nadenken. Ik denk dat ik maar een tafeltennisspel vraag.’ ‘Nee hoor!’ zei Thelma bijna boos. ‘Dat kunnen we nog altijd aan tante Nora vragen. We willen toch het allerliefst een hond?’ Ellis knikte met grote ogen. ‘Jááá! Prachtig, zo’n beestje. We kunnen hem allerlei kunstjes leren, we zouden ...’ Weer een diepe zucht. ‘We krijgen hem toch niet.’ ‘Luister ...’ Thelma boog haar hoof d naar Ellis toe en ging f luisterend verder: ‘Denk je dat papa ons iets zou geven wat we niet op opmk.DeOlijke2ling-deel1.indd 6 02-09-14 13:58
7 onze verlanglijst hebben staan?’ Ze lachte geheimzinnig. ‘Wat bedoel je?’ vroeg Ellis aarzelend. ‘Een hond! Ik wil een hond ... jij wilt een hond ... hij wil er ook wel een en ...’ ‘Maar dat mens van Van Keulen wil er géén!’ viel Ellis haar zusje in de rede. ‘We zetten als nummer één op onze lijst: een heel grote hond,’ ging Thelma door, alsof ze de opmerking van Ellis niet had gehoord. ‘Nummer twee: een grote hond, nummer drie: een hond en nummer vier: een hondje! Wat vind je daarvan?’ Triomfantelijk keek Thelma haar zusje aan. Ellis maakte een kleine indianendans door de kamer. ‘Dat is het, Thelma! Je bent een genie! Dan moet pap ons wel een hond geven!’ ‘Natuurlijk!’ zei Thelma. Ze sprongen – nu samen – woest door de kamer, tot van beneden een boze stem riep: ‘Kunnen jullie er misschien even aan denken dat er hier ook nog andere mensen zijn?’ Thelma stak haar tong uit en Ellis zei: ‘Vervelend mens.’ Even later schreven ze hun vier wensen op het verlanglijst- je. ‘En als onze vreselijke juf Van Keulen dan opzegt?’ vroeg Ellis met een bedenkelijke blik naar haar zusje. ‘Dan is niet alleen onze hartenwens vervuld en hebben we een hond, maar dan zijn we ook meteen van dat mens verlost!’ zei Thelma stralend. ‘Ze is echt de ergste die we ooit gehad hebben,’ zei Ellis ter- wijl ze lachend het verlanglijstje nog eens overlas. ‘Ja, maar pap vindt het vreselijk als ze gaat,’ zei Thelma. De opgewekte stemming was opeens verdwenen. ‘Konden we hem maar aan zijn verstand brengen dat we helemaal geen juf nodig hebben!’ riep Ellis. ‘Misschien krijgen we er eentje voor in de plaats die nog erger is.’ opmk.DeOlijke2ling-deel1.indd 7 02-09-14 13:58
8 ‘Ja, of misschien duurt het wel twee maanden, voordat papa weer iemand gevonden heeft.’ Zo praatten ze nog een poosje door en ze waren het er roe- rend over eens dat er niets ergers bestond dan dat er elk halfjaar – tot nu toe had niemand het langer uitgehouden – een nieuwe huishoudster kwam die de plaats van hun moeder moest innemen. Alsof dat ooit kon ... Het ergste was dat de vrouwen tegenover hun vader altijd deden of ze heel aardig voor de tweeling waren. Ze wisten het altijd zo te draaien dat meneer Bongers boos werd op zijn dochters, in plaats van op de vrouw in kwestie. Een paar keer waren Ellis en Thelma echt van plan geweest hun leven te beteren, want ze zagen niet graag die verwij- tende blik in de ogen van hun vader. Maar als er klonters in de havermout zaten en je moest die pap opeten, terwijl je zag dat de juf zelf een boterham met jam als ontbijt nam, dan moest je toch wel wraak nemen? En als je met kluiten modder aan je schoenen thuiskwam, omdat het toevallig regende en je meteen naar je kamer werd gestuurd, dan moest je toch iets terugdoen ? ‘Ik hoor papa thuiskomen,’ zei Ellis. ‘Ga je mee naar bene- den?’ ‘Ja, we geven hem meteen de lijst, dan kan hij morgen op zoek gaan naar een hond.’ Achter elkaar stormden ze de trap af. Om de keukendeur verscheen een hoof d. ‘Terug naar boven, opnieuw de trap af en rustig deze keer …’ Juffrouw Van Keulen keek hen boos aan. Langzaam klommen Thelma en Ellis de trap weer op. ‘Stom mens’ zei Ellis binnensmonds. ‘Stom mens,’ herhaalde Thelma f luisterend. opmk.DeOlijke2ling-deel1.indd 8 02-09-14 13:58
9 Kalmer dan de eerste keer liepen de twee meisjes weer de trap af. Het hoofd verdween en de keukendeur werd dichtgedaan. ‘Soms zou ik wel een schop tegen die deur willen geven,’ zei Ellis zachtjes. Thelma knikte heftig. Ze klopten op de deur van hun vaders werkkamer. ‘Ja.’ Achter elkaar liepen ze de kamer binnen. Meneer Bongers zat met de rug naar de deur aan zijn bureau. Hij draaide zich om en keek lachend naar de tweeling en naar het wit- te vel papier waarmee Thelma stond te wapperen. ‘Ha, boeven!’ ‘Hoi, pap, we hebben onze verlanglijst klaar,’ zei Ellis. ‘We willen allebei hetzelfde, daarom hebben we maar één lijstje gemaakt!’ ‘Geef maar hier,’ zei meneer Bongers en begon te lezen. Een seconde later barstte hij in schaterlachen uit. ‘Wat een lekker stelletje zijn jullie toch,’ grinnikte hij en hij las hardop: ‘Een heel grote hond, een grote hond, een hond, een hondje.’ Ellis en Thelma staarden onschuldig naar de punten van hun schoenen. ‘Wat moet ik hiermee?’ Meneer Bongers legde de lijst op zijn bureau. Thelma en Ellis keken op. ‘Eén van die vier dingen moet je ons geven,’ zei Thelma met pretlichtjes in haar ogen. En Ellis voegde eraan toe: ‘Je behoort iets te geven dat op de lijst staat. Je hebt zelf gezegd dat we er eentje moesten maken.’ ‘En juffrouw Van Keulen dan?’ vroeg meneer Bongers ter- wijl hij zijn dochters beurtelings aankeek. ‘Geniale vondst, dat moet ik zeggen. Alle wensen komen op hetzelf de neer. Ik heb geen keus.’ Hij zuchtte even. opmk.DeOlijke2ling-deel1.indd 9 02-09-14 13:58
10 Tegelijkertijd keken Ellis en Thelma weer op met een sprankje hoop in hun ogen. ‘We willen zo vreselijk graag een hond, pap,’ zei Ellis zacht- jes. ‘We willen eigenlijk alléén maar een hond. We hoeven vol- gend jaar ook niets,’ viel Thelma haar tweelingzus bij. Meneer Bongers zweeg een hele poos en keek naar het blad van zijn bureau. ‘Ik zou jullie graag een hond geven,’ zei hij toen. ‘Ik had er vroeger zelf ook een. Het is heel leuk om een hond te hebben.’ Thelma en Ellis waren er al half van overtuigd dat ze het pleit gewonnen hadden, toen hun vader hun hoop weer temperde. Hij zei: ‘Maar ik zit met één probleem en dat kennen jullie. Juffrouw Van Keulen. Er zijn nu eenmaal mensen die een hekel aan honden hebben, die ... die er niet tegen kunnen om zo’n beest in huis te hebben.’ Even viel er een stilte. Toen raapte Ellis al haar moed bij elkaar en zei: ‘Juf Van Keulen kan nergens tegen. Ze is een vervelend mens.’ ‘Ze zei dat ze weg zou gaan als er een hond in huis kwam,’ zei meneer Bongers. ‘En ik ben bang dat ze het méént.’ ‘Laat haar gaan, pap!’ riep Ellis. ‘We hebben zo’n hekel aan haar. We zullen blij zijn als ze weg is. Dolblij!’ ‘We springen een gat in de lucht!’ zei Thelma. ‘Maar ze doet haar best. Ze zorgt beter voor ons dan de vori- ge twee,’ zei meneer Bongers. ‘Ze kookt lekker. Ze houdt het huis schoon, jullie kleren zijn héél en schoon ... Ik ...’ Hij maakte zijn zin niet af, en staarde naar buiten. Na een tijdje zei Thelma: ‘Het kan ons geen klap schelen als onze kleren niet altijd even mooi gestreken zijn en over dat eten ... Meneer Bongers glimlachte mat. ‘Als ik het goed begrijp, bedoelen jullie dat we een hond moeten nemen en juffrouw opmk.DeOlijke2ling-deel1.indd 10 02-09-14 13:58
11 Van Keulen moeten laten gaan?’ Twee hoofden knikten heftig. ‘Ik zal nog eens met haar praten,’ beloofde meneer Bon- gers. ‘Misschien wil ze wel blijven als we een heel klein hondje nemen.’ Ellis en Thelma vlogen hun vader om zijn hals. ‘Dus je doet het, pap?’ riep Ellis. ‘Je bent de grootste schat van de wereld!’ zei Thelma. Voor- zichtig maakte meneer Bongers zich uit de woeste omhel- zing los. ‘Ik beloof niets,’ zei hij. ‘De beslissing ligt bij haar. Wees vandaag maar eens extra aardig. Misschien helpt het!’ Hij stond op en loodste de tweeling in de richting van de deur. ‘Zou ze het goedvinden?’ Thelma keek Ellis onzeker aan toen ze weer in de gang stonden. ‘Als pap het haar zelf vraagt,’ zei Ellis hoopvol. ‘Kom op, we gaan vandaag goed ons best doen,’ riep Thel- ma strijdlustig, ‘aardappelen schillen, sla wassen, mis- schien ...’ ‘Misschien ...’ herhaalde Ellis. Samen liepen ze naar de keuken. opmk.DeOlijke2ling-deel1.indd 11 02-09-14 13:58