Jart Voortman Open geloven Jart Voortman Open geloven NUR 700 ISBN 978 90 435 2536 7 9 789043 525367 Past het christelijk geloof in onze moderne wereld? Twee eeuwen wetenschapsbeoefening hebben een aardverschuiving teweeggebracht in het levensbeschouwelijke landschap. Zijn er voor moderne mensen nog redenen om te geloven of is geloof alleen maar een zaak van gevoel? Bovendien: is het christelijk geloof wel aantrekkelijk? En is het verenigbaar met de waarden van mensenrechten en tolerantie? Jart Voortman stelt in dit boek deze en vele andere vragen aan de orde en onderzoekt hoe het christelijk geloof in deze tijd een inspiratiebron kan zijn. Een boek dat uitnodigt om met elkaar in gesprek te gaan. Jart Voortman (1953) was predikant in verschillende protestantse kerken en is sinds 2001 in Vlaanderen werkzaam in het godsdienst- onderwijs. “ Een eerlijk betoog, waarin moeilijkheden niet worden gemeden” Riemer Roukema, schrijver van Jezus, de gnosis en het dogma (2007) “ Dit is het boek van een gepassioneerde en integere godzoeker!” Paul Cliteur, auteur van Het Atheïstisch Woordenboek (2015) EEN VERAN TWOORDING VAN HET CHRISTELIJK GELOOF kokBOopengeloven1015.indd 1 07-10-15 08:47
Jart Voortman Open geloven EEN VERANTWOORDING VAN HET CHRISTELIJK GELOOF KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 3 30-09-15 16:38
© 2015 Uitgeverij Kok – Utrecht www.kok.nl Vormgeving Garage BNO Omslagillustratie Marc Chagall, Moïse devant le Buisson ardent , ©Marc Chagall, c/o Pictoright Amsterdam 2015 Chagall ®G “Chagall is a registered trademark, owned by Comité Marc Chagall” Illustraties binnenwerk: zie verantwoording ISBN 978 90 435 253G6 7 NUR 700 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder vooraf- gaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Er is naar gestreefd de rechten van de illustraties volgens wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de auteur wenden. KOKT_1509_Open Geloven_BW_14.indd 4 08-10-15 12:09
11 1 de aarde vertelt Alles is niet banaal, maar vreemd, buitengewoon, uniek, om niet te zeggen absurd. Peter Westbroek 1 In 1987 liepen we met onze oudste van één jaar van Givet naar Dinant. De Maas heeft daar in een langdurig erosieproces een imposant rotsmassief blootg elegd. Het golfpatroon in dat gesteente geeft je een indruk van de geologische tijdperken die deze aarde heeft doorlopen. Het was alsof die stenen mij hun verhaal wilden vertellen. Het verhaal van de ontwikkeling die het leven op aarde heeft doorgemaakt. Het verhaal van het opgaan en ondergaan van kleine en grote organismen in een schijnbaar zinloos proces. Ik vond dat bedreigend. Nog niet zo lang geleden was de Bijbel de belangrijkste bron als het gin g om de beantwoording van de vraag waar wij als mensen vandaan komen. Het paradi js en de zondvloed bepaalden het referentiekader waarin alle kennis werd geordend. Tweehonderd jaar geleden kwamen de eerste scheurtjes in dit massieve bouw - werk. En nu, na een enorme hoeveelheid ontdekkingen, zijn we in een andere wer eld terechtgekomen. De wetenschappen zijn op het terrein van de levensbescho uwing gekomen: geologische tijdperken, de oerknal, evolutie en natuurlijke sel ectie bre - ken in op het theologische denkkader van schepping, zondeval en verlossi ng. Natuurlijk zijn er nog steeds gelovigen die vasthouden aan de Bijbel en elemen - taire wetenschappelijke kennis verwerpen. Creationisten vind je ook onde r hoger opgeleiden. Het is echter een uitgangspunt dat onmogelijk is vol te houd en. Het grootste archief van de wereld bevindt zich onder onze voeten. Wij mensen kunnen soms de neiging hebben om zaken gunstig voor te stellen, om dinge n te verdonkeremanen, om een beetje te manipuleren. Dat kunnen we doen in ons spreken, ons schrijven, en zelfs in de manier waarop wij onze archieven bijhou - den. Onze aarde bezit dat vermogen niet. De aarde liegt niet. In dit hoofdstuk vertellen wij het meeslepende verhaal hoe de aarde in r uim twee - honderd jaar tijd steeds meer van zijn geheimen heeft prijsgegeven. W e beginnen het verhaal van de aarde met de ontdekking in 1725 van een fo ssiel KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 11 30-09-15 16:38
12 door de Zwitser Johann Jakob Scheuchzer 2. In zijn tijd had men nog weinig stu- die gemaakt van fossielen en was men er zeker van dat de zondvloed waarv an de Bijbel vertelt een wereldomvattende catastrofe was geweest. Al snel was het fossiel van Scheuchzer geïdentificeerd als een overblijfsel uit de tijd van de zondvloed: ‘Het is zeker dat deze lei de helft van het geraamte van een mens bev at, dat het gebeente en bovendien het vlees en de delen die zachter zijn dan vle es... dit is een van de zeldzaamste overblijfselen van dat vervloekte ras dat onder de wateren is begraven.’ Het fossiel kwam uiteindelijk terecht in het Teylers museum in Haarlem, waar het nog steeds te zien is. In het begin van de negentiende eeuw kwam de bero emde anatoom Cuvier een bezoek brengen aan het museum. Cuvier toonde als eerste aan dat er vroeger andere soorten op aarde hebben geleefd. Volgens hem waren die door catastrofen omgekomen. De evolutiegedachte van zijn tijdgenoot La - marck vond hij niet aannemelijk. Hij bekeek het fossiel van ‘de getui ge van de zondvloed’ nauwkeurig, pakte een hamer en sloeg er een stuk af. Toen bleek dat het niet een fossiel van een mens was, maar van een hagedis. In zijn lezenswaardige en veelzijdige boek Een kleine geschiedenis van bijna alles vertelt Bill Bryson dat er in de negentiende eeuw in Engeland een ware obsessie was ontstaan voor fossielen. De Geological Society maakte een b loeitijd door en was een bonte verzameling amateurs 3. Charles Lyell was van opleiding advocaat. William Buckland was oorspronkelijk priester in de Anglicaanse Kerk. De arts Mantell had zo’n grote passie voor zijn fossielen, dat hij zi jn huis er - mee volstopte, totdat zijn vrouw en kinderen concludeerden dat er voor h en geen plaats meer was… Met grote ernst deden de steenbrekers, zoals ze wel genoemd werden, hun veldon - derzoek. Geen overalls; nee, deze arbeid moest in een ernstige stemming verricht worden en daarbij paste een donker pak en een hoge hoed. Buckland (door Dar - win een paljas genoemd) ging nog een stapje verder en hield zijn academ ische toga aan als hij veldonderzoek deed. Thuis had hij een grote verzameling dieren, vanwege zijn streven om ‘elk dier in de schepping te hebben geproefd’ . Zijn meest bizarre collectie was zijn verzameling versteende uitwerpselen, wa arvoor hij in zijn huis een tafel had gereserveerd. De laatste neiging van deze eerwaarde om te compenseren roept bij mij een gevoel van herkenning op. Het is maar heel langzamerhand dat men in het begin van de negentiende eeuw ontdekkingen deed over uitgestorven diersoorten. Aanvankelijk zat men er vaak KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 12 30-09-15 16:38
13 naast met de identificatie. Er was echt veel bewijsmateriaal voor nodig, voordat men besefte: hier zijn we een diersoort op het spoor, die van de aardbodem is ver- dwenen. Het was Richard Owen, een eerzuchtige en frauduleuze persoonlijk heid overigens, die in 1841 voor het eerst het woord dinosauriër gebruikte – meer dan vijftig jaar na de eerste vondst van een groot bot in New Jersey. Met de ontdekking van uitgestorven diersoorten kwamen wel theologische v ra - gen op. Hoe kan God soorten, die Hij zelf geschapen heeft, uitroeien? En waarom vertelt de Bijbel niets over deze extincties? De gelovige Cuvier bedacht de ver - klaring dat God Mozes niet had willen afleiden met eerdere rampen die hadden plaatsgevonden 4. Er was echter nog een andere kwestie die grote beroering veroorzaakte. Hoewel hij niet de uitvinder is van de theorie van de ijstijden werd Lou is Agassiz wel de belangrijkste pionier 5. Hij kwam uit Zwitserland, waar met het blote oog al veel over geologie te ontdekken is. In 1837 hield hij een lezing voor he t Zwitsers Genootschap voor Natuurwetenschappen over ijstijden. Hoe kunnen er grani eten rotsen terechtkomen op de zandsteenformaties van de Jura? Agassiz stelde dat dat alleen kan als gletsjers die rotsen daar naartoe hebben gebracht. Dit be tekent dat er een tijd moet zijn geweest waarin Europa voor een groot deel met glet sjers was bedekt. Het aanvullende bewijs daarvoor vond hij in krassen op het onder liggen - de gesteente als gevolg van de vroegere aanwezigheid van gletsjers. Natuurlijk was niet iedereen direct overtuigd. De theorie van de zondvlo ed be - paalde toen het raamwerk van waaruit men dacht. William Buckland is hier een voorbeeld van. Volgens hem waren de bewijzen voor een wereldwijde zondvloed zo overvloedig dat zelfs als de Schrift deze gebeurtenis zou verzwijgen, men uit het geologisch bewijsmateriaal vanzelf tot een dergelijke theorie zou komen 6. Toen Buckland kennismaakte met Agassiz was hij nog niet van gedachten ver - anderd. De zondvloed was in zijn ogen een dermate chaotisch proces, dat on- regelmatigheden (die Agassiz uitlegde als restanten van de ijstijd) ongetwijfeld een verklaring zouden vinden. In 1840 valt echter bij hem het kwartje ti jdens een tocht met Buckland door Schotland. Al wandelend wees Agassiz de plekken aan waar volgens hem de restanten van vroegere morenes te vinden moesten zij n. Hoewel Agassiz daar nooit geweest was, legde hij precies dezelfde structuren bloot als die in Zwitserland te vinden zijn. Maar hoe waren die ijstijden ontstaan? En wat had er een einde aan gemaakt? Het zou nog een kleine eeuw duren voordat er een plausibele verklaring kwam voor het bestaan van ijstijden. Dat er onderscheiden geologische tijdperken zijn geweest in de geschiede nis van de aarde, daarvan waren alle onderzoekers van de negentiende eeuw overtu igd. KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 13 30-09-15 16:38
14 Maar hoe oud zijn die aardlagen waarin fossielen worden gevonden? Hoe ou d is de aarde? De schattingen liepen erg uiteen. Buffon sprak over 75 tot 168 duizend jaar, Darwin over 306 miljoen jaar. Kelvin kon geen natuurkundige verklaring vinden voor een zeer langdurig branden van de zon en kwam op 24 miljoen jaar 7. Pas met de ontdekking van radioactieve processen kon men tot een exacte bereke- ning komen. Radioactiviteit maakte tegelijkertijd een hogere leeftijd va n de zon en een warmere temperatuur van het binnenste van de aarde mogelijk. Ruth erford concludeerde dat de afbraak van radioactiviteit een gelijkmatig proces i s en stelde op grond daarvan vast dat een monster van uraniumerts zevenhonderd miljoen jaar oud was. Dit sprak hij in 1904 uit tijdens een lezing. De oude Kelvin, die erbij was, glimlachte, maar kon het niet geloven 8. Een ander raadsel in de toenmalige tijd was het simpele gegeven dat er bergen zijn op aarde en dat op bergtoppen soms fossielen van schelpdieren werden ge - vonden. Hoe was dat in vredesnaam mogelijk? In 1912 verscheen er een boek dat wel heel dicht bij de oplossing van di t pro - bleem zat. In zijn Het ontstaan van Continenten en Oceanen betoogde Alfred Wegener dat de continenten oorspronkelijk verenigd waren in een oercontin ent. Net als Agassiz was hij niet de enige in zijn tijd die zoiets beweerde, maar hij was wel de belangrijkste. De argumenten van Wegener waren de overeenkomst in gesteente tussen Zuid-Amerika en Afrika, de passende kustlijn en de over - eenkomst in flora en fauna op sommige punten. Buideldieren vind je alleen in Zuid-Amerika en Australië en bepaalde slangen vind je alleen in Scandinavië en het noordoosten van de VS. Toch had Wegener één probleem met zijn theorie van de bewegende continenten. Hij kon geen goede verklaring vinden voor het bestaan ervan. Hij meende dat de maan er een rol bij zou kunnen spelen e n de centrifugale kracht door de draaiing van de aarde. Wegener erkende de zwakheid van zijn betoog, toch scheerde hij op een bepaald moment langs de juiste verkla - ring. Op een bepaald punt in zijn boek besprak Wegener een theorie, die aannam dat het binnenste van de aarde door radioactiviteit wordt verwarmd, waar door zijwaartse krachten ontstaan op de aardkorst 9. Dit is exact de verklaring die tegen - woordig algemeen wordt aanvaard. Harry Hess speelde een sleutelrol in de ontdekking van deze verklaring. Harry Hess 10 was in de Tweede Wereldoorlog kapitein van een vrachtschip, dat een militaire functie had gekregen. Het schip bevatte een elektronische diepteme - ter voor landingen aan de kust. Hess was nieuwsgierig en liet het ding g ewoon aanstaan. Zo ontdekte Hess midden op de Atlantische Oceaan een gebergte onder zee met diepe kloven en veel vulkanische activiteit. In de jaren vijftig van de vorige eeuw stelde men vast dat het Midden-Atlantisch Rif het grootste g ebergte van de aarde was en dat deze bergketen deel uitmaakt van een netwerk onder de KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 14 30-09-15 16:38
15 zeespiegel van totaal 19.000 kilometer lengte. In de jaren zestig van de vorige eeuw ontdekte men dat de zeebodem ten oosten en ten westen van het Midde n- Atlantisch Rif ouder werd naarmate het verder van het Rif verwijderd was . Hess schreef in 1962 een artikel dat aanvankelijk niet werd opgemerkt. Maar twee jaar later hadden al vele vakgenoten het gevoel dat voor het eerst in de gesc hiedenis van de geologie de puzzelstukjes in elkaar pasten. Er ontstond een nieuw e samen- hangende theorie over gebergtevorming en sedimentatie. De periodieke omkering van het magnetisch veld van de aarde gaf een aanvullend verfijnd beeld van de beweging van de aardkorst. In de jaren vijftig van de vorige eeuw ontdek te men op basis hiervan dat Engeland in de loop der tijden gekanteld was en naa r het noorden was gedreven. Op dezelfde manier kon men ook kaarten maken van h et vroegere Amerika. De reconstructie ervan leverde het beeld op van een gescheurd stuk papier, zo nauwkeurig was de aansluiting 11. Vanaf 1968 spreken we over pla - tentektoniek om de beweging van de aardkorst aan te duiden. Het aardoppe rvlak bestaat uit acht tot twaalf grote platen. Met de vaststelling dat de beweging van de aardkorst de oorzaak is van g eberg - tevorming en aardbevingen, werd een nieuwe kaap genomen in de zoektocht om de wereld te begrijpen. Vroeger had God de bergen geschapen, nu weten we dat er bergen zijn als gevolg van een natuurlijk proces. Vroeger waren aardbevingen een teken van Gods toorn, nu weten we dat aardbevingen een onvermijdelijk ge - geven zijn, omdat er vanuit het binnenste van de aarde een zijwaartse dr uk is op de aardkorst. Is het allemaal wel bewezen, hoor je nog steeds aanhangers van het creat ionisme zeggen. Het is ten overvloede, maar goed, we gaan een kijkje nemen in he t kli - maatonderzoek dat tegenwoordig zo’n hoge vlucht heeft genomen. Rond 1900 stond het vast dat er ijstijden waren geweest. Maar een echte verkla - ring van het waarom van dit natuurverschijnsel was er niet. De Servische werktuigbouwkundige Milutin Milankovic raakte in de greep v an de theorie van de ijstijden en bouwde voort op het werk van de autodidact J ames Croll, die een verklaring zocht in de aardbaan om de zon. Milankovic ging uit v an drie cycli: de cyclus van bijna cirkelvormigtot elliptisch in een periode van 100.000 jaar, de zwenkende tolbeweging van de aardas met een cyclus van 23.000 jaar en de cy - clus die de stand van de aardas verandert onder invloed van de aantrekki ngskracht van andere planeten (41.000 jaar). Dit betekende een enorm rekenwerk. Het leeu - wendeel verrichtte Milankovic in de Eerste Wereldoorlog, waarin hij als reservist van het Servische leger huisarrest had gekregen. In 1920 verscheen zijn Théorie mathématique. Echt empirisch bewijs was er nog niet voor de theorie van Milanko - vic. Maar hij was zeker van zijn zaak en zei: ‘History will prove tha t I am right’ 12. KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 15 30-09-15 16:38
16 In zijn meeslepende boek De menselijke maat loopt Salomon Kroonenberg de bewijzen voor de theorie van Milankovic langs. Boormonsters uit Groenlan d en Antartica geven grafieken die nauw aansluiten bij de berekeningen van Milanko- vic. Maar dat geldt ook voor monsters die genomen worden uit kalkafzetti ngen op de bodem van de zee. Een heel andere methode is de bepaling van de hoogt e van de zeespiegel aan de hand van restanten van koraalriffen. De hoogte van de zee - spiegel is namelijk indirect een aanwijzing voor de hoeveelheid ijs op d e Noord- en Zuidpool. Ook afzettingen van grind en slib bij rivieren zeggen iets over het klimaat in het verleden. Tenslotte is de biotoop (flora en fauna) een indicatie voor het klimaat op een bepaalde plaats in een bepaalde tijd 13. Vijf methoden, die een heel verschillende benaderingswijze hebben. En toc h ge - ven ze allemaal hetzelfde beeld. Het geeft wetenschappers een kick als z e resulta - ten boeken die precies in het verlengde liggen van de verwachtingen. Hoe zou je de conclusies uit deze overvloed aan gegevens kunnen aanvecht en 14? We komen op een nieuw hoofdstuk in het verhaal van de aarde. Walter Alvarez 15 was op zoek naar een exacte datering van de geologische krijt-tertiair-grens met behulp van paleomagnetisme. In de buurt van het bergdorp Gubbio in de Italiaanse streek Umbrië onderzocht hij in een kloof een formatie van roze zandsteen. Precies op de grens van het krijt en het tertiair vo nd hij een laagje rode klei van 6 millimeter dikte. Hij vroeg zich af hoelang de pe riode zou zijn geweest, waarin deze laag zou zijn gevormd en sprak daarover met zi jn vader die kernfysicus was. Zijn vader vond het een goed idee om de samenstelli ng van deze laag vast te stellen door middel van een nieuwe techniek: de neutro nenacti - veringsanalyse. De uitkomst van het onderzoek was zo onwaarschijnlijk da t men eerst twijfelde aan de betrouwbaarheid van het onderzoek: in het materiaal zat driehonderdmaal zoveel iridium als normaal. Men herhaalde de analyse en deed onderzoek naar monsters uit dezelfde krijt-tertiair-grenslaag op andere plaatsen in de wereld. Al deze analyses gaven eenzelfde beeld: een extreem hoog gehalte aan iridium. Iridium is een stof die op aarde weinig voorkomt, maar wel op mete - orieten. In 1980 maakten Louis en Walter Alvarez hun conclusies wereldkundig: er moet ergens in de wereld een grote meteorietinslag hebben plaatsgevonden, die in één klap meer dan de helft van de levensvormen op aarde heeft w eggevaagd. De eerste reactie van paleontologen was er een van ongeloof. De catastro fetheo - rieën waren immers al lang van de baan. Het onderzoek moest echter ve rder en de volgende vraag lag voor de hand: waar zou die inslag hebben plaatsgev onden? Uiteindelijk bleef in 1991 Chicxulub op het Mexicaanse schiereiland Yucatan als enige kandidaat over. In 1950 waren geologen daar al gestuit op een cirkel - vormige structuur in de aardkorst. Het zijn de restanten van een krater met een doorsnede van 150 kilometer. De stenen op de bodem werden gedateerd op 65 KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 16 30-09-15 16:38
17 miljoen jaar, de periode van de overgang van het krijt naar het tertiair. Ook we- tenschappers zeggen dan: bingo! Tegelijk roept deze ontdekking vragen op. Waar is God in deze ongekende extinc - tie? Kunnen we nog zeggen dat God de wereld bestuurt als dergelijke catastrofes plaatsvinden? Door het uitsterven van de dinosauriërs kwam er plaats voor kleine zo ogdieren en daarmee ook voor de mens. Was die meteorietinslag 65 miljoen jaar geleden er niet geweest, dan waren wij er niet geweest. Om die reden sprak de be kende paleontoloog Stephen Gould over de mens als ‘een schitterend ongeluk’ 16 – een fraaie formulering, maar niet bepaald een troostrijke gedachte. We blijven nog even bij dat onderwerp catastrofes. Vulkaanuitbarstingen heb je in soorten en maten. De meest recente grote vulkaanuitbarsting was die in 1980 van Mount Sain t He - lens in de Amerikaanse staat Washington. Op 18 mei werd de noordkant van de vulkaan horizontaal weggeblazen, waardoor een grote lawine met meer dan 200 km per uur over de aarde raasde 17. In totaal werd er een kubieke kilometer uitge - stoten. De uitbarsting van de vulkaan Tambora in 1815 was minstens het honderdvou - dige van die van Saint Helens en veroorzaakte door zijn stofuitstoot wereldwijd een koude zomer (in de VS 7 graden kouder dan normaal) 18. Misoogsten en ook hongersnood waren het gevolg. Het kan echter nog extremer. De eerste keer dat ik over het Toba-meer in Sumatra hoorde, was op de theologi - sche faculteit van de Vrije Universiteit van Amsterdam. Bevlogen vertelde pro - fessor Verkuyl hoe de Toba-Bataks aan het einde van de negentiende eeuw door de prediking van ds. Nommenson christen waren geworden. Er is iets merkwaardigs aan de hand met dat Toba-meer. Het meer is 100 km lang en 30 km breed. De omgeving van het meer bestaat uit kleine heuvels, maa r het meer zelf is ten opzichte daarvan onwaarschijnlijk diep: tot 500 meter. Pas recent is duidelijk geworden van welke gigantische ramp dat mooie meer getuigt. De Nederlander Van Bemmelen was de eerste (in 1939) die suggereerde dat het Toba- meer gevormd is door een grote vulkaanuitbarsting 19. In het verdere onderzoek was het een bijzondere ervaring om te ontdekken hoe verschillende discip lines de stukjes aandroegen voor de oplossing van de puzzel. Een ijsboormonster t oonde sporen van een vulkaanuitbarsting van ongeveer 75.000 jaar geleden. Onde rzoek op de bodem van de oceaan liet rond 75.000 jaar geleden een plotselinge tempe - ratuurdaling zien van 10 o C. John Westgate vroeg monsters van vulkanen wereld - wijd. De as van het Toba-meer kwam precies overeen met de gevonden as in de KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 17 30-09-15 16:38
18 ijslaag in Groenland. Nader onderzoek van het Toba-meer legde een steile helling bloot op de bodem van het Toba-meer, die een vulkanische oorsprong onthult en men vond enorme hoeveelheden magma. Men schat dat de uitstoot 2800 kubieke kilometer bedroeg. Het is mogelijk dat de hoeveelheid mensen op aarde al s ge- volg van deze ramp teruggebracht werd tot tussen de 2000 en 8000 20. Vooral op het vlak van vulkanen is de mensheid kort van geheugen. Salomon Kroonenberg vertelt het verhaal van de Nevado del Ruiz, die in 1985 25.000 men - sen bedolf door een modderstroom 21. Hij laat ons een getuigenverslag lezen – aan - grijpend. Maar later zegt hij: het getuigenverslag is niet uit 1985, maa r uit 1595! Dit raakt de kern van zijn betoog. Wij mensen zijn te klein om ons de geologische processen die hier op aarde zijn geweest, voor te stellen. We lijken op een vlieg die meelift in een vliegtuig en niet doorheeft dat hij op een ander cont inent is terechtgekomen 22. Als je een strandwandeling maakt, kun je door het uitzicht over de zee e en gevoel van eeuwigheid over je voelen komen. Terwijl je blik gaat over het water, voel je je eigen beperkingen en je denkt: alles gaat voorbij, maar dit strand bl ijft. Zelfs dat blijkt niet het geval te zijn. Op de bodem van de Noordzee wor den door vissers resten gevonden van de sabeltandtijger en de mammoet. Tienduizend jaar geleden kon je lopend naar Engeland. En nog niet eens zo lang geleden wo onden er mensen op de Doggersbank – nu ligt die 30 meter onder de zeespiege l 23. Tweehonderd jaar wetenschapsbeoefening hebben ons wereldbeeld grondig ver - anderd. Er zijn tijden geweest dat de aarde bijna geheel met ijs was bedekt. En er waren warme periodes, waarin er geen ijs te vinden was op de Noordpoo l en de Zuidpool. Het verhaal dat de aarde vertelt, is wonderbaarlijk en tegelijk hui - veringwekkend. Op veel punten biedt de wetenschap een plausibele verklaring voor het on tstaan en de ontwikkeling van het leven op aarde. Ook het bestaan van de aarde zelf wordt verklaard: we zijn samengebalde sterrenstof, die in een langdurig proces van kernfusie in het binnenste van een ster is gevormd en na een superno vaexplo - sie de ruimte in werd gesmeten. Jacques Monod (1910-1976) was moleculair bioloog en won in 1965 de Nob el - prijs voor fysiologie/medicijnen. In het boek Le Hasard et la Nécessité ontvouwt hij de visie die hij op het leven heeft ontwikkeld. Vele geologen zullen het met hem eens zijn. Als wetenschapper ziet hij geen zin in het bestaan. Het leven heeft geen doel en er is geen geest die deze materiële wereld het leven inb laast. ‘De objectieve kennis brengt de oude animistische verbintenis van de mens met de natuur aan het licht en stelt voor die waardevolle band niets in de KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 18 30-09-15 16:38
19 plaats dan een beklemmende speurtocht in een ijskoude wereld vol eenzaam - heid... Als de mens de boodschap van de wetenschap aanvaardt, moet hij ein - delijk wel uit zijn duizendjarige slaap ontwaken om zijn totale eenzaamh eid, zijn verwantschap met niemand te ontdekken. Hij weet nu dat hij als een Zigeuner aan de zelfkant van de wereld vertoeft. Een wereld die doof is voor zijn muziek, onverschillig zowel ten opzichte van zijn verwachtingen als van zijn leed of zijn misdaden 24.’ Deze levensopvatting zullen wij in het volgende hoofdstuk nader onderzoe ken. KOKT_1509_Open Geloven_BW_13.indd 19 30-09-15 16:38
Jart Voortman Open geloven Jart Voortman Open geloven NUR 700 ISBN 978 90 435 2536 7 9 789043 525367 Past het christelijk geloof in onze moderne wereld? Twee eeuwen wetenschapsbeoefening hebben een aardverschuiving teweeggebracht in het levensbeschouwelijke landschap. Zijn er voor moderne mensen nog redenen om te geloven of is geloof alleen maar een zaak van gevoel? Bovendien: is het christelijk geloof wel aantrekkelijk? En is het verenigbaar met de waarden van mensenrechten en tolerantie? Jart Voortman stelt in dit boek deze en vele andere vragen aan de orde en onderzoekt hoe het christelijk geloof in deze tijd een inspiratiebron kan zijn. Een boek dat uitnodigt om met elkaar in gesprek te gaan. Jart Voortman (1953) was predikant in verschillende protestantse kerken en is sinds 2001 in Vlaanderen werkzaam in het godsdienst- onderwijs. “ Een eerlijk betoog, waarin moeilijkheden niet worden gemeden” Riemer Roukema, schrijver van Jezus, de gnosis en het dogma (2007) “ Dit is het boek van een gepassioneerde en integere godzoeker!” Paul Cliteur, auteur van Het Atheïstisch Woordenboek (2015) EEN VERAN TWOORDING VAN HET CHRISTELIJK GELOOF kokBOopengeloven1015.indd 1 07-10-15 08:47