Wim ter Horst Over troosten en verdriet Wie door leed wordt getroffen, komt terecht in een doolhof. De goede weg is er onbekend, de uitgang moeilij.k te vinden. Vaak komt men terug op plaatsen waar men al eerder is geweest. In tijden van diepgaand leed zijn er geen pasklare antwoorden op de vraag hoe het nu verder moet. De lijdende bevindt zich in een doolhof waarin zoekend een weg moet worden gevonden. Vaak gaat dat samen met belevingen van eenzaamheid. Hoe kunnen we daarmee omgaan? En welke rol speelt God en de waarom-vraag? In dit eerlijke boek heeft Wim ter Horst ervaringen met lijden van zichzelf en anderen verwoord en geordend. Praktisch en invoelend beschrijft hij hoe we kunnen proberen troost te vinden en te bieden in de doolhof van het leed. ‘Een ongehoord waarachtig boek over troosten en verdriet.’ – Trouw Dr. Wim ter Horst is orthopedagoog en maakt in zijn publicaties gebruik van een paradigma ontleend aan het christelijk geloof. Na zijn vervroeg- de emeritaat als hoogleraar in Leiden heeft hij zich, naast het thema van troost en verdriet, vooral bezig gehouden met de christelijke opvoeding. Daarover schreef hij onder andere Wijs me de weg! en Christelijke pe- dagogiek als handelingswetenschap. Over troosten en verdriet verscheen voor het eerst in 1984 en beleefde herdruk op herdruk. Deze twaalfde druk werd door hem voorzien van een aantal actuele overwegingen. NUR 711/749 ISBN 978 90 435 2776 7 9 789043 527767 www.kok.nl Wim ter Horst Over troosten en verdriet kokBOtroostenverdriet0816.indd 1 02-08-16 14:44
WIM TER HORST Over troosten en verdriet Iets dergelijks heb ik al vaak gehoord Gij zijt allen jammerlijke vertroosters Komt er geen einde aan ijdele woorden? Wat prikkelt u toch dat gij weer het woord neemt? Job 16:1-3 Over troosten en verdriet - 2016.indd 3Over troosten en verdriet - 2016.indd 3 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
Twaalfde (geactualiseerde) druk, 2016 © 1984 Uitgeverij Kok – Kampen Omslagontwerp Peter Slager Ty p o g r a fi e V3-Services ISBN 978 90 435 2776 7 NUR 711/749 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge- slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voor af gaan de schrift elijke toestemming van de uitgever. Over troosten en verdriet - 2016.indd 4Over troosten en verdriet - 2016.indd 4 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
5 Inhoud Overwegingen bij de twaalfde druk ............................................. 9 1. Gedachtegang ............................................................................ 13 2. De eerste klacht: eenzaamheid ................................................. 19 3. Wa t i s v e rd r i e t e i g e n l i j k ? ........................................................... 31 Verdriet als antwoord op leed ................................................ 32 De keuzevrijheid ...................................................................... 34 De rangorde van de antwoorden ........................................... 36 Leed ............................................................................................ 39 Teleurstelling ............................................................................ 40 Ik-verlies ..................................................................................... 41 Onvervuldheid ......................................................................... 44 De onderkant van het leed ...................................................... 47 Nood en schuld en menselijk falen ......................................... 51 Het verwerken van leed ........................................................... 58 De erosie .................................................................................... 59 De ramp ..................................................................................... 64 Verdriet als aandoening .......................................................... 67 Verdriet en vreugde ................................................................. 69 De doolhof van het leed ........................................................... 71 Medelijden ................................................................................ 79 Over troosten en verdriet - 2016.indd 5Over troosten en verdriet - 2016.indd 5 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
6 4. Bezwaren tegen onze opvattingen .......................................... 83 De kalmte van de stoïcijnen .................................................... 83 Over verdriet ............................................................................. 87 Gij dwaalt, gij dwaalt! .............................................................. 88 Onleven ..................................................................................... 92 Lijdzaamheid ............................................................................ 96 De priesters in het heiligdom ................................................. 99 5. Hoe kunnen we troosten? ........................................................ 101 Grenzen van de troost ............................................................ 101 Het wonder ............................................................................... 103 Overwegen en inschatten ....................................................... 105 Crises ........................................................................................ 105 Geborgenheid .......................................................................... 107 Geen onomkeerbare beslissingen ........................................ 108 Chemische troost ................................................................... 109 Surrogaatverbintenissen ........................................................ 110 Vergetelheid ............................................................................. 112 Pseudo-crises ............................................................................ 113 Uitzicht ...................................................................................... 115 Eigenaardige behoeft en .......................................................... 119 Het stank-voor-dank-eff ect ................................................... 121 Gemeenschap als randvoorwaarde ..................................... 124 Vergeving en verzoening ........................................................ 127 Duurzame gemeenschapsverbanden ................................... 128 Zelfh ulpgroepen ...................................................................... 130 Incidentele gemeenschap ....................................................... 133 Tijd en plaats ............................................................................ 134 De nachten ............................................................................... 137 Inslapen .................................................................................... 138 Wakker worden ...................................................................... 142 Dromen ................................................................................... 146 Herdenkingsdagen ................................................................. 149 Het gevecht met de ruimte ...................................................... 151 Grondvormen van troost ....................................................... 154 Aanraken .................................................................................. 155 Over troosten en verdriet - 2016.indd 6Over troosten en verdriet - 2016.indd 6 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
7 Verzorgen ................................................................................. 158 Hygiëne .................................................................................... 160 Lichamelijk ongemak ............................................................ 160 De omgeving ............................................................................ 162 Het geschenk ............................................................................ 164 De maaltijd ............................................................................... 164 Er op uit gaan ........................................................................... 168 Op reis ...................................................................................... 168 Andere horizonnen overschrijden ........................................ 173 Spelen ........................................................................................ 176 Werken ..................................................................................... 181 Praten ........................................................................................ 187 Kijken ............................................................................................... 6. Waarom? God, waarom? ........................................................ 193 Geen antwoord ........................................................................ 196 Denkbeelden als antwoord op de godsvraag ...................... 197 Marcion, Abelard en Leibniz ................................................ 201 De troost van het christelijk geloven ................................... 203 De dood als laatste vijand ..................................................... 205 De hemel .................................................................................. 206 Over troosten en verdriet - 2016.indd 7Over troosten en verdriet - 2016.indd 7 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
Over troosten en verdriet - 2016.indd 8Over troosten en verdriet - 2016.indd 8 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
9 Overwegingen bij de twaalfde druk Nu de uitgever een herziene editie van dit boek op de markt gaat brengen, wordt het voor mij tijd om na te gaan of de tekst moet worden vertimmerd of bijgeschaafd. Dus lees ik om te beginnen de recensies nog een keer door. Dat levert niets op, misschien ook doordat ik ze niet allemaal kan te- rugvinden na twee verhuizingen van groot naar kleiner. Of heb ik de recensies die me niet aanstonden onwillekeurig met het oud papier meegegeven? Volgende poging: Welke reacties heb ik van lezers gekregen tij- dens de talloze spreekbeurten, workshops en trainingen? Ik hoorde vaak dat het boek bruikbaar bleek te zijn. Dat telt voor mij als orthopedagoog heel zwaar. Mensen die worden ge- teisterd door wat voor ellende dan ook willen er zelden alleen maar iets dierbaars, waars, vrooms of poëtisch over lezen. Wat ze nodig hebben zijn ideeën waarmee ze in hun situatie verder kunnen; geborgenheid en perspectief, daar is het om te doen! Wat dat betreft vind ik geen reden om mijn tekst te herzien, al besef ik wel dat lezers die er na tien bladzijden op afk napten, niet naar zulke bijeenkomsten kwamen. Maar dat is onvermijdelijk. Iedere publicatie heeft een eigen doelgroep. Kan ik misschien iets met verhalen over hen die wilden troos- ten? Grof gesteld zijn die ervaringen in tweeën te verdelen. De eerste soort gaat over mensen voor wie troosten identiek is met praten. Dat is een taai en soms fataal misverstand. In sommige situaties is elk woord namelijk teveel en wie dan toch het woord neemt in plaats van stil te zijn of iets te doen, maakt zich schuldig aan ontroost. Over troosten en verdriet - 2016.indd 9Over troosten en verdriet - 2016.indd 9 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
10 Een voorbeeld dat ik maar niet kan vergeten, is dat van een goedwillende man die zijn buurvrouw verbijsterd aantrof bij haar plotseling overleden echtgenoot. ‘Ge moet mar zo denke Marietje: Hij hef het nou beter dan dat gij het hem ooit had kunne geve.’ Grrrrr! Dit verhaal heeft allerlei varianten; goedwillende troosters die op het verkeerde moment iets verkeerds zeggen. Vaak beginnen ze maar gauw over zichzelf omdat hen, geconfronteerd met het lijden van de ander, de schrik om het hart slaat. De tweede soort verhalen gaat over mensen die troosten heer- lijk vinden omdat het een goed gevoel geeft . Kan ik daar iets mee voor deze geactualiseerde uitgave? Meteen maar weer een exemplarisch verhaal. Een vriendelijke weduwe van middelbare leeft ijd. Als het op woensdagochtend re- gent, krijgt ze vaak de behoeft e om iemand te troosten. Daarvoor heeft ze een standaard werkwijze. Ze begint ermee de ander wel- gemeend te beklagen om het geleden verlies en gaat daarna allerlei afschuwelijke details weer in de herinnering brengen. Als er dan tranen komen, kan ze verder; ze slaat een arm om een schouder en maakt sussende geluiden. De man die het me vertelde, werd daardoor juist teruggezet. Hij had weken gaten in de muur zitten staren op de bank en in zijn woning was het een enorme bende. Die woensdagochtend was hij net van plan zichzelf eens aan te pakken om wat orde te scheppen. Toen belde ze aan. Na vijf minuten was hij alweer hele- maal van streek en nadat zij met een goed gevoel was verdwenen, zat hij opnieuw verslagen op de bank. Ze had verzuimd te peilen waar hij aan toe was en had hem moeten helpen met afwassen en stofzuigen. Ook dit verhaal heeft allerlei varianten. Maar wat moet ik er- mee voor deze twaalfde druk? Hoewel ze als makkelijk leesbare illustraties de tekst waar- schijnlijk verlevendigen, vraag ik me af of ze aan de bruikbaarheid iets zullen toevoegen. Bovendien ben ik al steeds zo dicht moge- lijk bij de herkenbare alledaagse werkelijkheid gebleven, hoewel het soms nodig was daarvan enige afstand te nemen om de grote Over troosten en verdriet - 2016.indd 10Over troosten en verdriet - 2016.indd 10 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
11 lijnen te blijven zien. Na ‘ampele overwegingen’ heb ik daarom besloten de tekst onveranderd te laten. Dat geldt overigens niet voor de literatuurverwijzingen. Die zijn weggelaten omdat er over dit onderwerp in hoog tempo van al- les verschijnt dat gemakkelijk online te raadplegen is. Dat is ook het geval met de auteurs aan wie ik schatplichtig ben. Ze zijn met name in de tekst genoemd. Echt schatplichtig ben ik trouwens aan de vele honderden die me in goed vertrouwen raadpleegden. Wim ter Horst Heino, 2016 Over troosten en verdriet - 2016.indd 11Over troosten en verdriet - 2016.indd 11 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
Over troosten en verdriet - 2016.indd 12Over troosten en verdriet - 2016.indd 12 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
13 1. Gedachtegang Wie met hevig leed te kampen krijgt, ontkomt er niet aan de ge- dachten te laten gaan. Het is immers een van de eigenschappen van de mens dat zij vra- gen stelt: de waardoor-, en de waartoe-vraag; de wat-is-vraag; de s c h u l d v r a a g ; d o e -v r a a g . O o k : d e g o d s v r a a g , d i e d e w a a r o m -v r a a g i s . Soms lijken een aantal van deze vragen een antwoord te vin- den in godsdiensten, in religieuze verhalen of ze worden opnieuw gesteld, zeker in deze tijd, zeker in deze samenleving, zeker onder invloed van de joods-christelijke traditie waarin men nooit blij- vend met het gevonden antwoord tevreden hoeft te zijn. Vragen dus – algemene en vooral zeer persoonlijke. Als de vragen er zijn, komen de gedachten vanzelf. Vaak nemen ze de vorm aan van cirkels die ronddraaien, soms tot gek wordens of afstompens toe. In dit boek wordt een poging gedaan om over troost en verdriet na te denken zonder in wanhopig makende gedachtecirkels te ge- raken of in de valkuil van de gemakkelijke dooddoeners terecht te komen. Wat ons vooral interesseert is de doe-vraag. Wat kunnen we doen om vertroosting te vinden of te bieden? Die vraag zal onze richt- snoer zijn, maar ze is verweven met andere vragen. Men wordt uitgenodigd de te ontwikkelen gedachten in over- weging te nemen; meer kan niet. Ik hoop dat men er iets aan heeft in de strijd in de doolhof van het leed. Over troosten en verdriet - 2016.indd 13Over troosten en verdriet - 2016.indd 13 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
14 Begonnen wordt met een onderwerp dat schijnbaar wat terzijde ligt van de kernvragen. Het gaat over de eenzaamheid die vrijwel altijd met leed samengaat. Dat is vaak de eerste klacht die naar voren wordt geschoven. Zowel zij die lijden als zij die (willen) troosten, geven aan dat het allemaal veel gemakkelijker zou gaan als ze maar niet zo op een afstand werden gehouden. Dat is op zichzelf toch wel heel merkwaardig! Hoe erg het ook is, men noemt niet eerst het leedfeit, maar men klaagt erover dat men de ander niet kan bereiken. Wat is dat? Is het eigenlijke van het leed dan een ‘verbroken of gestoorde communicatie’, zoals de gebroeders Verkuyl menen? Ik kom tot een andere omschrijving, maar deze ‘eerste klacht’ leek me toch belangrijk genoeg om mee te beginnen. De ervaringen van onszelf en van anderen werden van bij- komstigheden ontdaan en gesorteerd. Zodoende ontstonden er een aantal schetsmatige beelden, waaraan men zich kan spiegelen om te kijken of men er soms op lijkt. In dat geval is het misschien mogelijk anders te gaan doen. Overigens zal nog blijken dat deze ‘eerste klacht’ van zeer groot belang is. Gemeenschap is namelijk voorwaarde voor verdriet; geen gemeenschap – geen verdriet! In hoofdstuk 3 wordt verdriet beschouwd als een van de vele mo- gelijke, menselijke antwoorden op leed. Zo gezien is de mens ver- a nt woordel ijk voor ha a r verd r iet . Ma a r i n hoe ver re i s d at ju i st? E n als er andere antwoorden mogelijk zijn, welke verdienen dan de voorkeur? Hoe moeten bijvoorbeeld berusting en opstandigheid worden gewaardeerd? Voorlopig wordt verdriet omschreven als een riskant, liefdevol antwoord op leed, van de mens die met dat leed geen genoegen kan nemen en ook geen mogelijkheden ziet het te bestrijden. De i s-v r a a g na a r verd r ie t i s h ier me e omge z e t i n de i s-v r a a g na a r leed. Om daarop zicht te krijgen wordt nagegaan welke verbanden er kunnen bestaan tussen een feit en het daarmee samenhangende leed. Voor de één is het verlies van zijn baan een opluchting, voor de ander een teleurstelling, voor een derde verlies van een stuk van zichzelf en voor een vierde de oorzaak van een gebroken hart. Over troosten en verdriet - 2016.indd 14Over troosten en verdriet - 2016.indd 14 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
15 In dit hoofdstuk komt ook het zgn. verwerken van leed aan de orde (met verdriet als één van de mogelijke antwoorden). De be- staande ‘verwerkingsmodellen’ met hun ‘fasen’ die achtereenvol- gens in een ‘proces’ moeten worden doorlopen, vind ik voor de meeste gevallen te rechtlijnig en te mechanisch. Daarom wordt een eerste schets van het zgn. doolhofmodel ontworpen, dat mijns inziens meer recht doet aan het enorme gevecht dat mensen moe- ten voeren die met diepgaand lijden te maken hebben. Ho ofd st u k 4 i s v r ij gehouden om i n te ga a n op b e z w a ren d ie er b e- staan ten opzichte van een kerngedachte die in hoofdstuk 3 is ont- wikkeld, nl. dat leed niet aanvaard behoort te worden. Met deze gedachte staat of valt een groot deel van onze opvattingen over troost zoeken en troost bieden. Vandaar dat we in dit hoofdstuk de doe-vraag even laten wachten. Misschien zullen er lezers zijn die deze beschouwingen wat overbodig vinden, maar daar staat tegenover dat het er in onze cultuur zo diep zit ingeheid dat we ons zonder morren moeten schikken in ons lot, dat we bijna zouden menen dat het niet anders kan en mag. Voor de bezwaren tegen mijn opvattingen heb ik me gewend tot de Stoa, die zich wat de visie op het lijden betreft , voortzet in het patristieke en scholastieke denken en in de Reformatie. Dat is een enorme aantijging, want hiermee beschuldig ik de ‘klassieke’ dog- matiek van onbijbelse invloeden. Aan andere bezwaren, zoals die in de mystiek, het heroïsme en de romantiek naar voren komen, moest ik voorbij gaan. Niet omdat ze onbelangrijk zijn, maar omdat ze te ver zouden afvoeren van de doe-vraag. In hoofdstuk 5 kan nu eindelijk de doe-vraag als zodanig worden gesteld. Wat kunnen we door dag en tijd doen om tijdens het gevecht in de doolhof van het leed niet te capituleren? Dat blijkt meer te zijn dan ‘erover praten’. Het blijkt ook dat elk eenzaam gevecht gedoemd is te misluk ken. Geprobeerd wordt de lezers een samen- Over troosten en verdriet - 2016.indd 15Over troosten en verdriet - 2016.indd 15 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
16 hangend geheel van eenvoudige doe-mogelijkheden aan te reiken, waarvan er gewoonlijk vele over het hoofd worden gezien. Hoofdstuk 6 is gewijd aan de godsvraag. In meerdere opzichten is het niet juist om in een boek over verdriet in het laatste hoofd- stuk God ook nog maar even aan de orde te stellen. Sinds mensen geteisterd worden door leed hebben ze de waarom-vraag gesteld. Waarom, waarom? Waarom wij? Op de een of andere manier vermoedt men dat het leed niet zo maar is. Als men zelf de zin er niet van kan ontdekken, wordt deze gezocht in de wraak of de luimen van de godheid of van iets anders dat de mens te machtig is. De waarom-vraag is daarmee een religieuze vraag. ‘Als we maar wisten waarom ons dit is overkomen, zouden we het wel kunnen dragen’. Vandaar dat allerlei religies, godsdiensten en re- ligieachtige fi losofi sche stelsels zich hebben laten verleiden om op de wáárom-vraag een dáárom-antwoord te geven. In het Westen wordt de godsvraag in verband met het leed steeds dringender gesteld; vooral sinds 1755 (Lissabon) en daarna weer sinds 1945 (Auschwitz!). Waarom dan deze vraag niet in het eerste hoofdstuk? Omdat we met elke doordenking ervan onmiddellijk aan de grenzen zitten van wat we met ons verstand nog kunnen bevatten. Omdat gebleken is dat bij het doordenken van deze vraag onmid- dellijk de emoties hoog oplaaien. Omdat gebleken is dat de vraag naar de hemel de aandacht vaak afl eidt van het leven op aarde. Maar – afgezien daarvan – is het een kernvraag: Waar was U God, toen de aarde schudde? Waar was U, toen Uw kinderen de gasovens werden ingestuurd? Eigen l ijk is de loskoppel i ng va n de doe-v raag en de godsv raag on- juist. Het is zelfs mijn bezwaar tegen de mystiek dat ze zo vurig verlangt naar Het Verhevene en De Verhevene, dat de geringe en de nederige de kans lopen uit het gezicht te verdwijnen. God is ze- ker in de hemel, maar Hij lig t ook op straat. Daarom zijn we maar met de straat begonnen, want die ligt het meest voor de hand. Over troosten en verdriet - 2016.indd 16Over troosten en verdriet - 2016.indd 16 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
17 Ik durfde en kon dit boek alleen maar beginnen vanuit het hui- veringwek kende antwoord dat in het visioen werd geopenbaard: Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De hemel en de aarde van vroeger waren verdwenen; ook de zee bestond niet meer. Ik zag dat God de heilige stad, een nieuw Jeruzalem uit de hemel liet neerdalen. Ze was getooid als een bruid die zich voor haar man heeft mooi gemaakt. Uit de richting van de troon hoorde ik iemand luid zeggen: Nu heeft God zijn tent onder de mensen opgeslagen! Hij zal bij hen wonen en zij zullen zijn volk zijn. God zelf zal met hen zijn. Elke traan in hun ogen zal Hij drogen. De dood zal er niet meer zijn; rouw, jammer en pijn zullen niet langer voorkomen. De dingen van vroeger zijn voorbij. Hij die op de troon was gezeten, zei: Ik maak alles nieuw ... Openb. 21:1-5. Maar zover zijn we nog niet. Het eschaton maakt het heden niet overbodig, maar mogelijk. De vragen blijven. Wij laten er onze gedachten over gaan. Over troosten en verdriet - 2016.indd 17Over troosten en verdriet - 2016.indd 17 25-7-2016 15:09:3525-7-2016 15:09:35
Wim ter Horst Over troosten en verdriet Wie door leed wordt getroffen, komt terecht in een doolhof. De goede weg is er onbekend, de uitgang moeilij.k te vinden. Vaak komt men terug op plaatsen waar men al eerder is geweest. In tijden van diepgaand leed zijn er geen pasklare antwoorden op de vraag hoe het nu verder moet. De lijdende bevindt zich in een doolhof waarin zoekend een weg moet worden gevonden. Vaak gaat dat samen met belevingen van eenzaamheid. Hoe kunnen we daarmee omgaan? En welke rol speelt God en de waarom-vraag? In dit eerlijke boek heeft Wim ter Horst ervaringen met lijden van zichzelf en anderen verwoord en geordend. Praktisch en invoelend beschrijft hij hoe we kunnen proberen troost te vinden en te bieden in de doolhof van het leed. ‘Een ongehoord waarachtig boek over troosten en verdriet.’ – Trouw Dr. Wim ter Horst is orthopedagoog en maakt in zijn publicaties gebruik van een paradigma ontleend aan het christelijk geloof. Na zijn vervroeg- de emeritaat als hoogleraar in Leiden heeft hij zich, naast het thema van troost en verdriet, vooral bezig gehouden met de christelijke opvoeding. Daarover schreef hij onder andere Wijs me de weg! en Christelijke pe- dagogiek als handelingswetenschap. Over troosten en verdriet verscheen voor het eerst in 1984 en beleefde herdruk op herdruk. Deze twaalfde druk werd door hem voorzien van een aantal actuele overwegingen. NUR 711/749 ISBN 978 90 435 2776 7 9 789043 527767 www.kok.nl Wim ter Horst Over troosten en verdriet kokBOtroostenverdriet0816.indd 1 02-08-16 14:44