Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.26-02-16 11:41 KOKT_1602_PlatenBijbel_BW_02.indd 24 Eindelijk hield het op met regenen. Toen de aarde droog was, deed Noach het dak van de ark open. Ga maar naar buiten, zei God. Onder een blauwe hemel vlogen de vogels weg om hun nesten te bouwen. De dieren sprongen en huppelden, op zoek naar nieuwe plekken. God wilde de aarde nooit meer onder water zetten. Daarom gaf Hij de regenboog. Dat was het teken van zijn trouw. Genesis 6-9 26-02-16 11:41 KOKT_1602_PlatenBijbel_BW_02.indd 22 Het regende veertig dagen en veertig nachten lang. Het water bedekte de wegen en de huizen. De mensen, de bomen en de bergen. Maar het water droeg de ark hoger en hoger. Noach was veilig in de ark, en ook alle dieren die bij hem waren. 23 22 26-02-16 11:41 KOKT_1602_PlatenBijbel_BW_02.indd 20 Toen de ark klaar was, zei God tegen Noach: Nu moet je van alle kleine en grote dieren een paar meenemen. De lucht werd zwart als inkt. Noach bracht zijn familie en alle dieren veilig naar binnen en God sloot de deur. 21 20 26-02-16 11:41 KOKT_1602_PlatenBijbel_BW_02.indd 18 19 Je moet een boot bouwen, voor jou en je vrouw en je kinderen, zei God tegen Noach, een ark. Daarin ben je veilig als het water komt. Noach vertrouwde God en bouwde de ark. 26-02-16 11:41 KOKT_1602_PlatenBijbel_BW_02.indd 16 De ark van Noach De tijd ging voorbij. Er kwamen meer mensen op aarde, zoals God bedoelde. Maar ze leefden niet zoals Hij wilde. Ze dachten niet eens aan Hem. Hij keek naar de aarde en kreeg spijt dat Hij de mensen had gemaakt. Maar God hield veel van Noach. Toen maakte Hij een plan. Ik zet de aarde onder water, zei Hij tegen Noach. Maar jou wil ik redden. 16 26-02-16 11:41 KOKT_1602_PlatenBijbel_BW_02.indd 12 God wilde dat niet alleen in de lucht en in de zee, maar ook op aarde leven was. En daar kwamen de dieren. Grote, grijze olifanten, gestreepte zebras en leeuwen met bontkragen. Maar ook koeien, herten en kleine, zachte lammetjes. Toen maakte Hij twee mensen die op Hem leken. Een man en een vrouw. God noemde ze Adam en Eva. Hij gaf ze een wondermooie tuin om in te wonen, de hof van Eden. Adam en Eva hielden van God en van elkaar. God zag dat alles wat Hij in zes dagen had gemaakt heel goed was. Daarna rustte Hij uit. Op de zevende dag. Genesis 1-2 13 12 26-02-16 11:41 KOKT_1602_PlatenBijbel_BW_02.indd 11 Langs de hemel vlogen vogels. Ze zongen elk hun eigen liedjes. In de zeeën zwommen vissen. God versierde ze met mooie kleuren en vlekken. Met stippen en strepen. Ze waren klein en smal of lang of groot, maar allemaal even prachtig. Hij maakte de zeester die op de bodem ligt, maar ook de orka die boven de golven uit kan springen. 26-02-16 11:41 KOKT_1602_PlatenBijbel_BW_02.indd 9 God hoefde maar te spreken en meteen was het er. Hij schiep de hemel, de aarde en de grote zeeën. Op de aarde liet Hij bomen, bloemen en planten groeien. 8 26-02-16 11:41 KOKT_1602_PlatenBijbel_BW_02.indd 8 God geeft licht Uit de lege duisternis schiep God de wereld. Hij sprak en er was licht. Hij gaf de zon voor overdag. De maan en miljoenen sterren voor de nacht. Uit niets maakte Hij alles. 9 8