Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
5 Kijk eens wie daar loopt. Het is Elia, een knecht van God. Waar gaat hij naartoe? Naar het paleis? Elia is maar een gewone man. En in het paleis …? Daar wonen koning Achab en koningin Izebel. De koning en de koningin zijn heel erg rijk. En iedere dag is het feest. Maar koning Achab houdt niet van God. Zijn god is een beeld, Baäl. Daarom moet Elia naar het paleis.