20 0 j a ar A lg em een R eg le m en t v oor h et B estu ur d er H erv orm de K erk i n h et K on in krijk d er N ed erla n den 18 16 �2 0 16 B O EK EN CEN TR U M O ND ER R ED AC TIE V A N F R ED V A N L IE B U RG EN J O KE R O ELE V IN K FRED VAN LIEBURG EN JOKE ROELEVINK �RED.� 9789023971283 NUR 6 95/7 04 IS B N 9 78 9 0 2 39 7 128 3 O p 7 j a n uari 1 816 v o erd e k o n in g W il le m I e en a lg em een r e g le � m en t i n v o or d e N ed erla n d se H erv o rm de K erk . D aarm ee v o or� z a g h ij i n d e d rin g en d e b eh oeft e a an e en n ie u w e, c e n tra le e n u n i� f o rm e o rg an is a tie v o or d e p u� b lie ke k e rk , z o d at d eze h aar n atio n ale t a ak i n c u lt u ur e n s a � m en le vin g k o n v e rv u lle n . T o t a an d e A fs c h eid in g v a n 1 834 f u n ctio � neerd e h et r e g le m en t p ro b le em � lo os. D aarn a w erd h et d e k o p va n J u t v o or d iv e rs e k e rk e lij k e r ic h tin g en d ie e en a n � d ere k o ers w il d en v a re n . I n 1 951 k w am e r e in d elij k e en n ie u w e k e rk o rd e e n i n 2 004 z e lf s e en n ie u w e P ro te s� ta n ts e K erk i n N ed erla n d. I r o n is c h g en oeg b eslo ot d e p ro te sta n ts e s y n od e i n 2 016 Ð 2 00 j a ar n a d e i n m id dels v e rg ete n r e o rg an is a tie Ð d at d e k e rk o rd e o p nie u w a an in grij p en d e h erz ie n in g t o e i s . V erle d en e n h ed en b lij k e n n og a lt ij d i n e lk aars v e rle n g d e t e l ig gen . D eze b un d el la at z ie n d at Ô 1 816Õ g een r a m p w as, e erd er e en r e d din g in e en u rg en te s it u atie . E ve n zo h oeft Ô K erk 2 025Õ g een ra m p t e z ij n , m aar k an h et e en r e d din g b lij k e n v o or g oed k e rk b estu ur i n e en s e cu lie re c u lt u ur. A ute u rs i n d eze b u n del z ijn o n der a n dere n L e o n v a n d en B ro eke, J e ro en K o ch , R o el K u ip er, F re d v a n L ie b u rg , A rja n Pla is ie r e n J o ke R o ele v in k. w ww.u it g eve rij b oeken ce n tr u m .n l Ramp of redding?.qxp_Ramp of redding 27�02�18 14:01 Pagina 1
Ramp of redding? 200 jaar Algemeen Reglement voor het Bestuur der Hervormde Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden (1816-2016) onder redactie van Fred van Lieburg en Joke Roelevink Uitgeverij Boekencentrum, Utrecht Naamloos-4 3 07-03-18 11:16
6 Opening van het symposium in de Kloosterkerk (28 april 2016). Op de stoel W.J. Deetman, achter de katheder F.A. van Lieburg. Beeld: Evalien de Haan-Zijlstra. 7 Woord vooraf Dit boek bevat de bewerkte teksten van de lezingen op het symposi- um ‘Ramp of redding? 200 jaar Algemeen Reglement van Bestuur van de Nederlandse Hervormde Kerk’, gehouden op donderdag en vrijdag 28 en 29 april 2016 in de Kloosterkerk in Den Haag. In die maand was het precies twee eeuwen geleden dat de voormalige gereformeerde kerk in Nederland een nieuwe bestuursvorm kreeg, die paste bij de veranderde politieke situatie van het Koninkrijk der Nederlanden. Nadat in de jaren 2013-2015 op initiatief van de over- heid veel aandacht was besteed aan de viering van ‘200 jaar Ko- ninkrijk’, leek het ons een goede zaak ook de kerkelijke kant van deze historische omwenteling voor het voetlicht te brengen. Omdat het Algemeen Reglement net niet meer in 1815 gereed was, maar op 7 januari 1816 werd afgekondigd om per 1 april 1816 daadwerkelijk te worden ingevoerd, viel het jubileum net buiten de boot van de grote herdenking, die op 30 november 2015 met een spectaculaire show op het strand van Scheveningen werd afgesloten. Ook los van data en jaartallen was de religieuze dimensie van de Bataafse revolutie en de restauratie na de Franse tijd er in de natio- nale festiviteiten overigens bekaaid van afgekomen. 1 Afgezien van een fraaie bundel over kerk, staat en religie sinds 18132 en de klein- schalige jubileumviering van het in 1814/1815 opgerichte Neder- lands Bijbelgenootschap, waar destijds hoge politici en zakenlieden bij betrokken waren, 3 richtte de herdenking zich vooral op thema’s als de monarchie, de grondwet, het parlement en de rol van de bur- gerij. Reden te meer om de kerkelijke reorganisatie van 1816 aan te grijpen voor een specifiek symposium rond dit onderwerp. Het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, het centrum voor religiegeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam en het 1 Een uitzondering vormt het artikel in de herdenkingsbundel van Joris van Eijnatten, ‘Religie en het koninkrijk: een dwars verband’, in: Ido de Haan, Paul den Hoed en Henk te Velde (red.), Een nieuwe staat. Het begin van het Koninkrijk der Nederlan- den (Amsterdam 2013), 285-307. 2 Sophie van Bijsterveld en Richard Steenvoorde (red.), 200 jaar Koninkrijk. Religie, staat en samenleving (Oisterwijk 2013). 3 Fred van Lieburg, De wereld in. Het Nederlands Bijbelgenootschap 1814-2014 (Amsterdam 2014). Naamloos-4 6 07-03-18 11:16
6 Opening van het symposium in de Kloosterkerk (28 april 2016). Op de stoel W.J. Deetman, achter de katheder F.A. van Lieburg. Beeld: Evalien de Haan-Zijlstra. 7 Woord vooraf Dit boek bevat de bewerkte teksten van de lezingen op het symposi- um ‘Ramp of redding? 200 jaar Algemeen Reglement van Bestuur van de Nederlandse Hervormde Kerk’, gehouden op donderdag en vrijdag 28 en 29 april 2016 in de Kloosterkerk in Den Haag. In die maand was het precies twee eeuwen geleden dat de voormalige gereformeerde kerk in Nederland een nieuwe bestuursvorm kreeg, die paste bij de veranderde politieke situatie van het Koninkrijk der Nederlanden. Nadat in de jaren 2013-2015 op initiatief van de over- heid veel aandacht was besteed aan de viering van ‘200 jaar Ko- ninkrijk’, leek het ons een goede zaak ook de kerkelijke kant van deze historische omwenteling voor het voetlicht te brengen. Omdat het Algemeen Reglement net niet meer in 1815 gereed was, maar op 7 januari 1816 werd afgekondigd om per 1 april 1816 daadwerkelijk te worden ingevoerd, viel het jubileum net buiten de boot van de grote herdenking, die op 30 november 2015 met een spectaculaire show op het strand van Scheveningen werd afgesloten. Ook los van data en jaartallen was de religieuze dimensie van de Bataafse revolutie en de restauratie na de Franse tijd er in de natio- nale festiviteiten overigens bekaaid van afgekomen. 1 Afgezien van een fraaie bundel over kerk, staat en religie sinds 18132 en de klein- schalige jubileumviering van het in 1814/1815 opgerichte Neder- lands Bijbelgenootschap, waar destijds hoge politici en zakenlieden bij betrokken waren, 3 richtte de herdenking zich vooral op thema’s als de monarchie, de grondwet, het parlement en de rol van de bur- gerij. Reden te meer om de kerkelijke reorganisatie van 1816 aan te grijpen voor een specifiek symposium rond dit onderwerp. Het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, het centrum voor religiegeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam en het 1 Een uitzondering vormt het artikel in de herdenkingsbundel van Joris van Eijnatten, ‘Religie en het koninkrijk: een dwars verband’, in: Ido de Haan, Paul den Hoed en Henk te Velde (red.), Een nieuwe staat. Het begin van het Koninkrijk der Nederlan- den (Amsterdam 2013), 285-307. 2 Sophie van Bijsterveld en Richard Steenvoorde (red.), 200 jaar Koninkrijk. Religie, staat en samenleving (Oisterwijk 2013). 3 Fred van Lieburg, De wereld in. Het Nederlands Bijbelgenootschap 1814-2014 (Amsterdam 2014). Naamloos-4 7 07-03-18 11:16
9 Inleiding: vogelvlucht Fred van Lieburg Wie in 2015/2016 in het Nationaal Archief de tentoonstelling ‘24 uur met Willem’ heeft bezocht, ziet het nog voor zich. De nage- bootste werkkamer van Nederlands eerste Oranjekoning heette daar een papierfabriek. Stapels stukken lagen op het bureau in het Haag- se Paleis Noordeinde. Aan de lopende band zette Willem zijn naam onder koninklijke besluiten voor het welzijn van zijn onderdanen. Zeven dagen per week was hij paraat, ook op die zevende januari, de eerste zondag van 1816. Na de kerkdienst, mogen we veronder- stellen, tekende hij het stuk dat op het Departement van Hervormde Eredienst was voorbereid. Nog dezelfde maand verscheen het re- glement in druk: Algemeen Reglement voor het Bestuur der Her- vormde Kerk in het Koningrijk der Nederlanden . Eenheidsfactor Toen de 41-jarige Oranjeprins in november 1813 halsoverkop uit Engeland werd geroepen om in het bevrijde Nederland het heft in handen te nemen, was zijn bedje gespreid. Niet alleen door het driemanschap van wijze mannen dat de omwenteling had voorbe- reid, zelfs niet alleen door de vele bestuurders die al sinds de val van de Republiek in 1795 bezig waren een nieuwe eenheidsstaat op te bouwen. De geest waarin het Koninkrijk der Nederlanden kon gedijen, was zeker ook te danken aan de hervormde predikanten en theologen die al zo’n halve eeuw een ‘Rijk van waarheid, gods- vrucht en liefde’ zagen aankomen. Het is nog sterker. Al vanaf de zestiende eeuw was de gerefor- meerde kerk de voornaamste eenheidsfactor in het samenstel van de Verenigde Provinciën. In die Republiek was de bevoorrechte kerk niet minder versnipperd. Organisatorisch kon noch mocht zij, sinds de crisis die bezworen werd door de Dordtse synode van 1618-1619, het provincialisme van het regentendom overstijgen. In leer, ere- dienst en kerkbestuur deed zij dat echter wel degelijk. Drie belijde- nisgeschriften, een psalmberijming en een bijbelvertaling zorgden voor eenheid, evenals een internationale theologische oriëntatie en uitwisseling van professoren en predikanten. Naamloos-4 8 07-03-18 11:16
8 bestuur van de Kloosterkerk in de persoon van Willem Deetman wilden daarvoor graag verantwoordelijkheid nemen. Gezien de opkomst van een goede tachtig bezoekers bij het symposium en de hoge kwaliteit van de lezingen over een toch tamelijk specialistisch onderwerp mag van een succes worden gesproken, al verdient de historische rol van kerk, religie en levensbeschouwing in de moder- ne natiestaat en opbloeiende democratie beslist een bredere publieke belangstelling. De publicatie van de lezingen heeft langer op zich laten wachten dan gewenst. De heer Deetman had in zijn hoedanigheid als voorzit- ter van het CIO, het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken, een inspirerende lezing gehouden. Helaas is hij niet in de gelegenheid geweest de tekst persklaar in te leveren. Dit doet niets af aan onze dank voor zijn activiteiten als mede-organisator van het congres. Dankzij de gastvrijheid in de Kloosterkerk, die iedereen kent van- wege de gebeurtenissen in 1617, maar waar in 1816 ook de eerste algemene synode van de Nederlandse Hervormde Kerk werd geo- pend en gesloten, kreeg de bijeenkomst een bijzonder accent. Dat gold ook voor de muzikale bijdrage van Geerten van de Wetering, organist van de Kloosterkerk, in samenwerking met Jan Smelik, die zijn toelichting daarbij voor deze bundel wilde uitwerken. Op deze plaats bedanken wij ook Leo Koffeman, emeritus hoogleraar kerk- recht aan de Protestantse Theologische Universiteit, die op aanste- kelijke wijze leiding gaf aan de slotdiscussie van het symposium. De studenten Koos-jan de Jager en Lodewijk Kater verdienen ten slotte een pluim voor de hand- en spandiensten die zij verleenden bij de organisatie van het evenement. Amsterdam, december 2017 Fred van Lieburg en Joke Roelevink Naamloos-4 9 07-03-18 11:16
10 Koning Willem I der Nederlanden (1772-1843). Voorstudie voor het portret van 1816 voor het Amsterdamse stadhuis, door Charles Howard Hodges. Beeld: Rijksmuseum. 11 Natiestaat In de loop van de achttiende eeuw groeide onder de culturele elite het gevoel van een gezamenlijk burgerschap. Taal, geschiedenis en identiteit van de Nederlanders gaven een gemeenschappelijke more- le kracht. In die tijd gingen tal van predikanten bidden voor het vaderland, werken aan beschaving, ja geloven in een algemeen christendom. Ze werkten mee aan de invoering van een nieuwe, naar stijl en inhoud eigentijdse psalmberijming, die in 1773 werd gepresenteerd op het Mauritshuis bij het Binnenhof. De verdere vernieuwing van de liturgie door middel van een evangelische ge- zangenbundel lag in het verschiet. Zeker, de strijd tussen patriotten en prinsgezinden en later tussen Bataven en federalisten betekende een beproeving voor het gemeen- schappelijke verlangen naar een christelijke natiestaat met eenheid boven geloofsverdeeldheid. Maar na de teleurstellingen en ontbe- ringen van de Franse overheersing sprak iedereen over vergeven en vergeten. ‘Vereenigt u dan, waarde Landgenooten, met hart en ziel met mij, en ons gemeene Vaderland is gered: de oude tijden zullen weldra herleven’, sprak Willem op 30 november 1813. Geraamte De herleving van oude tijden sloeg op politieke zelfstandigheid, economische bloei en morele eensgezindheid. Op allerlei gebieden, zoals onderwijs, financiën, burgerlijke stand, waren al geruime tijd nieuwe wetten in gang getreden. Op kerkelijk gebied waren door nieuwe centrale overheidsorganen de nodige stappen gezet om de gelijke rechten voor alle gezindten te waarborgen, inclusief de beta- ling van predikanten uit de publieke middelen. Het beheer van ker- kelijke goederen, ooit aan hun roooms-katholieke bestemming ont- trokken, zou in de jaren 1819-1823 in provinciale reglementen wor- den geregeld. De aanpassing van de organisatiestructuur van de voorheen bevoorrechte kerk kon hierbij niet achterblijven. Zoals de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1795 roemloos in elkaar zakte, zo bleef het samenstel van acht provinciale kerken met minstens vijf verschillende kerkenordeningen en een veelvoud van ‘classicale wetboeken’ als een machteloos geraamte overeind. Vele kerkbe- stuurders en gemeenteleden deden hun best om binnen het zichzelf overlevende vergadersysteem de lopende zaken te behartigen en materiële bedreigingen het hoofd te bieden. Naamloos-4 10 07-03-18 11:16
10 Koning Willem I der Nederlanden (1772-1843). Voorstudie voor het portret van 1816 voor het Amsterdamse stadhuis, door Charles Howard Hodges. Beeld: Rijksmuseum. Naamloos-4 11 07-03-18 11:16
12 Shocktherapie In die roerige periode in de Nederlandse geschiedenis kende Den Haag een stabiele roerganger in kerkelijke zaken. In 1798 trad Jaco- bus Didericus Janssen aan als ministerieel ambtenaar. De man bleef vijftig jaar actief; hij overleed net voor een welverdiende huldiging in 1848. Zoon van een predikant, opgeleid als theoloog, was hij te politiek betrokken om een gemeente te dienen. In plaats daarvan diende hij onder vele opeenvolgende bewindslieden. Hij was toege- rust met grote kennis van de kerkelijke kaart en diplomatieke om- gangsvormen met politici en predikanten. Onder Janssens handen ontstond in verschillende etappes een nieuwe kerkorde. Hij wist hoe slecht het kon uitpakken wanneer zo’n reglement uit vreemde vingers zou komen. Napoleon had al een plan laten uitwerken waarin geen spaan heel bleef van de be- staande kerkenraden, classes en synoden. De beoogde invoering ervan in november 1813 werd ternauwernood verijdeld door een verloren veldslag van de keizer. Na de ontsnapping van de kerk aan deze ramp zorgde Janssen voor redding. Geholpen door een ‘consu- lerende commissie’ voltrok hij zijn eigen shocktherapie. De handte- kening van koning Willem I stond garant voor een voldongen feit. Op zijn kop Door het per 1 april 1816 in werking tredende reglement raakte het model van de Dordtse Kerkorde in vergetelheid. Bijna 200 jaar na de roemruchte nationale kerkvergadering van 1618/1619 kwam op 3 juli 1816 in de Haagse Kloosterkerk voor het eerst een ‘algemene synode’ bijeen. Onder deze algemene synode stonden kleine provin- ciale en classicale ‘kerkbesturen’. De vroegere classis handhaafde zich min of meer op papier. Ze kende weinig bevoegdheden. Be- langrijk werden de ‘ringvergaderingen’, waarin predikanten elkaar in kleine kring konden opbouwen in kennis, visie en vaardigheden. Ging het voormalige calvinistische systeem ‘van onderop’ met deze reorganisatie op zijn kop? De macht en invloed van de hogere bestuurslagen waren groot, maar de zelfstandigheid van kerkenra- den bleef in ere. Plaatselijke gemeenten konden zich in behoorlijke vrijheid ontplooien in geloof, pastoraat en diaconaat. Het risico van het uiteengroeien van de bestuurlijke top en het lokale grondvlak, door gebrekkige informatie en communicatie, werd nauwelijks beseft. Het vertrouwen in de maatschappelijke, en derhalve in de nieuwe politieke én kerkelijke orde was groot. 13 Kloosterkerk aan de Lange Voorhout in Den Haag. Prentbriefkaart uit 1904. Beeld: Haagse Beeldbank. Hoofddoel Artikel 9 van het Algemeen Reglement omschreef de tijdgeest kern- achtig. Het vaak geciteerde artikel formuleerde het hoofddoel van de arbeid van al degenen ‘die in onderscheidene betrekkingen met het Kerkelijk bestuur belast zijn’, dus ook in politieke functies. Het hoofddoel zelf betrof de belangen van zowel het christendom in het algemeen als de Hervormde Kerk in het bijzonder. Daaronder vie- len, na de handhaving van de leer van deze kerk, ‘de vermeerdering van Godsdienstige kennis, de bevordering van Christelijke zeden, de bewaring van orde en eendragt, en de aankweeking van liefde voor Koning en Vaderland’. De reorganisatie van 1816 bevestigde een situatie in kerkelijk Nederland die al een halve eeuw in ontwikkeling was. Leerstellig- heid, laat staan leertucht, stond in de Hervormde Kerk niet centraal. Ja, ‘de handhaving harer leer’ was geboden, zolang het maar ging om de hoofdzaken van de aloude Formulieren van Eenheid (de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels). Theologen en predikanten wisten wel te onder- scheiden tussen hoofd- en bijzaken, dacht de generatie van 1816. Een generatie later bleek die gemoedelijkheid onhoudbaar. Naamloos-4 12 07-03-18 11:16
12 Shocktherapie In die roerige periode in de Nederlandse geschiedenis kende Den Haag een stabiele roerganger in kerkelijke zaken. In 1798 trad Jaco- bus Didericus Janssen aan als ministerieel ambtenaar. De man bleef vijftig jaar actief; hij overleed net voor een welverdiende huldiging in 1848. Zoon van een predikant, opgeleid als theoloog, was hij te politiek betrokken om een gemeente te dienen. In plaats daarvan diende hij onder vele opeenvolgende bewindslieden. Hij was toege- rust met grote kennis van de kerkelijke kaart en diplomatieke om- gangsvormen met politici en predikanten. Onder Janssens handen ontstond in verschillende etappes een nieuwe kerkorde. Hij wist hoe slecht het kon uitpakken wanneer zo’n reglement uit vreemde vingers zou komen. Napoleon had al een plan laten uitwerken waarin geen spaan heel bleef van de be- staande kerkenraden, classes en synoden. De beoogde invoering ervan in november 1813 werd ternauwernood verijdeld door een verloren veldslag van de keizer. Na de ontsnapping van de kerk aan deze ramp zorgde Janssen voor redding. Geholpen door een ‘consu- lerende commissie’ voltrok hij zijn eigen shocktherapie. De handte- kening van koning Willem I stond garant voor een voldongen feit. Op zijn kop Door het per 1 april 1816 in werking tredende reglement raakte het model van de Dordtse Kerkorde in vergetelheid. Bijna 200 jaar na de roemruchte nationale kerkvergadering van 1618/1619 kwam op 3 juli 1816 in de Haagse Kloosterkerk voor het eerst een ‘algemene synode’ bijeen. Onder deze algemene synode stonden kleine provin- ciale en classicale ‘kerkbesturen’. De vroegere classis handhaafde zich min of meer op papier. Ze kende weinig bevoegdheden. Be- langrijk werden de ‘ringvergaderingen’, waarin predikanten elkaar in kleine kring konden opbouwen in kennis, visie en vaardigheden. Ging het voormalige calvinistische systeem ‘van onderop’ met deze reorganisatie op zijn kop? De macht en invloed van de hogere bestuurslagen waren groot, maar de zelfstandigheid van kerkenra- den bleef in ere. Plaatselijke gemeenten konden zich in behoorlijke vrijheid ontplooien in geloof, pastoraat en diaconaat. Het risico van het uiteengroeien van de bestuurlijke top en het lokale grondvlak, door gebrekkige informatie en communicatie, werd nauwelijks beseft. Het vertrouwen in de maatschappelijke, en derhalve in de nieuwe politieke én kerkelijke orde was groot. 13 Kloosterkerk aan de Lange Voorhout in Den Haag. Prentbriefkaart uit 1904. Beeld: Haagse Beeldbank. Hoofddoel Artikel 9 van het Algemeen Reglement omschreef de tijdgeest kern- achtig. Het vaak geciteerde artikel formuleerde het hoofddoel van de arbeid van al degenen ‘die in onderscheidene betrekkingen met het Kerkelijk bestuur belast zijn’, dus ook in politieke functies. Het hoofddoel zelf betrof de belangen van zowel het christendom in het algemeen als de Hervormde Kerk in het bijzonder. Daaronder vie- len, na de handhaving van de leer van deze kerk, ‘de vermeerdering van Godsdienstige kennis, de bevordering van Christelijke zeden, de bewaring van orde en eendragt, en de aankweeking van liefde voor Koning en Vaderland’. De reorganisatie van 1816 bevestigde een situatie in kerkelijk Nederland die al een halve eeuw in ontwikkeling was. Leerstellig- heid, laat staan leertucht, stond in de Hervormde Kerk niet centraal. Ja, ‘de handhaving harer leer’ was geboden, zolang het maar ging om de hoofdzaken van de aloude Formulieren van Eenheid (de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels). Theologen en predikanten wisten wel te onder- scheiden tussen hoofd- en bijzaken, dacht de generatie van 1816. Een generatie later bleek die gemoedelijkheid onhoudbaar. Naamloos-4 13 07-03-18 11:16
15 Republiek (overal) waren ingevoerd. Een oude Utrechtse hoogleraar die het kon weten, Jodocus Heringa Eliza’s zoon, verzekerde echter op de synode van 1835 dat men in 1816 was uitgegaan van een gematigd quia, overeenkomstig de geest van verlichting en vooruit- gang waarin de hele Dordtse erfenis herijkt werd in de nieuwe tijd. Revolte Het leerstellige optimisme van 1816 was in 1835 hopeloos achter- haald. De gevreesde Afscheiding was gekomen nadat de Ulrumse predikant Hendrik de Cock door de ‘besturenkerk’ was afgezet − niet omdat hij onrechtzinnig zou zijn, maar omdat hij zo oncollegi- aal bezig was. De koning reageerde getergd. Begrijpelijk omdat door de Belgische opstand zijn politieke ideaal was doorkruist en nu met de ‘revolte der fijnen’ ook de eenheid van de natiekerk was doorbroken. Hij besefte te weinig dat ook zonder deze onverkwik- kelijke scheuring de ontkoppeling van staat en kerk(en) onafwend- baar was. De nieuwe grondwet van 1848 bezegelde de consequente vrij- heid van godsdienst tot op de huidige dag. In 1852 werd een gewij- zigde versie van het Algemeen Reglement van kracht, waarin de staatsinvloed was beperkt tot de financiën. Er kwam zelfs ruimte voor invloed van gemeenteleden op de verkiezing van ambtsdragers, al zou het tot 1867 duren voordat plaatselijke ‘kiescolleges’ hun werk konden doen. Toen het zover was, kregen orthodoxe kerkenra- den hun kans. Maar dat was niet genoeg om bij de Doleantie van 1886 een tweede uittocht van rechtzinnigen onder leiding van Abra- ham Kuyper te voorkomen, om nog maar te zwijgen van de ‘linkse doleantie’ van vrijzinnigen die intussen de volkskerk verlieten. Richtingenkerk In het democratische Nederland gebeurde waarvoor de pleitbezor- gers van een verenigd vaderland zo hadden gevreesd. De samenle- ving raakte zichtbaar verdeeld in verschillende groepen, terwijl de kerk die de hoeder van de protestantse natie had moeten zijn te maken kreeg met groeiende polarisatie. In het politieke en culturele domein stonden orthodoxe protestanten en rooms-katholieken naast sociaal-democraten en liberalen. Dit waren, ietwat simpel gesteld, de vier ‘zuilen’, waarvan de katholieke samenviel met een kerk, maar de andere dwars door en over kerkelijke grenzen heengingen. Naamloos-4 14 07-03-18 11:16
14 Kliekjes Het is waar dat al kort na het Koninklijk Besluit kritische stemmen opgingen onder predikanten en kerkbestuurders. Met name de clas- sis Amsterdam protesteerde bij het Departement voor Hervormde Eredienst tegen de eigenmachtige invoering van het nieuwe stelsel. Dat de soevereine vorst, zelfs met de nieuwe grondwet in zijn hand, hiertoe het recht had, werd niet betwist. Maar hadden de kerkelijke vergaderingen zelf niet geraadpleegd moeten worden? En, belang- rijker voor de toekomst, kon het wel goed gaan nu kleine, niet van- uit het grondvlak gekozen besturen − elitaire kliekjes − het in de kerk voor het zeggen kregen? De bezwaarden vreesden ook de invoering van allerlei vernieu- wingen in het kerkelijk leven, die vast niet beperkt zouden blijven tot de viering van Oud en Nieuw, Goede Vrijdag en Hervormings- dag, om enkele nog altijd gekoesterde initiatieven uit die jaren te noemen. De critici zagen de gevaren van tweedracht en scheuring vanwege theologische meningsverschillen al opdoemen. Wie zou dan leiding geven? In het Reglement werden de belijdenisgeschrif- ten als richtsnoer van de beloofde handhaving der hervormde leer niet genoemd. Ze werden allerminst ontkracht, maar evenmin her- bevestigd. Adder De Haagse predikant Dirk Molenaar waagde in 1827 openlijk te wijzen op een dubbelzinnigheid in het ondertekeningsformulier voor proponenten. Aankomende predikanten beloofden hierin trouw aan ‘de leer, welke, overeenkomstig Gods heilig Woord, in de aange- nomen formulieren van enigheid der Nederlandse Hervormde Kerk is vervat’. Mooi gezegd, maar theologen waren geoefende latinisten en wisten dat ‘overeenkomstig’ de vertaling kon zijn van quia (om- dat) of van quatenus (voor zover). Stemden de predikanten nu in omdat de hervormde leer bijbels was of voor zover die als bijbels werd beschouwd? Boze tongen beweerden dat ambtenaar Janssen bij het ontwerpen van het formulier bewust had gekozen voor deze adder onder het gras. Hij wilde natuurlijk stilzwijgend de quatenus-uitleg alle ruimte geven en de strikte quia-lijn laten doodlopen. De sluwe vos zou ook over ‘aangenomen formulieren’ hebben gerept omdat hij drommels goed wist dat het historisch-juridisch moeilijk hard te maken viel dat de Dordtse Leerregels en de Dordtse Kerkorde ten tijde van de Naamloos-4 15 07-03-18 11:16
17 Eerst reorganisatie, dan reformatie, was de leus van degenen die in 1929 en 1937 concrete voorstellen tot aanpassing of geleidelijke vervanging van het Algemeen Reglement indienden. Ze haalden het in de algemene synode niet. Wel werd duidelijk dat dit gezamenlijke streven ook een zekere relativering vereiste van het statische ka- rakter van de belijdenis. De toekomst leek gebaat bij het spreken over een dynamisch belijden of een ‘Christusbelijdende’ volkskerk. Daarmee werd de voor 1816 typerende scheiding tussen het inwen- dige leven van de kerk en haar uitwendige bestuursvorm opgeheven. Liefst 1816? Het ideaal van actueel belijden zorgde voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog voor een doorbraak tot de vervanging van het Alge- meen Reglement. De kerkleiding wilde gaan functioneren ‘in ge- meenschap met de belijdenis der vaderen’. Vrijzinnigen, ethischen en confessionelen konden met deze formule leven. Hervormd- gereformeerden wilden haar lezen als ‘in overeenstemming met de belijdenis der kerk’. Gereformeerde Bondsvoorzitter Johannes Seve- rijn had het concept van de kerkorde ondertekend, maar wees het eindresultaat af. Op persoonlijke titel deed hij zelfs mee aan een rechtszaak tegen de invoering. In de beslissende synodevergadering stemden sommige bonders vóór, anderen tégen. Voor doormodderen met het Algemeen Re- glement was sowieso geen meerderheid meer. Maar suggereerden tegenstanders van de Nieuwe Kerkorde niet dat zij feitelijk 1816 verkozen boven 1951? Of viel zo’n praktische keuze in het niet bij de idealisering van 1618/1619? Dat was, is en blijft een kwestie van bezinning op het verleden, ook nu de kerkorde van 1951 al weer vervangen is door een nieuwe. Tot die bezinning dienen de soms diepgravende, soms beschouwende, maar altijd informatieve opstel- len die nu volgen. Naamloos-4 16 07-03-18 11:16
16 Ook binnen de Hervormde Kerk, die haar getalsmatige meerder- heid onder de bevolking verloor, ontstond een vierdeling in theolo- gische ‘richtingen’. Van ‘links’ naar ‘rechts’ waren er modernen, ethischen, confessionelen en gereformeerden, ieder met eigen voormannen, verenigingen, bladen en uitgevers. De belangrijkste organisaties waren, althans op landelijk niveau, in volgorde van oprichtingsjaar de Confessionele Vereniging (1864), de Gerefor- meerde Bond (1906), de Vereniging van Vrijzinnig Hervormden (1913) en de Ethische Vereniging (1921). Viel zo’n verdeelde rich- tingenkerk nog wel te besturen? Reformatie Honderd jaar na dato stond het ooit zo ambitieuze Algemeen Re- glement van 1816 symbool voor machteloos management van een verbrokkelde volkskerk. Boegbeeld was de algemene synode, die uit maar negentien leden bestond. Aangezien ze over identiteit of theo- logie niet kon of wilde handelen, bleef ze steken in een moeras van bestuurlijke regeltjes. Gezamenlijk beraad over een nieuwe kerkor- de leidde altijd tot een patstelling. Hoe zouden bevlogen predikan- ten en meelevende kerkleden zich ooit van die kaasstolp kunnen bevrijden? De oprichter van de Gereformeerde Bond, professor en politicus Hugo Visscher, droomde ervan dat de gehate ‘staatscreatuur’ door kabinet of parlement zelf zou worden opgeheven. Intussen ontwik- kelde hij plannen (in 1916 met collega-hoogleraren, in 1923 met een ‘convent van kerkenraden’) voor een modus vivendi van de diverse richtingen. Plaatselijke gemeenten zouden zich dan opsplitsen naar richting. Visscher en de zijnen geloofden dat de gereformeerde beweging, functionerend volgens de historische belijdenis, vanzelf haar kracht en bloei zou tonen in kerk en samenleving. Reorganisatie Andere hervormd-gereformeerden − gesteund door het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond − hoopten iets te bereiken binnen het bestaande stelsel, door gezamenlijke stappen te zetten met confessi- onelen en desnoods met ethischen en modernen. Daarvoor accep- teerden zij een zeker onderscheid tussen de kerk als belijdenisge- meenschap en de kerk als organisatie. In die visie tastte het Alge- meen Reglement alleen het ‘welwezen’ van de kerk aan, niet het ‘wezen’, dat in 1816 immers niet expliciet ontkend was. Naamloos-4 17 07-03-18 11:16
20 0 j a ar A lg em een R eg le m en t v oor h et B estu ur d er H erv orm de K erk i n h et K on in krijk d er N ed erla n den 18 16 �2 0 16 B O EK EN CEN TR U M O ND ER R ED AC TIE V A N F R ED V A N L IE B U RG EN J O KE R O ELE V IN K FRED VAN LIEBURG EN JOKE ROELEVINK �RED.� 9789023971283 NUR 6 95/7 04 IS B N 9 78 9 0 2 39 7 128 3 O p 7 j a n uari 1 816 v o erd e k o n in g W il le m I e en a lg em een r e g le � m en t i n v o or d e N ed erla n d se H erv o rm de K erk . D aarm ee v o or� z a g h ij i n d e d rin g en d e b eh oeft e a an e en n ie u w e, c e n tra le e n u n i� f o rm e o rg an is a tie v o or d e p u� b lie ke k e rk , z o d at d eze h aar n atio n ale t a ak i n c u lt u ur e n s a � m en le vin g k o n v e rv u lle n . T o t a an d e A fs c h eid in g v a n 1 834 f u n ctio � neerd e h et r e g le m en t p ro b le em � lo os. D aarn a w erd h et d e k o p va n J u t v o or d iv e rs e k e rk e lij k e r ic h tin g en d ie e en a n � d ere k o ers w il d en v a re n . I n 1 951 k w am e r e in d elij k e en n ie u w e k e rk o rd e e n i n 2 004 z e lf s e en n ie u w e P ro te s� ta n ts e K erk i n N ed erla n d. I r o n is c h g en oeg b eslo ot d e p ro te sta n ts e s y n od e i n 2 016 Ð 2 00 j a ar n a d e i n m id dels v e rg ete n r e o rg an is a tie Ð d at d e k e rk o rd e o p nie u w a an in grij p en d e h erz ie n in g t o e i s . V erle d en e n h ed en b lij k e n n og a lt ij d i n e lk aars v e rle n g d e t e l ig gen . D eze b un d el la at z ie n d at Ô 1 816Õ g een r a m p w as, e erd er e en r e d din g in e en u rg en te s it u atie . E ve n zo h oeft Ô K erk 2 025Õ g een ra m p t e z ij n , m aar k an h et e en r e d din g b lij k e n v o or g oed k e rk b estu ur i n e en s e cu lie re c u lt u ur. A ute u rs i n d eze b u n del z ijn o n der a n dere n L e o n v a n d en B ro eke, J e ro en K o ch , R o el K u ip er, F re d v a n L ie b u rg , A rja n Pla is ie r e n J o ke R o ele v in k. w ww.u it g eve rij b oeken ce n tr u m .n l Ramp of redding?.qxp_Ramp of redding 27�02�18 14:01 Pagina 1