Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.11 Hoofdstuk 1 Een prachtig plan ‘Nu ga ik het vertellen’, zegt de juf. Ze kijkt geheimzinnig. Iedereen is muisstil. Alleen Bram roept: ‘Wat is het dan? ’ ‘Stil Bram’, zegt de juf. Ze houdt een krantje in de lucht. ‘Kijk eens wat ik hier heb? Dit is een krantje van de zending. Daar staat het in. ’ ‘Vertel het nu toch’, zegt Bram achter Tess en Jess. ‘Ik vind het zo spannend. ’ ‘Ssst’, fluistert Koen tegen hem. De juf moet lachen. ‘Spannend hè?
12 Maar nu ga ik het vertellen. In Afrika woont een dominee. Hij gaat vaak bij mensen op bezoek. Dan vertelt hij over de Heere.
13 Maar . . . hij moet altijd heel ver lopen. Dat is niet fijn voor de dominee. Hij heeft daarom een fiets nodig. ’ ‘Dan moet hij hem kopen’, zegt Bram. ‘Helaas’, zegt de juf met een sip gezicht. ‘Daar heeft de dominee geen geld voor. En daarom . . . heb ik een vraag aan jullie. Kunnen júllie geld ophalen voor de dominee? ’ ‘Ja, leuk, een actie taxi!’ roept Bram. Tess en Jess kijken elkaar aan. Geld verdienen voor de dominee? Dat is een goed idee! ‘Hoeveel geld moeten we hebben? ’ vraagt Koen. ‘Een fiets kost honderd euro’, zegt de juf. ‘Dat moeten we best bij elkaar kunnen krijgen. Maar hoe gaan we dat doen?
14 Wie heeft er een idee? ’ ‘Ik!’ zegt Tess. ‘Ik ga vragen of ik werkjes mag doen voor mensen. ’ ‘Ik ga mijn speelgoed verkopen!’ roept Bram. ‘Daar ben ik toch te groot voor. ’ Koen wil het geld van zijn verjaardag geven. Bet heeft thuis kippen. Ze wil eitjes gaan verkopen. En Jet wil kaarten gaan maken. Alle kinderen verzinnen wat leuks. ‘Heel goed bedacht allemaal’, vindt de juf. ‘Maar kunnen we ook iets met heel de klas doen? ’ ‘Ja hoor’, zegt Jess. ‘We kunnen een kijkdoos maken. Daarmee gaan we langs de huizen. De mensen mogen dan in de doos kijken.
15 En betalen daarna geld. ’ ‘Ja, dat is een prachtig plan! Dát heeft Jess goed bedacht!’ zegt de juf blij. ‘We gaan een kijkdoos maken. Volgens mij heb ik nog spullen daarvoor in mijn kast. ’ De juf loopt naar de kast. Ze pakt er een map uit. ‘Zie je wel, hier heb ik heel veel plaatjes. Het zijn plaatjes van wilde dieren. Die kunnen jullie kleuren. Nemen jullie zelf een doos mee van thuis? Dan mogen jullie de dieren in de doos plakken. ’ ‘Leuk!’ roept Bram. Hij gaat staan. ‘Ga eens zitten, Brammetje’, zegt de juf. Dat doet Bram.
16 Dan mogen ze plaatjes kiezen. Tess kiest een tijger en Jess een giraf. Bram een beer en Koen een kameel. Ze kunnen gaan kleuren. ‘Ik heb ook plaatjes van planten in het magazijn.
17 Die ga ik even halen. Zullen jullie stil zijn? ’ ‘Heel stil!’ roept Bram. ‘Goed zo’, lacht de juf. Ze loopt naar het magazijn.