7 1. TIEN JA AR GETROUWD Het is zomer. Het is heel warm. Ron en Roos zijn in de tuin. ‘We hebben lekker vrij’, zegt Ron. ‘Wel zes weken’, zegt Roos. ‘En er is nog iets leuks. We hebben ook gauw feest. ’ ‘Ja’, zegt Ron. ‘Ik heb er veel zin in!’ Dan zien ze Kim. Kim woont naast Ron en Roos. ‘Kim weet het nog niet’, zegt Roos. ‘Zullen we het gaan zeggen? ’ ‘Goed’, zegt Ron. Ze lopen door het hekje. Dan zijn ze bij Kim.
8 Kim staat bij de bloemen. Daar houdt ze veel van. ‘ D a g K i m . ’ ‘Dag Ron en Roos. Komen jullie bij mij? ’ ‘We komen iets zeggen’, zegt Ron. ‘Papa en mama zijn tien jaar getrouwd’, zegt Roos. ‘Leuk’, zegt Kim. ‘Heb je al wat gekocht? ’ ‘Nee’, zegt Ron. ‘Wij hebben geen geld’, zegt Roos. ‘Alleen in onze spaarpot. Daar mogen we niet aan komen. ’ ‘Dan moeten jullie mij maar helpen’, zegt Kim. ‘Dan krijgen jullie geld van mij. ’ ‘Goed’, zegt Ron.
9 ‘Wat moeten we doen? ’ ‘Even denken’, zegt Kim. ‘Ik weet het al. Jullie mogen gras uit mijn stoep halen. ’ ‘Dat kan niet met mijn nieuwe broek’, zegt Ron. ‘En met mijn nieuwe rok’, zegt Roos. ‘Dat is waar’, zegt Kim. ‘Jullie zijn veel te netjes. Jullie moeten eerst oude kleren aan. ’ ‘Ja’, zegt Ron. Hij heeft er niet veel zin in. En Roos ook niet. Het is zo warm in de zon. En ze moeten steeds bukken. Maar het moet wel. Anders kunnen ze niets moois kopen. ‘Ron en Roos!’ roept mama over de heg.
11 ‘Willen jullie iets voor mij doen? ’ Als we er geld voor krijgen’, bromt Ron. Kim lacht. ‘Dat is een goeie’, zegt ze. ‘We komen zo!’ roept Roos terug. Ze blijft nog even bij Kim. Ron ook. ‘Weet je al wat je papa en mama wilt geven? ’ vraagt Kim. ‘Nee’, zegt Ron. ‘Ik ook niet’, zegt Roos. ‘Het kan ook nog wel’, zegt Kim. ‘Als je iets weet, zeg je het maar. Dan ga ik met jullie naar de winkel. ’ ‘Goed’, zegt Ron. ‘Leuk’, zegt Roos. Dan gaan ze naar huis.
12 Mama is in de keuken. ‘Zijn jullie er al? Hier zijn schillen. Willen jullie die naar Bas brengen? ’ ‘Ja’, zegt Ron. ‘Maar eerst trekken we oude kleren aan’, zegt Roos. ‘Anders kunnen we niet bij Bles en Doortje kijken. ’