5 Roodletterbijbel Inhoud Voorwoord Oude Testament Genesis 9Exodus 72Leviticus 127Numeri 166Deuteronomium 217Jozua 263Rechters 293Ruth 3271 Samuël 3322 Samuël 3751 Koningen 4112 Koningen 4541 Kronieken 495 2 Kronieken 534Ezra 582Nehemia 595Esther 615Job 626Psalmen 677Spreuken 853Prediker 898Hooglied 909Jesaja 917Jeremia 984Klaagliederen 1058Ezechiël 1068 Daniël 1135Hosea 1157Joël 1169Amos 1174Obadja 1183Jona 1185Micha 1188Nahum 1195Habakuk 1198Zefanja 1202Haggai 1206Zacharia 1209M a l e a c h i 12 21 Nieuwe Testament Mattheüs 1229Marcus 1276Lucas 1306Johannes 1357Handelingen 1393Romeinen 14441 Korinthiërs 14662 Korinthiërs 1487Galaten 1501 Efeziërs 1509Filippenzen 1517Kolossenzen 15231 Thessalonicenzen 15282 Thessalonicenzen 15331 Timotheüs 15362 Timotheüs 1543Titus 1548Filemon 1551 Hebreeën 1553Jakobus 15701 Petrus 15762 Petrus 15831 Johannes 15872 Johannes 15933 Johannes 1594Judas 1596Openbaring 1598 Rode letters 1621Teksten voor het leven 1633Register 1640 Overzicht rode letters 1644Verantwoording bij de markeringen 1646Medewerkers 1649Andere publicaties 1650Kaarten 1653Ruimte voor aantekeningen 1657 01_OT. indb 5 19-02-18 11:02
6 Roodletterbijbel Voorwoord Deze Bijbel daagt je uit zelf het gesprek met God aan te knopen. Alle teksten die God heeft uitgesproken, zijn in het rood gedrukt. Je ziet daardoor makkelijk wat Hij als belofte, opdracht of bemoediging uitspreekt. In een tijdschrift zijn citaten belangrijk omdat ze de kern van een artikel meestal goed onder woorden brengen. Zo zijn de citaten van God vaak een sleutel om de tekst mee te begrijpen. Dit soort uitgaven met een gekleurde tekst zijn in het Engelse taalgebied al meer dan honderd jaar beschikbaar. Met deze uitgave kunnen mensen in Nederland nu ook genieten van de stimulans die Gods woorden geven. Er is voor gekozen om alle directe rede in rood te drukken; dus niet alleen woorden van Jezus in de evangeliën, maar ook woorden van de Here in het Oude Testament en citaten van de directe rede in de brieven van Paulus. Deze uitgave helpt om de Bijbel op een nieuwe manier te lezen. Om bijbellezen eenvoudiger te maken, begint ieder bijbelboek met een korte inleiding. Hieri n wordt de lezer de hoofdlijn van het gebruik van de rode letter in dat bijbelboek getoond. Deze Bijbel heeft ook heel veel tussenkopjes. Het zijn er veel meer dan in de meeste andere Bijbels en de kop is vaak gekozen uit woorden in directe rede van God of uit de dialogen tussen mensen in het betreffende stukje. De lezer zal daardoor nog meer gewezen worden op de dynamiek die ontstaat als je je openstelt voor de woorden van God en de gesprekken van mensen. Je wordt vanaf het begin meege - nomen in de gevoelens die God wil oproepen. Je maakt kennis met de tekst aan de hand van de gesprekken. Achterin deze uitgave vind je een verantwoording en een register van mensen die direct door God worden aangesproken. Uitgeverij Royal Jongbloed brengt naast deze uitgave van de Bijbel ook een bijbelstudieboek uit dat de rode letters als uit - gangspunt neemt, en bijzondere uitgaven van de Bijbel met de rode letter. Zo kan de vertrouwdheid in het Nederlandse taalgebied met deze vorm van bijbellezen worden uitgebouwd. De uitgever 01_OT. indb 6 19-02-18 11:02
Het Oude Testament 01_OT. indb 7 19-02-18 11:02
Genesis 1 9 Genesis INLEIDING God schept de hele wereld door te spreken. Alles komt tot stand door zijn woord. Het boek Genesis begint daarmee. De naam Genesis betekent ook ‘oorsprong’ of ‘begin’. God is royaal. Hij zegt dat de mens overal van mag eten. Er is maar één uitzondering. De mens mag geen vrucht nemen van de boom van kennis van goed en kwaad. En daar gaat het mis. Adam en Eva eten wel van de vrucht. God valt daarna niet stil. Hij roept de mens ter ver - antwoording (hoofdstuk 3). Maar de mens trekt zich weinig aan van Gods woord. God laat de chaotische wateren terugkeren en gaat daarna met een enkel mens verder, met Noach. Opvallend is het lange citaat bij de opdracht een ark te maken (hoofdstuk 6). Wel vaker zijn er zulke uitvoerige instruc - ties als God zijn heil aanbiedt aan mensen. Vervolgens spitst de aandacht zich toe op het Joodse volk. God begint met Abraham. Hij spreekt hem persoonlijk aan. Abraham krijgt de opdracht naar een nieuw land te gaan. Daarna volgen de verhalen over Isaak en Jakob en de zonen van Jakob. Het boek eindigt met de dood van Jozef. Opmerkelijk is de vermindering van het aantal citaten naarmate het boek Genesis vor - dert. Vanaf hoofdstuk 37, als Jozef in beeld komt, is het meer een vertelling van een verhaal dan een expliciete opdracht van God. ‘Laat er licht zijn’ 1 In het begin maakte God de hemelen en de aarde. 2 De aarde was woest en leeg en over de water - massa lag een diepe duisternis. Maar de Geest van God zweefde boven de watermassa. 3 Toen zei God: ‘Laat er licht zijn. ’ En toen was er licht. 4 Het beviel God en Hij maakte een duidelijke scheiding tussen het licht en het donker. 5 Het licht noemde Hij ‘dag’ en het donker ‘nacht’. Het werd avond en het werd weer morgen: de eerste dag. 6 Toen zei God: ‘Laat de watermassa uit elkaar gaan, zodat de wolkenhe - mel en de zeeën worden gevormd. ’ 7 Zo maakte God de wolkenhemel, door de watermassa te verdelen tus - sen hemel en aarde. 8 Het werd avond en het werd weer morgen: de tweede dag. 9 Daarna zei God: ‘Laat het water onder de hemel samenstromen in zee - en en het droge land zichtbaar wor - den. ’ En dat gebeurde. 10 God noemde het droge land ‘aarde’ en het samen - gestroomde water ‘zeeën’. God zag dat het goed was. ‘Laat gewassen groeien’ 11, 12 En God zei: ‘Laten er allerlei gewassen, zaaddragende planten en vruchtbomen met zaad in hun vruch - ten op aarde groeien. De zaden zullen steeds weer planten en bomen voort - brengen. ’ Dat gebeurde en ook nu was het goed, zag God. 13 Het werd avond en weer morgen: de derde dag. 14, 15 Toen zei God: ‘Ik wil dat er 01_OT. indb 9 19-02-18 11:02
Genesis 1 10 heldere lichten aan de hemel verschijnen om de aarde te verlichten en het verschil tussen dag en nacht aan te geven. Die lichten zullen de vaste tijden regelen en de dagen en jaren aangeven. ’ En zo gebeurde het. 16 God maakte twee grote lichten, de zon en de maan, die de aarde moesten verlichten. Het grootste licht, de zon, beheerste de dag en het kleinere, de maan, beheerste de nacht. Tegelijkertijd maakte God de sterren. 17 Hij plaatste de lichten aan de hemel om de aarde te verlichten, 18 dag en nacht aan te geven en het donker van het licht te scheiden. God zag dat het goed was. 19 Het werd avond en het werd weer morgen: de vierde dag. ‘Vermenigvuldig je’ 20 Vervolgens zei God: ‘Ik wil dat de zeeën wemelen van vis en ander leven en laat de lucht vol zijn met allerlei soorten vogels. ’ 21 Zo maakte God de grote zeedieren, allerlei vissen en vogels, elk naar hun eigen aard. En Hij keek er met welgevallen naar 22 en zegende ze. ‘Vermenigvuldig je en bevolk de zeeën, ’ zei Hij tegen hen en tegen de vogels zei Hij: ‘Zorg dat jul - lie aantal groeit, zodat de aarde vol wordt. ’ 23 Het werd avond en het werd weer morgen: de vijfde dag. 24 God zei toen: ‘Laat de aarde dieren voortbrengen: vee, kruipende dieren en allerlei wilde dieren. ’ En weer gebeurde wat Hij had gezegd. 25 God maakte alle soorten wilde dieren, vee en kruipende dieren, elk naar hun eigen soort. God zag dat ook dat goed was. ‘Laat Ons mensen maken’ 26 Toen zei God: ‘Laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde, in de zeeën en in de lucht. ’27 God schiep daarop de mens als zijn evenbeeld. Als man en vrouw schiep Hij hen. 28 God zegende hen en zei: ‘Vermenigvuldig je, bevolk de aarde en onderwerp haar. Heers over de vis - sen, de vogels en alle andere dieren. 29 Kijk om je heen! Overal op aarde staan zaaddragende planten en vruchtbomen, die Ik jullie tot voedsel geef. 30 Al het gras en de planten heb Ik als voedsel aan de dieren en de vogels gegeven. ’31 Toen overzag God alles wat Hij gemaakt had en het was heel goed. Het werd avond en het werd weer morgen: de zesde dag. God rust 2 Zo werden de hemelen en de aar - de en alles wat leeft gemaakt. 2 Op de zevende dag rustte God na afloop van zijn scheppend werk. 3 Hij zegende die zevende dag en maakte hem tot een bijzondere, heilige dag, omdat Hij die dag zijn scheppings - werk besloot. 4 Dit is een samenvatting van het werk dat de Here God verrichtte toen Hij de hemelen en de aarde heeft gemaakt. 5 er waren nog geen planten of gewassen opgekomen uit de aarde, omdat de Here God het nog niet had laten regenen. Ook was er nog nie - mand die het land kon bewerken. 6 er steeg echter een damp uit de aarde op die het land bevochtigde. 7 Toen vormde de Here God het lichaam van de mens uit stof van de aarde en blies hem de levensadem in. Zo werd de mens een levend wezen. 01_OT. indb 10 19-02-18 11:02
Genesis 4 14 de mensen de Here God voor het eerst te aanbidden. Adam krijgt een zoon 5 Hier volgt een lijst van de nako - melingen van Adam, de mens die God schiep naar zijn gelijkenis. 2 God schiep de mens als man en vrouw en zegende hen. Hij noemde hen ‘mens’ vanaf het begin. 3-5 Adam was honderddertig jaar oud toen zijn zoon Set werd geboren, die in alle opzichten op zijn vader leek. Na Sets geboorte leefde Adam nog achthonderd jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Adam werd negenhonderddertig jaar oud. Toen stierf hij. Meer nakomelingen 6-8 Set was honderdvijf jaar oud toen zijn zoon Enos werd geboren. Daarna leefde hij nog achthonderdzeven jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd negenhonderdtwaalf jaar oud. Toen stierf hij. 9-11 Enos was negentig jaar oud toen zijn zoon Kenan werd geboren. Hij leefde daarna nog achthonderdvijftien jaar en kreeg in die tijd nog meer zonen en dochters. Enos werd negen - honderdvijf jaar oud. Toen stierf hij. 12-14 Kenan was zeventig jaar oud toen zijn zoon Mahaleël werd gebo - ren. Hij leefde daarna nog achthon - derdveertig jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd negen - honderdtien jaar oud. Toen stierf hij. 15-17 Mahaleël was vijfenzestig jaar oud, toen zijn zoon Jered werd gebo - ren. Na Jereds geboorte leefde hij nog achthonderddertig jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd achthonderdvijfennegentig jaar oud. Toen stierf hij. 18-20 Jered was honderdtweeënzestig jaar oud toen zijn zoon Henoch werd geboren. Na diens geboorte leefde Jered nog achthonderd jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd negenhonderdtweeënzestig jaar oud. Toen stierf hij. Henoch opgenomen 21-24 Henoch was vijfenzestig jaar oud toen zijn zoon Metuselach werd geboren. Hij leefde daarna nog drie - honderd jaar als trouwe dienaar van God. Hij kreeg nog meer zonen en dochters en toen hij driehonderdvijf - enzestig jaar oud was geworden, ver - dween hij. God had hem van de aarde weggenomen. 25-27 Metuselach was honderdzevenen - tachtig jaar oud toen zijn zoon Lamech werd geboren. Hij leefde daarna nog zevenhonderdtweeëntach - tig jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd negenhonderdne - genenzestig jaar oud. Toen stierf hij. Verder tot Noach 28-31 Lamech was honderdtweeëntach - tig jaar oud toen zijn zoon Noach (Troost) werd geboren. ‘Want, ’ zei Lamech, ‘deze zoon zal troost bren - gen voor het harde werk dat wij moe - ten doen op deze door God vervloek - te grond. ’ Na Noachs geboorte leefde Lamech nog vijfhonderdvijfennegen - tig jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd zevenhonderdze - venenzeventig jaar oud. Toen stierf hij. 32 Noach was vijfhonderd jaar oud en had drie zonen: Sem, Cham en Jafet. 01_OT. indb 14 19-02-18 11:02
Genesis 7 16 nachten achter elkaar. Alle levende wezens die Ik heb gemaakt en die op het droge leven, zullen sterven. ’5 Noach volgde al de bevelen van de Here op. 6 Hij was zeshonderd jaar oud toen de vloed over de aarde kwam 7 en hij ging met zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen in de ark om aan de vloed te ontkomen. 8, 9 Alle dieren die bestemd waren om te offe - ren of om op te eten, en de andere soorten, kwamen in paren naar de ark: mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het Noach had gezegd. De regen stroomt 10, 11 Een week later, toen Noach zes - honderd jaar oud was, op de zeven - tiende dag van de tweede maand, stroomde de regen uit de hemel neer en braken de ondergrondse water - massa’s open. 12 En dat gedurende veertig dagen en nachten! 13 Maar Noach was die dag met zijn vrouw, hun zonen Sem, Cham en Jafet en hun vrouwen aan boord van de ark gegaan. 14 Bij hen in de ark zaten alle diersoorten, zowel wilde dieren als vee, kruipende dieren en vogels. 15 Ze kwamen twee aan twee, mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het had bevolen. 16 Toen sloot de Here God de toegang tot de ark. 17 Veertig dagen lang raasde de enor - me watervloed over de aarde, bedekte alles en nam de ark hoog op zijn gol - ven mee. 18 Het water steeg en steeg, maar de ark bleef veilig drijven. 19 Ten slotte bedekte het water ook de hoogste bergen. 20 Het stond zeven meter boven de hoogste bergtoppen. 21 en alle levende wezens op aarde verdronken: vogels, vee, wilde en kruipende dieren en alle mensen, 22 alles wat ademde en op het land leefde. 23 God vernietigde alles, uitge - zonderd Noach en zijn familie die in de ark waren. 24 De watervloed bedekte de aarde honderdvijftig dagen lang. Het water zakt 8 Maar God had Noach en de die - ren in de ark niet vergeten. Hij stuurde de wind over het water en langzaam begon het water te zakken. 2 De ondergrondse wateren keerden weer terug naar hun normale loop en het hield op met regenen. 3 Het water zakte na honderdvijftig dagen weg en 4 op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark op de top - pen van het Araratgebergte vast. 5 Drie maanden later kwamen ook de andere bergtoppen boven het zak - kende water uit. 6 Na nog eens veertig dagen opende Noach het venster dat hij in de ark had gemaakt, 7 en liet een raaf los. Deze vloog heen en weer, net zo lang tot de aarde weer droog was. 8 Daar - na liet Noach een duif los om te kij - ken of de aarde al droog was, 9 maar de duif vond nergens een plek om neer te strijken en vloog terug naar de ark. Het water stond nog te hoog. Noach stak zijn hand uit en zette de duif weer terug in de ark. 10 Een week later probeerde Noach het nog eens. 11 De duif vloog weg om tegen de avond terug te keren met een olijfblad in haar snavel. Zo wist Noach dat het water bijna weg was. 12 Na een week liet hij de duif nog een keer los en nu kwam zij niet meer terug. 01_OT. indb 16 19-02-18 11:02