Het Begin In het jaar 2005 ontdekten genetici het menselijk gen dat zowel de aan- geboren als aangeleerde angsten regelt. Het heette stathmin, of oncopro- teïne 18. Binnen vijftien jaar werden zo alle genen geïdentificeerd die van invloed waren op de primaire emoties. Bijna tien jaar later, in het kielzog van een catastrofale oorlog die een groot deel van de menselijke beschaving wegvaagde, zwoer de mens- heid alle destructieve emoties af en beloofde naar de regels van de nieuwe Orde te zullen leven. En daarom lanceerde de eerste Soeverein een virus met de naam Legioen, dat een nietsvermoedende wereld genetisch van elke emotie behalve angst beroofde. Toen de mensheid vergat wat hoop, liefde en blijdschap was, liet ze ook haar haat, kwaad- aardigheid en woede achter zich. Bijna vijfhonderd jaar lang heerste de volmaakte vrede. Maar een sekte die de Bewaarders heette, bewaakte het vreselijke geheim dat elke ziel op aarde, die in alle opzichten menselijk leek, ei- genlijk dood was. De aarde werd alleen bewoond door Lijken. Eeu- wenlang klemden ze zich vast aan een voorzegging dat de virale code die door Legioen was geïntroduceerd, omgekeerd zou worden in het bloed van een enkel kind, dat geboren zou worden om als Soeverein over deze wereld te heersen. De laatste hoop van de mensheid op le - ven zou in zijn greep naar de macht verscholen liggen. En iets wat ook werd doorgegeven van de ene generatie Bewaarders op de volgende, was een gesloten ampul met bloed uit de voortijd, dat de kracht had om vijf zielen te laten ontwaken die de jongen zouden bijstaan. In het jaar 471 werd er uit een bloedlijn van Soevereinen een jonge - tje met de naam Jonathan geboren, bij wie er echt leven door zijn aderen stroomde. Zijn leven werd zorgvuldig bewaakt door Rom Sebastian en vier anderen die door de oeroude ampul van de Be- waarders tot leven werden gewekt. En daarna door twaalfhonderd Nomaden die door Jonathans bloed tot leven werden gewekt en de beschikking kregen over enorm ontwikkelde zintuigen. Ze noemden zichzelf Stervelingen. In eerste instantie leek het erop dat Jonathans bloed was bedoeld om nieuw leven in een dode wereld te blazen, door een wederopstanding 5 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 5
van de emoties en een verbetering van de zintuigen. De Stervelingen die Jonathan volgden en beschermden, vierden hun nieuw ontdekte leven vol hartstocht, vastbesloten om Jonathan op de troon van de Soeverein te helpen, waardoor hij wereldmacht zou verkrijgen. In een wanhopige poging om door middel van alchemie hetzelfde soort leven te verkrijgen, werd Saric de eerste Zwartbloed, naar het ontwerp van meesteralchemist Pravus. Vol ambities, haat en afgunst besloot Saric de wereld te ontdoen van alle Stervelingen. Maar uit- eindelijk doorkruiste zijn halfzus Feyn, die ooit Jonathans leven had gered, alle plannen, voor ze door toedoen van Saric veranderde in een Zwartbloed. Ze bedroog zowel Jonathan als Saric, eiste de Soevereinentroon op en begon met ijzeren hand te regeren. Nadat Saric verraden was, doodde hij Jonathan en verdween daarna in de wildernis, ontdaan van zijn macht. Na zijn dood bood het bloed van Jonathan niet meer de fysieke voordelen die het daarvoor bezat, maar schonk hun in plaats daarvan een nieuw bewustzijn, gekarakteriseerd door kennis en wijsheid bij degenen die de laatste resten van zijn bloed in hun aderen hadden geïnjecteerd. De paar Stervelingen die ervoor hadden gekozen om Jonathans onderwijs te volgen, noemen zichzelf nu Soevereinen. Z e worden geleid door Rom Sebastian en Jordin, de vrouw die van Jo nathan hield toen hij nog leefde. De Stervelingen die na Jonathans dood zijn bloed weigerden, ten behoeve van een veel langer leven en betere zintuigen, noemen zich- zelf nu Onsterfelijken. Ze worden geleid door de Prins van de Noma - den, Roland. Er zijn zes jaar voorbijgegaan sinds de Stervelingen zijn verdeeld in Soevereinen en Onsterfelijken, en Feyn aan haar duistere regerings- periode begon. Ze is nog steeds bezig de wereld te zuiveren van zowel Soevereinen als Onsterfelijken. Omdat ze systematisch zijn opgejaagd en gedood, zijn er nog maar zevenendertig Soevereinen over, die een verborgen leven onder de stad leiden. 6 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 6
1 Jordin kroop op de loods aan de oostelijke grens van Byzantium. Haar donkere haar wapperde in de aanwakkerende storm en haar ogen speur- den de steeds donkerder wordende straten af naar een teken van leven van Triphon. Er kon maar één reden zijn waarom hij zijn post bij de deur zou verlaten. Zwartbloeden. De horden uit de hel. Er waren meer dan tachtigduizend van deze wrede strijders op jacht in de stad, die de Citadel bewaakten waar hun Maker, Feyn Cerelia, met ijzeren hand over de wereld regeerde, vastbesloten om die te ont- doen van Jordins soort. Triphon had ongetwijfeld het protocol gevolgd en een poging ge- daan om de Zwartbloeden bij de voorraadschuur vandaan te lokken, waarvan er een paar aan de rand van de stad stonden waar Soevereinen voedsel ‘leenden’. De oostelijke horizon lichtte op door felle bliksemschichten, waar- door de lage heuvels een paar honderd meter verderop heel even zicht- b aar werden. Erachter lag de woestijn, het thuis van Rolands Onster- felijken . Onsterfelijken. Ze werden door haar soort zelden waargenomen en dan alleen nog maar van een afstand. Ze waren zeer dodelijk, zowel voo r de Zwartbloeden van Feyn als voor de paar overgebleven Soevereinen. Geesten in de nacht. De meeste Stervelingen hadden Jordins oproep om Jonathan de dood in te volgen genegeerd en waren samen met Roland naar het noorden verdwenen, waar ze opstandig de belofte van onsterfelijkheid in de armen hadden gesloten. Er was slechts een handjevol gebleven om nieuw leven te zoeken – nieuwe wijsheid – als Soevereinen. Maar nu, zes jaar later, was dat leven vrijwel helemaal uitgeroeid door de Bloed Oorlog tussen de Zwartbloeden van Feyn en de On- sterfelijken, die geen van beiden Soevereinen tolereerden. Jonathans onbaatzuchtige liefde had alleen maar haat voortgebracht en een mee- dogenloos bloedvergieten, dat Byzantium het afgelopen jaar in haar greep had gehouden. Er haalden nog maar zevenendertig Soevereinen adem, diep ver- 7 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 7
borgen in het uitgebreide grottenstelsel onder Byzantium. Hoewel ze ooit meer dan zevenhonderd koppen hadden geteld, was hun aantal geslonken tot een restje dat heel hard voedsel en andere voorraden nodig had. Door de constante dreiging van de dood kwamen ze al- leen onder dekking van het duister boven de grond en dan alleen in groepjes van twee. In je eentje gegrepen worden was te gevaarlijk en als er meer dan twee gegrepen zouden worden, was het verlies te groot. Jordin draaide zich om en haastte zich gebukt langs de zestig cen- timeter brede buitenmuur van het gebouw. Haar rubber zolen maak- ten geen enkel geluid op het bitumen van het dak. Geen teken van Triphon, en buiten de donder in het oosten klonk er geen enkel ge- luid op. Ze zocht de straten af die in zuidelijke richting liepen. Leeg. Twee straten verderop stond een Zwartbloed te posten, uit het zicht, een van de duizenden die door heel Byzantium heen op wacht stonden. Ze sloeg af naar het westen. Zeven kilometer verderop torenden de spitsen van de Citadel onheilspellend boven de stad uit. Zwaar ver- sterkte ringen van Zwartbloedpatrouilles hadden hun positie ingeno- men, uitwaaierend vanaf de belangrijkste gebouwen ter wereld, om Feyn tegen de steeds agressievere aanvallen van Rolands Onsterfelijken te beschermen. Maar de Zwartbloeden en de Onsterfelijken waren nie t Jordins enige zorg. De hoofdstad werd bevolkt door meer dan twee miljoen Lijken, die stuk voor stuk trouw waren aan de nieuwe Orde van Feyn. Hoe- wel de Lijken op angst na geen emoties kenden, omvatte die angst ee n heilig respect voor Jordins soort. Daar had Feyn wel voor gezorgd. En hoewel Lijken nooit een hand naar hen zouden opheffen, wisten ze niet hoe snel ze contact met een Soeverein moesten melden. Want als iemand erachter kwam dat je een Soeverein niet had aangegeven, werd je meteen naar de Autoriteit van de Overgang gestuurd – een wisse dood. Het was niet makkelijk om je voor twee miljoen Lijken te verber- gen. Hoewel Soevereinen niet van Lijken waren te onderscheiden, op hun ogen na dan, die felgroen waren geworden, konden Lijken hen wel ruiken. Blijkbaar verspreidde haar soort een doordringende wie- rookgeur. Soevereinen: ze hielden van iedereen, maar waren bij niemand geliefd. Maar goed, ze hadden er geen problemen mee om 8 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 8
Zwartbloeden met een zwaard lief te hebben. Had Jonathan niet het- zelfde gedaan? Jonathan. Ze zou nog steeds zonder er een seconde over na te hoe- ven denken voor hem sterven. Sommige mensen zeiden dat hij er- gens fysiek op hen wachtte, maar anderen zeiden weer dat hij alleen in hun bloed voortleefde. Het enige wat ze zeker wist, was dat de veel scherpere zintuigen van de Stervelingen die ze was kwijtgeraakt toen ze Soeverein werd en die de Onsterfelijken van Roland blijkbaar nog steeds bezaten, nu zeer welkom zouden zijn. Dan zou ze met één keer snuiven precies weten waar elke Zwartbloed in de buurt zich bevond. Ze zou het schuifelen van elke voet in de straten onder haar horen… en zelfs een gemompeld woord honderd meter verderop. Maar in plaats van de zintuigen van een Sterveling, had haar soort de zekerheid dat ze het echte leven in zich hadden en ze af en toe in de toekomst konden kijken, iets wat, hoewel intrigerend, zijn beper- kingen bleek te hebben. Ze konden namelijk maar een paar secon- den of minuten vooruit kijken en dan ook nog maar af en toe. Het ‘zien’ dat de erfenis voor alle Soevereinen was geworden, kon niet op tegen de kracht van de Zwartbloeden of de ongelofelijke behendig- heid van de Onsterfelijken. Hun vijanden waren bezig hen uit te roeien. Ze herinnerde zich eraan dat ze waren zoals ze waren bedoeld, ver- anderd door Jonathans bloed. Dat was de manier waarop Jonathan leven bracht, hoewel ze nog steeds niet begrepen hoe. Maar er school een diep mysterie in hun transformatie en ze koesterden dat myste- rie, samen met de kennis dat Soevereinen net als Jonathan waren, op een manier die voor Lijken en Onsterfelijken nooit mogelijk zou zijn. Dat wist ze allemaal, maar toch lag ze ’s nachts wakker, lastigge- vallen door vragen zonder antwoorden. Vragen waarover ze alleen met Rom kon praten en dan alleen maar wanneer haar frustraties haar te veel werden. Ze was hun leider, zij aan zij met Rom. De an- deren konden niet begrijpen hoe diep ze leed. Soeverein zijn, was overlopen van liefde in een nieuw domein – ze zeiden het allemaal. Jona than had het gezegd. Maar dat veranderde niets aan het feit dat ze als stervende ratten onder de stad moesten leven, terwijl de Zwart- bloeden en Onsterfelijken zich konden laven aan de zon. 9 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 9
Was het mogelijk wat Roland zes jaar geleden had gezegd… dat Jonathan hen allemaal had verlaten? Jordin sloot haar ogen en liet die vreselijke vraag uit haar gedachten wegstromen. Nee. Ze leefden om Jonathans leven naar deze wereld te brengen. Een laatste restje hoop voor een wereld die was ondergedom- peld in de dood. Er waren nog maar zevenendertig Soevereinen over en nu leek weer een van hen te zijn verdwenen. Ze konden het zich niet veroorloven om nog iemand te verliezen, laat staan een van hun strijders. Triphon was de enige die met een wapen kon omgaan op het niveau van Rom of haar. In het oosten werd de stilte verscheurd door een kreet en Jordin draai- de zich met een ruk om, haar oren gespitst. Ze hoorde een schreeuw die werd gevolgd door een onmiskenbaar gegrom. Zwartbloed. Jordin bereikte in drie grote stappen de brandtrap, greep met haar gehandschoende hand de reling beet en slingerde haar benen over de lage rand. Haar voeten landden op de vijfde sport en ze liet zich vlie- gensvlug naar beneden zakken. Ze was met haar laarzen aan maar iets meer dan één meter vijftig en haar lichaam was lichter dan de grote zakken rijst die ze bij de ingang van de loods had neergegooid, maar haar snelheid en behendigheid compenseerden haar gebrek aan ge- wicht in een gevecht ruimschoots. Op drie meter hoogte liet ze de trap los, landde lichtjes op de bal van haar voeten, en sprintte toen in oostelijke richting langs de zuidmuur terwijl ze naar haar boog greep. ‘Jordin!’ Triphons vertrouwde stem klonk door de straat en vulde haar ade- ren met adrenaline. Hij zou haar alleen hebben geroepen als de situatie ernstig genoeg was om het risico te nemen dat hij daarmee de aan- dacht van de Zwartbloeden trok. Ze rondde de hoek van de loods, zag een smalle steeg voor zich en vloog erin. Na het laatste gebouw werd het straatje breder en kwam uit op een open stuk dat de heuvels in liep. Het feit dat Triphons schreeuw daarvandaan kwam, kon maar één ding betekenen: dat hij was ontdekt door een rondzwervende patrouille en dat hij hen naar de woestenij had geleid. De Zwartbloeden hadden het niet op de wildernis – niet door het landschap zelf, maar vanwege de Onsterfe- 10 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 10
lijken die in het duister zomaar zonder waarschuwing konden opdui- ken. Met hun ongelofelijke zicht waren de Onsterfelijken de meesters van de nacht. Maar diezelfde Onsterfelijken vormden al net zo’n grote bedrei- ging voor Triphon. Ze rende nog sneller. Aan de oostelijke horizon gluurde er een reepje maan tussen de wol- ken door, waardoor Jordin duidelijk zicht had op de straat. In een oogwenk ontvouwde het tafereel zich voor haar. Triphon stond met getrokken zwaard met zijn rug tegen een on- verlichte straatlantaarn. Om niet op te vallen, ging hij gekleed in een zwarte broek, een korte zwarte jas en laarzen met rubberen zolen, net als zij. Zijn capuchon was van zijn hoofd gegleden en het zwakke maanlicht verlichtte zijn groene ogen, die zelfs op honderd stappen afstand leken op te lichten. Acht Zwartbloeden omsingelden hem, ondanks de wetenschap dat sommige van hen het er niet levend vanaf zouden brengen. Ze waren niet gek. Soevereinen mochten dan niet de superieure fysieke eigen- schappen van de Zwartbloeden hebben, maar door de manier waarop Triphon zijn zwaard losjes in zijn hand hield, de punt in de richting van het beton, was voor iedereen duidelijk dat hij was geschoeid op de Nomadische leest van de Stervelingen – dezelfde Stervelingen die zes jaar geleden met slechts zeshonderd man stand hadden gehouden tegen de twaalfduizend Zwartbloeden van Saric. Jordin had die dag talloze Zwartbloeden gedood, en Triphon en zij konden vandaag de dag nog steeds zeven van hen aan. Stuk voor stuk torenden ze zeker dertig centimeter boven Triphon uit en ze hadden de bouw van een stier: een en al spieren. Ze bewo- gen zich met een ongelofelijke snelheid en incasseerden klappen alsof ze van hardhout waren gemaakt. Wat voor alchemie hier ook achter mocht zitten, die zulke grote, rauwe, woeste types had voort- gebracht, het kon niet ongedaan worden gemaakt. Ze konden niet tot leven worden gebracht, zoals een gewoon Lijk. Soevereinenbloed werd hun dood. De meesten droegen hun haar nog steeds in dreadlocks, maar ze hadden zich de afgelopen paar jaar ontwikkeld. Hun irissen waren net zo zwart als hun pupillen, maar er zat nu een gouden randje om. 11 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 11
Ze waren zo goed gebouwd, dat ze bijna volmaakt waren. Het waren trouwe slaven en hun onverzadigbare hartstochten werden alleen door Feyn onder controle gehouden. Het was wijd en zijd bekend dat ze gewone Lijkenvrouwen misbruikten wanneer ze maar wilden. Ze hadden haar nog niet gezien. Ze liet zich op één knie zakken, pakte een pijl en spande haar boog. De Zwartbloeden stonden stil en de leider van het stel stapte naar voren, waarbij hij zijn zware zwaard cirkels liet draaien alsof het een stuk balsahout was. Zijn gemompel klonk alsof iemand met een stok door een grindbak roerde en Jordin verstond het dan ook niet. Wat ze echter wel begreep, was de plotselinge nadering van de twee strijders links van de leider. Die gingen duidelijk in de aanval. Ze hield haar adem vast en liet de pees van haar boog los. De wind was even gaan liggen en de pijl vloog dan ook kaarsrecht op zijn doel af. Hij begroef zich met een klap in het hoofd van de leider en ze legde snel een tweede pijl aan. De Zwartbloed die ze had geraakt, struikelde naar achteren en slaak- te een kreet die de anderen heel even van hun stuk bracht. Triphon kwam in beweging op het moment dat ze werden afgeleid, haalde uit naar de dichtstbijzijnde strijder en liet zijn zwaard omhoog komen om de nietsvermoedende Zwartbloed onder zijn kin te raken. Jordin schoot haar pijl af op een derde strijder en ze was alweer over- eind voor de pijl doel raakte. ‘Triphon!’ Er draaiden vier hoofden in de richting van de bedreiging achter hen. Zonder aarzelen zwaaide Triphon zijn zwaard naar de buik van nummer vijf, miste, maar liet het zwaard een boog beschrijven en be- groef het in de schouder van een Zwartbloed die zich had omgedraaid. Een volgende pijl was al op weg, willekeurig op het groepje gericht, waar hij in de zijde van een van hen bleef steken. Binnen tien secon- den hadden ze er drie gedood en twee verwond. Ze hadden ooit met net zo veel precisie aan de zijde van Roland gestreden, voordat de prins Jonathans erfgoed de rug had toegekeerd. Ze sprintte naar hen toe, sloeg haar boog over haar rug en greep twee messen. Zonder leider en verbijsterd door zo’n dodelijke aanval van achteren, waren de Zwartbloeden opeens in het nadeel. 12 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 12
Tien passen bij hen vandaan smeet ze het bijna twintig centimeter lange mes vanuit haar zijde naar het overgebleven groepje, maar de Zwartbloed voor wie het was bedoeld, sloeg het uit de lucht. De drie overgebleven strijders sprongen naar achteren, nu meer op hun hoede. Drie tegen twee – ze zouden deze duivels vellen op de plek waar ze stonden. Hen eruit rennen zou veel moeilijker zijn en ze konden niet het risico lopen dat ze hen zouden terugleiden naar de grot. Als Feyn erachter kwam waar ze woonden, zouden ze allemaal met één enkele inval worden verpletterd en dan zou er geen Soevereinenbloed meer over zijn. ‘We doden ze,’ zei Jordin. ‘We doden ze,’ herhaalde Triphon met een lichte grijns. De Zwartbloed links van Jordin knikte en kwam langzaam over- eind. Er kroop een ziekmakende glimlach over zijn gezicht. ‘Ons allemaal?’ ‘Jullie allemaal,’ antwoordde Jordin. Zijn blik gleed over haar schouder. Triphons blik volgde die van hem. Zijn gezicht trok strak. Jordin wierp een snelle blik over haar schouder. Uit de steeg waar zij uit was komen rennen, kwamen nog drie Zwartbloeden tevoorschijn. ‘Jordin…’ Ze draaide een kwartslag. Nog meer. Er waren niet minder dan tien Zwartbloeden de hoek om gekomen vanachter de gebouwen aan het einde van de straat. Ze zaten klem. Aan twee kanten werd hun de pas afgesneden door stenen loodsen, en voor en achter door Zwartbloeden. Haar hart zat in haar keel. Ze bewoog zich opzij en elke gedachte aan een gemakkelijke ontsnapping verdampte. Een nieuwe windvlaag zweepte een kleine stofstorm op vanaf een heuveltje aan het einde van de straat. Als ze een sprintje naar de wildernis konden trekken, zouden de Zwartbloeden hen misschien niet achterna komen. Maar langs de linie zien te komen die nu op hen af kwam marcheren, zou moeilijk, zo niet onmogelijk blijken te zijn. Zwartbloeden waren niet bepaald traag. ‘Het spijt me, maar ik verstond je antwoord niet goed,’ zei de Zwart- bloed . ‘Weet je het zeker? Ons allemaal?’ Jonathan, waar ben je nu? 13 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 13
Het gevoel bij die vraag, was de laatste tijd eerder bitter dan vra- gend geworden. Maar ze had Jonathan niet altijd nodig gehad om te overleven. Ze was ooit zijn beschermer geweest, in de tijd dat er zelfs door Roland niet werd getwijfeld aan haar bekwaamheden als strij- der. Haar aderen vulden zich met een nieuwe vastberadenheid, ge- voed door haar woede. Hun zoektocht om Jonathan te volgen en leven te brengen, kon hier nieteindigen, hoe beroerd de situatie er ook uitzag. Drie stappen verderop lag het zwaard van een gevallen Zwartbloed op de grond. Ze had nog negen pijlen in de koker op haar rug. En aan haar dijen hingen nog twee messen. En als er geen kans meer be- stond om te ontsnappen, was er altijd nog dat zwaard. De rustige, berekenende inslag die Jordin vaak zo goed van pas was gekomen toen ze nog zij aan zij met Roland vocht, zweefde opeens als een beeld langs haar geestesoog: Jonathan die zijn armen spreidde en naar Saric riep dat hij hem moest doden, terwijl zij het vanaf de kliffen hulpeloos uitschreeuwde. Sarics zwaard dat naar beneden kwam en zijn weg vond naar de borst van de enige man van wie ze ooit had gehouden. Ze slikte. Haar mond was droog. Was dit ook haar lot? Het zij zo. Ze liet het mes in haar linkerhand onderhands wegschieten en keek toe hoe het zich diep in het oog begroef van de Zwartbloed die haar had uitgedaagd. Zijn grijns explodeerde in een fontein van bloed. En met een gil die door merg en been sneed, griste ze haar boog en een pijl van haar rug. Triphons gebrul vermengde zich met haar kreet en hij vloog op de Zwartbloeden af die hem in eerste instantie te lijf hadden willen gaan . Ze draaide zich met een ruk om naar de nieuwkomers, liet zich op een knie zakken, legde aan en schoot naar de drie mannen die uit dezelfde richting kwamen rennen van waaruit zij was gekomen. Een tweede en een derde pijl, die elkaar snel opvolgden. Haar pijlen vonden allebei een lichaam, maar waren niet in staat om die uit te schakelen. Jordin stond voor een belangrijke keuze. Ze moesten de Zwart- bloeden opsplitsen, want als ze werden omsingeld, zouden ze geen schijn van kans hebben. Ze moest zien af te rekenen met de twee die 14 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 14
haar van achteren naderden, maar ze moest ook langs de linie achter Triphon. Ze liet een laatste pijl in de richting van de twee Zwartbloeden vliegen die op haar af sprintten, hun zwaarden al opgeheven. Ze leken totaal niet stil te staan bij de mogelijkheid dat ze konden wor- den gedood. Maar goed, wat betekende de dood nou helemaal voor de doden? Zonder af te wachten of haar pijl doel zou raken, draaide ze zich om en kwam overeind. Nog vijf pijlen over. Ze legde er een aan terwijl ze in beweging kwam, links uit de flank . Triphon had een van de twee Zwartbloeden neergehaald op wie hij af was gegaan, en ging als een dolle stier op de andere af. Als ze door de linie Zwartbloeden wist te breken die zich tussen hen en de wil- dernis bevond en hen zo dwong om twee fronten te vormen, zouden ze nog steeds kans maken. De tien waren er twaalf geworden, die allemaal op een meter of vijftig afstand naar hen toe sprintten, de linkerflank dunner dan de rechter. ‘Probeer hen op te splitsen!’ riep ze en ging in de aanval, waarbij ze onder het rennen haar pijlen afschoot. Ze vuurde vier pijlen af in de richting van de drie strijders links van haar, zonder al te precies te richten, alleen maar met de bedoeling om hen genoeg op te houden om langs hen heen te komen. Nog één pijl over. Ze zwaaide haar boog over haar schouder en sprintte op volle snelheid naar de twee die helemaal links van haar waren geraakt door haar vlijmscherpe projectielen. Ze moest hen snel zien te bereiken. Grijp een van hun zwaarden en val hen van achteren aan. Dat was de enige manier. Maar die weg werd afgesneden door een vreselijk geluid achter haar. Een natte doenk!, gevolgd door een ziekmakend gegrom. Ze wist dat de doenkbij een zwaard vandaan kwam dat diep in ie mands vlees sneed. Maar het gegrom, daarschrok ze van. Omdat ze die stem kende. Jordin keek over haar schouder. Triphon had de twee Zwartbloe- den gedood op wie hij af was gegaan, maar een van de gewonden had hem van achteren te pakken gekregen. Haar pijl hing uit de zijde van de man, maar had hem niet weten te vellen. 15 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 15
Triphon had zijn armen wijd uitgespreid en zijn gezicht richtte zich met een grimas naar de hemel. Er stak een zwaard uit zijn borst. Jordin stond met een ruk stil, verbijsterd. De nacht leek stil te staan, losgerukt van de banden van de tijd. Triphon was bijna doormidden gespleten, alleen maar omhooggehouden door de Zwartbloed wiens zwaard in zijn borst begraven was. Jonathan was door een soortgelijke slag geveld. De Zwartbloed wrikte zijn wapen los en Triphon zakte in elkaar op het plaveisel. Dood. De tijd weigerde om terug te keren. Triphon was dood. Door de hand van degene die ze niet had weten te doden. Jordin wist niet waarom ze naar hem toe rende en zo haar laatste kans verloor om langs de linie te komen. Misschien kwam het wel omdat ze Jonathan op de grond zag liggen, die ook dood was omdat zij tekort was geschoten. Misschien wilde ze zich ergens diep in haar ziel wel bij Triphon voegen in een poel van haar eigen bloed. De Zwartbloed die met druipend zwaard over Triphon heen gebo- gen stond, grijnsde kwaadaardig. Haar razernij perste elke gram gezond verstand uit haar gedachten. Met een rauw gekrijs griste ze haar laatste pijl uit de koker op haar rug, plaatste hem met bevende vingers tegen de pees, stond vijf passen bij de strijder vandaan stil en schoot op het hoofd van de Zwartbloed. De pijl raakte de strijder in zijn mond, ramde er een paar tanden uit en sneed dwars door zijn nekwervels heen. Hij viel dood neer in Triphons bloed, zijn ogen wijd open van de schok. In Jordins gedachten was dit Saric. Saric, die ze nog erger minachtte dan Roland, die ze nog erger haatte dan de dood zelf, omdat hij de man had gedood van wie ze hield. De geluiden van de achtervolging achter haar vertraagden. Ze waren dichtbij. Tedichtbij. Ze zou geen enkele kans meer maken om nog te ontsnappen. Zelfs met een boog en een tiental messen, haar favo- riete wapen, kon ze in haar eentje geen tien Zwartbloeden van zich af slaan. En ze kon hen er ook niet uit lopen. Het enige wat ze nog kon doen, was Triphon eren door zijn zwaard op te pakken en er nog zo veel mogelijk over de kling te jagen voor ze zich bij hem zou voegen. 16 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 16
Vannacht zou ze worden herenigd met Jonathan. Eindelijk. Achter haar geschuifel van laarzen. Rechts van haar. Links. Ze had- den geen haast. Ze liep naar Triphons lichaam, liet zich op een knie zakken en kuste zijn bebloede lippen. ‘Ik zie je gauw weer terug, lieve vriend.’ Ze trok voorzichtig Triphons zwaard uit zijn hand en stond op. Voor de Zwartbloeden zou ze niet meer zijn dan een zoveelste slachtoffer. Ze wisten echter niet dat ze nu een van de twee commandanten van de Soevereinen in hun greep hadden. Het enige wat ertoe deed, was dat ze waren geschapen om het bloed dat door hun aderen stroomde van deze aardbodem weg te vagen. Jonathans bloed. Ze draaide zich om. Ze stonden in een wijde boog om haar heen. Rustig nu.Ze waren hier om haar te doden. Dat lag er duimendik bovenop. ‘Je hebt goed gevochten,’ zei een van hen, die een stap dichterbij deed. ‘Ik ben nog niet klaar,’ hoorde ze zichzelf zeggen. ‘Nee, dat dacht ik al. Het is achtenswaardig om met een zwaard in de hand te sterven. Maar uiteindelijk is dood nog steeds dood.’ Er speelde een lichte glimlach om zijn lippen. ‘Zullen we er een spelletje van maken?’ ‘Ik ben hier niet om spelletjes te spelen.’ ‘Het zou jammer zijn als je ons niet wat lol gunt voor je sterft.’ ‘De enige lol waarin ik ben geïnteresseerd, komt bij het uiteinde van dit zwaard vandaan.’ Daar moesten er een paar om grinniken. Er kwam een gevoel van pure walging over haar heen. ‘Niet alle zwaarden brengen de dood,’ zei de commandant. ‘Kan ee n klein ding als jij net zo goed met een zwaard omgaan als dat je pijlen in het rond schiet? Met dat gewicht van jou wordt het zelfs nog moei- lijk om een hond omver te kegelen.’ ‘En ik zie er tien voor me.’ Zijn grijns verbreedde zich. ‘Goed gezegd. Als je niet de vijand van mijn Maker was, zou ik waarschijnlijk graag wat jonge hondjes met je maken.’ Zijn glimlach ebde weg en hij deed een stap naar voren. De man- 17 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 17
nen helemaal links van Jordin kwamen dichterbij. En ook de twee aan haar rechterkant. Ze waren dus niet van plan om haar meteen te doden. Dit was het dus. Jordin deed een stap naar achteren, met de gedachte dat ze het er maar beter op kon wagen om een sprintje te trekken. Ze wierp een snelle blik achterom. Aan het einde van de straat stonden nog twee Zwartbloeden, die haar met een lome blik in het oog hielden. Geen kans om weg te komen, dus. Er kwamen er te veel op haar af. Als ze dan niet kon wegkomen, kon ze zichzelf dan niet beter de strot doorsnijden voor ze haar kon- den overweldigen? Die gedachte bevloog haar, godslasterlijk en uit- nodigend tegelijk. Ze deed nog een stap terug en draaide zich weer om om de com- mandant aan te kijken. Er stond onmiskenbaar een glinstering in zijn ogen. Haar eerdere idee om er zo veel mogelijk mee de dood in te nemen, zou alleen maar voor meer lijden zorgen. Ze zouden haar niet snel laten sterven. ‘Laat dat zwaard vallen en we zullen lief voor je zijn,’ zei de Zwart- bloed. ‘Dat zweer ik bij mijn Maker.’ Ze hief haar ogen op naar de maan die nog steeds aan de horizon door een opening in de wolken scheen. Ze had ooit onder die maan gedanst. Maar het ding staarde haar nu kil en afstandelijk aan. De zand- heuvel leek al op iets uit een ander land, een ander leven, vervormd en rafelig aan de horizon. De heuvel bewoog. En toen realiseerde ze zich pas wat ze zag en dat besef benam haar de adem. Er stond een rij paarden op, silhouetten in het koude licht van de maan. Zwarte paarden. Zeven stuks. Met zeven strijders erop die in het zwart gekleed gingen. En die het tafereel voor hen bekeken. Dit was voor het eerst sinds jaren dat Jordin Onsterfelijken zag. Hun gezichten waren met iets zwarts bedekt. Net geestverschijnin- gen die zielen kwamen oogsten voor ze weer in de wildernis zouden verdwijnen. De Zwartbloed voor haar moest hebben gezien dat haar ogen groot werden. Hij draaide zich met een ruk om. Het duurde maar een moment voor hij besefte waar hij naar stond te kijken. ‘In slagorde! Onsterfelijken.’ Als één man draaiden de Zwartbloeden zich met een ruk om naar 18 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 18
het oosten. De rij paarden begon de zanderige heuvel af te dalen, in eerste instantie langzaam, maar al snel in volle galop, met hun berij- ders ver voorovergebogen. Onbevreesd. Stil. Dat beeld van die rauwe kracht en heimelijke manier van verplaat- sen was zo fascinerend dat Jordin niet meteen in de gaten had dat ze zojuist een kans had gekregen om te ontsnappen. De Zwartbloeden waren hun prooi vergeten, omdat ze nu duidelijk zelf tot prooi waren gedegradeerd. Ze draaide zich om op het moment dat de twee Zwartbloeden die zich achter haar bevonden naar haar toe kwamen rennen. Een van hen haalde naar haar uit, maar ze wist hem zonder veel problemen te ontwijken. En toen waren ze voorbij en namen ze snel samen met de anderen hun positie aan beide zijden van de straat in. Jordin griste in het voorbij rennen Triphons amulet van zijn nek en rende de lege straat uit. 19 Soeverein 1-336_Opmaak 1 17-04-14 15:55 Pagina 19