9 1. De witte muur Zingen: Psalm 51:4 Schriftlezing: Exodus 38:9-31 Zingen: Psalm 15:1, 2, 3 en 4 Zingen: Psalm 118:10 Zingen: Psalm 68:7 Gemeente, de tekstwoorden waarbij we u met de hulp des Heeren een ogenblik willen bepalen kunt u vinden in het u voorgelezen Schriftge - deelte, Exodus 38, daarvan het negende vers, het middelste gedeelte. We lezen daar: De behangsels tot het voorhof waren van fijn getweernd linnen. Deze tekstwoorden bepalen ons bij de witte muur. Met de hulp des Heeren letten we op drie gedachten: 1. De ontoegankelijkheid daardoor; 2. De doorgankelijkheid daarvan; 3. De vergankelijkheid daarbuiten. We staan dus stil bij de witte muur . 1. De ontoegankelijkheid daardoor. Door die witte muur was er geen toegang. Er stond als het ware op die muur geschreven: Verboden toegang! 2. De doorgankelijkheid daarvan. We zullen zien dat die witte muur toch doorgankelijk is; 3. De vergankelijkheid daarbuiten. Want buiten die witte muur is de dood en de vergankelijkheid. 1. De ontoegankelijkheid daardoor Gemeente, de Heere spreekt tot de mens op onderscheiden manieren. Sprekende kleuren_bw.indd 9 25-07-19 15:14
10 Hij spreekt tot ons door roepstemmen. Hij spreekt ook tot ons door zegeningen. Dat kan bijvoorbeeld zijn wanneer de Heere na een peri - ode van grote droogte weer regen zendt. Dan spreekt de Heere door daden. De apostelen Paulus en Barnabas noemden dat: ‘Goeddoende van de hemel’. De Heere spreekt ook tot de mens vanuit Zijn Woord, en wel op verschillende manieren. Hij spreekt bijvoorbeeld door profetieën. Denk aan de profeten. Op een heel andere manier spreekt de Heere door gelijkenissen. Hij spreekt door allegorieën, dat zijn doorlopende gelijkenissen. De Heere spreekt door verhalen. Maar Hij spreekt in Zijn Woord ook door symbolieken, door symbolen die een bijzondere betekenis hebben. Daar vragen we in deze serie over Sprekende kleuren in de Bijbel, uw aandacht voor. Daarin zien we het spreken Gods door symboliek. We letten dan in het bijzonder op het spreken Gods in de symboliek van de kleuren. De eerste kleur waar we in deze overden - king bij willen stilstaan is de kleur wit. Vandaar ‘de witte muur’. Wit is een heel bijzondere kleur. Wit is eigenlijk een vermenging van alle andere kleuren in het zichtbare spectrum. Wit weerkaatst bijna al het licht dat erop valt. Daarom rijdt men in warme landen vaak in witte auto’s. Wit prikkelt bij de mensen de kleurreceptoren, de kleuront - vangers in gelijke mate. Wit wordt ook wel een ‘optelkleur’ genoemd, omdat alle kleuren erin zijn. Wit is de kleur die we tegenkomen in het dagelijks leven in sneeuw. In Psalm 51 neemt David de symboliek van de sneeuw als hij denkt aan zijn zwarte hart dat gereinigd moet worden. Wit vinden we terug in de melk. Witte melk is een teken van zuiverheid. In de Bijbelse betekenis en symboliek is wit de kleur van de reinheid. Het is de kleur van de heiligheid. Daarom komt deze kleur in de Bijbel veelvuldig voor, want God is een heilig God en Zijn volk is een heilig volk. Zo lezen we bijvoorbeeld in Openbaring 20 dat God op een witte troon zit. Dat is een beeld van Zijn heiligheid. We lezen in het boek Openbaring ook dat de Heere Jezus op een wit paard rijdt. Bij de opstanding van de Heere Jezus Christus lezen we dat de heilige engelen witte klederen dragen. Van Gods kinderen die in de Sprekende kleuren_bw.indd 10 25-07-19 15:14
11 hemel zijn lezen we dat ze hun lange klederen wit gewassen hebben in het bloed van het Lam. Gods kinderen dragen witte klederen in de hemel. Ze zijn daar gereinigd van al hun zonden. En zo zouden er nog veel meer voorbeelden te noemen zijn. Iedere kleur heeft veel aspecten. Het is onmogelijk om van iedere kleur alle aspecten te belichten. Het zou mogelijk zijn om van iedere kleur een prekenserie te houden. Maar dat voert te ver. Voor één aspect van de symboliek van de witte kleur vragen wij uw aandacht. Dat is de heiligheid geboodschapt door de witte kleur in de tabernakel. Daar heeft de Heere dagelijks door gesproken tot de kinderen Israëls. De tekst bepaalt ons bij ‘de behangselen van het voorhof ’. Het Hebreeuwse woord voor ‘voorhof ’ dat hier staat, betekent letterlijk ‘een omsloten ruimte’. Dat was het voorhof ook. Het voorhof sloot het hele huis van de Heere af van de omgeving. Het huis van de Heere, het heilige en het heilige der heiligen, stond binnen het voorhof. Daarbuiten woonden de kinderen van Israël. We zouden ons kunnen af vragen: Waarom was die voorhof er? Was het niet veel mooier geweest als de tabernakel voor alle mensen zichtbaar was geweest? Wat zou het mooi geweest zijn als mensen vanuit hun eigen tent de tabernakel in hun midden zouden zien. A ls ze zicht had - den gehad op het heilige en het heilige der heiligen. Ja, dat ze vanuit de verte het brandofferaltaar konden zien staan of het koperen wasvat. Onze huizen hebben een tuin, maar rondom de tenten van het volk Israël in de woestijn was geen tuin. Men kon zo van de ene tent naar de andere tent lopen en zo bij de buurman binnenlopen. Maar dat was bij de tabernakel niet zo. Gods tent was apart gezet. Gods tent was afgescheiden. Daar gaat een heel ernstige prediking van uit. Sommige mensen spre - ken zo oppervlakkig over God alsof Hij een soort buurman is bij wie je zomaar binnen kunt lopen. Ze praten over Hem alsof God Iemand is bij Wie je zomaar even op de koffie kunt gaan om je problemen tegen Hem te vertellen. Maar dat is zó oppervlakkig! Zij kennen God niet. Zij hebben geen besef van de heiligheid van God. Ze hebben niet Sprekende kleuren_bw.indd 11 25-07-19 15:14
12 geleerd wat de Heere de kinderen Israëls heeft willen leren met de prediking van het voorhof. Het voorhof predikt namelijk afstand tus- sen God en de mensen. We zouden zelfs kunnen zeggen: Het voorhof is de minimale afstand. Want de Heere heeft gezegd dat de kinderen Israëls op een zekere afstand van het voorhof moesten wonen. Zie Numeri 2 vers 2. Waarom was het voorhof er eigenlijk? Vond Mozes het mooi om dat zo te doen? Heeft het volk van Israël dat zo uitgedacht? Nee, dat heeft God voorgeschreven. Heel de tabernakeldienst is door de Heere voorgeschreven. God wilde dat dit allemaal zó gedaan zou worden. De opdracht tot het maken van het voorhof kunnen we lezen in Exodus 27 vers 9 tot en met 19. Het hoofdstuk waaruit onze tekst is genomen, is eigenlijk de uitvoering van die opdracht. Hier lezen we hoe Mozes gehoor heeft gegeven aan die opdracht tot in de kleinste bijzonder - heden toe. Het voorhof was niet overdekt. Dat is opmerkelijk. Aan de bovenzijde, aan de zijde van de lucht, was het voorhof open. Op het heilige en het heilige der heiligen lagen dekkleden. Daar was als het ware een dak op. Maar dat was bij het voorhof niet zo. Dat was aan de bovenzijde open. De vorm van het voorhof was rechthoekig. Hij was ongeveer 50 meter lang en 25 meter breed. Het was dus een heel grote rechthoek. De vorm van het voorhof werd bepaald door allerlei pilaren of kolom - men. Er waren wel zestig pilaren in de omtrek van het voorhof. Er waren twintig pilaren aan de lange zijde, het noorden en het zuiden, en er waren tien pilaren aan de breedtezijde, het westen en het oosten. En tussen die pilaren hingen de behangsels. Het gaat in onze tekst over behangselen of voorhangselen. Dat zijn sterke kleden of lakens die tussen de pilaren waren gehangen. Het gaat in onze overdenking in het bijzonder over deze lakens, over die witte muur. De behangsels waren twee en een halve meter breed en twee en een halve meter hoog. Ze waren gemaakt van fijn ge - tweernd linnen. Wat is dat? Wij zouden zeggen: In elkaar gedraaid linnen. Ze waren gemaakt van linnen draden die in elkaar gevlochten Sprekende kleuren_bw.indd 12 25-07-19 15:14
13 waren. Deze behangselen waren dan ook ondoorzichtig. Je kon er niet doorheen kijken. We zien soms, bijvoorbeeld als er een ongeluk is gebeurd, aan de kant van de weg dat men een deel van de weg af - schermt met schermen, doeken of kleden waar je niet doorheen kunt kijken. Zo was het ook met dit fijn getweernde linnen. Daar kon je niet doorheen kijken. De kleur ervan was helder, smetteloos wit. A ls je van een afstand naar de tabernakel keek, zag je alleen een witte muur. Er kon ook niemand overheen kijken. De muur was twee en een halve meter hoog. Niemand onder ons is twee en een halve meter lang. Niemand kon er dus over - heen kijken. Dat wilde de Heere ook niet. Bovendien kon ook niemand erlangs kijken, want de lakens waren met haakjes vastgemaakt aan de pilaren. Je kon dus niet zomaar even een doek opzijschuiven om te kijken wat er achter die witte muur zat. Niemand kon erdoorheen kijken. De muur was potdicht, zouden we kunnen zeggen. Wat een verschil tussen die witte muur en de grauwe tenten van de kinderen Israëls. Soms zie je op plaatjes mooie witte tenten van de kinderen Israëls, maar dat klopt niet. De tenten van de kinderen Israëls waren grauw en zwartgeblakerd door de zon. Wat een verschil tussen de woningen van de Israëlieten en de woning van de Heere. De witte muur liet de grote kloof zien tussen God en het volk van Israël. Daar stond de muur tussenin. Wat wilde de Heere nu leren met die witte muur? We hebben gezien dat wit onder andere de kleur van de reinheid en van de heiligheid is. Die witte kleur predikte de kinderen van Israël Gods vlekkeloze heilig - heid. Dat is een schril contrast met de onheiligheid en de onreinheid van het Joodse volk. De vlekkeloze muur predikt dat er niemand bin - nen kan komen die onrein is. Zo staat er ook in het boek Openbaring dat in de heilige stad, in het hemelse Jeruzalem, niemand kan inkomen die onrein is. Ook niet iets wat verontreinigt. Dat is onmogelijk. Gods heiligheid verhindert dat. Dat kan de Heere niet toestaan. Hij is heilig en volmaakt. Deze witte muur was er niet slechts aan één kant. Het was niet zo Sprekende kleuren_bw.indd 13 25-07-19 15:14
14 dat je – als je van het westen kwam – tegen de muur aanliep. Nee, de muur was er aan vier kanten, hij was er rondom, aan alle zijden. Dat predikt dat God met de zondaar geen gemeenschap kan hebben. Dat de zondaar tot God niet kan naderen. De dichter van Psalm 24 zegt: Wie klimt den berg des H eeren op? Wie zal dien Godgewijden top, Voor ’t oog van Sions God, betreden? We hebben gezongen met Psalm 15: Wie zal verkeren, grote God, In Uwe tent? Wien zult Gij kronen Met zulk een onwaardeerbaar lot, Dat hij, bij ’t heuglijkst gunstgenot, Uw heilig Sion moog’ bewonen? Wie zou het durven om te naderen tot de heilige God? Gemeente, hebt u weleens voor die muur gestaan? Hebt u weleens rond die tent gelopen? Want waarom deed de Heere dit? Waar was de ceremoniële dienst voor bedoeld? Wel, de Heere gaf de kinderen van Israël zicht - baar onderwijs. Zij moesten inleven dat Hij de heilige God is. Zij moesten voor die muur komen te staan. Waarom kunnen wij niet door die muur? Waarom is er geen toegang? Omdat wij zondaren zijn. Wij zijn niet wit, maar zwart. Dat is precies het tegenovergestelde. Wij zijn zwarte, grauwe zondaren. De Bijbel vergelijkt onze onreinheid met de kleur van de huid van een Moor - man. We hoeven nooit neer te kijken op iemand met een donkere huidskleur, want we zijn allemaal Moormannen. De Heere zegt in Zijn Woord: ‘Zal ook een Moorman zijn huid veranderen? Of een luipaard zijn vlekken? Zo zult gijlieden ook kunnen goeddoen, die geleerd zijt kwaad te doen.’ Dat is totaal onmogelijk. We zijn zwart vanwege onze zonden. Wij kunnen tot God niet naderen. Dat moet Sprekende kleuren_bw.indd 14 25-07-19 15:14
15 ingeleefd worden. Velen spreken er zo oppervlakkig over. Ze kennen de Heere niet. Ze kennen Zijn deugden en volmaaktheden niet. En zij kennen hun eigen onreinheid niet. Bovendien is die scheiding een definitieve scheiding. Het is niet zomaar een doekje dat fladdert. We noemen het niet voor niets een ‘witte muur’, want die doeken hangen aan sterke pilaren. Ze hangen aan zil - veren stangen. En de voeten van de pilaren zijn koperen voeten. Daar mogen we ook niet overheen lezen, want het woord ‘koper’ heeft in de Bijbel eveneens een symbolische betekenis. Koper heeft de betekenis van ‘vastheid, onveranderlijkheid’. Waarom moesten de witte doeken gedragen worden door de koperen voeten van de houten pilaren? Omdat de Heere wilde laten zien: Deze muur wijkt niet! Geen millimeter. Het is niet zo dat morgen die muur verdwenen is. De pilaren kunnen niet opzijgeschoven worden. God is de onveranderlijke God. Zijn heiligheid is onveranderlijk. De weg tot God is afgesneden. Welnu, dát was de prediking die de kinderen van Israël elke dag moesten zien. Er stond: Verboden toegang! En dat was niet de enige verhindering. Er was een witte muur rondom de tabernakel, maar voor het heilige hing ook weer een voorhangsel. Het heilige mocht je ook niet zomaar binnengaan. Daar stond als het ware ook op: Verboden toegang! En het heilige der heiligen dan? Daar kon je alleen vanuit het heilige binnenkomen, en daar kon je ook niet binnenkomen, want daar hing weer een heel dik kleed. Daar stond als het ware ook op geschreven: Verboden toegang! Er stond dus drie keer ‘verboden toegang’. En dat aan alle zijden. Nergens was een opening te ontdekken in die witte muur van het voorhof. Ja, daar zal het mee moeten beginnen, gemeente. We zullen moeten erkennen: ‘Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.’ De Heere is een heilig God. Wij kunnen voor Hem niet bestaan. Hebt u dat ingeleefd? Zo niet, dan hoop ik dat de prediking daarvoor gebruikt mag worden om uzelf zo te leren kennen. We bidden zo makkelijk. We spreken zo makkelijk over God. Maar als we hier iets van gaan inleven, wordt ons hart vervuld met diepe eerbied. God is heilig en wij zijn Sprekende kleuren_bw.indd 15 25-07-19 15:14
16 onheilig. God is rein, wij onrein. Gods huis is wit, wij zijn zwart. Wie zal ons tot God doen naderen? Kennen wij onze ellende? Want zonder ellendekennis zal het wonder van onze tweede gedachte niet beleefd worden. De witte muur is rondom. Die valt het eerst in het zicht. Wat is dat onderwijs noodzakelijk! We gaan naar onze tweede gedachte: 2. De doorgankelijkheid daarvan Dat is een heel verrassende gedachte. Want er is in die muur tóch ergens een doorgang mogelijk. Namelijk aan de oostzijde. Dus slechts aan één kant. Aan de oostzijde van de muur is een opening. In onze Statenvertaling wordt dat een ‘deksel’ genoemd. Een deksel ligt thuis op een pan. De pan is afgesloten door het deksel, maar je kunt het deksel ervan aflichten om iets in de pan te doen. Welnu, zo heeft de tabernakel ook een deksel. Niet aan de bovenkant, want naar de zijde van de Heere hoeft de tabernakel niet afgesloten te worden. Maar naar de zijde van de mensen wel. Er is naar de zijde van de mensen een deksel. Dat kán dus een opening geven. Dat deksel is aan de oostzijde. Waarom daar? De hele tabernakel is vol symboliek. Bij de oostzijde denken wij aan de zon. Wie denkt niet aan het lied van de opgang uit de hoogte dat Zacharias zong bij de komst van de Heere Jezus Christus? De oostzijde predikt de komst van de Heere Jezus Christus. U begrijpt het al, die deur is de Heere Jezus Christus. Hij zegt het Zelf tijdens Zijn omwandeling op aarde: ‘Ik ben de Deur.’ Er is geen toegang tot God buiten Christus. Hij heeft gezegd: ‘Niemand komt tot de Vader dan door Mij.’ Er is geen gemeenschap mogelijk met God buiten Christus. En dat profeteert hier deze deur aan de oostzijde. Deze deur is de poort, de poort der gerechtigheid waardoor het volk zal ingaan. Is die muur daar niet wit? Dat is ook opmerkelijk! Aan drie kanten is er een witte muur en aan één kant blijkbaar niet. We hebben toch gezegd dat die witte muur geheel rondom is? Ja, dat klopt ook, want die witte muur is ook aan de oostzijde. Niet de hele oostzijde is deur. Een gedeelte van de oostzijde is ook witte muur, de deur is ongeveer Sprekende kleuren_bw.indd 16 25-07-19 15:14
17 de helft. Maar die deur zelf is ook wit. Die is ook gemaakt van fijn getweernd linnen. A ls die deur een andere kleur zou hebben, als hij van andere materialen zou zijn, dan zou er toch ergens een opening zijn om buiten Gods heiligheid om tot Hem te genaken. Maar dat is niet mogelijk. De grondkleur van de deur is ook wit. De grondstof van de deur is ook fijn getweernd linnen. Nooit is het mogelijk om buiten de heiligheid van God tot God te naderen. De witte deur wijst op de heiligheid van de Heere Jezus Christus. Hij is volkomen heilig en rein. Als de Heere Jezus niet rein geweest zou zijn, kon Hij de Deur niet zijn. A ls Hij niet heilig zou zijn, kon Hij geen opening geven tot God, want God blijft heilig. Sommige mensen denken dat God Zijn rechtvaardigheid weleens even aan de kant legt, dat Hij er dan niet aan denkt, maar God blijft altijd heilig! Hij blijft altijd rechtvaardig! De deur is ook wit, dus de witte muur wordt niet onderbroken. De witte muur is rondom. Maar het verschil met de andere helft van de muur aan de oostzijde is wel dat deze deur geborduurd is met een drietal kleuren. En dat zien we aan de andere zijden van de muur niet. De drie kleuren zijn heel veelzeggend. We stippen ze nu slechts even aan, maar in het vervolg van de overdenkingen komen die kleuren van - zelf nog terug. Welke af beeldingen er op de deur waren geborduurd weten wij niet precies. Wel weten we met welke kleuren er geborduurd was. De Heere spreekt door kleuren. De eerste kleur was hemelsblauw. Dat was opmerkelijk. Iemand liep rondom die smetteloos witte muur, en zag plotseling een gedeelte met hemelsblauw borduurwerk. De deur ziet op Christus. De hemels - blauwe kleur ziet op Zijn Godheid. De hemel is boven, en Christus komt uit de hemel. Hij wordt in de Bijbel ‘de Heere van de hemel’ genoemd. De Heere Jezus is de Zoon van God. Was Hij dat niet, dan kon Hij de Deur niet zijn. Dat is onmogelijk. Maar deze deur predikt dat de Zoon van God waarlijk God is. Hij is de Heere uit de hemel. De tweede kleur waarmee geborduurd was, was de kleur scharlaken. Scharlaken is een rode kleur. Scharlaken wijst op het bloed. Deze kleur ziet op Christus’ mensheid. Scharlaken ziet erop dat Hij vlees Sprekende kleuren_bw.indd 17 25-07-19 15:14
18 en bloed heeft aangenomen en dat Hij naar deze aarde gekomen is om te lijden en te sterven. De derde kleur – dat was purperkleur, een kleur die door koningen werd gedragen – ziet op de ambten van Christus, en dan in het bijzonder op Zijn Koninklijk ambt en Zijn Priesterlijk ambt. Dat is een prediking zonder woorden! A ls een Israëliet in het Oude Testament daar stond voor die deur, lag eigenlijk in kleur het hele Nieuwe Testament vóór hem. De Heere sprak op een heel eenvoudige en duidelijke manier. Dus alleen aan de oostzijde is de mogelijkheid om in het voorhof te komen. Er is maar één deur. Nergens anders mag je over de muur kijken. Nergens anders mag je langs de gordijnen glippen. Om in het voorhof te komen moet je door die ene deur. En het is niet genoeg om te weten dat die deur er ís, maar we moeten door die deur om in het voorhof te komen. Daar ligt ook een heel diepe les in. Het is niet genoeg te weten dat Christus er ís, maar we moeten door de Deur Christus binnengaan. We moeten deel krijgen aan Christus om deel te krijgen aan Zijn weldaden. Wat dan wel opvalt is de breedte van de deur. Hoe breed is die deur aan de oostzijde? We hebben gezien dat de breedte van de taber - nakel 50 x 25 meter is. Deze deur is ongeveer de helft van de oost - zijde. Deze deur is dus 10 meter breed. Ongelooflijk. Wie heeft weleens een deur gezien van tien meter breed? De deuren in onze huizen zijn nog geen twee meter breed. Bij het heilige valt de hoog- te van de deur op, bij het voorhof valt de breedte van de deur op. Dat deksel, die deur, hing aan vier pilaren. Wat is dat een rijke pre- diking voor mensen die rond de muur gelopen hebben. Voor mensen die gevreesd hebben dat er geen ingang was. Voor mensen wier hart uitging naar God maar die niet wisten hoe ze bij Hem moesten komen. Wat een rijke prediking voor mensen die vastgelopen zijn met Gods heiligheid en hun eigen onheiligheid. Voor mensen die moeten inle - ven: Ik kom er nooit. Voor mensen die zichzelf proberen te reinigen, om enigszins die witte muur te gelijken. Ze hebben geprobeerd om hun zonden af te wassen en hun ongerechtigheden na te laten. Maar Sprekende kleuren_bw.indd 18 25-07-19 15:14
19 ze zijn erachter gekomen dat ze veel te vuil zijn en veel te onrein om ooit binnengelaten te worden. Wat een prediking is deze brede deur. Hij predikt de kinderen Israëls wat de Heere Jezus in het Nieuwe Testament zegt: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’ Deze deur van tien meter predikt ons: ‘A l waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.’ Deze brede deur predikt de ruimte van zalig worden bij God vandaan. Niet bij de mens vandaan. Want weet u wat heel opvallend is? Dat de breedte van die poort – twintig ellen – precies gelijk is aan de optelsom van de breedtes van het brandofferal - taar. Dat was vijf ellen, vijf ellen, vijf ellen, vijf ellen. Er zou een aparte prekenserie gehouden kunnen worden over de getallensymboliek in de Bijbel. Het is heel opmerkelijk dat de omtrek van het brandofferaltaar precies de breedte van de deur is. Dus die deur is wel heel breed, maar hij laat aan de andere kant ook zien dat we buiten Christus niet door de deur kunnen ingaan. Dat kan alleen op grond van Zijn offer, alleen op grond van Zijn werk. A lleen het brandofferaltaar beantwoordt aan Gods deugden. We kunnen niet ingaan op grond van onze verdiensten. Misschien vraagt u: Wat is dan het werk van Christus? Hoe gaan zondaren door die deur? Wel, het werk van Christus is ontdekking door Zijn Geest. Het werk van Christus is verootmoedigen. Het werk van Christus is boetvaardig maken. Kent u daar iets van? Want deze deur en het altaar prediken dat er geen toegang is voor hoogmoedige zondaren die vasthouden aan hun hoogmoed. Er is enkel toegang voor boetvaardige, ootmoedige zondaren. Dat leert de duivel ons niet. De zonde van het paradijs is de zonde van de hoogmoed. Maar het werk van de Heere wordt kenbaar in ootmoed, boetvaardigheid en veroot - moediging. Voor zulke mensen is deze deur zo onuitsprekelijk breed. Ze hadden zich nooit kunnen voorstellen wat de Heere zegt in Zijn Woord tot verlorenen, tot rechtelozen, tot behoeftigen. Helaas wordt er vaak misbruik van gemaakt door rechthebbende men - sen. Zij beroepen zich daar ook op. Zij trekken de beloften zo mak - Sprekende kleuren_bw.indd 19 25-07-19 15:14
20 kelijk naar zich toe zonder te kijken aan wie die beloften gericht zijn. Maar deze beloften zijn voor arme zondaren. Voor mensen die anders niet binnen durven komen. Zulke mensen durven zich de beloften niet toe te eigenen. Het moet hun geschonken worden. Maar zulken worden hier genodigd door de breedte van de deur. De deur van de tabernakel laat zien dat er nog doen aan is. De gemeenschap met God is nog mogelijk. Er is nog een deur. Is het geen wonder dat we nog mogen prediken dat er een deur ís? Want in het paradijs was er geen deur. Daar ging de deur op slot. Adam en Eva werden uit het paradijs verdreven vanwege hun zonden, vanwege hun hoogmoed. Er werd een engel gezet bij de ingang van de hof met een uitgetrokken zwaard in zijn hand. Niemand kwam er meer door die deur. De deur naar het paradijs is voor eens en voor altijd ge - sloten. Maar hier zien we dat God een deur opent voor verloren men - senkinderen, in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus, in Zijn blankheid en in Zijn bloedgerechtigheid. En het geheim is: Dat is met behoud van Gods heiligheid. Sommige mensen zouden liever een wit laken middendoor knippen en ertussendoor glippen. Maar zalig worden kan alleen met behoud van Gods deugden. Daar worden ontdekte zondaren het mee eens. En er is er maar Eén Die daarvoor zorgen kan, en dat is de Heere Jezus Christus. Hij moet de Enige worden in ons leven. Hebben wij al leren sterven aan alles buiten Hem? Wat wordt die deur dan onuitsprekelijk heerlijk en dierbaar! We gaan naar onze derde gedachte, maar zingen eerst Psalm 118 vers 10: Dit is, dit is de poort des H eeren; Daar zal ’t rechtvaardig volk door treên, Om hunnen God ootmoedig t’ eren, Voor ’t smaken Zijner zaligheên. Ik zal Uw Naam en goedheid prijzen; Gij hebt gehoord; Gij zijt mijn geest, Door Uw ontelb’re gunstbewijzen, Tot hulp, en heil, en vreugd geweest. Sprekende kleuren_bw.indd 20 25-07-19 15:14
21 3. De vergankelijkheid daarbuiten Achter de witte muur is het leven. Achter de witte muur is God en God is het leven. Achter de witte muur is de ark. Daar is de heerlijkheid des Heeren. Maar buiten die witte muur is de dood. Want God heeft gezegd tegen Adam en Eva: ‘Ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven.’ Zo zijn ze verdreven uit het heerlijke paradijs. En daar zwerven wij nu rond van nature. We zijn in het rijk van de dood. Dat is wat! Ontzaglijk! Wij missen de levensgemeenschap met God. Zijn we daaraan ontdekt? Is dat leven ons ook tot een grote schrik geworden? Zal Christus waarde krijgen in het leven van een zondaar, dan wordt de dood ingeleefd. Dan wordt het leven buiten Hem onmogelijk gemaakt. Wat is er eigenlijk áchter de deur, achter de witte muur? Dan komen we in het voorhof zelf. In het voorhof staan twee heel belangrijke attri - buten. Heilige attributen waarvoor Mozes de opdracht heeft gegeven aan de Israëlieten om ze te maken. In de eerste plaats staat daar het brandofferaltaar. Dat valt in het oog als je door de poort heen bent. Buiten de witte muur zie je niets van het brandofferaltaar. Je ziet bui - ten de muur niet wat er bij dat altaar gebeurt. Je ziet de priesters niet lopen. Dan is alles toegesloten. Maar iemand die door de poort komt, krijgt zicht op het brandofferaltaar. Voorbij het brandofferaltaar, iets verderop richting het heilige, staat het koperen wasvat. Dat staat ook in het voorhof. Wat gaat daar een prediking van uit. Het brandoffer - altaar wijst heen naar Christus. Dat ziet op Zijn offer dat Hij brengt op Golgotha. Denk aan Psalm 40: Brandofferen, noch offer voor de schuld, Voldeden aan Uw eis, noch eer; Toen zeid’ Ik: Zie, Ik kom, o Heer’! De rol des boeks is met Mijn Naam vervuld. Het brandofferaltaar ziet op een offer dat geheel verteerd wordt. Het brandofferaltaar brengt verzoening aan. Het brandofferaltaar ziet op de weldaad van de rechtvaardigmaking. En daarachter staat het kope - Sprekende kleuren_bw.indd 21 25-07-19 15:14
22 ren wasvat of de koperen zee. Dat was een heel grote schaal, een grote ketel als het ware, die aan de bovenkant open was. Dat wasvat stond op een koperen voetstuk. Aan de onderkant waren diverse kranen. En het hemelwater dat uit die kranen liep moesten de priesters gebruiken om hun handen te wassen. De offers moesten daarmee gereinigd worden. A ls men dat vergat of niet deed, stond daar de doodstraf op! Want niet alleen aan de buitenkant is die muur wit, maar aan de binnenkant ook. In de tabernakel kon er niet zomaar wat gerommeld worden! Nee, juist niet. In de tabernakel moest alles heilig en rein zijn, want daar woont de Heere. Dus de Poort Christus geeft toegang tot de weldaden van de rechtvaardigmaking en de heiligmaking. Dát is wat de kinderen van Israël zichtbaar van de Heere mogen leren. Wat een rijke prediking! Want dat zijn twee weldaden die niemand missen kan. Rechtvaardigmaking is de vergeving van de zonden. Hoe kun je voor een heilig God bestaan met een zonderegister? De heilig - making is de afwassing van de zonde. De afwassing van de smet van de zonde, van de vuilheid van de zonde. Wie kan in de buurt van de tabernakel komen terwijl de zonde hem nog als een melaatsheid bezet? Dat is onmogelijk. Maar nu is er een weg, en die weg van de poort naar de tabernakel voert langs het brandofferaltaar en het koperen wasvat. Dat is een les! Buiten het voorhof begrijpen we die les niet. Dat is een les die iemand die door de deur van het voorhof gaat ook nog niet beseft. Dat is een weg die de Heere Zijn kinderen leert in de weg van de geloofsoefening. Rechtvaardigmaking en heiligmaking is mogelijk, maar alleen dóór de poort. Buiten Christus is het onmogelijk om daar deel aan te hebben. Waar bent u? Buiten de omheining? Bent u buiten de witte muur of bent u in het voorhof ? De witte muur trekt een scheidslijn dwars door onze kerkelijke gemeente heen. Zondaren zijn buiten de muur, evenals goddelozen en onreinen. En degenen die in Christus zijn ingegaan, zijn erbinnen. U zult zeggen: Dat zijn toch ook zondige mensen? Ja, dat is waar, maar ze zijn door de deur, en die is scharlaken, hemels - blauw, purper. Die mensen zelf zijn niet beter, maar het verzoenend Sprekende kleuren_bw.indd 22 25-07-19 15:14
23 en heiligend werk van Christus geeft hun een bestaansrecht voor God. Buiten de poort is echter de dood. Hoe velen zwerven er niet buiten de poort! U mag niet rusten als u de poort gevonden hebt. U mag niet rusten voordat u mag weten dat u door die deur bent binnengegaan. Want ... de deur gaat wel een keer dicht. Die poort zal gesloten worden. We lezen dat op verschillende plaatsen in Gods Woord. Dat hoeven we vandaag nog niet te predi - ken. De witte wand is wel gesloten. De muur is wel gesloten, maar we hoeven nog niet te prediken dat de deur gesloten is. De deur mag nog gepredikt worden. Gods knechten mogen nog uitgaan en de mensen toeroepen dat er nog toegang mogelijk is voor verloren zondaren. Voor mensen die alles verbeurd en verzondigd hebben. Rust niet voor u Christus mag kennen. Want het zal wat zijn als we straks onze ogen sluiten buiten de witte muur. A ls we Gods deugden niet hebben leren kennen. A ls we het konden stellen zonder de gemeenschap met God. O, wat zal dat zijn, om dan straks voor eeuwig buitengesloten te wor - den met de woorden: ‘Ga weg van Mij, gij werker der ongerechtigheid, want hier zal niet iets inkomen wat ontreinigt.’ Volk des Heeren, wat was die plaats bij de tabernakel Gods kinderen lief. Ze moesten daar niet één keer naartoe, maar daar moesten ze gedurig naartoe. Wat we u hebben voorgehouden moet niet één keer ingeleefd worden, maar dat moet gedurig ingeleefd worden, en ook steeds dieper. U hebt weleens in het voorhof mogen staan. De een zal daarin verder geleid zijn dan de ander. U hebt misschien weleens op het brandofferaltaar mogen blikken. U hebt misschien weleens op het koperen wasvat mogen zien. Rechtvaardigmaking, heiligmaking, en dat voor een zwarte zondaar. Wat is dat onbevattelijk. U hebt weleens staan kijken naar het heilige. Of niet? U hoopt weleens iets te zien van het heilige der heiligen, maar dat kan niet. Daar mag u niet bin - nen. Op aarde mogen we binnen door het voorhof, maar de kinderen Israëls mochten niet in het heilige komen. Daar hing weer zo’n dek - sel. Wie mochten alleen in het heilige komen? De priesters. En de priesters mochten ook niet achter het volgende deksel komen, want Sprekende kleuren_bw.indd 23 25-07-19 15:14
24 daar was het heilige der heiligen. Daar mocht alleen de hogepriester komen. Eén keer per jaar. K ijk, en dat blijft nu de gestalte van Gods kinderen hier op aarde. De gelovige Israëliet kwam weleens in het heilige, door het geloof. Hij kwam weleens in het heilige der heili - gen, door het geloof. Dan mocht hij de priester of de hogepriester werkzaam zien. Zo komt Gods kind ook weleens in het heilige en in het heilige der heiligen, maar alleen door het geloof. Hier is de toegang voor ons nog niet geopend. Voor Christus wel. Hij heeft hier op aarde Zijn witte rok gedragen. Dat was ook een rok die ge - maakt was van fijn linnen. Dat wees op Zijn Priesterschap. Hij hoefde voor die witte muur niet bang te zijn. Hij had geen zonden. Maar Hij is buiten de witte muur geworpen. Hij is als een onreine gestor- ven om een deur te maken waar geen deur meer was. Hij, de Heere Jezus Christus, is ingegaan in het binnenste heiligdom. Psalm 24 zingt er van: Verhoogt, o poorten, nu den boog; Rijst, eeuw’ge deuren, rijst omhoog; Opdat g’ uw Koning moogt ontvangen. Voor Hem is het voorhangsel van het heilige der heiligen ge - scheurd. Door Zijn bloed heeft Hij een toegang. En in Hem, in deze Hogepriester, is er een toegang tot de troon voor doodschuldige zon - daren. A lleen omdat er zo’n deur is, alleen omdat Hij het Brandaltaar is, alleen omdat Hij het Wasvat is, daarom staat er een schare voor de troon, zoals we lezen in Openbaring 7. Er zal een schare staan die niemand tellen kan, uit alle naties en geslachten en volken en talen. Ze zullen staan voor het Lam en voor de troon, bekleed zijnde met lange witte lederen. Dat is wat! A l die mensen zijn door de Deur gekomen, anders waren ze niet binnengelaten. We lezen dat er palmtakken in hun handen waren. ‘En een uit de ouderlingen antwoordde, zeggende tot mij: Dezen, die bekleed zijn met de lange witte klederen, wie zijn zij, en vanwaar zijn Sprekende kleuren_bw.indd 24 25-07-19 15:14
25 zij gekomen? En ik sprak tot hem: Heer, gij weet het. En hij zeide tot mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij heb - ben hun lange klederen gewassen en hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed des Lams. Daarom zijn zij voor de troon Gods en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel; en Die op de troon zit, zal hen overschaduwen. Zij zullen niet meer hongeren en zullen niet meer dorsten, en de zon zal op hen niet vallen, noch enige hitte. Want het Lam, Dat in het midden des troons is, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.’ Daar is geen gesloten portaal meer. Daar is het heilige der heiligen niet meer ontoegankelijk. Daar zullen de gelovigen met hun reine zielen en hun reine lichamen voor de troon zijn, dag en nacht. Zult u daar ook bij zijn? Gemeente, dan zullen we hier door de Deur moeten ingaan, want buiten de Deur is de dood. A men. Sprekende kleuren_bw.indd 25 25-07-19 15:14