Shusaku Endo Stilte Roman Vertaald door C.M. Steegers-Groeneveld Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 3 19-12-16 12:12
© Uitgeverij Kok – Utrecht, 2017 Postbus 13288, 3507 LG Utrecht www.kok.nl Oorspronkelijk verschenen onder de titel Chinmoku . © 1966, de erven Shusaku Endo All rights reserved. De eerste druk van Stilte verscheen in 1987 bij Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam. Voor deze uitgave werd gebruikgemaakt van de tweede druk die in 2000 gepubliceerd werd door uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam. Vertaling C.M. Steegers-Groeneveld Omslagillustratie © Chevnenko Omslagontwerp b’IJ Barbara ISBN 978 90 435 2789 7 ISBN e-book 978 90 297 2655 9 NUR 302 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveel - voudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder vooraf - gaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electro - nic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher. Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 4 19-12-16 12:12
5 Een verslag bereikte de kerk in Rome. Priester Christovão Ferreira, die door de orde der jezuïeten naar Japan was uitgezonden, zou het geloof hebben afgezworen na de foltering van de ‘put’ in Nagasaki. Deze priester, die zich al 33 jaar in Japan bevond, bekleedde het hoogste ambt in dat gebied en gaf als oudere priester leiding aan paters en gelovigen. Begiftigd met een zeldzame theologische deskundigheid zette hij, ondergedoken in de streek Kamigata, zelfs tijdens de vervolgingen zijn missiewerk voort. Uit zijn brieven sprak een rotsvast geloof. Het was onvoorstelbaar dat een dergelijke man onder welke omstandig - heden dan ook de kerk zou verraden. Zowel in kerkelijke kringen als bij de orde der jezuïeten dachten de meesten dat het een vals rapportj was, opgemaakt door heidense Nederlanders of Japanners. Uit brieven van missionarissen was natuurlijk ook bij de kerk in Rome bekend dat de zending zich in Japan in een moeilijk par - ket bevond. Na 1587, toen de generaal-regent Hideyoshi zijn poli - tiek wijzigde en het christelijk geloof begon te vervolgen, werden eerst 26 priesters en gelovigen tot de brandstapel veroordeeld op de Nishizakaheuvel in Nagasaki. Daarna werden christenen overal uit hun huizen verdreven en gemarteld en namen massaslachtingen een aanvang. De Tokugawa-shogun zette op zijn beurt deze politiek voort en besloot in 1614 alle predikers van het christelijk geloof naar over - Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 5 19-12-16 12:12
6 zees gebied te verbannen. Volgens rapporten van de missionarissen werden op de zesde en zevende dag van de tiende maand van dat jaar zeventig priesters, onder wie ook Japanse, bijeengebracht in Kibachi op Ky ūshū, en samengeperst in vijf jonken die naar Ma - cao en Manilla gingen, weggestuurd naar hun oord van verbanning. Het was een regenachtige dag, de zee was grijs en wild. Er hing een regengordijn vanaf de baai tot aan de overkant van het voorgeberg - te, waar de boten doorheen voeren. Ze verdwenen aan de horizon. Toch waren 37 priesters die de gelovigen niet in de steek wilden laten, ondergedoken in Japan, niettegenstaande de strikte order tot ballingschap. Ferreira was een van deze ondergrondse paters ge - weest. Hij bleef zijn superieuren bericht sturen over de priesters en hun volgelingen, die de een na de ander werden gearresteerd en tot de brandstapel veroordeeld. De brief die hij op de 22e dag van de derde maand van 1632 vanuit Nagasaki aan de pater-inspecteur André Palmeiro verzond, is tot op heden bewaard gebleven. Hij geeft een goed beeld van de omstandigheden in die tijd. In mijn vorige brief heb ik de situatie van het christendom hier uiteengezet. Daarop aansluitend ga ik verder met wat er sindsdien is voorgevallen. Allen zijn uitgeput door nieuwe vervolgingen, onder - drukking en ontberingen. Laat ik beginnen met het verhaal van vijf broeders, die na 1629 gevangen zijn genomen vanwege het geloof. Het zijn Bartolomé Gutiérrez, Francisco de Jesus, Vicente de San Antonio van de orde der augustijnen, Antonio Ishida van onze orde en Gabriel de Santa Magdalena van de franciscanen. De gouver - neur van Nagasaki, Takenaka Uneme, probeerde hen het geloof te laten verwerpen en de moed van de gelovigen te breken door onze heilige leer en haar dienaren te bespotten. Al snel besefte Uneme echter dat hij de vastbeslotenheid van de paters met woorden alleen niet kon veranderen. Daarop besloot hij een andere methode te gaan gebruiken. Hij zou hen martelen met het kokende water van de hete bronnen de “Hellen” in Unzen. Hij gaf bevel om de vijf priesters naar Unzen te brengen en hen Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 6 19-12-16 12:12
7 met het kokendhete water te martelen tot zij het geloof zouden verloochenen, maar hen beslist niet te doden. Verder besloot hij ook Beatriz, de vrouw van Antonio da Silva, en hun dochter Ma - ria te laten martelen. Dat gebeurde omdat zij ondanks langdurige aandrang er geen gehoor aan hadden gegeven het geloof te verwer - pen. Op de derde dag van de twaalfde maand vertrokken allen uit Nagasaki, in de richting van Unzen. De twee vrouwen stapten in een draagstoel, de vijf mannen stegen te paard en namen afscheid van de mensen. Toen ze in de haven van Himi aankwamen, slechts enkele kilometers verderop, werden hun armen en polsen vast- gebonden. Ze kregen voetboeien om en vervolgens werden ze in een boot geladen. Een voor een werden ze stevig aan de zijkant van de boot vast gesnoerd. ’s Avonds bereikten ze de haven van Obama, waar het gebergte van Unzen begint. De volgende dag trokken ze de bergen in. Daar werden ze alle zeven in een hutje gestopt. Dag en nacht waren zij, aan handen en voeten geboeid, door bewakers omgeven. Talrijk was het aantal ondergeschikten van Uneme, maar ook de lokale magis traat had bewakers gestuurd, zodat er sprake was van opperste waakzaamheid. Op de weg door de bergen werden overal uitkijk - posten neergezet. De mensen mochten niet passeren zonder een bewijs van toestemming van de beambten. De volgende dag ving het martelen aan, en wel op de volgende manier. De zeven werden een voor een, geïsoleerd van alle aanwe - zigen, naar de rand van een kokende vijver gebracht. Men wees hen op het hoog opspattende, hete water en drong erop aan het geloof te verwerpen, voordat hun lichaam de gruwelijke pijn van het water zou moeten ondergaan. Door de kou leek het of de vijver kookte met een razende kracht. Zonder hulp van God zou men alleen bij de aanblik al de moed verliezen. Allen gedroegen zich echter zeer dapper, gesterkt door Gods zegen, en zeiden dat men hen maar moest martelen, maar dat ze de leer waar ze in geloofden beslist niet op zouden geven. Toen de beambten dit resolute antwoord Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 7 19-12-16 12:12
8 hoorden, ontdeden ze de gevangenen van hun kleren, bonden hun handen en voeten met touw aan elkaar, schepten met hoosvaten waarin on geveer een halve kanaar ging het kokende water op en goten dit over hen heen. Dat ging niet met een grote plons, want om het lijden te verlengen, hadden ze in de bodem van het vat et - telijke gaten gemaakt. De helden van Christus ondergingen dit ondraaglijk lijden roerloos. Alleen de nog jonge Maria bezwijmde onder deze zeer ernstige pijniging. “Ze heeft het geloof afgezworen, ze heeft het geloof afgezworen!” schreeuwden de beambten toen ze dit zagen. Ze brachten het meisje naar de hut en stuurden haar de volgende dag naar Nagasaki terug. Maria protesteerde dat ze het geloof niet had verworpen, en drong erop aan samen met haar moeder en de anderen gemarteld te worden, maar men luisterde niet naar haar. De andere zes bleven in de bergen en brachten daar 33 dagen door. In die tijd ondergingen de twee paters Francisco en Antonio, en ook Beatriz, elk zesmaal de marteling van het kokende water, pa - ter Vicente viermaal en de paters Bartolomé en Gabriel tweemaal, maar bij geen van hen kwam een jammerklacht over de lippen. Beatriz en de paters Antonio en Francisco werden langer gekweld dan de anderen, Beatriz da Costa in het bijzonder. Daar zij, hoezeer men haar ook martelde of op haar inpraatte, meer moed toonde dan een man, werd ze na de marteling van het hete water zelfs nog aan een andere kwelling onderworpen. Ze werd voor lange tijd boven op een rotsblok neergezet en met scheldwoorden en beledigingen overladen. Maar hoe razend de wachters zich ook maakten, ze liet zich niet van haar stuk brengen. De anderen werden niet al te ernstig gemarteld, aangezien ze lichamelijk niet sterk waren of zelfs ziek. Het was immers van meet af aan de bedoeling van de gouverneur geweest hen het geloof te la - ten afzweren, niet hen te doden. Om deze reden was er ook speciaal een dokter naar de bergen gekomen om hun wonden te verzorgen. Uiteindelijk begreep Uneme dat hij niet zou winnen. Integen - Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 8 19-12-16 12:12
9 deel, toen hij van zijn ondergeschikten, die getuige waren van de moed en kracht van de paters, rapporten ontving waarin stond dat eerder de geisers en vijvers van Unzen leeg zouden raken dan dat zij de paters van gedachten zouden kunnen doen veranderen, besloot hij hen naar Nagasaki terug te laten brengen. Op de vijfde dag van de eerste maand stopte Uneme Beatriz da Costa in een huis van twijfelachtige reputatie en de vijf priesters in de plaatselijke gevan - genis. Zij zitten daar nu nog. Ons heilig geloof gloeit op onder het volk en de gelovigen vatten moed. In tegenstelling tot wat de tiran beoogd had, is er juist een glorieus einde gekomen aan deze strijd, die had moeten eindigen in een nederlaag.’ In de kerk van Rome achtte men het ondenkbaar dat pater Ferreira, na zo’n brief, onder welke marteling dan ook, God en de kerk zou verwerpen en zich aan de heidenen zou overgeven. In 1635 kwamen in Rome vier priesters bijeen rond de centrale fi - guur van pater Rubino. Deze mannen hadden het plan opgevat om koste wat het kost naar Japan te gaan, het land van de vervolgingen, teneinde het gezichtsverlies dat de kerk had geleden door de ver - meende afvalligheid van Ferreira te compenseren en ondergronds missiewerk te bedrijven. Dit roekeloze plan werd aanvankelijk niet goedgekeurd door de kerkelijke autoriteiten. Hoewel men het vuur en de missiedrang van de priesters wel begreep, konden de hogere autoriteiten er niet onmiddellijk mee instemmen nog meer pries - ters te sturen naar dit uiterst gevaarlijke, heidense land. Aan de an - dere kant was het onaanvaardbaar om de voortrekkers te verliezen in Japan, waar sinds de dagen van de heilige Franciscus Xaverius het beste zaad was gezaaid van de hele Oriënt, of om de gelovigen, die langzamerhand wanhopig werden, aan hun lot over te laten. Boven - dien was het feit dat Ferreira zijn geloof zou hebben afgezworen in een klein landje dat voor de Europeanen in die tijd aan het einde van de wereld lag, niet louter een persoonlijke frustratie. Nee, dat Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 9 19-12-16 12:12
10 werd door hen als een verpletterende nederlaag beschouwd voor het geloof en de ideeën van Europa als geheel. Deze gedachte won steeds meer terrein en na vele bezwaren werd er toestemming ver - leend voor de reis van pater Rubino en de vier priesters. Afgezien van hen waren ook in Portugal drie jonge priesters op het idee gekomen in Japan onder te duiken, zij het om een andere reden. Zij waren vroeger, in het oude klooster van Campolide, leer - lingen geweest van Ferreira, die toen belast was met de opleiding van theologiestudenten. Deze drie mannen – Francis Garpe, Juan de Santa Marta en Sebastian Rodrigo – konden absoluut niet aan - nemen dat hun vereerde leermeester Ferreira zijn kans op een stra - lend martelaarschap zou hebben verworpen en als een hond voor de heidenen zou hebben gekropen. De gevoelens van deze drie jon - geren waren in overeenstemming met de algemene opinie van de clerus in Portugal. De drie mannen wilden naar Japan oversteken en persoonlijk de ware toedracht van de zaak vaststellen. Net als in Italië wilden ook hier hun superieuren er eerst niet mee instem - men, maar ze bezweken uiteindelijk toch voor alle druk en besloten het gevaarlijke missiewerk naar Japan goed te keuren. Dat was in 1637. De drie jonge priesters begonnen onmiddellijk met de voorbe - reidingen voor hun lange tocht. In die tijd reisden de Portugese missio narissen wanneer zij naar de Oost gingen, vanaf Lissabon ge - woonlijk eerst met de Indische vloot mee richting India. Het ver - trek van de Indische vloot was in die dagen een van de grootste en drukste feesten in Lissabon. De Oriënt, die toen letterlijk als het einde van de wereld werd beschouwd en de uiterste rand daar weer van, Japan, begon nu levendig vorm aan te nemen voor de drie man - nen. Als ze op de kaart keken, zagen ze tegenover Afrika het door Portugal geregeerde deel van India liggen, en heel ver daar vandaan de verspreid liggende landen en eilanden van Azië. Japan lag aan de oostelijke rand daarvan klein getekend, als een soort larve. Om er te komen, moest men eerst naar Goa in India oversteken, en Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 10 19-12-16 12:12
11 daarna nog zeer lange tijd vele zeeën doorkruisen. Sinds de dagen van Franciscus Xaverius mocht men Goa wel de stad noemen die de basis vormde voor de missie in de Oriënt. Priesters uit Europa leer - den er de omstandigheden van de diverse landen kennen, tezamen met theologiestudenten die uit alle delen van de Oriënt voor studie naar de twee St. Paolo-seminaries kwamen. Het was de plaats waar ze een half of soms wel een heel jaar moesten wachten voor er een boot beschikbaar was die naar het voor hen bestemde land ging. De drie mannen bestudeerden de situatie in Japan grondig, voor zover bekend. Gelukkig hadden na Luis Fróis vele Portugese mis - sionarissen uit Japan rapporten over de situatie verzonden. Volgens deze berichten spreidde de nieuwe shogun, Iemitsu, een nog wre - dere politiek van onderdrukking ten toon dan zijn vader en groot - vader. In het bijzonder in Nagasaki had de gouverneur, Takenaka Uneme, sinds 1629 gelovigen gemarteld met mensonwaardige wreedheid. Hij had gevangenen laten weken in kokendhete bron - nen en er bij hen op aangedrongen het geloof te verwerpen en zich te bekeren. Naar verluidt bedroeg het aantal slachtoffers op een dag soms wel zestig of zeventig man. Daar ook Ferreira zelf een dergelijk rapport had uitgebracht, viel aan de juistheid ervan niet te twijfelen. Ze moesten zich van meet af aan realiseren dat het lot dat hen wachtte na voltooiing van de lange, zware reis, hoe dan ook vele malen erger zou zijn dan de reis zelf. Sebastian Rodrigo, in 1610 geboren in de beroemde mijnstad Tasco, trad op zeventienja - rige leeftijd in het klooster. Juan de Santa Marta en Francis Garpe, geboren in Lissabon, waren de kameraden met wie Rodrigo in het klooster van Campolide zijn opleiding genoot. Vanaf het kleinsemi - narie hadden ze dagelijks zij aan zij gestudeerd en ze herinnerden zich natuurlijk levendig hun beschermheer Ferreira die hun theo - logie had onderwezen. Nu leefde de eerwaarde Ferreira ergens in Japan. Rodrigo en de zijnen vroegen zich af in hoeverre die heldere blauwe ogen en het gezicht van Ferreira, dat een zachte glans uitstraalde, veranderd Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 11 19-12-16 12:12
12 zouden zijn onder de martelingen van de Japanners. Ze konden zich dat gezicht absoluut niet met een verwrongen uitdrukking van vernedering voorstellen. Ze konden niet geloven dat Ferreira God de rug had toegekeerd en zijn zachtaardigheid had afgelegd. Rodri - go en zijn kameraden wilden koste wat het kost naar Japan om zich daar op de hoogte te stellen van Ferreira’s lot, van zijn leven. De Indische vloot waarop de drie mannen zich op de 25e dag van de derde maand inscheepten, vertrok vanuit de monding van de Taag, onder saluutschoten van het fort Belem. Ze waren na de zegening van bisschop João Dasco aan boord gegaan van het admi - raalsschip, de Santa Isabella. Toen de schepen ’s middags het einde van de geel gekleurde riviermonding bereikten en de blauwe zee opvoeren, bleven zij, leunend tegen de reling, eindeloos lang naar de goud glanzende kaap en de bergen staren. De rode muren van boerderijen, een kerk. Vanuit de toren van die kerk dreef op de wind het gebeier van de klokken die de schepen uitgeleide deden, naar het dek. In die tijd moest men ver rond het zuiden van Afrika varen om in de richting van Oost-India te komen. Drie dagen na vertrek kwam de vloot bij de westkust van Afrika in een hevige storm terecht. Op de tweede dag van de vierde maand kwamen ze bij het eiland Porto Santo aan, en spoedig daarna bij Madeira. Op de zesde dag, nadat ze de Canarische Eilanden hadden bereikt, werden ze getrof - fen door eindeloze regenbuien en windstilte. Daarvandaan werden ze door de stroming teruggedreven van de derde graad noorder - breedte naar de vijfde graad, tot bij de kust van Guinea. Wanneer er geen wind woei, was de hitte niet te verdragen. Bo - vendien braken er op de schepen ziektes uit. Het aantal zieken on - der de opvarenden van de Santa Isabella dat op dek of te kooi lag te kreunen, was tot boven de honderd opgelopen. Rodrigo en de anderen hadden het er evenals de schepelingen druk mee de zieken te verzorgen, en ze hielpen ook met aderlaten. Op de 25e dag van de zevende maand, op het festival van Sint-Jacobus, rondden de Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 12 19-12-16 12:12
13 schepen eindelijk Kaap de Goede Hoop. Op de dag dat ze de Kaap rondden, overviel hen voor de tweede maal een heftige storm. Het hoofdzeil scheurde los en stortte met donderend geraas op het dek. Rodrigo en de zijnen alsook de zieken werden opgetrommeld om de voormast die aan hetzelfde gevaar blootstond te redden, maar toen dat eindelijk gelukt was, liep het schip op een rif. Als een ander schip hen niet onmiddellijk had geholpen, zou de Santa Isabella daar reddeloos zijn gezonken. Na de storm ging de wind liggen. De zeilen hingen krachteloos neer aan de mast. Alleen de pikzwarte schaduw ervan viel op de li - chamen en gezichten van de zieken die voor dood op het dek lagen. Elke dag lag het zeeoppervlak daar alleen maar drukkend heet te glinsteren. Er rolden zelfs geen golven aan. Doordat de reis zo uit - liep, raakten voedsel en water op. Het was ten slotte op de negende dag van de tiende maand dat ze eindelijk hun doel bereikten: Goa. In Goa konden ze veel meer bijzonderheden over de toestand in Japan aan de weet komen dan in hun eigen land. Ze hoorden dat er sedert de januarimaand van het jaar waarin ze vertrokken waren, 35.000 Japanse christenen in opstand waren gekomen in Shimaba - ra, en dat deze aan het slot van een wanhopige strijd met de troepen van het shogunaat allemaal waren afgeslacht – oud of jong, man of vrouw. Ten gevolge van deze oorlog was de streek al vrijwel ontvolkt ge - raakt en nog werden de overgebleven christenen een voor een op - gespoord. Het nieuws dat Rodrigo en de anderen echter het meest schokte, was dat Japan ten gevolge van deze oorlog de handel en betrekkingen tussen Portugal en hun land had afgekapt en het de Portugese schepen had verboden ooit nog naar hen over te steken. De drie priesters, die nu beseften dat er uit hun vaderland hele - maal geen schepen meer naar Japan voeren, zochten met een ge - voel van wanhoop hun weg naar Macao. Deze stad was de uiterste basis van Portugal in het Verre Oosten en tegelijkertijd hoeksteen van de handel tussen China en Japan. Hoewel ze nog enige hoop Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 13 19-12-16 12:12
14 koesterden, kregen ze ook hier spoedig na aankomst een ernstige waarschuwing van pater-visitator Valignano. Hij zei dat de missie in Japan hopeloos verloren was en dat de orde in Macao er met deze risico’s niet over peinsde nog langer missionarissen te zenden. Deze pater had tien jaar daarvoor een missie-seminarie gevestigd in Macao om missionarissen op te leiden voor China en Japan. Sinds het begin van de christenvervolging in Japan behartigde hij alle be - langen van de orde der jezuïeten aldaar. Valignano vertelde het volgende over Ferreira, die de drie man - nen na aankomst in Japan wilden gaan zoeken. Vanaf 1633 was de berichtgeving van ondergrondse missionarissen geheel opgehou - den. Men had van Hollandse schepelingen die vanuit Nagasaki naar Macao terugkeerden, vernomen dat Ferreira gevangengenomen en in Nagasaki aan de marteling van de ‘put’ onderworpen was. Meer nieuws was er niet en het bleek onmogelijk dit te verifiëren, omdat het Hollandse schip was vertrokken op de dag dat Ferreira in de put was gehangen. Het enige dat men hier wist, was dat de recent be - noemde gouverneur voor religieuze zaken, I-no-ue, heer van Chi - kugo, Ferreira had ondervraagd. Onder deze omstandigheden kon hij het als hoofd van de orde in Macao beslist niet goedkeuren dat zij naar Japan overstaken. Zo luidde de eerlijke mening van vader Valignano. Heden ten dage zijn er in het ‘Studiecentrum voor de Geschie - denis van de Gebiedsdelen Overzee’ in Portugal nog enkele brie - ven te vinden van Sebastian Rodrigo, die bewaard zijn gebleven. De eerste begint op het ogenblik waarop hij en zijn twee kameraden van pater Valignano de situatie in Japan vernemen, zoals hier zo - juist beschreven werd. Stilte_ENDO_druk2_binnenwerk_vierde_proef.indd 14 19-12-16 12:12