5 • J acob Proost spoorde zijn paard aan om ook de laatste meters zo hard mogelijk te galopperen. Hij vond het maar niks dat hij het dier zo had moeten afbeulen de afgelopen dagen, maar het kon niet anders. Hij moest op tijd aankomen. Dit was te belangrijk. Het zou een aardverschuiving teweeg kunnen brengen. Of misschien beter gezegd: een hemelverschuiving. Op de top van een heuvel hield hij zijn dampende paard even in. Zijn hart begon nog harder te kloppen toen hij in de verte eindelijk zijn reisdoel zag: de Duitse stad Wittenberg. Hij was er bijna! Met een snelle beweging trok hij de kap van zijn zwarte cape naar beneden. Zweetdruppels op zijn kale hoofd glinsterden in het lage zonlicht toen hij het klooster bereikte dat net buiten de stad aan de rand van een donker bos lag. Zijn paard knoopte hij vast aan een boom op veilige afstand van het grote gebouw. Het dier was zelfs te moe om te grazen en bleef hijgend staan. Jacob liep zo snel zijn stramme lijf hem toeliet naar de poort. Voor hij naar binnen ging, keek hij nog een keer waakzaam over zijn schouder. Niemand te zien. Nog maar een paar passen was hij verwijderd van zijn oude STORM binnenw 2e druk140x210.indd 5 20-08-19 16:52
6 7 studiegenoot, zijn grote voorbeeld, zijn held. Hij kon zijn trillende handen nauwelijks in bedwang krijgen, moest eerst diep ademhalen voordat hij op de houten deur klopte. Geen geluid. Aarzelend duwde hij de deur open en stapte een kleine sobere ruimte binnen, waar het zonlicht door een piepklein raam in een strakke baan naar binnen viel. Met de rug naar hem toe zat de beroemde monnik aan een kleine tafel geconcentreerd te schrijven. Verder was er geen meubilair in de ruimte. Aan de muur hing niks, behalve een eenvoudig houten kruis.De monnik schreef onverstoorbaar door. Een brief ongetwijfeld. Hij schreef er zoveel. Jacob keek enkele seconden onbewogen naar zijn vriend en luisterde naar het fanatieke gekras van de ganzenveren pen. Hij wilde dat dit moment langer kon duren, dat hij de tijd even kon vangen en stopzetten. Hij sloot zijn ogen en zag in een flits een groot brandend vuur voor zich, met daarin schroeiende naakte lijven van krijsende mensen en bloed, overal zwart geronnen bloed. Huiverend opende hij zijn ogen en het griezelige visioen verdween. Op dat moment draaide de monnik zich om en glimlachte naar hem. ‘Ik wist dat je zou komen, mijn vriend,’ zei hij zacht en zonder een spoor van opwinding. ‘Ik moet nog een paar laatste woorden schrijven.’ Rustig draaide hij zich terug naar het vel papier en begon weer te krassen. Laatste woorden, herhaalde Jacob in zijn gedachten en hij huiverde w e e r. Na enkele ogenblikken liep hij eerbiedig een paar stappen naar de schrijftafel, net op het moment dat de monnik zijn handtekening onder de brief zette. Vergezeld van een diepe zucht las Jacob de twee woorden die zoveel voor hem betekenden: Maarten Luther. Hij zag hoe zijn dierbare vriend de inkt droog blies, het dikke papier oprolde en overeind kwam. Opeens leek hij haast te krijgen, STORM binnenw 2e druk140x210.indd 6 20-08-19 16:52
6 7 pakte Jacob ferm bij de schouders en keek hem aan vanonder zijn dikke wenkbrauwen.‘Deze brief is heel belangrijk,’ fluisterde hij. Jacob knikte, dat wist hij als geen ander. ‘Hij moet gedrukt, zo snel mogelijk en in een zo groot mogelijke oplage,’ ging de monnik door. Jacob besefte hoe gevaarlijk dat was, maar knikte toch. ‘En jij?’ vroeg hij bezorgd. Maarten Luther pakte een oude leren tas van de grond en hing die aan zijn schouder. ‘Ik duik onder,’ antwoordde hij. Er klonk totaal geen angst in zijn stem. ‘Maar keizer Karel heeft de rijksban over je uitgesproken,’ zei Jacob verbaasd. ‘Hij zal je laten oppakken en opsluiten. Of erger…’ Maarten Luther onderbrak hem. ‘Maak je geen zorgen, vriend, ik heb een machtige beschermer. Ga nu. Jouw taak is zeker zo belangrijk als de mijne.’ Een paar minuten later was Jacob Proost weer bij zijn paard, dat inmiddels enigszins tot bedaren was gekomen en stond te knabbelen aan een graspol. Hij maakte het dier los en legde even zijn hand op de kostbare brief onder zijn pij. Mocht hij zijn eigenwijze vriend wel zo achterlaten? Maar lang kon hij daar niet over nadenken, want zijn paard begon nerveus te hinniken. Jacob keek verschrikt op. Er klonk hoefgetrappel! Vanuit zijn onopvallende positie zag hij een stel gewapende ruiters het klooster naderen. Instinctief legde hij zijn hand over de snuit van zijn paard. Met ingehouden adem zag hij hoe de ruiters afstapten en het klooster binnendrongen, om niet veel later met Luther tussen hen in weer naar buiten te komen. Jacob kon zien dat de monnik zich niet verzette. Maar toch was hij er niet gerust op. Zijn oude vriend verzette zich nooit tegen dit soort zaken. Luther voelde STORM binnenw 2e druk140x210.indd 7 20-08-19 16:52
8 9 zich altijd onaantastbaar en dat was precies wat Jacob zo in hem bewonderde.Het laatste dat hij zag was dat Luther op een paard gezet werd en te midden van de soldaten wegreed. De andere kant op. Waren het soldaten van zijn Luthers machtige beschermheer? Of van de keizer? In het laatste geval zag het er slecht uit. Maar Jacob kon niets anders doen dan op zijn paard klimmen en zo snel mogelijk het hele eind terugrijden naar zijn geliefde stad: Antwerpen. STORM binnenw 2e druk140x210.indd 8 20-08-19 16:52
8 9 S torm haalde zijn arm langs zijn voorhoofd en streek een donkere krul weg. Ingespannen tuurde hij naar de letters in de bak voor hem. Hij had er nog maar twee nodig. Dan was deze zin af. Snel zocht hij de i en de n. Samen vormden ze het woordje ‘in’. Met zijn lenige vingers viste hij de loden letters uit de grote letterbak waar hij voor stond. Omdat hij nogal klein van stuk was, moest hij op een kistje staan, anders kon hij niet bij de letters die het hoogst lagen. Die werden niet zo vaak gebruikt, zoals de x en de y, maar je had ze af en toe wel nodig. I N EEN NEDERIG HART ZAL HET LICHT DE DUISTERN IS VERDRIJVEN 1 STORM binnenw 2e druk140x210.indd 9 20-08-19 16:52
10 11 In zijn donkergrijze werkjas leek Storm op te gaan in zijn omge- ving. Langs de wanden stonden ondiepe kasten die tot het plafond reikten. Ze waren tot de nok gevuld met letters en hadden iets weg van een loodrechte grijze bergwand. Behalve de schuine tafel voor de kasten waaraan Storm zat te werken, was het vertrek leeg. Er waren hier alleen maar letters. Letters, letters en nog eens letters. Storm duwde haastig de i en de n in de zethaak, zodat die vol was. En met het grootste gemak, alsof ze niet in spiegelbeeld lagen, las hij de zin hardop om te controleren of hij juist gespeld was. In een nederig hart zal het licht de duisternis verdrijven. Hij had geen idee wat het betekende, maar dat kon hem niet sche- len. Vlug pakte hij de zethaak op en werkte de regel handig in het galei waar de rest van de zinnen al in zat. Vol! Een hele pagina gezet. Storm ademde tevreden uit terwijl hij zijn zwarte handen afveegde aan een doek. Hoe goed de loden lettertjes ook schoongemaakt wer - den na het drukken, er bleef altijd wel wat inkt aan zitten. Zijn adem maakte een klein zichtbaar wolkje en pas nu hij opstond merkte hij hoe verkleumd hij was. Ook al was het mei, de lange strenge winter was nog steeds niet helemaal verdreven. En in de letterkamer aan de achterkant van de drukkerij was het altijd koud, want hij lag op het noorden. Vanaf 1 april vond Storms vader het niet meer nodig om te stoken. Turf was duur en hout al helemaal. Behoedzaam tilde Storm het galei op. Wat zou zijn vader opkij- ken dat de pagina nu al af was! Omdat hij de enige zoon was zou hij later de drukkerij overne- men. Dat stond vast. En hij zou, net als zijn vader, een van de beste drukkers van heel Antwerpen worden. Zo niet de allerbeste! Maar zover was het nog lang niet. Met zijn twaalf jaar was Storm STORM binnenw 2e druk140x210.indd 10 20-08-19 16:52
10 11 gelukkig nog veel te jong om net zo goed als zijn vader te kunnen zijn. Even kwam dat weeë gevoel weer in zijn maag, dat hij altijd kreeg als hij hieraan dacht. Zou hij ooit wel zo goed als zijn vader kunnen worden?Hij schudde zijn hoofd om de vervelende twijfel te laten verdwij- nen en duwde met zijn elleboog de deur naar de drukkerij open. Hij moest het galei horizontaal houden, zodat de letters op hun plaats bleven zitten. En het was behoorlijk zwaar, al die loden letters. In het midden van de drukkersruimte stonden de twee enorme persen naast elkaar, als de tronen van een koning en zijn koningin. Zij vormden het hart van de drukkerij en de trots van zijn vader. Het waren de allernieuwste types, waar schitterend drukwerk mee gemaakt kon worden. Zijn vader had er jarenlang krom voor gelegen om ze aan te kunnen schaffen. Drukkersknecht Herman was met zijn brede rug naar Storm toe aan het werk. De forse kerel trok met het grootste gemak de boom van de zware pers heen en weer, zodat het vochtige blan- co vel bedrukt werd. Vervolgens hing hij het papier te drogen aan een gespannen lijn en pakte hij de leren inktbal om de druklet- ters opnieuw met inkt in te wrijven. Zo was hij elke dag bezig, van ’s ochtend vroeg tot ’s avond laat. Op een werkdag van twaalf uur kon Herman meer dan duizend vellen papier bedrukken. Storms vader was dolblij met zijn nieuwe knecht. Aan iedereen die het ho- ren wilde, vertelde hij dat Herman uit Duitsland kwam, het land waar de drukpers was uitgevonden. Een van de meest spectaculaire uitvindingen van de mensheid! Boeken dragen bij aan de bescha- ving, zei Storms vader altijd. Herman keek even om toen Storm binnenkwam, glimlachte vriendelijk naar hem en ging weer door. Storm mocht hem graag en STORM binnenw 2e druk140x210.indd 11 20-08-19 16:52
12 13 hij bewonderde zijn kracht. Hij zou een moord doen voor de helft van zijn spierballen.Met zijn heldergroene ogen speurde Storm de ruimte af op zoek naar zijn vader, die meestal aan zijn bureau bezig was met correcties. Maar daar zat hij nu niet. Door de ruit die vanuit de drukkersruimte uitkeek op de kleine winkel aan de straatkant, zag Storm hem staan. Zijn vader was in gesprek met een klant. Hope- lijk over een nieuwe opdracht, want ze konden het geld goed ge- bruiken. Storm had zijn ouders de afgelopen tijd vaak ’s avonds ho- ren praten over hun geldzorgen. Door de kieren in de vloer van zijn zolderkamer kon hij hun gekibbel goed horen. Omdat de drukke- rijen de laatste tijd als paddenstoelen uit de grond schoten, werd de concurrentie steeds groter. Storm droeg het galei naar de tafel waar de vorm op lag, een soort bak met een laag opstaand randje waar nog drie galeien in pasten. Op die manier konden op één vel vier pagina’s afgedrukt worden. Eenmaal droog werden ze doormidden gesneden, zodat ze uiteinde- lijk tot een boek gebonden konden worden. Storm lette niet op waar hij liep. Zijn aandacht werd getrokken door de klant die een handgeschreven manuscript uit een doek te- voorschijn haalde. Vreemd, waarom trok die man zo’n geheimzinnig gezicht? En waarom spiedde zijn vader met een bezorgde frons naar de winkeldeur? Wat zou er in dat manuscript staan? Nieuwsgierig rekte Storm zich uit. Beng! De inktemmer stond in de weg. Storm verloor zijn even- wicht, tuimelde voorover en kon niet voorkomen dat het galei uit zijn handen vloog. ‘Nee!’ schreeuwde hij en hij zag tot zijn ontzetting alle loden letters uit het galei vallen. Ze maakten een vertraagde dans op de STORM binnenw 2e druk140x210.indd 12 20-08-19 16:52
12 13 stenen vloer. Vergezeld van felle tikken, zoals de regen op het dak waar Storm onder sliep.Herman draaide zich met een ruk om, voor zover zijn logge li- chaam dat toeliet. ‘Oeps, nicht goed,’ zei hij met zijn onmiskenbaar Duits accent en schudde zijn hoofd. Terwijl Storm zich op zijn knieën liet vallen om snel alle let- ters op te rapen voordat zijn vader het zag, hoorde hij het belletje van de winkeldeur. Te laat. Even later kwam zijn vader met het ingepakte manuscript onder zijn arm de drukkerij binnen. In een oogopslag zag hij wat er gebeurd was. Storm keek hem vanuit zijn lage positie schuldbewust aan en verwachtte een uitbrander. Maar zijn vader zei niets terwijl hij het pakket zorgvuldig op zijn bureau legde. ‘Vader… ik had een heel galei vol, binnen een uur. Ik wilde… ik zal het opnieuw doen,’ stamelde Storm, die zichzelf wel voor zijn kop kon slaan. ‘Die letters moeten eerst gevijld, jongen,’ zei zijn vader met zijn zachte stem. Hij draaide zich niet eens om, maar bleef in het nieuwe manuscript lezen. ‘Ik zal ze vijlen, allemaal.’ Storm begon de letters voorzichtig op te rapen. Hij wist hoe erg het was als er krassen in het zachte lood kwamen. Het verpestte de letters en daarmee het drukwerk. ‘Nee, dat doe ik. Raap jij ze maar op en ga daarna naar huis. Je moeder kan wel wat hulp gebruiken.’ Tien uur achter elkaar doorwerken, de hele nacht. Of desnoods stokslagen. Alles was minder erg dan ‘naar huis en je moeder hel- pen’. Want dat betekende dat hij dezelfde klusjes moest doen als zijn jongere zusjes. De poepdoos legen, de vloer boenen, de haard schoonvegen, de was ophangen. Stomme vrouwendingen. Hij was een drukkersleerling! STORM binnenw 2e druk140x210.indd 13 20-08-19 16:52
14 15 Behoedzaam legde Storm de letters in willekeurige volgorde in het galei. ‘Ik wil de pagina opnieuw zetten, vader,’ probeerde Storm nog een keer. Maar zijn vader luisterde niet. Hij was helemaal verdiept in zijn nieuwe opdracht. Boos op zichzelf ging Storm door met rapen. Hij was vast van plan om de pagina opnieuw te zetten. Al moest hij de hele avond doorwerken. Hij wilde aan zijn vader laten zien dat hij het kon. Dat hij in korte tijd foutloos een pagina kon zetten. Zijn vader had altijd gezegd dat dat het belangrijkste onderdeel van het drukproces was. De zetter bepaalde de werkelijke kwaliteit van het boek, want hij koos niet alleen het soort letters, maar was er ook verantwoordelijk voor dat er geen spelfouten in kwamen. Storm had zich altijd al enorm bevoorrecht gevoeld dat zijn vader hem had leren lezen. Zijn zusjes konden dat niet en de meeste van zijn vrienden ook niet. Die leerden van hun vaders leerlooien, ijzer smeden of tonnen kuipen. Daar had je geen letters bij nodig. Maar een drukker die niet kon lezen was on- denkbaar. Daarom had zijn vader hem al heel jong geleerd wat letters waren en hoe belangrijk ze zijn. Storm had er een sport van gemaakt om spiegelschrift te lezen. Hij had het altijd spannend gevonden, alsof het een soort geheimschrift was. Daarom was hij er zo goed in geworden en was zijn vader zo trots op hem. Niemand kon zo goed en zo snel spiegelschrift lezen als Storm. Zijn vader verzekerde hem telkens dat dat hem zeer goed van pas zou komen als hij eenmaal een zelfstandig drukker was. Storm zuchtte diep terwijl hij weer een letter opraapte. Hij kon met het blote oog zien hoezeer deze beschadigd was. Zelfstandig drukker, laat me niet lachen, dacht hij somber. Eentje die een com- pleet zetsel uit zijn handen laat vallen. Met zo’n sukkel werd het nooit wat. STORM binnenw 2e druk140x210.indd 14 20-08-19 16:52
14 15 Weer luidde het belletje van de winkeldeur. Storm keek op en zag dat zijn vader snel de doek om het nieuwe manuscript wikkelde en het in de onderste lade van zijn bureau stopte. Pas toen hij de sleutel van de la omgedraaid had en in zijn zak had laten vallen, liep hij naar de winkel. Waarom verstopte zijn vader dat manuscript zo zorgvul- dig? Dat deed hij anders nooit. ‘Klaas!’ klonk een vrolijke, schelle stem in de winkel. Storms hart maakte een sprongetje. Hij herkende de stem meteen. En bovendien was dit de enige klant die zijn vader bij zijn voornaam noemde. Alle anderen zeiden keurig ‘Heer Voeten’ tegen hem. ‘Ik kon echt niet langer wachten. Gek werd ik van nieuwsgierig- heid, dat begrijp je,’ ging de opvallende stem door en met een zwaai sloeg de deur naar de drukkerij open. Alwin kwam binnen, met Storms vader achter zich aan. Storm zag de grote grijns op het ge- zicht van de jongeman. En zijn opvallend blauwe ogen die hongerig de wereld in keken. Zoals altijd droeg hij een fluwelen baret op zijn hoofd en een groene cape over zijn smalle schouders, die was afgezet met een bontkraag. Aan zijn voeten had hij opvallende puntschoe- nen met een grote gesp. Veel mensen vonden de uitgelaten en raar uitgedoste Alwin maar een clown. Storm niet, hij was dol op hem. Alwin was altijd vrolijk en enthousiast, hij had de meest geweldige verhalen en hij kon ook goed luisteren. Als Storm ergens mee zat, dan kon hij altijd bij Alwin terecht. Eigenlijk had Storm hem nog nooit chagrijnig meegemaakt. Ook al had hij geen cent te makken, hij bleef positief en vol goede moed over de toekomst. Schrijven en taal waren zijn lust en zijn leven. En hij had lak aan wat mensen van hem vonden. Hij noemde zichzelf een kunstenaar met woorden en had er totaal geen moeite mee om dat overal te roepen. Maar het belangrijkste: hij maakte Storm aan het lachen. Ook al was Alwin minstens tien jaar ouder, hij was als een vriend. En zijn vader werd STORM binnenw 2e druk140x210.indd 15 20-08-19 16:52
16 17 altijd vrolijk als hij langskwam. Hij had zo’n zwak voor hem dat hij soms gratis en voor niks losse gedichten voor hem drukte. Toen zijn moeder daar achter gekomen was, hadden ze weer eens een fikse ruzie gehad. Zijn vader had moeten beloven het nooit meer voor niks te doen. Maar hij had zijn belofte duidelijk niet gehouden. Alwin spreidde zijn armen uit alsof hij een ballon van varkens- blaas vast probeerde te pakken en ademde diep in. ‘Ah, er is niets waar ik meer van hou: de geur van inkt en vochtig perkament. En het geluid van de zwoegende pers!’ Storm zag dat zijn vader grijnzend zijn hoofd schudde. ‘Een zwoegende drukkersknecht zal je bedoelen. Zonder Herman zou ik hier niks voor elkaar krijgen.’ Herman haalde bescheiden zijn schouders op. Storm voelde een steek van teleurstelling. Zijn vader zei niets over zíjn hulp. Terwijl hij zich van schaamte zo onzichtbaar mogelijk maakte achter de pers, raapte hij de laatste letters van de grond. Ondertussen ging de onstuimige Alwin door. ‘Het siert je, Klaas, dat je je knecht zo veel lof toedicht, maar werkelijk: jij bent hier het genie. Er is niemand in heel Antwerpen die zulk prachtig drukwerk levert als Klaas Voeten.’ Weer zag Storm zijn vader glimlachend zijn hoofd schudden terwijl hij een gebonden boekje pakte en dat aan Alwin gaf. Alwins ogen werden groot toen hij het aannam en bekeek. ‘Klaas, dit is werkelijk van een ongekende kwaliteit. Ik… ik… ben sprakeloos. Mijn eerste complete dichtbundel in druk!’ riep Alwin uit terwijl hij het drukwerk streelde alsof het puur goud was. Met de grootst mogelijk voorzichtigheid sloeg hij de pagina’s om. Storm zag hoe Alwin met een gewichtige blik midden in de druk- kerij ging staan en het opengeslagen bundeltje voor zich hield. Hard- op droeg hij enkele dichtregels voor: STORM binnenw 2e druk140x210.indd 16 20-08-19 16:52
16 17 Letters rijgen woorden rijgen zinnen, rijgen taal. Ketting van gedrukte tekens wonder voor ons allemaal. Het web van woorden dat door ieder wordt gehoord. Zal het licht zijn dat de duisternis doorboort. Hij stopte en zijn woorden bleven in de lucht hangen. Storm kon zien hoe Herman Alwin een smalende blik toewierp terwijl hij een nieuw vel in de pers legde. Maar Alwin zag dat niet. Spontaan omhelsde hij Klaas. ‘Ik ben je eeuwig dankbaar, mijn vriend. Dit boekje wordt mijn doorbraak, dat weet ik zeker. Mede dankzij dit superieure drukwerk word ik een bekende dichter!’ Storm zag dat zijn vader niet ongevoelig was voor het compli- ment. Maar vanonder zijn rommelige wenkbrauwen keek hij Alwin streng aan. ‘Zetten, drukken, vouwen en binden in een oplage van vijftig stuks. Jouw doorbraak heeft mij een week werk gekost, Al- win. Als m’n vrouw hier achter komt, dan gooit ze me op straat.’ Hij grijnsde terwijl hij dit zei. Storm wist dat hij een grapje maakte. Alwin hief verontschuldigend zijn handen. ‘Ik weet het, mijn bes- te Klaas, ik weet het. Maar ik heb het geld nu niet. Ik verzeker je, als ik eenmaal ontdekt ben, word ik rijk en dan betaal ik je dubbel en dwars terug. Met rente!’ Klaas haalde zijn schouders op. Storm kon zien dat zijn vader daar niet echt in geloofde. Maar hij had nou eenmaal een zwak voor de vrolijke Alwin. De gevallen letters waren terug in het galei. Storm kwam over - eind. STORM binnenw 2e druk140x210.indd 17 20-08-19 16:52
18 19 ‘De drukkerszoon!!’ riep Alwin, die Storm nu pas ontdekte. ‘Jon- gen, jongen wat ben jij toch een bofkont dat je in de voetsporen van je geniale vader mag treden.’ Storm knikte ongemakkelijk. ‘Hoi Alwin, ik –’ Maar kans om door te praten kreeg hij niet. De strenge stem van zijn vader, vergezeld van een nog strengere blik, snoerde hem de mond. ‘Wat had ik nou gezegd, Storm?’ Hij maakte een hoofdgebaar. ‘Ik wil het opnieuw zetten, alsjeblieft. ‘Nee, nee, niet nodig. Naar huis jij.’ Klaas glimlachte even gerust- stellend naar Storm, maar wendde zich toen meteen weer tot Alwin. Storm stond daar en voelde weer een steek in zijn maag. Zijn vader liet het niet merken, maar Storm wist zeker dat hij hem teleur - gesteld had. Het lood in zijn schoenen woog meer dan alle letters uit de kas- ten bij elkaar toen hij zijn jas pakte en via de zettersruimte door de achterdeur vertrok. STORM binnenw 2e druk140x210.indd 18 20-08-19 16:52