Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.verstand. Zij moeten maar oordelen over wat ik zeg. Wat moet ik zeggen over degenen die regelmatig naar de kerk gaan, maar die dit alleen voor de vorm doen? In elke kerkelijke gemeente in Groot-Brittanni? zijn er velen in deze situatie. Hun vaders hebben hun geleerd om te gaan. Het is altijd hun gewoonte geweest. Het zou niet netjes zijn om weg te blijven. Maar wan-neer ze werkelijk gaan, bekommeren ze zich niet om het dienen van God. Of ze nu de Wet horen of het Evangelie, waarheid of dwaling, het is voor hen allemaal hetzelfde. Achteraf herinneren ze zich niets. Ze leggen hun gedaante van de vroomheid af met terug. Is dit ?strijden?? Ik spreek tot mensen van gezond verstand. Zij moeten maar oordelen over wat ik zeg. Wat moet ik zeggen over degenen die zelden of nooit in de Bij-bel lezen? Er zijn, naar ik vrees, duizenden mensen die aan deze omschrijving voldoen. Ze kennen het Boek van naam. Ze weten dat het gewoonlijk wordt beschouwd als het enige Boek dat ons leert hoe wij moeten leven en sterven. Ze vinden echter nooit tijd om het te lezen. Kranten, tijdschriften, romans en avontuurlijke verhalen kunnen ze wel lezen, maar de Bijbel niet. Is dit het ?strij-den? om in te gaan? Ik spreek tot mensen van gezond verstand. Zij moeten maar oordelen over wat ik zeg. Wat moet ik zeggen over degenen die nooit bidden? Ik meen stellig dat er hele massa?s mensen zijn met wie het zo is gesteld. ?s Morgens staan ze op zonder God, en ?s avonds leggen ze zich zonder God te ruste. Ze vragen niets. Ze belijden niets. Ze danken voor niets. Ze zoeken niets. Het zijn allen sterfelijke schepselen, maar toch willen ze met hun Schepper en Rechter niet spreken. Is dit ?strijden?? Ik spreek tot mensen van gezond verstand. Zij hen in hun huidige situatie aantreft, zullen ze zonder hoop ver-loren gaan. De Heere Jezus heeft dit duidelijk gezien. Hij kende de onzekerheid van het leven en wist hoe kort de tijd is. Hij zou treuzelen, opdat ze de aangelegenheden van de ziel niet te lang zouden uitstellen. Hij spreekt als Iemand Die zag dat de duivel iedere dag dicht bij hen komt, en dat de dagen van hun leven geleidelijk wegebben. Hij zou willen dat ze zich ervoor zouden hoeden om te laat te komen. Daarom roept Hij: ?Strijdt?. O lezer, dat woord ?strijdt? wekt ernstige gedachten in mijn geest. Het is boordevol veroordeling voor duizenden gedoopten. Het veroordeelt de wegen en de praktijk van hele menigten van mensen die belijden christen te zijn en zich zo noemen. Velen zijn er die niet zweren, niet moorden, geen overspel plegen, niet stelen en niet liegen, maar ??n ding kan ongelukkig genoeg niet van hen worden gezegd. Er kan van hen niet worden gezegd dat ze ?strijden? om behouden te worden. De geest van sluimering heeft in alles wat de godsdienst betreft hun hart in bezit. Als het gaat over de dingen van de wereld zijn ze actief genoeg. Ze staan vroeg op, en begeven zich laat te ruste. Ze werken. Ze zwoegen. Ze zijn druk. Ze zijn omzichtig. Maar als het over het ene nodige gaat, strijden ze helemaal niet. Wat moet ik zeggen over degenen die slordig zijn als het gaat over de openbare eredienst op zondag? In Groot-Brittanni? zijn er duizenden die aan deze omschrijving voldoen. Soms, als ze zich daartoe in staat voelen, gaan ze naar de een of andere offici?le kerk of een afgescheiden gemeente en wonen een godsdienstoe-fening bij. Op andere tijden blijven ze thuis, lezen de krant, zitten te luieren, zijn met hun boekhouding bezig of zoeken iets van ontspanning. Is dit ?strijden?? Ik spreek tot mensen van gezond ?Strijdt? doet ons inzien dat het voor een mens de moeite waard is om het behoud te zoeken. Dat kan terecht worden gezegd. Als er iets is wat het verdient dat er in deze wereld voor gestreden wordt, is het wel de voorspoed van de ziel. De dingen waarvoor de over-grote meerderheid van de mensen strijdt, zijn naar verhouding maar armzalige en onbelangrijke dingen. Rijkdom, grootheid, rang, geleerdheid ? ze vormen slechts een verwelkelijke kroon. De onvergankelijke dingen zijn allemaal binnen de enge poort. De vrede Gods, die het verstand te boven gaat, de stralende hoop op het goede dat komt, het besef dat de Geest in ons woont, het bewustzijn dat we vergeving hebben ontvangen, dat we veilig zijn, bereid, verzekerd, dat hierin voor ons is gezorgd voor tijd en eeuwigheid, wat er ook moge gebeuren ? dat is het ware goud en de bestendige rijkdom. Terecht mag de Heere Jezus ons op-roepen om te strijden.?Strijdt? doet ons zien dat luiheid in het dienen van God een grote zonde is. Het is niet zomaar een ongelukje, zoals sommi-gen het zich voorstellen, iets waarom je medelijden met mensen kunt hebben, en iets betreurenswaardigs. Die luiheid is iets wat veel meer is. Het is het overtreden van een duidelijk gebod. Wat doet waarvan God zegt: Gij zult niet? Er kan maar ??n antwoord zijn: hij is een zondaar. De zonde is de overtreding van de wet. En wat moeten we zeggen over de mens die zijn ziel verwaarloost en ??n antwoord zijn: hij verzuimt een duidelijke plicht. Christus zegt hem: ?Strijdt?, maar zie, hij blijft stil zitten.?Strijdt? doet ons zien dat allen buiten de enge poort in groot gevaar verkeren. Zij lopen gevaar om voor eeuwig verloren te gaan. Er is maar ??n schrede tussen hen en de dood. Als de dood tevreden mee te zijn als ze zeggen: ? Wij kunnen van onszelf niets doen? ? wat hen dan doet voortgaan in de zonde. Dat is even slecht als ze niet bekeerd zijn en dat alleen God er de schuld van moet krijgen als ze niet behouden worden. Zo?n leer vind ik niet in het Nieuwe Testament. Ik hoor Jezus tot zondaars zeggen: ?Kom, bekeert u, geloof, werk, vraag, zoek, klop.? Ik zie duidelijk dat ons behoud van begin tot eind, geheel en al uit God is. Maar ik zie niet minder duidelijk dat onze ondergang, als wij verloren gaan, geheel is. Ik blijf erbij dat zondaars altijd aangesproken worden als toerekenbaar en verantwoordelijk. Ik heb hiervoor geen beter bewijs nodig dan wat vervat is in het woord ?strijdt?.?Strijdt? doet ons inzien dat een mens veel tegenstanders heeft en een harde strijd moet verwachten als hij wil dat zijn ziel gered zal worden. Dit is een zaak van ervaring, en volkomen waar. Er is in geestelijke zaken geen gewin zonder moeite, m??r dan in tijdelijke zaken. De brullende leeuw, de duivel, zal nooit zonder strijd een ziel aan zich laten ontsnappen. Het hart dat van nature zinnelijk en aardsgezind is, zal zich nooit zonder een dagelijkse strijd tot geestelijke zaken wenden. De wereld met heel haar tegenstand en verleidingen zal nooit zonder strijd overwonnen worden. Maar waarom zou dit alles ons verbazen? Werd er ooit iets groots en goeds zonder moeite verricht? Tarwe groeit niet zonder dat er geploegd en gezaaid wordt. Rijkdom wordt niet verkregen zonder zorg en aandacht. Succes in het leven wordt niet behaald zonder ontbering en gezwoeg. En boven dat alles wordt de hemel niet bereikt zonder het kruis en de strijd. De geweldigers nemen het Koninkrijk met geweld (Matth. 11:12). Een mens moet strijden. veel geklaag is, maar weinig lof. Het is een verbazingwekkende weldaad dat er een poort tot behoud bestaat. Het is echter een nog grotere weldaad wanneer wij onderwezen worden om er Ten tweede. Hier is een duidelijk gebod. Jezus zegt ons: ?Strijdt om in te gaan door de enge poort.? Er valt vaak veel te leren uit een enkel woord van de Schrift. In het bijzonder zijn de woorden van onze Heere Jezus altijd vol van stof tot overdenking. Hier is een woord dat een treffend voorbeeld is van wat ik bedoel. Laten we eens kijken naar wat wij volgens de wil van de grote Leraar hebben op te maken uit het woord ?strijdt?.?Strijdt? doet ons inzien dat een mens de middelen ijverig moet gebruiken als hij wil dat zijn ziel behouden zal worden. Er zijn diens pogen om tot Hem te naderen. Er zijn wegen waarin een mens moet wandelen, als hij ernaar verlangt om in Christus ge-vonden te worden. De openbare eredienst, het lezen in de Bijbel, het luisteren naar het verkondigde Evangelie ? dat zijn de soort dingen waarnaar ik verwijs. Ze liggen als het ware in het midden, tussen de mens en God. Zonder twijfel kan geen mens zijn eigen hart veranderen, niet ??n van zijn zonden wegwissen of zichzelf in de minste mate aangenaam maken voor God. Maar ik zeg wel dat als iemand niets anders kon doen dan stil te blijven zitten, Christus nooit zou hebben gezegd: ?Strijdt?.?Strijdt? doet ons inzien dat een mens een vrij handelende persoon is en dat God met hem als met een verantwoordelijk wezen zal handelen. De Heere Jezus gebiedt ons niet om te wachten, te wensen, te gevoelen, te hopen en te verlangen. Hij zegt: ?Strijdt?. hebben. De engelen die niet in hun eerste staat zijn gebleven, zijn gevallen om nooit meer op te staan. Voor hen werd er geen deur geopend waardoor ze konden ontkomen. De heiden heeft nooit over een weg tot het eeuwige leven gehoord. Wat zou menigeen wel willen geven als hij maar ??n duidelijke preek over Christus zou horen! De Joden ten tijde van het Oude Testament hebben de poort alleen maar vaag en in de verte gezien. De weg tot het eerste tabernakel stond. De poort is duidelijk voor u geplaatst. Aan u worden Christus en het volkomen behoud aangeboden, zonder geld en zonder prijs. Voor u hoeft het helemaal geen vraag te zijn welke weg u moet inslaan. O, bedenk wat een weldaad dit is! Wacht u zich ervoor de poort te verachten, om dan in ongeloof ten onder te gaan. Het is duizendmaal beter om de poort n??t te weten, dan er wel weet van te hebben en dan toch buiten te blijven dralen. Werkelijk, hoe zult u ontvlieden indien u op zo Bedenk wat een dankbaar mens u behoorde te zijn als u werkelijk door de enge poort bent binnengegaan! Om een ziel te zijn, waar-aan genade en vergeving is geschonken en die gerechtvaardigd is; om gereed te zijn voor ziekte, dood, oordeel en eeuwigheid; om altijd voorbereid te zijn op beide werelden ? het is heel zeker stof voor dagelijkse lofprijzing. Ware christenen zouden meer van dankzegging vervuld moeten zijn. Ik ben bang dat maar weinigen voldoende terugdenken aan wat ze van nature waren, en dat ze bij de genade in de schuld staan. Een heiden heeft opgemerkt dat het zingen van lofliederen ??n bijzonder kenmerk was van de vroege christenen. Het zou goed zijn voor de christenen van nu als ze meer van deze gemoedsgesteldheid zouden kennen. Het aardbeving wakker geschud werd en zijn verstand verlicht door het onderwijs van Paulus, vluchtte hij om vergeving naar de poort; meteen ging de deur open en werd hij gered. Maar waarom moet ik bij voorbeelden uit de Bijbel stil blijven staan? Waarom zou ik niet zeggen dat vanaf de dagen van de apostelen hele menigten naar de enge poort zijn gegaan, erdoor binnen zijn gegaan en behouden werden? Duizenden van alle rangen en standen, van alle leeftijden, geleerden en ongeletterden, rijken en armen, ouden en jongen hebben deze poort beproefd en gemerkt dat deze zomaar open kon gaan. Ze zijn erdoor gegaan en hebben vrede gevonden voor hun ziel. Ja, duizenden mensen die nu leven hebben de poort beproefd, en gemerkt dat die de weg tot het ware geluk is. Nu nog zijn er mensen op aarde, edel-lieden en burgers, kooplieden en bankiers, soldaten en zeelieden, boeren en handelslui, ongeschoolde arbeiders en werklieden, die is en een pad van vrede. Zij hebben van het land daarbinnen geen kwaad gerucht voortgebracht. Zij hebben gemerkt dat het juk van Christus zacht is, en Zijn last licht. Hun enige verdriet is geweest dat zo weinigen binnengaan, en dat zijzelf niet eerder zijn binnengegaan. Lezer, dit is de poort waarvan ik graag wil dat eenieder die dit traktaat in handen krijgt, er zal binnengaan. Ik vraag niet slechts dat u naar de offici?le kerk of naar een afgescheiden kerk zult gaan, maar dat u met hart en ziel naar de poort des levens zult gaan. Ik vraag u niet alleen maar te geloven dat er zo?n poort is en te denken dat dit een goede zaak is, maar dat u door het geloof Bedenk eens wat een voorrecht het eigenlijk is om een poort te Manasse, koning van Juda, ging naar deze poort. Er kon niemand zijn die slechter was dan hij. Hij had het voorbeeld en de raad van zijn goede vader Hizkia veracht. Hij had zich voor afgoden gebogen. Hij had in Jeruzalem bloed vergoten van het ene einde tot het andere, en wreedheden begaan. Hij had zijn eigen kinderen gedood. Maar zodra zijn ogen voor zijn zonden werden geopend, en hij om vergeving tot de poort vluchtte, ging de poort wijd open en werd hij gered. Saulus, de farizee?r, ging naar deze poort. Hij was een groot overtreder geweest. Hij had Christus gelasterd en het volk van Christus vervolgd. Hij had zich sterk ingespannen om de voortgang van het Evangelie te verhinderen. Zodra echter zijn hart werd aangeraakt, hij zijn eigen schuld had ontdekt en om vergeving naar de poort was gevlucht, ging de poort onmiddellijk wijd open en werd hij gered. Velen van de Joden die onze Heere kruisigden, zijn naar deze poort toe gegaan. Zeker, zij hadden zwaar gezondigd. Zij hadden hun eigen Messias afgewezen en verworpen. Ze hadden Hem aan Pilatus overgeleverd en er dringend om verzocht dat Hij gedood zou worden. Ze hadden begeerd dat Barabbas vrijgelaten en dat de Zoon van God gekruisigd zou worden. Maar op de dag dat ze door de prediking van Petrus verslagen werden in het hart, zijn ze naar de poort gevlucht om vergeving te krijgen; meteen ging De stokbewaarder in Filippi is naar deze poort gegaan. Hij was een wreed, hard en goddeloos mens geweest. Hij had alles gedaan wat in zijn macht was om Paulus en zijn metgezel slecht te be-handelen. Hij had hen in de binnenste kerker geworpen en hun voeten in de stok verzekerd. Toen echter zijn geweten door de maar het is wel de enige. Wij moeten ?f door de enge poort de hemel binnengaan ?f helemaal niet. Hoe eng deze poort ook is, het is een poort die altijd opengedaan kan worden. Aan geen zondaar, van welk slag hij ook is, wordt het verboden om te naderen. Wie wil, mag binnengaan en zal behouden worden. Er is maar ??n voorwaarde om toegelaten te worden. Die voorwaarde is dat u werkelijk uw zonden beseft en door Christus, op Zijn wijze, behouden wenst te worden. Beseft u werkelijk uw schuld en ellende? Hebt u werkelijk een verbro-binnen. Hij Die deze poort heeft gemaakt, zegt duidelijk: ?Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.? De vraag waarover u moet nadenken is niet of u een grote zondaar bent of een kleine zondaar, of u uitverkoren bent of niet, of u bekeerd bent of niet. De vraag is eenvoudig deze: Beseft u uw zonden? Voelt u dat u vermoeid en belast bent? Wilt u uw ziel in de hand van Christus leggen? Als dat het geval is, zal de poort voor u meteen opengaan. Ga vandaag, ja, vandaag binnen. Waarom staat u buiten? Hoe eng deze poort ook is, het is er een waardoor duizenden zijn binnengegaan en behouden zijn. Nooit is er een zondaar teruggekeerd, en nooit heeft hij gezegd dat hij te slecht was om toegelaten te worden, als hij werkelijk is gekomen, ziek van zijn zonden. Duizenden van allerlei slag zijn aangenomen, gereinigd, gewassen; ze hebben vergeving ontvangen, hebben klederen ontvangen en zijn tot erfgenamen van het eeuwige leven gemaakt. Bij sommigen had het er de schijn van dat het heel onwaarschijnlijk was dat ze toegelaten zouden worden. U en ik, wij hadden misschien gedacht dat zij te slecht waren om gered te worden. Maar Hij Die de poort heeft gebouwd, heeft hen niet afgewezen. Zodra zij klopten, heeft Hij opdracht gegeven dat ze behouden worden. Duizenden hebben geprobeerd de doorgang breder te maken. Duizenden hebben gewerkt en gezwoegd om de hemel op eenvoudiger voorwaarden de ontvangen. Maar de poort verandert nooit. Die is niet rekbaar. Die zal niet verwijd worden voor de ene mens m??r dan voor de andere. Die poort is nog altijd de enge poort. Lezer, hoe eng deze poort ook is, het is wel de enige waardoor mensen in de hemel kunnen komen. Er is geen zijdeur, en is geen zijpad. Er is geen opening of een laagte in de muur. Allen die ooit behouden zullen worden, zullen alleen door Christus behouden worden, alleen door het eenvoudige geloof in Hem. Niet ??n zal er behouden worden door berouw. De smart van vandaag zal de grief van gisteren niet wegwissen. Niemand zal door zijn eigen werken behouden worden. De beste werken die een mens kan doen zijn maar weinig beter dan blinkende zonden. Niemand zal behouden worden doordat hij voor de vorm telkens weer de uitwendige middelen der genade benut. Wanneer wij alles hebben gedaan, zijn we arme, onnutte dienstknechten. O nee! Het is enkel tijdsverspilling als we een andere weg naar het eeuwige leven zoeken. De mensen kunnen naar rechts en naar links kijken, en zich met hun eigen middelen vermoeien, maar ze zullen nooit een andere deur vinden. Als hoogmoedige mensen dat willen, hebben ze misschien een afkeer van de poort. Lichtzinnige mensen zullen er misschien mee spotten, en grapjes maken over degenen die deze poort benutten. Luie mensen zullen misschien klagen dat die weg moeilijk is. Mensen zullen echter geen ander behoud ontdekken dan het behoud door het geloof in het bloed en de gerechtigheid van de gekruisigde Middelaar. Tussen u en de hemel staat de grote poort. Die is misschien eng, van de mens aan God betaald en de straf van de mens gedragen. Hij heeft ten koste van Zijn eigen lichaam en bloed een grote poort gebouwd. Hij heeft op aarde een ladder opgesteld, waarvan het opperste tot in de hemel reikte. Hij heeft een deur gemaakt Gods aangezicht, en niet bang hoeft te zijn. Hij heeft een weg geopend waarlangs de slechtste mens, die in Hem gelooft, tot God mag naderen, en vrede hebben. Hij roept het ons toe: ?Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden? ( Joh. 10:9). ?Ik ben de Weg. Niemand komt tot de Vader dan door Mij? ( Joh. 14:6). Paulus zegt: ?In Denwelken wij hebben vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen? (Ef. 3:12). Z? Deze poort wordt ?de enge poort? genoemd, en dat is niet zonder reden. Die poort is altijd smal, en nauw, en het is voor sommige mensen moeilijk om er doorheen te gaan, en zo zal het zijn zo-lang de wereld bestaat. Die poort is eng voor allen die de zonde beminnen en besloten hebben om er niet van te scheiden. Die deze wereld en eerst de genoegens en het loon ervan zoeken. Die poort is eng voor allen die een afkeer hebben van moeite, die geen moeite willen doen en niets willen opofferen voor hun ziel. de menigte willen blijven. Die poort is eng voor allen die eigen-gerechtig zijn; die denken dat ze goede mensen zijn en het ver-dienen om behouden te worden. Voor die allen is de grote poort die Christus heeft gemaakt, eng en nauw. Tevergeefs proberen ze er doorheen te gaan. De poort zal hen niet binnenlaten. God is niet onwillig om hen aan te nemen. Hun zonden zijn niet te veel om vergeven te worden. Zij evenwel willen niet op Gods wijze in de praktijk gehoorzamen, en veilig bevonden worden in de grote dag van Zijn tweede komst! Ten eerste. Hier is een beschrijving van de weg der zaligheid. Jezus noemt die ?de enge poort?. Er is een poort die leidt naar vergeving, vrede met God, en naar de hemel. Wie door deze poort binnengaat, zal behouden wor-den. Heel zeker was er nooit een poort m??r nodig. De zonde is een enorm hoge berg tussen de mens en God. Hoe zal een mens mens en God. Hoe zal een mens er doorheen komen? De zonde is een diepe afgrond tussen de mens en God. Hoe zal een mens die oversteken? God is in de hemel, heilig, rein, geestelijk, onbe-vlekt. Hij is een Licht zonder ook maar iets van duisternis, een Wezen Dat het kwade niet kan verdragen en de ongerechtigheid niet kan aanschouwen. De mens is een arme gevallen worm, die een paar jaar over de aarde kruipt: zondig, verdorven, dwalend en onvolkomen, een wezen waarvan het voorstellingsvermogen alleen maar kwaad is, en waarvan het hart arglistig is, m??r dan enig ding; ja, dodelijk is het. Hoe zullen de mens en God bij elkaar gebracht worden? Hoe zal de mens ooit zonder vrees en schaamte tot zijn Maker naderen? God zij geprezen! Er is een weg. Er is een baan. Er is een pad. Er is een deur. Het is de poort waarover Deze poort heeft de Heere Jezus Christus voor zondaars gemaakt. Van alle eeuwigheid af heeft Hij beloofd en heeft Hij er borg voor gestaan dat Hij die poort zou maken. In de volheid van de tijd is Hij in de wereld gekomen en heeft Hij door Zijn verzoenend sterven aan het kruis die poort gemaakt. Door dat sterven heeft Hij verzoening aangebracht voor de zonde van de mens, de schuld Hij, ?om in te gaan door de enge poort!? Of er weinigen behouden worden of velen ? uw weg is duidelijk: ?Strijdt om in te gaan. Nu is het de welaangename tijd. Nu is het de dag der zaligheid. Er niet kunnen. Strijdt om n? in te gaan.? Lezer, ik wil graag uw oprechte aandacht vragen voor de belang-rijke lessen die dit woord van de Heere Jezus bedoelt te geven. Het is een les die het vandaag de dag verdient dat er in het bij-zonder aan gedacht zal worden. Die les leert onmiskenbaar de machtige waarheid van onze persoonlijke verantwoordelijkheid voor het behoud van onze ziel. Die les laat ons het onmetelijke gevaar zien wanneer we de belangrijke zaak van het dienen van God voor ons uitschuiven, zoals zovelen dit ongelukkig genoeg doen. Op beide punten is het getuigenis van onze Heere Jezus Christus in de tekst duidelijk. Hij Die de eeuwige God is, en de woorden van volmaakte wijsheid heeft gesproken, zegt de kinderen der mensen: ?Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen (zeg Ik u) zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen.? Ten eerste. Hier is een van de weg der zaligheid. Jezus noemt die ?de enge poort?. Ten tweede. Hier is een duidelijk bevel. Jezus zegt: ?Strijdt om in te gaan.? Ten derde. Hier is een schrikwekkende voorzegging. Jezus zegt: ? Velen zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen.?van allen die dit traktaat lezen! Mochten allen die het lezen bij bevinding de weg der zaligheid kennen, het gebod van de Heere Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen (zeg Ik u) zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen. Lezer, Eens was er iemand die onze Heere Jezus Christus een heel moei-lijke vraag stelde. Hij zei tot Hem: ?Heere, zijn er ook weinigen Wie deze man was, weten we niet. Wat voor hem de aanleiding was om deze vraag te stellen, wordt ons niet gezegd. Misschien wilde hij dat een nutteloze nieuwsgierigheid bevredigd zou worden. Misschien wilde hij zich ervoor verontschuldigen dat hijzelf het heil niet zocht. De Heilige Geest heeft dit alles voor ons verborgen gehouden. De naam en de beweegreden van de vraagsteller zijn beide verborgen.E?n ding is echter heel duidelijk, en dat is het zeer grote belang van het woord van onze Heere, waartoe de vraag aanleiding gaf. Jezus maakte van de gelegenheid gebruik om de gedachten van allen om Hem heen te vestigen op hun eigen duidelijke plicht. Hij gewekt. Hij zag wat er in hun binnenste omging. ?Strijdt?, roept 10 John Charles Ryle (1816-1900), waarin de strijd om in te gaan in Gods Koninkrijk centraal staat. Het gaat om een drietal traktaten en een preek. Helder en ernstig verwoordt Ryle eerst de oproep tot de strijd, vanuit Lukas 13 vers 24: ?Strijdt om in te gaan door de enge poort?. Vervolgens gaat hij in op de vermaning van de apostel Paulus aan zijn leerling Timothe?s: ?Strijd de goede strijd des geloofs.? Over de loopbaan van de christen schrijft hij vanuit Hebree?n 12 vers 1 en 2: ?...laat ons met lijdzaamheid lopen de en Voleinder des geloofs.? De uitkomst van de christelijke levens-wandel is niet onzeker: de hele strijd loopt uit op de overwinning. Ryle gaat erop in vanuit 1 Johannes 5:4 en 5: ? Al wat uit God geboren is, overwint de wereld.? Het is Jezus Christus, Die als de overste Leidsman en Voleinder des geloofs in de strijd de weg wijst en de overwinning schenkt. In de benadering van zijn lezers laat Ryle niemand in het on-zekere. Helder zegt hij wat de goede strijd is en wat niet. Zo klin-ken ook in onze tijd indrukwekkende woorden van vermaning, bemoediging en vertroosting door. Woerden, januari 2018 N. A. Eikelenboom 8 Ten geleide ? 91. Strijd! ? 112. Strijdt u? ? 423. De loopbaan van een christen ? 704. Overwinning ? 87 7 Oorspronkelijke uitgave: ?Strive!? in: Home Truths, vol. 1, pp. 81-115; ? Are you fighting? Home Truths, vol. 2, pp. 47-78; ?The Christian Race?, in: , pp. 125-137; ? Victory?, in: The Upper Room, pp. 135-153. Uit het Engels vertaald door N. A. Eikelenboom.? 2018 Den Hertog B. V. Houtenwww.uitgeverijdenhertog.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopie?n, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 6