Inhoud Woord vooraf door ds. P. den Butter Avondmaalsformulier 1. Kostbaar geschenk 2. Auteur 3. Indeling 4. Geliefden 5. Hoort aan! 6. Doet dat! 7. Vóór alle dingen nodig 8. Tot onze troost 9. Drie stukken 10. Beproeft uzelf! 11. Verootmoediging 12. Hartonderzoek 13. Gewisse belofte 14. Zondenvergeving 15. Rechtvaardiging 16. A l te hoog? 17. Onmisbare weldaad 18. Nochtans betrouwen 19. Het derde stuk 20. Dankbaarheid 21. Verzekering 22. Nog steeds ellende? 23. Alzo gezind 24. Een oordeel 25. Ver m a n i ng 26. Heilige tafel 27. Zondencatalogus 28. Verslagen harten 29. Geestelijke drijf veer 30. Midden in de dood 31. Staat en stand 32. Dagelijkse strijd 33. Verzekerdheid 34. Geloof en bekering
35. Waartoe ingezet? 36. A ldus gedenken 37. Heilsfeiten 38. Oude beloften 39. Ve r z i n k e n 40. Gehoorzaamheid 41. Borglijden 42. Handschrift der zonde 43. A ngst der hel 44. Overwinningsroep 45. Het vaste verbond 46. Deelachtig zijn 47. Moed en hoop 48. Testament 49. Zo dikwijls … 50. Liefde en trouw 51. Ik voor u 52. Eten en drinken 53. Even zeker 54. Dit weet ik vast … 55. Hoe weet ik het? 56. Twee fronten 57. Heilzaam gevolg 58. Diepste geheimenis 59. Onderlinge liefde 60. Aan elkaar verbonden 61. A lzo lief … 62. Met woord en daad 63. Ceremon ie 64. Opdat … 65. Wij bidden U … 66. Hij in ons 67. Leven uit het verbond 68. Geopenbaarde verborgenheid 69. Christen onder het kruis 70. Onze Vader … 71. Sterking in het geloof 72. Opwek k ing 73. Bediening
17 1. Kostbaar geschenk Binnen de reformatorische kerken zijn we er vertrouwd mee. Wan- neer op enige zondag in de gemeente een van de sacramenten zal worden bediend, hetzij de Heilige Doop, hetzij het Heilig Avond - maal, dan wordt eerst het formulier gelezen. We weten niet anders. De meesten van ons zullen als gewoonte hebben om de tekst ervan op te zoeken achter in hun Bijbel met Psalmen en de inhoud van het formulier mee te lezen. Na die bekende teksten al zovele keren gehoord te hebben, klinken de woorden ons als overbekend in de oren. Veel jongeren en ouderen zullen grote delen ervan bijna uit het hoofd kennen. ‘Waar komt zo’n gewoonte eigenlijk vandaan?’ zouden we ons kun - nen af vragen. En: ‘Wat is de zin er eigenlijk van? Verwordt zo’n traditie niet snel tot een zinloos gebeuren, een fossiel uit het ver - leden dat alleen maar gehandhaafd wordt omdat het altijd al zo plaatsvond? Moet de tekst ervan niet eens op de helling? Wat toen, eeuwen geleden, mooi en goed gevonden werd, is dat in de 21 e eeuw nog even belangrijk?’ A l aan het begin van dit boek waag ik de stelling te poneren dat ons in dit formulier een juweel is overgeleverd. Een kostbaar geschenk, door Gods voorzienigheid – en niet minder in Zijn ontferming – ons aangereikt als een schat vanuit de kerk der eeuwen. De geestelijke betekenis van het sacrament van het Heilig Avondmaal is groot en diep. Ze is een machtige troost voor Gods Kerk. Wel, daaraan geeft dit formulier op Bijbelse en klassieke wijze uitdrukking. Daarnaast wordt de roeping tot de waarachtige zelf beproeving de gemeente ernstig op het hart gebonden. En wie uitdrukkingen zoekt waarin de gepastheid en de volkomenheid van het offer van Christus tref- fend en teer verwoord worden, zal geen betere kunnen vinden dan die in ons oude Avondmaalsformulier. A lle reden om dat formulier eens aandachtig te gaan lezen. De bevinding van Gods heiligen treft u erin aan.
18 Kerkorde ‘Een iedere kerk zal zulke manier van bediening des Avondmaals houden, als zij oordeelt tot de meeste stichting te dienen. Welverstaande nochtans dat de uitwendige ceremoniën, in Gods Woord voorgeschreven, niet ver- anderd, en alle superstitie vermeden worde, en dat na de voleinding der predikatie en der gemene gebeden op de predikstoel, het formulier des Avondmaals, mitsgaders het gebed daartoe dienende, voor de tafel zal worden gelezen.’ Zo luidt artikel 62 van de Kerkenordeninge der Nat ionale Synode van Dordrecht, gehouden in 1618 en 1619. Naast veel andere dingen heeft deze synode ook de liturgie van de gerefor - meerde kerk in de Nederlanden vastgesteld. Daartoe behoorde dus ook de gebruiken rond de bediening van de sacramenten, waaronder die van het Heilig Avondmaal. Aan de bediening zal de voorlezing van het formulier voorafgaan. Dat staat duidelijk te lezen. En het is in veel kerken nog algemeen gebruikelijk. De kerkordes van de reformatorische kerken in Nederland bevat - ten nog steeds een soortgelijke bepaling. In die van de Christelijke Gereformeerde Kerken bijvoorbeeld is dat als volgt: ‘Iedere kerk zal het Avondmaal op zodanige wijze vieren als naar haar oordeel het meest tot stichting van de gemeente dienen kan, met dien verstande dat de te - kenen van brood en wijn naar de inzetting van Christus gebruikt zullen worden en dat het formulier van het Avondmaal wordt gevolgd met de daarin opgenomen gebeden.’ Het lezen van het Avondmaalsformulier, voorafgaande aan de bedie - ning van het sacrament, is dus een eeuwenoud gebruik. De bepaling om het formulier te lezen, is af komstig van de Nationale Synode van ’s Gravenhage in 1586, dus iets meer dan dertig jaar eerder dan ‘Dordt’. In eerdere kerkordes (namelijk van Dordrecht 1574, Dordrecht 1578, Middelburg 1581) was wel sprake van een Doopfor - mulier, maar nog niet van een formulier bij het Heilig Avondmaal. Het Avondmaalsformulier was in de jaren zeventig van de zestiende eeuw in de Nederlanden al wel bekend, maar het was dus nog niet nadrukkelijk voorgeschreven. Dat betekent niet dat die eerste syno - des het onderwijs rond het Heilig Avondmaal onbelangrijk vonden. Maar in eerste instantie meenden ze dat de prediking hierin moest voorzien. De Dordtse Synode van 1578 bepaalde bijvoorbeeld: ‘Men zal vóór de bediening des Avondmaals een predikatie doen, in dewelke van de bekering des mensen, beproeving zijns zelfs en zijn verzoening met God en de naaste en dergelijke andere materiën gehandeld zullen worden.
19 Maar op de dag van het Avondmaal zelf zal het nut zijn, dat men van de Sakramenten en met name van de verborgenheid des Avondmaals het volk lere en tot dat einde een bekwame tekst neme, ten ware dat de gewoonlijke tekst daartoe bekwamelijk geschikt kon worden.’ In het midden van de zestiende eeuw, zo aan het begin van de tachtigjarige oorlog, werd de kerk van de Reformatie in ons land geplant. De prille plant van de gemeenten onder het kruis moest gebracht worden tot de volwassenheid van een landelijke kerk. De eerste zorg van onze vaderen daarbij was dat er een goede orde zou worden ingevoerd. Ook in de kerkdiensten moest alles met orde en stichting gebeuren. En het volk, nog maar net bevrijd van het paapse juk, moest worden onderwezen in de leer die naar de godzaligheid is. Juist ten aanzien van het sacrament van het Heilig Avondmaal was er veel misverstand en verwarring. Om de mensen het juiste Bijbelse begrip bij te brengen, dienden dus de formulieren. Iemand die in dit verband voor de kerk in de Lage Landen veel betekend heeft, is Petrus Dathenus. In 1566, toen hij voorganger was van de vluchtelingengemeente te Frankenthal, verzorgde hij zijn beroemd geworden uitgaaf van de Psalmen. Maar Datheen heeft zich niet alleen beijverd voor het psalmzingen in de eredienst. Hij heeft ook formulieren die in de Duitse taal beschikbaar wa - ren, overgezet in de taal die in de Nederlanden werd gesproken. Hij voegde ze aan zijn Psalmboek toe. De uitvoerige titel van zijn boekje luidt als volgt: ‘De Psalmen Davids, ende ander lofsanghen, wt den francoyschen dichte in Nederlanschen ouerghesett, doer Petrvm Dathenvm. Metgaeders des Christelicken Cathechismo, Ceremonien ende Ghebeden. Heydelbergh MDL X V I.’ Van die uitgave is welgeteld maar één enkel exemplaar overgebleven. Het mag wel een wonder heten dat het bewaard gebleven is. Het is terechtgekomen in de bibliotheek van de rijksuniversiteit van Utrecht. In 1970 kwam er een facsimile uit met een inleiding van o.a. dr. W. van ’t Spijker. In die uitgaaf treffen we naast enkele andere formulieren ook aan: ‘Forme om dat heylige avendtmael te hovden.’ Het is hetzelfde formulier dat onder ons nog bekend is en in onze gemeenten algemeen gebruikt wordt. Het mag ons weleens tot verwondering wekken dat we als Neder - landse kerken zulke schatten uit het verleden hebben ontvangen. De Heere heeft in Zijn gunst wel heel bijzonder aan de kerken in ons
20 land gedacht. Jacobus Trigland, een zeventiende-eeuwse dominee, schreef dat wij onze belijdenisgeschriften en de formulieren door een bijzondere leiding van de Heilige Geest hebben ontvangen. Daarmee kunnen we het hartelijk eens zijn. Laten we die schatten dan ook niet verwaarlozen, maar ze onder Gods zegen gebruiken tot overdenking van het Woord van de Heere.