9 1 Wilkes County, Georgia April 1868 De steen vloog door de deuropening van het kleine schooltje en kwam vlak naast Emily op de grond terecht. Geschrokken boog ze zich voorover en zag dat er een stuk perkamentpapier om de steen was gewikkeld. Ze maakte het los en las de woorden, die in kinderlijke blokletters waren opgeschreven: DE KLAN KOMT ER AAN . Emily haastte zich naar buiten, waar het al donker begon te worden, pakte met haar ene hand de zoom van haar jurk op en rende al schreeuwend naar de hutten van de voormalige slaven. ‘Sam! Sam!’ Een oudere, negroïde man kwam haar halverwege het pad te gemoet en ze drukte het papier in zijn handen. Sam had pas in het achterliggende jaar leren lezen, maar hij begreep snel wat er stond en hief zijn hoofd naar Emily op. ‘U moet weg hier, Miss Emily! Ga weg!’ ‘Ik ben niet bang voor de Klan, Sam. Ik blijf bij jou.’ Sam keek Emily met grote ogen aan en hij schudde zijn hoofd. ‘U bent nog nooit ergens bang voor geweest, Miss Emily. Dat weet ik. Maar u mag hier niet blijven. U moet direct naar het Grote Huis.’ ‘De Klan heeft nog nooit een blanke vrouw gedood.’ Emily stak haar kin naar voren en rechtte haar schouders. ‘Ik blijf hier.’ De blik in Sams ogen veranderde van verrassing in iets donkers, zo donker dat Emily ervan schrok. ‘Ik heb u op deze wereld zien komen, Miss Emily, en ik ben niet van plan om nu toe te kijken hoe u ervan weggenomen wordt.’ Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 9 19-02-16 13:18
10 ‘Ze zullen mij niet doden.’ ‘Ze zullen iets ergers doen. Ze zullen u laten wensen dat u dood was. Ze zullen u dwingen toe te kijken als ze ons doden! Weg wezen, nu!’ ‘Maar ik geef om jullie. Er moet toch iets zijn wat ik kan doen.’ ‘U bent jong en moedig, Miss Emily. Maar de enige manier waarop u ons kunt helpen, is ervoor te zorgen dat u in het huis bent, en daar op uw knieën onze Schepper om genade smeekt.’ In Sams blik smeulde zowel angst als woede. Ineens klonk in de verte het gedreun van paardenhoeven. Het klonk alsof de dood in aantocht was. Met een brede armzwaai pakte Sam haar vast en duwde haar in de richting van het witte, gepotdekselde kerkje. ‘Het is te laat om nog naar het Grote Huis te gaan. Ga de kerk in en maak geen enkel geluid, Miss Emily. Ik smeek het u.’ Zijn handen trilden zo erg dat Emily de hare eromheen vouwde. ‘Ik blijf hier, dat beloof ik,’ zei ze. ‘Ga snel naar huis.’ Ze keek hoe Sam wegliep en voelde haar hart breken. Hij was de oudste van de voormalige slaven van de Derracotts en nu een vrij man. Al hun slaven waren gebleven en probeerden hun kostje bijeen te scharrelen op de ruim vierduizend vierkante meter land bouwgrond van haar vader. ‘Deelpacht’ noemde papa het. De sla venverblijven waren verdwenen en in plaats daarvan stonden er nu ruim vijfentwintig vrijstaande hutten, en de bewoners vormden een kleine gemeenschap met elkaar. Met papa’s schoorvoetende goedkeuring hadden ze ook een kerk en een schooltje neergezet. Zelfs de volwassenen gingen naar school en lieten zich samen met hun kinderen onderwijzen. Elke dag stond Emily voor in het kleine gebouwtje dat twee jaar geleden was gebouwd en leerde ze hun lezen en schrijven. En nu waren er afschuwelijke, door haat gedreven mannen die plantages terroriseerden, voormalige slaven gevangennamen, mis handelden of ophingen. Soms werden er zelfs complete bloedbaden en slachtpartijen aangericht. Dit alles met geen ander motief dan de reden die hun kleine deel van de wereld al zo lang had geteisterd: Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 10 19-02-16 13:18
11 de behoefte van de blanke mensen om te geloven dat ze in elk opzicht de meerderen waren van de zwarten. T Het gedreun van de paardenhoeven werd luider en kwam steeds dichterbij. Emily liet zich op de grond vallen, haar hart bonkte in haar keel. O, God, bescherm hen alstublieft. Bescherm ons. De vrije zwarten waren niet de enigen die in angst voor deze terroristen leefden. De krankzinnige groep, de Ku Klux Klan, had het ook voorzien op een groot aantal blanke republikeinen die ze wilden straffen met mishandeling en zelfs met moord. Maar Emily was niet bang dat ze op haar vader uit waren. Hij was een door en door gezworen democraat. Toch was hij een vriendelijke man, die zijn slaven op de plantage goed behandeld had. Voor de oorlog. Emily kromp ineen op de vloer. Ze veegde haar zwarte haar lokken uit haar ogen en huilde. ‘Voor de oorlog!’ zei ze hardop. Voor de oorlog had haar hele leven zinnig geleken. Nu was de plantage nagenoeg geruïneerd, waren haar twee broers omge komen en leek mama fragiel en oud. Papa was een goede, aardige man, maar hij was zwak. En bang. In 1867 had het Congres het Zuiden in militaire districten ver deeld en alleen kiezers geregistreerd die een eed van trouw aan de Verenigde Staten wilden afleggen en konden zweren dat ze de Confederatie niet hadden geholpen. Deze voorwaarden hadden erin geresulteerd dat veel blanke inwoners van de zuidelijke staten – inclusief haar vader – niet meer mochten stemmen. Emily boende met haar vuist over haar gezicht om haar tranen weg te vegen. Al die vooroorlogse jaren was ze jong en naïef ge weest, maar na drie jaar stervende militairen verzorgd te hebben en twee jaar als onderwijzeres van de voormalige slaven voor de klas te hebben gestaan, was ze nu, op haar twintigste, niet langer naïef en voelde ze zich ook niet langer jong. Ze wilde dat de voor malige slaven alles zouden krijgen wat hun volgens de grondwet Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 11 19-02-16 13:18
12 toekwam. Hun rechten. Sinds de nieuwe verordening in 1867 had den zwarte mannen stemrecht. Ook mochten ze studeren, grond bezitten en zelfs een politiek ambt bekleden. En domweg gedood worden vanwege hun vrijheid. Ze had de verhalen in de kranten gelezen, de geruchten over invallen in het nabij gelegen Greene County gehoord en ook het verhaal vernomen over meneer James Corley, die voor de ogen van zijn vrouw en dochter afgrijselijk afgeranseld was. Vijfenzestig aanvallers, onder wie enkele aristocraten van de stad, hadden – met hun hoofd door een kap bedekt – hem op beestachtige wijze bijna doodgeranseld. De man was voor zijn leven getekend, lichamelijk maar ook op andere, nog veel verder strekkende manieren. De Klan had het op James Corley voorzien omdat hij een zwarte wetgever uit Georgia was. Ze voelde het gal in haar keel omhoogkomen. En nu was de Klan hier, in Wilkes County, op haar vaders plantage. Terwijl ze neerknielde op de houten vloer van de kerk, vroeg ze zich af wie hen gewaarschuwd had. Waarom was ze zo lang in het schooltje gebleven? Ze wist dat het niet verstandig was om daar na zonsondergang alleen te zijn. Maar ze had genoten van de stilte nadat de volwassenen en kin deren naar hun hutten waren gegaan. Als ze daar alleen was, kon ze de lessen voor de volgende dag voorbereiden… en, als ze geluk had, nog een glimp van Leroy opvangen. Ziedaar. Ze gaf het toe, zelfs nu, terwijl ze een paard hoorde hinniken en het geluid van dreunende paardenhoeven haar oren bereikte. Het licht van brandende toortsen gloeide in de duisternis en weerspiegelde in de ramen toen de dreigende bende langs de kerk snelde, op weg naar de hutten van de voormalige slaven. Emily wist dat ze woedend waren dat de zwarten op de plantage gebruik maakten van hun nieuwe rechten om te stemmen of een politiek ambt te bekleden. Deze veranderingen vormden het Zuiden tot iets wat verafschuwd werd door de onbuigzame democraten, die vastbesloten waren om het Zuiden weer terug te brengen naar de tijd van voor de Amerikaanse burgeroorlog. De zwarten mochten Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 12 19-02-16 13:18
13 dan misschien vrij zijn, maar zouden wel in angst moeten leven voor de macht van de blanken. Iets wat maar al te waar was. De eerste schrille kreet deed haar opspringen. Daarna explodeer de de nacht door angstaanjagend, tot op het bot doordringend gegil en het geluid van trappelende paarden. Vol ontzetting bleef Emily zo’n tien minuten ineengedoken zitten, maar het voelde aan als een uur. Toen klonken er luidruchtige overwinningskreten van de man nen op de paarden en opnieuw klonk het roffelende geluid van paardenhoeven die langs de kerk stoven, maar nu in tegenover gestelde richting. Terwijl Emily zich kleinmaakte in een hoekje, werd er een brandende toorts door een ruit van de kerk gegooid. De toorts kwam slechts een paar meter van een stapel verweerde gezangenbundels op de grond terecht en voordat Emily de toorts naar buiten kon werpen, hadden de bundels al vlam gevat en was haar jurk verschroeid. Ze gooide de kerkdeur open terwijl de vlammen hun weg zoch ten naar de geïmproviseerde houten banken. Emily rende naar bui ten en zag door haar tranen heen de ruiters met hun witte hoofd kappen de nacht inrijden. In de verte zag ze drie hutten vlam vatten en de gezinnen zich een weg naar buiten vechten. Huilend en hoestend door de rook liep ze in hun richting. Toen bleef ze staan. Emily gilde en begon over haar hele lichaam te trillen. Op nauwelijks drie meter afstand hing Washington Eager aan een touw aan een boom. ‘Snij hem los! Snij hem los!’ klonk Leroys stem boven het hys terische gehuil uit, terwijl hij kwam aanrennen. Hij klom op de schouders van een andere man en sneed met een diepe grom het touw doormidden. Het lichaam viel slap op de grond. Washington, Leroys oudere broer, was dood. Emily stond als aan de grond genageld. Leroys gezicht zat hele maal onder het zweet en bloed. Hij bukte, tilde Washingtons levenloze lichaam op en hield het in zijn armen, terwijl hij snikte en naar de hemel schreeuwde. Duizelig en misselijk dwong Emily zichzelf naar de hut van de Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 13 19-02-16 13:18
14 Eagers te rennen. Ze was nog maar halverwege toen Sam en zijn vrouw, Tammy, naar haar toe kwamen. ‘Waar hebben ze onze jongen mee naartoe genomen? Wat heb ben ze met Washington gedaan?’ Emily trok Tammy in haar armen en drukte haar stevig tegen zich aan. Tammy was vele jaren lang haar kindermeisje, vertrouwe ling en slavin geweest. Het was Tammy geweest die met haar sterke, zwarte armen Emily had vastgehouden toen de soldaat in de deuropening van het Grote Huis was verschenen en hun had verteld dat haar broer Luke in een of andere vallei in het Noorden was gesneuveld. En toen slechts vier weken later een andere sol daat het nieuws kwam brengen van de dood van haar broer Teddy, was het opnieuw Tammy geweest die haar had vastgehouden. En nu hield Emily haar vriendin, haar vriendin , vast en huilde ter wijl Leroy met zijn dode broer in zijn armen over het lange pad terug naar de hutten liep. Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 14 19-02-16 13:18
15 2 Augustus 1868 Vier maanden later Ongerust verliet Emily het schooltje. Er was geen waarschuwings briefje naar binnen gegooid, maar ze was behoedzaam, zelfs ang stig, vanwege het nieuws dat ze die ochtend had ontvangen. Voordat ze de weg naar huis insloeg, liep ze een heel eind de velden in. Velden die in een snel tempo wit kleurden, alsof het midden in augustus sneeuwde. De Katoenkoning! Zo werd het in heel het Zuiden genoemd. Binnenkort zou de oogsttijd aanbreken. Ze hield van het gevoel van het donzige katoen in haar handen. Als kind had ze het al heerlijk gevonden om tussen de slaven in te zitten en het katoen door de katoenzuiveringsmachine te halen. Emily had geen hoge dunk van Eli Whitney, de man die in 1793 de katoenzuiveringsmachine had uitgevonden. Hij mocht er dan beroemd mee zijn geworden, zij verfoeide hem. Door zijn uitvin ding, waarmee de katoenvezels snel gescheiden konden worden van de zaaddozen en kleverige zaden, waren er nog meer slaven naar Wilkes County gehaald, en was er in heel het Zuiden nog meer behoefte aan slaven geweest. De grond was hier erg geschikt voor kortvezelige katoen, die ongewoon was voor de Caribische eilan den. Betere grond betekende betere katoen en grotere plantages – en dus ook meer benodigde slaven. Meer slaven. Hier, op haar vaders plantage, waren ze vrij. Vrije zwarten die nog steeds katoen plukten. Tammy en Sam en Leroy en vijfenzeventig andere vrije mannen, vrouwen en kinderen zou den binnenkort de velden in trekken voor de grote katoenpluk, en de opbrengst met haar vader delen. Als er enige opbrengst zou zijn. Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 15 19-02-16 13:18
16 O, God, alstublieft. Laat de oogst niet weer mislukken. Omwille van ons allemaal. En alstublieft, God, hou de Klan bij ons vandaan. T ‘Emily Joy!’ Ze schrok op van haar vaders stem toen ze de salon binnenliep. ‘Waar heb jij gezeten? Je moeder is in alle staten omdat ze je niet kon vinden!’ Snel liep Emily naar haar vader toe en omhelsde hem stevig. Hij zag er oud uit, zijn zwarte haar vertoonde steeds meer grijze strepen. Zijn schouders hingen naar beneden en zijn pak slobberde om hem heen. Ze had altijd gevonden dat hij er zo sterk en vast beraden uitzag, maar dat was voordat… ‘Ik was op school lessen aan het voorbereiden.’ Haar vader trok wit weg. ‘Om deze tijd? Na wat er in het voor jaar is gebeurd?’ ‘Ik was de tijd vergeten. En ik ben naar de katoenvelden geweest . Het wordt een goede oogst dit jaar, vader.’ ‘We bidden dat dit zo mag zijn, Emily.’ Ze aarzelde even voordat ze verder sprak. ‘Ik hoorde over de lynchpartij gisteren in Oglethorpe County. Wat als de Klan van avond weer hierheen komt?’ Ze voelde haar vader verstijven en hij streelde met een hand over haar hoofd, dat tegen zijn schouder rustte. ‘Sst, Emily. Ze komen vanavond niet.’ ‘Hoe weet u dat nou?’ Ze klonk bijna beschuldigend. Haar vader slaakte een diepe zucht. ‘Dat weet ik niet,’ gaf hij toe. ‘Ik bid alleen dat ze niet terugkomen. Ik bid dat ze Leroys besluit om zich in de politiek in Georgia te begeven, op de een of andere manier over het hoofd zullen zien. Het is dwaas heid van hem om zo onverbloemd voor zijn standpunt uit te komen.’ ‘Dat doet hij omwille van de eer van zijn vermoorde broer,’ wierp Emily tegen. Haar vader keek haar triest aan. ‘Ja, dat weet ik. Maar wat zal Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 16 19-02-16 13:18
17 het voor goeds opleveren? Wil hij dat zijn ouders hem ook zien hangen? We staan machteloos tegenover de Klan.’ Emily liet haar vader los en liep naar de bibliotheek, waar ze net deed of ze een boek zocht. Haar vader had ongelijk! Ze had in de kranten gelezen over diverse staten die het hadden aangedurfd om het tegen de vreselijke Ku Klux Klan op te nemen. In Ten nessee, Arkansas en Texas had het gewerkt. Maar niet hier, in Georgia. In Georgia pakten de democraten de politieke macht terug en werden de blanken weer superieur – door terreur. Papa had haar sterke republikeinse neigingen altijd afgekeurd, maar ze kon niet, en wilde niet, veranderen. Als zesjarig meisje had ze al geweten, geweten , dat slavernij verkeerd was. Al zolang ze zich kon herin neren, hadden twee dingen voor haar vastgestaan: het leven op de plantage was een hemel op aarde, en slavernij was een van de ergste misdaden aan de mensheid. Ze had op die leeftijd nog niet geweten wat ze aan dit laatste kon doen, maar in de loop der jaren had ze dat geleerd. En nu waren de slaven vrije mensen. Nu stond ze voor hen in hun schooltje en leerde ze kinderen en volwassenen lezen en schrijven. Ze sloot haar ogen en zag weer de diepe trots en de brede lach op Leroys gezicht toen hij voor het eerst zijn naam had geschreven. Leroy! Emily klapte het boek dicht en gooide haar lange haren naar achteren. Zet Leroy uit je hoofd , berispte ze zich zelf. Maar als hem, Sam en Tammy iets overkwam… ‘Het eten is klaar,’ riep haar moeder, haar stem klonk zwak. Ooit was haar moeder een oogverblindende schoonheid geweest, maar nu was ze een gekwelde verschijning. Haar kastanjebruine haar glansde niet langer en haar wangen waren ingevallen. De sprankeling in haar ogen was al lange tijd verdwenen, tegelijk met Teddy en Luke begraven. Emily liep de eetkamer in en streek over haar donkerblauwe jurk, die behoorlijk stoffig was geworden toen ze door de velden had gelopen. Ze keek naar de lange, kersenhouten tafel waar makkelijk tien mensen aan konden zitten. Vanavond was er voor Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 17 19-02-16 13:18
18 vijf personen gedekt. Dat betekende dat er een gast werd ver wacht. Haar ouders kwamen de eetkamer in, en mama inspecteerde snel de tafel. Ze hechtte er in ieder geval nog wel belang aan dat de tafel netjes was gedekt, met het fijne porselein, de kristallen glazen en het zilveren bestek dat ze van Emily’s oma hadden geërfd. Gladys, een voormalige slavin en nu het keukenmeisje, was druk in de weer met het opdienen, terwijl Emily en haar jongere zus, Anna, aan tafel plaatsnamen. ‘Vanavond eet luitenant McGinnis met ons mee,’ zei mama, terwijl haar blik die van Emily zocht. Mama’s grijze ogen stonden ernstig en zonden een belangrijke boodschap uit. Emily wist dat ze verondersteld werd te begrijpen wat die boodschap was. Enkele ogenblikken later liep Thomas McGinnis de kamer in. Hij droeg burgerkleding en had zich geschoren. Zijn blonde haar was uit zijn gezicht gekamd en de blik in zijn blauwe ogen was zacht, maar ook droevig als je het Emily vroeg. ‘Dank u wel, mevrouw Derracott, voor deze vriendelijke uit nodiging,’ zei hij met een lichte hoofdbuiging. ‘En wat heerlijk om je te zien, Anna,’ ging hij verder. ‘En jou ook, Emily. Je ziet er net zo mooi uit als altijd.’ ‘Wat vriendelijk van u, luitenant McGinnis.’ Emily’s ogen twin kelden even ondeugend. Lieve help – vanwaar deze vormelijkheid? ‘Als je me nog een compliment geeft, ga ik armpje drukken met jou en win ik.’ Luitenant McGinnis lachte. ‘Ongetwijfeld.’ Ze gaf hem een vluchtige kus op zijn wang en zag haar moeders goedkeurende blik. ‘Het is fijn je weer te zien, Thomas.’ Ze gingen allemaal zitten. Emily en Thomas waren al van kinds af aan bevriend, hadden samen gespeeld, paardgereden en zelfs een keer met elkaar gevoch ten. Ze hield van hem als van een broer, zoals van de broers die ze had verloren. Maar ook niet meer dan dat. Ze wist echter dat mama wilde dat het meer was. Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 18 19-02-16 13:18
19 ‘Sinds wanneer ben je terug in Wilkes County?’ vroeg Emily nadat het tafelgebed was uitgesproken. ‘Nog maar sinds een paar dagen.’ ‘En is er nog nieuws over het werk in Atlanta?’ ‘Er is volop werk aan het spoor, maar dat is niet echt geschikt voor een voormalige boer en soldaat.’ Hij liet zijn lichtblauwe ogen op Emily rusten. ‘Bovendien heeft mijn vader me op de plantage nodig als we dit jaar nog enige winst willen maken. De katoen oogst kan bijna worden binnengehaald, en de slaven willen nu niet langer hun gebruikelijke uren maken.’ ‘Ze zijn geen slaven meer, Thomas,’ zei Emily. ‘Nee, natuurlijk niet,’ gaf hij toe. Ze zag een spiertje in zijn kaak verharden. ‘Ze zijn “hoogstaande” en “machtige” gelijken die weigeren te werken. Ze laten de blanken in de steek en weten niet hoe ze behoren te functioneren. Zonder de middelen om hen dis cipline bij te brengen, worden ze lui.’ ‘O, Thomas, vertel me alsjeblieft niet dat je die partijpraat van die dwaze democraten napraat,’ protesteerde Emily. ‘Thomas heeft gelijk, Emily,’ zei haar vader. ‘Onze voormalige slaven mogen dan gebleven zijn, het is niet meer hetzelfde als vroeger.’ Vroeger – voor de oorlog. ‘Ze werken niet zoals het hoort,’ voegde papa er nog aan toe. ‘Met “zoals het hoort” bedoelt u een twaalfurige werkdag voor mannen, vrouwen en kinderen?’ antwoordde Emily. ‘Eh, ja.’ ‘Maar, papa, u zou zelf toch ook nooit zulke lange dagen op het land willen maken? En ik weet zeker dat u dat ook niet van mij verlangt!’ Haar vader keek haar licht geërgerd aan, een blik die ze van hem kende. ‘Ik begrijp niet hoe het heeft kunnen gebeuren dat ik een dochter heb opgevoed die net zo weerspannig is als de slaven! Misschien ben jij wel degene die hen deze absurde ideeën hebt bijgebracht. Zij zijn niet onze gelijken, en zullen dat ook nooit worden.’ Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 19 19-02-16 13:18
20 Emily voelde haar wangen branden terwijl het gesprek een over bekende richting op leek te gaan. Ze wilde liever niet in bijzijn van Thomas in discussie gaan. ‘Je vader heeft gelijk, Emily. Zwarten zijn dom en niet in staat om te leren. Ze zijn lui en dwaas. Het is hun ras,’ zei Thomas op rustige, onverstoorbare maar overtuigde toon. ‘Dat komt door ons ras,’ flapte Emily eruit. ‘Wij hebben hen dom gehouden, en ik zal jullie zeggen, Thomas en papa, jullie hebben het mis! Ze zijn niet lui. Ze kunnen wel leren en dat doen ze ook. Elke dag leren ze meer! En snel. Met trots.’ ‘Ik zal werkelijk nooit begrijpen hoe jij ooit op de dwaze ge dachte kwam om op dat schooltje met die arrogante vrouwen uit het Noorden te gaan werken,’ zei haar vader, terwijl hij met een gesteven, wit servet zijn mond afveegde. Hoe durft hij me in bijzijn van Thomas te vernederen , foeterde Emily inwendig. Haar vader was hier degene die arrogant was. ‘Neem me niet kwalijk, papa, er zijn veel woorden om juffrouw Lillian en de andere vrouwen uit het Noorden te omschrijven, maar arro gant valt daar zeker niet onder.’ En alle mannen zijn hetzelfde. ‘Genoeg nu, Emily,’ onderbrak haar moeder het gesprek. ‘Gladys, je kunt de volgende gang serveren.’ T Later die avond stond Emily op de veranda die om heel het huis heen liep. Leunend tegen een van de zes geribbelde zuilen, staarde ze naar de magnolia’s die aan weerszijden van de oprijlaan waren geplant. Hun huis was een van de mooiste huizen van heel de staat Georgia, had haar vader vaak opgeschept. Nu vroeg ze zich af hoe lang hij dit huis nog zou kunnen behouden. En het lukte haar niet om naar de bomen te kijken zonder Washingtons lichaam aan die andere boom bij het kleine kerkje te zien bungelen. Thomas kwam ook de veranda op en ging naast haar staan. ‘Je was echt tegendraads tijdens de maaltijd.’ Ze draaide zich om en keek op naar haar knappe vriend. Hij Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 20 19-02-16 13:18
21 was met zijn eenentwintig jaar slechts een jaar ouder dan zij, maar zijn gezicht droeg de sporen van een oorlog. Hij had een mat heid over zich die misschien nooit meer uitgewist kon worden. Thomas had ook twee broers in de oorlog verloren. Hij had pal naast Joseph gestaan toen zijn broer door een kogel was ge sneuveld. ‘Ik ben altijd al tegendraads geweest, toch, Thomas?’ Hij glimlachte, een vermoeide glimlach, en haalde zijn schou ders op. ‘Ik ben niet veranderd. Ik heb deze mening altijd al gehad.’ ‘Ja, maar nu kom je er te onomwonden voor uit, Emily. Weet je wat mijn soldatenmakkers zeggen wanneer we onder elkaar zijn?’ ‘Geen idee.’ Ze trok haar neus op en keek van hem weg. ‘Ze zeggen dat mijn bruid een verraadster van het Zuiden is en daar zelf waarschijnlijk beter van wil worden.’ ‘Hoe durven ze!’ ‘Ik geef toe dat het vrij grof is, maar je republikeinse ideeën zi jn geen geheim.’ Ze durfde niet te zeggen dat hij haar verkeerd begrepen had. Ze nam aan dat ze inderdaad een soort verraadster van het Zuiden was – als dat betekende dat ze tegen slavernij was en de Noorderlingen steunde in hun opvattingen. Maar ze was niet woedend omdat er over haar politieke voorkeur werd gepraat – ze was woedend omdat ze als zijn bruid werd beschouwd. Thomas pakte haar hand. ‘Mijn lieve, tegendraadse bruidje.’ Ze trok haar hand weg. ‘Ben je niet wat voorbarig?’ ‘Waarschijnlijk wel, maar binnen niet al te lange tijd ga ik je of ficieel ten huwelijk vragen. Dat beloof ik je, Emily.’ Ze keek hem treurig aan. ‘Lieve Thomas… je wilt niet zo’n bruid als ik. Ik hoop dat we altijd vrienden blijven. Ik hoop dat ik je altijd zal respecteren. Maar ik weet dat ik je standpunten niet kan ver anderen, en het zal ook niemand lukken de mijne te veranderen. Ik wil je niet ongelukkig maken.’ ‘Je zou me nooit ongelukkig kunnen maken, Emily.’ Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 21 19-02-16 13:18
22 Ze raakte haar vastbeslotenheid bijna kwijt toen hij haar zo vol liefde aankeek. Maar ze hield niet van hem zoals een vrouw be hoorde te houden van de man die haar echtgenoot zou worden. Een huwelijk met een man die er zulke tegengestelde meningen op na hield, was gedoemd te mislukken. Ze kon het niet. Bovendien hield ze al van iemand anders. Maar het was zeer onwaarschijnlijk, zo niet compleet onmogelijk, dat ze zijn vrouw zou worden. Tussen plantages en magnolia's 1-352.indd 22 19-02-16 13:18