Deel 1 Ontstaan en ontwikkeling van de evangelische beweging
12 ‘Row, row, row your boat, gently down the stream.’ Het is 1960. Een tent wordt opgezet en honderden stoelen worden klaargezet. Er hangt een spandoek met de tekst ‘Jezus redt en geneest!’ Het is woens- dagavond en de tent zit vol met nieuwsgierige men- sen die willen horen hoe Jezus redt. Ook willen zij genezen worden van hun ziekten. De spreker komt het podium op en het koor zet een gospellied in. De spreker praat over de morele neergang van de maatschappij, biedt Jezus aan als oplossing voor alle problemen en spreekt over vergeving van zon- den. ‘Vanuit jezelf kun je niets, maar met Jezus kun je alles.’ Mensen worden naar voren geroepen om zich te bekeren en zich toe te wijden aan een leven in dienst van Jezus. Tientallen komen naar voren om hun leven aan Jezus te geven, zich te bekeren van hun zonden en vrede met God te ontvangen. Anno 2017. Een zaal wordt gehuurd met daarin alle elektronische gemakken van het leven in de eenen- twintigste eeuw, zoals een beamer en een fantas- tische geluidsinstallatie, en er staat een professionele band op het podium. Popmuziek met christelijke teksten wordt in een blok van aanbidding gespeeld en de aanwezigen geven zich over aan God. De spreker heeft het over je identiteit vinden in Jezus. Hij spreekt over bevrijding van blokkades in je leven en over de mogelijkheid om vrij te zijn door Jezus. ‘Kom naar voren en laat je vullen met zijn liefde en laat Hem je zorgen op zich nemen. Word de mens zoals Hij die bedoeld heeft!’ De beschrijvingen van twee fictieve bijeenkomsten geven de ontwikkeling van de evangelische bewe- ging vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw tot heden treffend weer. Was de centrale oproep van de beweging in de beginperiode gericht op beke- ring van zonden en op het aanbod van vrede met God, tegenwoordig ligt het accent veel meer op het worden wie je bent in Christus. De beweging heeft een ontwikkeling doorgemaakt sinds de jaren zestig van de vorige eeuw. Van een beweging die zich sterk afzet tegen de traditionele kerken en zich keert tegen het morele verval in de maatschappij, veran- dert zij in een beweging die binnen de traditionele kerken zichtbaar wordt en die zich uitstrekt naar de maatschappij en daarin actief meedoet. De evangelische beweging Wat bedoelen wij precies als wij spreken over de evangelische beweging? Het woord ‘evangelisch’ is lastig te definiëren. In dit boek verstaan wij onder de evangelische beweging kerken, organisaties en individuen die zich binnen en buiten de traditionele kerken op een bepaalde manier manifesteren. Van- daar de titel van dit boek Typisch evangelisch. De voornaamste kenmerken zijn een sterke nadruk op de autoriteit van de Bijbel, het aanvaarden van Je- zus als persoonlijke Verlosser vanwege zijn verzoe- INLEIDING
14 Ik heb in Nederland een kerk gezien die verlamd wordt door een dode orthodoxie. Het land is herstellende van de gapende wonden van een bloedige oorlog en de jonge mensen hongeren naar God en het evangelie. Terry Johnson Er is een sterke drive vanuit Amerika om na de be- vrijding van het Duitse juk ook de bevrijding van zonden door Jezus in Nederland en in de rest van Europa te verkondigen. In Nederland neemt Sidney Wilson, de zoon van een Schotse evangelist, het werk van YfC ter hand. Hij groeit uit tot een van de voormannen van de beweging in Nederland. Op in- ternet is nog steeds een speciale site waar verschil- lende boeken en preken van hem op staan en waar - aan met regelmaat nieuw materiaal wordt toegevoegd. In 1954 en 1955 komt Billy Graham met zijn organi- satie naar Nederland voor stadiondiensten in Am- sterdam en Rotterdam. Veel Nederlandse evange- listen, voormannen en -vrouwen van wat uitgroeit tot de evangelische beweging, worden door hem en zijn boodschap geïnspireerd om in Gods konink- rijk aan het werk te gaan. Een daarvan is Hans Keijzer, die tot geloof komt en een roeping ont- vangt. Grahams boodschap van vergeving van zon- de, het hebben van vrede met God, maar bovenal de persoonlijke relatie die iedereen kan hebben met God door Jezus spreekt tot de verbeelding van veel mensen. Daarnaast zijn de samenkomsten fas- cinerend anders dan de doorsnee kerkdienst waarin mensen ‘statisch’ naar de dominee luisteren en een paar psalmen of gezangen zingen. In de bijeenkom- sten van Graham is een groot koor aanwezig dat moderne christelijke muziek zingt. Voor velen is dit inspirerend, zoals voor Ben Hoekendijk, de grond- legger van Stichting Opwekking. ‘De tijd was rijp voor Gods werk in Nederland. In een door oorlog verscheurd land, waar de jeugd was losgeslagen, begon God een bijzonder zegen- rijk werk te doen,’ aldus Peter Vlug sr. Een paar jaar na Billy Graham komt Tommy Lee Os- born naar Nederland. Op het Malieveld in Den Haag en in Groningen houdt hij openluchtsamen- komsten, waar hij naast vergeving van zonden ook genezing van lichamelijke ziekten predikt. De bij- eenkomsten trekken tienduizenden mensen en er wordt zowel door kranten als door radio en televisie verslag van gedaan. Maar zijn het dan vooral Amerikanen die de evange- lische beweging naar Nederland brengen? Nee, ze- ker niet, hoewel kan worden gezegd dat zij een krachtige bron zijn geweest voor de groei van de beweging. Er zijn ook Nederlanders die aan de bron van de beweging staan, zoals Johannes de Heer en INLEIDING
15 Gerrit Polman (grondlegger van de pinksterge- meenten in Nederland). Toch verdient één persoon een speciale vermelding, namelijk Corrie ten Boom. Als overlevende van het concentratiekamp Ravens- brück trekt zij de wereld over om het evangelie te verkondigen. Voor velen is deze vrouw de verper- soonlijking van de boodschap van Jezus’ liefde en vergeving voor de wereld. Het feit dat zij een Duitse kampbewaarder persoonlijk vergeeft voor wat hij haar tijdens de Tweede Wereldoorlog aandeed, is exemplarisch geworden. Als een evangelische kerk- moeder heeft zij velen geïnspireerd en gemotiveerd om de boodschap van het evangelie in de wereld te verkondigen. Het prille begin van de evangelische beweging in de jaren veertig en vijftig is een klein zaadje, maar blijkt beslist de kiem voor verdere groei. In de jaren zestig verschijnen allerlei frisse evangelische organi- saties. Ook nieuwe kerkgenootschappen vinden hun weg in Nederland, zoals de Christian and Missi- onary Alliance (CAMA)-kerken en de Kerk van de Nazarener. Tevens komen diverse missionaire orga- nisaties op, zoals Operatie Mobilisatie (OM), Jeugd met een Opdracht (JmeO), Navigators en CAMA Zending. Deze organisaties komen uit Amerika en Engeland. Nederlandse grondleggers van de bewe- ging, zoals Anne van der Bijl, Hans Keijzer en Jan Willem van der Hoeven – om maar een paar te noe- men – leggen een pioniersgeest aan de dag en star - ten vanaf de grond iets nieuws. Verschillende initia- tieven ontstaan die tot op de dag van vandaag krachtige pilaren in het evangelische landschap zijn. Zo richt Anne van der Bijl Stichting Kruistochten op, nu bekend als Open Doors, om op te komen voor vervolgde christenen. In het begin is de blik op Oost-Europa gericht, maar al gauw komen meerde- re hoeken van de wereld in beeld. Hans Keijzer wordt vanuit Engeland aangespoord om in Neder - land een koepelorganisatie voor zendingsorganisa- ties op te zetten, wat resulteert in de oprichting van de Evangelische Zendingsalliantie (EZA). Jan Willem van der Hoeven sticht de Near East Ministry (NEM), die verzoening tussen Jood en Arabier centraal stelt. De NEM krijgt bij het grote publiek onder meer bekendheid door de jaarlijkse Reveilweken. Zo zwelt de evangelische stroom, die klein begint, aan tot een flinke rivier die in de loop van de tijd vertakt tot een wijde delta van evangelische stro- men, stroompjes en beken; een keur aan organisa- ties, kerken, scholen, bijbelkiosken, bladen, kunst en een heuse Evangelische Omroep. De beweging stroomt als een waterdelta door Nederland. De uit- lopers ervan lijken voor de buitenstaander geen raakvlakken te hebben. Maar als dieper wordt geke- ken, hebben de stromen en beken nog altijd ver - wantschap. De een legt nadruk op genezing en ma- nifestaties van de Geest, de ander op zending en weer een ander op levensheiliging, maar steeds draait het om het verlossende werk van Jezus en de bekendmaking daarvan aan de wereld.
16 Dit boek geeft een overzicht van een beweging die begint als een tegenbeweging, gericht op kerkelijke structuren en instituties en tegen de verloedering van de maatschappij. In de loop der jaren ontwikkelt ze zich tot een beweging die maatschappelijk rele- vant wil zijn en daarvoor afscheid neemt van de ster- ke polemiek met de maatschappij en de traditionele kerken. Tegelijkertijd ontstaan er weer nieuwe orga- nisaties, zoals de neo-pentecostale groepen en ker - ken, waaronder TRIN (Teach, Reach and Impact the Nations) en Go and Tell, die de polemiek opnieuw lijken te zoeken. (Organisaties als deze stuiten vaak op gereserveerdheid bij andere evangelische ker - ken en groepen.) De slingerbeweging van tegenbeweging naar geïn- stitutionaliseerde beweging en weer naar tegenbe- weging is in de hele christelijke geschiedenis te zien. Zodra een beweging geïnstitutionaliseerd en salonfähig is, zijn er altijd weer christenen die zich er los van willen maken en vervolgens iets nieuws be- ginnen. INLEIDING
17 Na de Tweede Wereldoorlog wordt de voormalige Haarlemse horlogemaakster Corrie ten Boom (1892-1983) een markante, rondreizende evangelist die in Ne- derland een gezaghebbende ‘tante-rol’ vervult voor de ontluikende evangelische beweging. In de oorlog belandt zij samen met haar zus Betsie in het concentratie- kamp Ravensbrück, vanwege het verbergen van Joden tijdens de oorlog (zie het boek en de film The Hiding Place, 1971, 1975). De diepe bewogenheid voor het Joodse volk heeft Corrie al van jongs af aan meegekregen van haar opa, die een gebedsgroep leidde voor Israël. Haar zus leert haar in het kamp diepe lessen over vertrouwen en vergeven, iets wat voor de recht-voor-zijn-raap Corrie niet natuur - lijk is. Betsie overlijdt aan de ontberingen in het kamp, maar Corrie komt door een administratieve fout vrij. Haar kenmerkende uitspraken, typische jaren-vijftig-uiterlijk en haar radicale theologie maken dat zij wereld- wijd een graag geziene gast is op evangelische conferenties en evenementen. Corrie heeft een natuurlijk gezag en het publiek drinkt haar woorden in. Via Trans World Radio en andere radiozenders worden haar boodschappen de wereld in gestuurd en tot op de dag van vandaag zijn boeken van en over haar populair. Zelfs nu nog kun je via het Corrie ten Boomhuis een abonnement nemen op het dagelijks woord van Corrie ten Boom. Een van haar belangrijkste doelen is om eenieder die ze ontmoet uit te dagen tot een persoonlijke relatie met Jezus. ‘God heeft geen kleinkinderen, alleen maar kinderen,’ is een bekende uitspraak. Het nieuwe evangelische gedachtegoed, dat opgroeien in een kerk nog geen gelovige van je maakt, is door tante Corrie aangewakkerd. ‘Jezus kent geen problemen maar plannen en Hij heeft een plan met jou!’ Tante Corrie heeft voor iedereen een luisterend oor en leeft het evangelie persoonlijk voor. Haar bereidwilligheid om de verrader van het gezin Ten Boom te vergeven en later ook de kampbeul van Ravensbrück de hand te schudden is voor velen tot voorbeeld en inspiratie geworden. Ze was wat ze preekte! In Haarlem is het Corrie ten Boomhuis te bezoeken, een museum ter nagedachtenis van Corrie ten Boom. Corrie ten Boom Tekst: Laura Dijkhuizen Uit beeldarchief Corrie ten Boomhuis Haarlem
hooFDsTUK 1 OPWEKKINGEN , CONFERENTIES , FESTIVALS EN EVENEMENTEN
21 In dit hoofdstuk kijken we eerst naar enkele gebeur- tenissen in de Nederlandse geschiedenis die in de evangelische volksmond de term ‘opwekking’ heb- ben meegekregen. Na de Nijkerkse beroeringen in de achttiende en het Reveil in de negentiende eeuw, zijn er ook in de twintigste eeuw momenten en plaatsen aan te wijzen waar bijzondere dingen gebeurden die als een katalysator hebben gewerkt voor de evangelische beweging. Vervolgens gaan we via significante massabijeen- komsten van onder anderen Billy Graham en Tom- my Osborn naar het ontstaan van de diverse eve- nementen die de evangelische beweging tot op de dag van vandaag kenmerken. Omdat veel evene- menten en conferenties een lange looptijd kennen, gaan we van thema naar thema. Er worden hier en daar flinke tijdsprongen gemaakt. Voor diegenen die rustig met ons mee springen, komt alles uitein- delijk op z’n pootjes terecht. Lokale opwekkingen Den Helder In Den Helder begint het midden jaren vijftig al- lemaal met één man oom Jaap (Jaap Wezelman) ‘Het verdroot hem dat de kinderen van zijn zon- dagsschool na hun twaalfde in het niets verdwenen. Mocht hij van de kerkenraad niet een bijbelclub beginnen om de kloof tussen zondagsschool en catechisatie te overbruggen?’ Hij droomt van een toekomstige kerk gevuld met jonge, overtuigde christenen. Die club komt er. Het volgende jaar een nieuwe lichting. Een club erbij! Het groeit snel. Oom Jaap, zoals de jonge tieners hem noemen, heeft een uitzonderlijk talent om jongeren te boeien. Zijn inspiratie komt voort uit zijn eigen radicale bekering en uit de omgeving van Verdieping en Activering, waar ook Anne van der Bijl en Henk Binnendijk on- derwijs genieten van bijbelleraar Sydney Wilson. De eerste ‘bijbelcluppers’ waren hervormd, maar de club blijkt ook een grote aantrekkingskracht uit te oefenen op jongeren uit andere kerken. Sommigen mogen niet van hun kerk, maar wanneer de pastoor van de oudkatholieke kerk ziet hoe zijn eigen kinde- ren geraakt worden, besluit hij zijn hele jeugd naar de club te sturen. Al gauw wordt de oudste gene- ratie ingeschakeld bij het zich uitbreidende werk. Er ontstaan onder hun leiding clubs in verschillen- de stadsdelen. Er komt een boekenkraam op de markt. Direct naast de visboer, waar anderen niet wilden staan. Later wordt het een boekencaravan in het centrum van de stad. Geïnspireerd door ‘de An- nies’ in Amsterdam worden eerst één, later twee zo- merkampen georganiseerd. De Annies waren twee dames, een Hollandse tante Annie en Amerikaanse miss Ann, die vanaf een woonboot in de Heeren- gracht in Amsterdam evangeliseerden onder kinde- ren. Ze behoorden tot de van huis uit Amerikaanse bijbelclubbeweging, die nu nog een centrum heeft in Putten onder de naam ‘de Herikon’. Zij namen de Amsterdamse straatkinderen mee op kamp naar Oude Mirdum in Friesland bij boer Breimer en wa- ren in de jaren vijftig en zestig voor de eerste ge-