Uit het leven gegrepen Salomo’s Spreuken, Prediker en Hooglied
Maar wijsheid, waar vind je die? Weet iemand waar inzicht woont? J : Daar droom ik altijd van: dat iets me de ogen opent en daarmee alles in mij openzet. O E, L
Inhoudsopgave V door Claartje Kruijf I S P H H B
Voorwoord G erard Swüste schrijf op pagina van dit boek: ‘Wijsheid is een vrouw. Dwaasheid trouwens ook. Maar Vrouwe Wijsheid neemt een prominente rol in. Zij is de vrouwelijke kant van God.’ Door deze woorden moest ik aan mijn dochter denken. Mijn dochter Sofa () doet haar naam eer aan. Ze kan hele wijze din- gen zeggen. ‘Mam, je moet even ademhalen, je maakt de dingen soms te groot.’ Ze bekijkt de zaken goed en zet mij vaak op het juiste moment weer op mijn plaats. We hebben haar een passende naam gegeven, denk ik weleens. Sophia betekent in het Grieks wijsheid. In de Bijbel staat wijsheid in hoog aanzien, want zij is een geschenk van God (Spreuken :). In Spreuken :-, en wordt de wijsheid zelfs getekend als een persoon, een vrouw: Vrouwe Wijsheid. Nog geen dag na haar wijze advies doet mijn dochter iets wat mijn vader vroeger stupide zou hebben genoemd. Een echte puber. Misschien kan ik beter zeggen: een echt mens. Hoewel ik zelf soms ervaar dat ik met de jaren steeds wijzer word, voel ik ook hoe ik keer op keer tegen, meestal dezelfde, stommiteiten aanloop. Wijs- heid en dwaasheid bestaan naast elkaar en lopen door elkaar heen. Wij zijn levenslang beginners en snakken daarom naar wijs- heid. Je zou zelfs kunnen stellen dat onze huidige samenleving er gebrek aan heef: aan ruimte voor refectie en wijsheid. Gerard Swüste spreekt in zijn inleiding het voor mij herkenbare verlangen uit dat de eeuwenoude bijbelse verhalen en boeken van waarde blijven. Hij hoopt dat de kerken niet verder naar binnen keren in hun eigen taal maar aansluiting blijven vinden met wat
mensen kunnen verstaan. In hun eigen levens, vragen en zoek- tochten. Zijn verlangen getuigt van wijsheid. En dit boek ook. In de grote bibliotheek van verschillende boeken die de Bijbel vor- men, ontmoeten we bijbelse fguren waar we ons tot op de dag van vandaag mee kunnen identifceren, met hun dwaasheid én wijs- heid. Uit het leven gegrepen neemt ons mee naar bijbelboeken die behoren tot de wijsheidsliteratuur: Spreuken, Prediker en Hoog- lied. Maar voordat we over gaan tot die drie verschillen de boeken eerst dit: Wijsheid is niet dogmatisch en komt niet met gebod en, wetten en regels. Het gaat uit van eerlijke en doorl eefde ervarin- gen en vragen. De Bijbel spreekt dan ook niet met e enduidige stem. Hij herbergt en vertegenwoordigt verschillend e levensvi- sies en in die zin mag je je eigen stem aan alle ve rzamelde wijs- heid toevoegen. Wijsheid is bovendien contextueel en situatio- neel. Echte wijsheid gaat er niet zozeer om dat je weet wat je zeggen moet maar vooral wanneer je iets zeggen moet. Wanneer luister je naar een ander en wanneer moet je zelf t evoorschijn komen en je stem laten horen? En het gaat niet zoze er om weten wat waar is als wel weten wanneer iets waar is . Voor alles is een tijd, kunnen we van Prediker leren. De drie wijsheidsboeken waar het in dit boek om gaat, hebben alle drie een geheel eigen vorm, sfeer en toon. Het boek Spreuken is een verzamelwerk van overwegend korte spreuken. Je zou de neiging hebben ze tegeltjeswijsheden te noe- men, maar de rode draad is steeds hoe je de Tora in het dagelijks leven gestalte kunt geven. Het zijn vaak praktische levenswijshe- den die dienen als richtingaanwijzers naar het goede leven. Goed leven in de Bijbel heef altijd te maken met het goede leven van en voor ons allemaal, dus voor onszelf en voor anderen. Ons goede leven staat dus nooit los van het goede leven voor allen. In het boek Prediker worden de grote vragen grondig gesteld. Ook de cynische. De verteller neemt geen genoegen met gemakke- lijke antwoorden. Als je deze oude wijsheidsleraar leest, voel je dat
het maar de vraag blijf of we God vinden kunnen. Tegelijkertijd zijn de vragen die hij stelt zo echt en herkenbaar dat het zoeken al- leen al de moeite waard lijkt. Misschien alleen al omdat we elkaar zo op een ander niveau leren ontmoeten en aanspreken. En vervol- gens van elkaar kunnen leren. Hooglied herbergt wijsheid over datgene wat ons misschien wel het meest bezighoudt en fascineert: de liefde. Het Hooglied is een grote verbeelding van die liefde. Het is poëzie over hoe liefde ons nader tot elkaar brengt maar ook pijn kan doen. Hoe liefde geen vanzelfsprekendheid is. Hoe je een relatie moet onderhouden. Hoe een mens altijd maar op zoek blijf naar zijn wederhelf. Hoe we het gat in elkaars ziel niet vullen. Hoe we blijven verlangen. Naar liefde. Naar Liefde. Naar God. Aangezien Wijsheid zoals gezegd een vrouw is en de vrouwelijke kant van God verbeeldt, lijkt het mij toepasselijk om twee vrouwe- lijke theologen aan het woord te laten. Van een theologe uit de Verenigde Staten, Rachel Held Evans, leer ik de volgende wijsheid: Christenen hebben de neiging bijbelverzen te gebruiken om el- kaar met het eigen gelijk om de oren te slaan, terwijl Joden hun Bijbel gebruiken om een gesprek te beginnen. En is het niet een groot en eeuwenlang gesprek waaraan we allemaal mogen deelne- men? Mogelijkheden te over om in te voegen in, zoals Held Evans het noemt, ‘het Grote Gesprek tussen God en Gods volk dat al eeuwenlang voortduurt en waarvoor iedereen is uitgenodigd.’ 1 En dat alles in de wetenschap en wijsheid dat die conversatie nog steeds gaande is en dat het laatste woord nog niet is gezegd. Of misschien wel nooit, want dat laatste woord is misschien wel helemaal niet aan ons. Een andere Amerikaanse theologe, Nadia Bolz-Weber, schrijf in haar boek over de integriteit van rituelen en liturgie. Liturgie heef volgens Bolz-Weber haar eigen integriteit, ze heef onze in- Rachel Held Evans, Inspired: Slaying Giants, Walking on Water, and Lo ving the Bible Again, (Nashville, TN: Nelson Books, Nashville,Tennessee, ).
tegriteit niet nodig om te werken. 2 Het maakt niet uit of wij wel of niet geloven. We kunnen invoegen en onze stemmen toevoe- gen. Ik durf dit breder te trekken en ook te stellen dat deze oude doorleefde wijsheidsboeken eveneens hun eigen integriteit hebben waaraan wij mogen meedoen zonder voorwaarden. Er is geen in- gangstoets bij de drempel en wij op onze beurt kunnen zonder al onze eigen reserves en voorwaarden proberen aan te schuiven. Gerard Swüste neemt ons bij de hand en gaat ons hier met zijn menselijke en charmante stem in voor. U bent van harte uitge- nodigd om met hem en met mij en met al die anderen in gesprek te gaan. Met hoofd én hart. Met onze mannelijke en vrouwelijke kanten. Met onze wijsheid en dwaasheid. Met onze verbeeldings- kracht en vragen. Op zoek naar de liefdevolle lessen en wijze woorden van Vrouwe Wijsheid. Wie weet wat we allemaal, steeds weer opnieuw, kunnen ontdekken en leren. Claartje Kruijf Nadia Bolz-Weber, Vrijspraak voor losers. Ieder mens kan zowel zondaar als hei- lige zijn (Utrecht: KokBoekencentrum, ).
Spreuken : - Spreuken van Salomo, zoon van David, koning van Israël: om in te zien wat wijsheid is, wat vermaningen zijn, om woorden te begrijpen die getuigen van gezond verstand, om open te staan voor vermaningen, voor rechtvaardigheid, recht en oprechtheid, om iets verstandigs mee te geven aan die naïef zijn, kennis en bedachtzaamheid aan die jong zijn, luistert de wijze, dan komt hij meer te weten, iemand met gezond verstand weet zo wat hem te doen staat, om spreuken en zegswijzen te begrijpen, de woorden van de wijze en hun mysteries. Ontzag voor de L is het begin van inzicht; wijsheid en vermaningen, dwazen hebben daar maling aan.
Levenslessen van Vrouwe Wijsheid :- T itel van het boek, naam van de auteur. Zo opent Spreuken. De naam Salomo hoef niet te verwijzen naar de echte au- teur, maar verzekert de lezer ervan dat dit boek wijsheid bevat. De naam Salomo wordt stevig neergezet: zoon van David, koning van Israël. Het roept in herinnering de glorietijd van Israël, toen het land nog één was, machtig en welvarend. In die dagen is de tempel gebouwd en bloeide de wijsheid. Het is een tijd om een voorbeeld aan te nemen. Vers - geef in één zin de inhoud en de bedoeling van dit boek. Een dergelijk voorwoord trefen we in andere boeken van de Schrif niet aan. In deze verzen staan de kernwoorden van het boek Spreuken: wijsheid, vermaningen, inzicht, gezond verstand. Vers - bevat alleen positieve woorden. De keerzijde komt kort ter sprake in vers b. De woorden ‘wijsheid’ en ‘vermaningen’ om- spannen deze inleiding in vers en . Vers geef ook de tegenstel- ling aan die in het hele boek terugkeert: wijzen en dwazen. De inhoud van dit boek, zo lezen we hier, is bestemd voor jonge mensen om hen de weg naar volwassenheid te wijzen. Voor hen is het een goede, soms ook harde leerschool. Maar de spreuken zijn ook voor hen die (nog) van niets weten, die nog te jong zijn, die nog niet beter (kunnen) weten. En ook de wijzen kunnen er hun voordeel mee doen. Toch is dit boek vooral bestemd voor de opvoeders; het is een handboek waarin staat wat een kind moet weten. Wijsheid gaat zo van vader op zoon, of liever van geslacht op geslacht. Sommige commentaren menen dat vers later is toegevoegd. Door de naam van de L toe te voegen zou het boek meer kans maken in de canon van de Schrif te worden opgenomen. Het is mogelijk, we kunnen het niet meer achterhalen, maar ‘ontzag voor de L als begin van wijsheid’ staat ook in Psalm :, Job : en Sirach :. In Spreuken zelf komt het terug in : en :. Blijkbaar betref het hier toch een gangbaar gezegde.
Spreuken : - Luister, mijn zoon, naar de vermaningen van je vader, leg de levensles van je moeder niet naast je neer. Want die zijn een krans van goedheid op je hoofd, een ketting van kracht om je hals. Mijn zoon, als zondaars je willen verleiden, ga daar nooit op in. Zeggen ze: ‘Kom mee, we gaan loeren op bloed, onschuldigen belagen, zomaar, voor de lol, alsof we de dood zelf zijn, gaan we ze levend verslinden, met huid en haar, alsof ze ten grave worden gedragen, we zullen allerlei kostbaarheden aantrefen, onze huizen vullen met buit, samen met ons ga je erom loten, we gaan het eerlijk met elkaar verdelen.’ Mijn zoon, ga nooit zo op weg met hen, houd je voeten verre van hun pad, want hun voeten stevenen af op het kwaad, ze staan te trappelen om bloed te vergieten. Zomaar, voor de lol wordt het net gespannen voor de ogen van al wat vleugels heef, zo loeren zij in feite op hun eigen bloed, belagen hun eigen ziel. Zo loopt het pad van ieder die uit is op buit, het gaat ten koste van de eigen ziel.
Levenslessen van Vrouwe Wijsheid :- ‘L uister, mijn zoon’. Zo begint de eerste levensles. Vers a en b lopen parallel: vader-moeder; vermaningen-levensles. Toch is in het vervolg alleen de vader aan het woord en spreekt hij tot zijn zoon. Het is een gebruikelijke rolverdeling in de wijsheidslite- ratuur. De vader heef de rol van wijze, de zoon die van leerling. De onderwezen wijsheid zelf is vrouwelijk, zoals we elders in Spreu- ken nog zullen zien. Les gaat over de verleiding om met zondaars mee te gaan. Een soortgelijke les staat in Psalm . De zondaars gaan op roof uit. De slachtofers krijgen de schrik van hun leven en denken dat ze dit niet overleven. De woorden ‘loeren op bloed’ en het ‘belagen’ uit vers komen terug in vers , maar daar blijken de zondaars in feite geloerd te hebben op hun eigen bloed. Zo wordt duidelijk (en met exact dezelfde woorden!) gezegd: het kwaad straf zichzelf. Als je een ander naar het leven staat, gaat dat ten koste van je ei- gen ziel, concludeert vers . Zo eindigt ook Psalm : de weg van slechte mensen loopt dood. Vers is waarschijnlijk een bestaand gezegde. De woorden ‘zo- maar, voor de lol’ van vers keren er in terug. Het kan betekenen: het heef geen zin een net te spannen om vogels te vangen als in- tussen alle vogels dit in de gaten hebben en toekijken. Zo vang je niets. In vers is sprake van ‘loten’. Het is sowieso slecht om buit te hebben en te verdelen, maar ook om het lot te werpen. Zo neem je het lot in eigen handen, maar je lot ligt uiteraard in handen van de L (Spreuken :). In vers staat in de grondtekst tora. De meeste commentaren gaan ervan uit dat het wel gaat om een serieuze les , maar dat hier niet de Tora wordt bedoeld, zoals we in de inleidin g zagen. Daarom is het hier vertaald met ‘levenslessen’. Toch is er zeker verband met de Tora. In vers gaat het enerzijds over de verma ningen en an- derzijds over de levenslessen. De vermaningen voede n op tot goed gedrag. De levenslessen leren je hoe de weg door he t leven te vinden. Met dat doel heef de L de Tora aan mensen geg even.
Woorden van de Verzamelaar To everything, turn, turn, turn, there is a season, turn, turn, turn. P S , ‘ T T T ’ Ach, mijn dagen, een handje vol, mijn tijd van leven, voor jou stelt het niets voor, eigenlijk is een mens alleen lucht, ook al lijkt hij soms heel wat. P :
Prediker : - Woorden van de Verzamelaar, zoon van David, koning in Jeruzalem. Lucht en nog eens lucht, zegt de Verzamelaar, lucht en nog eens lucht, alles is lucht. Wat heef een mens aan al zijn inspanningen waarmee hij zich inspant onder de zon? Een generatie gaat, een generatie komt, de aarde blijf almaar bestaan. De zon komt op, de zon gaat onder; dan keert ze snel terug naar waar ze weer op moet komen. Waaiend naar het zuiden, draaiend naar het noorden, draaiend, draaiend, zo gaat de wind, terugdraaiend naar waar hij begon. Alle stromen lopen naar zee en nooit raakt de zee vol; de stromen lopen steeds opnieuw naar dezelfde plaats. Vermoeiend is het alles te verwoorden, woorden schieten tekort. Het oog is nooit verzadigd van zien, het oor raakt nooit vol van horen. Wat gebeurd is, zal weer gebeuren, wat gedaan is, zal weer worden gedaan. Er is niets nieuws onder de zon. Is er iets waarvan iemand zegt: ‘Kijk, iets nieuws’, het was er al lang in tijden die achter ons liggen. Er is geen herinnering aan mensen uit het verleden; en aan toekomstige mensen zal geen herinnering zijn bij wie na hen komen.
Woorden van de Verzamelaar :- D it ‘voorwoord’ begint met de titel van het boek en met het hoofdthema: alles is lucht. Dan volgt de retorische vraag in vers : waarom zou een mens zich inspannen met allerlei inspan- ningen? ‘Inspannen’ staat er twee keer en zo hoor je al het ant- woord: het heef geen zin. In plaats van een antwoord wordt een beeld van de werkelijk- heid geschilderd. Dit beeld lijkt zorgvuldig opgebouwd. In vers : de generaties die komen en gaan terwijl de aarde gewoon blijf. Dat rijmt met vers -: er gebeurt en er zal gebeuren, maar er is niets nieuws onder de zon. Dat alles wordt geïllustreerd in vers , en aan de hand van de zon, de wind en het water: ze bewegen in een eindeloze kringloop. In vers staat opnieuw zo’n drieslag: woorden, ogen, oren. Hier gaat het over de mens. Ook die kent zo’n eindeloze kringloop: woorden schieten altijd tekort, je raakt nooit uitgekeken, je bent nooit klaar met horen. De conclusie van vers - staat in vers : eigenlijk gebeurt er nooit iets nieuws. Wil de Verzamelaar zeggen: het heef allemaal geen zin, alle moeite is voor niets? Ik denk dat hij zegt: zie het relatieve in van de schepping en het menselijk leven, sta met twee voeten in de werkelijkheid. Dus: al onze inspanningen, hoe goed we ook ons best doen, hoe tevreden we er misschien over zijn, in principe is het allemaal niet nieuw. Aan mensen uit het verleden wordt niet meer gedacht en ook aan de mensen die nog geboren moeten wor- den zal later niemand meer denken. De mens is maar ‘even’ op deze wereld. Later zal klinken: geniet ervan. Nu wordt ons vooral gezegd: het is allemaal erg betrekkelijk. Durf er zo maar eens tegen aan te kijken.