7 Proloog Proloog Over de WK-finale van 1974, fossielen als verleiding, kathedralen van Zeker Weten, Merlin Donald, fluitende merels en schimmel op de kaas, lineair en cyclisch tijdsbesef, evolutie en het goede leven, en spreken ‘van’ in plaats van ‘over’ door Job van Schaik Dit boek heeft een lange voorgeschiedenis, die ik graag laat begin- nen op 7 juli 1974. Ik zeg wel eens, half grappend, dat mijn geloof die zondagmiddag voor het eerst aan het wankelen werd gebracht. Het was even voor zessen, ik was acht jaar oud en de kerk was net uit. Die kerk noemden wij ‘de Vergadering’, want wij waren lid van de Vergadering van Gelovigen. Ik holde naar de auto omdat ik het niet meer uithield van de spanning. Toen ik het knopje van de autoradio omdraaide, hoorde ik de verslaggever zeggen: “. . . en de Duitsers maken hun tweede ererondje, hier in het Olympiastadion in München. . . ”. Nederland speelde die middag tegen West-Duitsland de fi- nale van het WK voetbal en toen we om tien over vier ’s middags van huis vertrokken voor de middagdienst stond het 1-0 (penalty Johan Neeskens, tweede minuut). Van de dienst herinner ik me mijn vurige voetbalgebeden en de begeleidende dagdroom: daarin werd het geen 2-1 voor West-Duitsland maar 4-1 voor Nederland. Wie er preekte weet ik niet meer, maar het kan best mijn vader zijn geweest. Want de Vergadering kent geen dominees. De dien- sten worden geleid door de Heilige Geest, die de broeders ingeeft welke liederen gezongen dienen te worden, wie er bidt en wie het Woord bedient. 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 7 18-10-19 10:18
8Van God spreken – Proloog Waarover die bewuste zondagmiddag gepreekt werd, kan ik me ook niet herinneren, maar ik heb wel een vermoeden: het verzoenende bloed dat onze Heer Jezus Christus aan het kruis vergoten heeft voor onze zonden, waardoor wij gered zijn en het eeuwige leven beërven. Daarover ging het namelijk altijd, in mijn herinnering. Als je dat maar geloofde kwam alles goed. Ik kan me niet heugen dat er ooit een verband werd gelegd met de wereld waarin wij in die jaren leefden: de Vietnamoorlog, de treinkapingen of de oliecrisis. Misschien vergis ik me, maar ik denk niet dat er die zondagmiddag in 1974 iets is gezegd over de finale van het WK voetbal, die op dat moment de rest van Ne - derland bezighield. Ik ben die dag niet mijn geloof verloren. Maar dat ik op mijn ze- ventiende afhaakte, had wel te maken met de enorme afstand tus- sen wat mij bezighield in het leven van alledag en het geloofsleven zoals dat in de Vergadering gestalte kreeg. Als tiener las ik heel veel boeken, van Kuifje tot Tolstoj en Dostojevski. De werelden die zich daarin openden, sloten veel meer aan bij mijn belevings- wereld dan wat ik in de kerk te horen kreeg. Die boeken dwongen me tot nadenken, terwijl in de Vergadering alles vaststond. Daar kreeg ik te horen dat de Bijbel het onfeilbare Woord van God is, dat zo letterlijk mogelijk dient te worden gelezen. Dus als er staat dat de aarde in zes dagen is geschapen, dan is dat zesduizend jaar geleden ook echt zo gebeurd. Er was niemand die vraagtekens zette bij de leeftijd van Metusalem en de evolutie- theorie was een valse leer. De overblijfselen van dinosaurussen of uitgestorven mensensoorten zijn door de duivel in de aardbodem geplaatst om ons te misleiden, werd ons verteld. De Bijbel bevatte niet alleen alle geloofswaarheden, maar was ook een betrouwbare bron voor historische en wetenschappelijke kennis. In de Vergadering was de wereld overzichtelijk en heerste 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 8 18-10-19 10:18
9 Proloog – zoals in alle fundamentalistische stromingen – ontwijfelbare zekerheid over Gods bedoelingen en de betekenis van Bijbeltek- sten. Dat daarmee naar hartenlust werd gejongleerd, opdat het eigen gelijk en het daarbij behorende interpretatiekader bevestigd kon worden, besefte ik later pas. Het resultaat was, in mijn bele- ving, een soort kruiswoordpuzzelgeloof: als je de vakjes maar juist invulde, dan kwam je na de dood in de hemel. Die benadering heeft lang mijn idee over wat geloven is bepaald, ook toen ik zelf niet meer geloofde. Als je de verzoening door Jezus’ bloed, het idee van een persoonlijke, almachtige God die alles bestiert, en noties als het eeuwige leven, hemel en hel niet letterlijk nam, dan was je in mijn ogen maar een halfbakken chris- ten. Kerkgangers of theologen die er genuanceerder over dachten dan de broeders en zusters van de Vergadering vond ik slapjanus- sen en halve heidenen die niet consequent waren. Ik had dan ook geen enkele twijfel over mijn afvalligheid: de absurditeit van geloven stond voor mij als een paal boven water. Ik kon er niks mee. De Bijbel staat immers zonneklaar vol met historische en natuurwetenschappelijke onjuistheden en bevat daarnaast talloze tegenstrijdigheden. Ik werd een fanatieke atheïst. Alles wat je als mens moest weten, vond je in de wetenschap. Ik wist precies hoe het leven in elkaar zat en verkeerde in een voort- durende staat van verbazing over het feit dat niet iedereen er net zo over dacht als ik. Ondertussen las ik alle romans die ik te pakken kon krijgen en luisterde ik veel naar muziek. De ironie daarvan zag ik pas later in. Want waarom zou je fictie lezen of naar muziek luisteren als wetenschap zaligmakend is? In de loop der jaren begon het me langzaam maar zeker te dagen dat ik, nadat ik uit het religieuze verhaal van de Vergadering was gevallen, in het denkkader van 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 9 18-10-19 10:18
10Van God spreken – Proloog mijn jeugd was blijven hangen. Ik had mijn eigen, wereldse kathe- draal van Zeker Weten gebouwd, waarin ik voortbouwde op de rigide denkpatronen die ik in mijn jeugd had ontwikkeld. De zegen en vloek van het moderne denken In mijn studententijd werd ik stukje bij beetje verlost van mijn naïeve kijk op wetenschap, die sterk in de moderne rationalis- tisch-empiristische filosofische traditie was geworteld. Maar dat realiseerde ik me eigenlijk pas ten volle tijdens het werken aan dit boek. Het is een van de onderwerpen die uitgebreid aan de orde zal komen, omdat het geloof in de wetenschappelijke methode weliswaar veel goeds heeft voortgebracht (zowel intellectueel als materieel), maar ook heeft geleid tot een gapende leegte als het om zingeving gaat. Daarover later meer. Ik studeerde in de jaren negentig van de vorige eeuw Neder - landse taal en letterkunde en Algemene literatuurwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen, en volgde daarnaast bijvakken Filosofie en Muziekwetenschap. Door het analyseren en interpre- teren van teksten (en muziek) kwam ik erachter dat je een tekst nooit letterlijk kúnt lezen en dat een eenduidige, objectieve inter - pretatie een illusie is. Iedere lezer kent betekenis toe aan een tekst vanuit zijn of haar eigen achtergrond. En die valt nooit volledig samen met die van andere mensen. Ik kwam in aanraking met de wetenschapsfilosofie, de kenthe - orie, de geschiedfilosofie, de hermeneutiek en het postmoder - nisme, dat in die jaren op de letterenfaculteiten populair was. Ik werd me er steeds meer van bewust dat elk mens niet alleen teksten maar alles in zijn of haar leefwereld altijd beziet vanuit een bepaald denkkader. Of je je daar nu bewust van bent of niet. Taal is nooit transparant en werpt altijd interpretatieproblemen op. We zijn gedoemd (en gezegend) om altijd maar betekenis te 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 10 18-10-19 10:18
11 Proloog geven. Later kwam daar de neurobiologie bij, die het idee dat je als mens de wereld zelf mede vormgeeft, voorziet van een weten - schappelijke basis. Een boek dat mijn denken destijds diepgaand beïnvloedde, is Origins of the Modern Mind – Three Stages in the Evolution of Culture and Cognition van Merlin Donald. Deze Canadese psy- choloog en neurowetenschapper schetst daarin de (mogelijke) evolutie van het menselijk brein, gebruikmakend van inzichten uit de biologie, filosofie, psychologie en antropologie. De fascinatie voor het ontstaan van het menselijk bewustzijn en de evolutiethe- orie die ik toen ontwikkelde, heb ik nog steeds. Het klinkt wellicht paradoxaal, maar juist daardoor is in mijn denken weer ruimte voor God ontstaan. Ik leerde het religieuze opnieuw waarderen, als een van de overlevingsstrategieën die het dier ‘mens’ ter beschikking staan om betekenis te geven aan de wereld, naast andere strategieën zo- als rationeel denken, kunst en gezond verstand. En, misschien nog wel belangrijker, ik realiseerde me meer en meer dat het menselijk waarnemingsapparaat en denkvermogen – inclusief alle technolo- gische verlengstukken – veel te beperkt zijn om alles te bevatten. Gegeven onze biologische staat kunnen we domweg niet verder kijken dan onze eigen, menselijke belevingswereld. We doen in de wetenschap voortdurend alsof we buiten ons mens-zijn kunnen treden. Maar al die theoretische vergezichten (van astronomie tot deeltjesfysica) bevatten louter zaken die voor ons als mens van belang zijn. Voor andere levende wezens – zoals de merel die buiten zijn lied fluit, de bacterie in onze darmen, de bomen in het bos, of de schimmel op de kaas in de koelkast – zijn het niet alleen irrelevante zaken, ze bestaan niet in hun wereld. En hoeveel we als mensen ook over onszelf te weten komen, of over de verste uithoeken van het heelal en de kleinste deeltjes daarin, 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 11 18-10-19 10:18
12Van God spreken – Proloog de ervaringswereld van een vliegende mier of de grassprietjes in de tuin zullen we nooit kennen. Tegenover onze menselijke wereld staan talloos veel werelden die voor ons, gegeven onze biologische staat, principieel onkenbaar zijn. Want we kunnen niet buiten onszelf treden, ook al doen we om praktische redenen vaak wel alsof. Daarnaast verandert ook onze menselijke ervaringswereld voortdurend. Neem onze huidige tijdservaring, die is voornamelijk lineair van aard. Dat we ons überhaupt druk maken over zaken als het ontstaan van het heelal of de evolutie van het menselijk bewustzijn, hangt nauw samen met een, historisch gezien, zeer recente uitbreiding van de mense- lijke ervaringswereld: de wetenschappelijke blik. Sinds het ontstaan van het menselijk bewustzijn (de eerste fase daarvan voltrok zich volgens Merlin Donald twee miljoen jaar geleden, bij Homo erectus) is het tijdsbesef van mensen heel lang hoogstwaarschijnlijk voornamelijk cyclisch van aard geweest. Voor veel van onze voorouders was de vraag naar de oorsprong der dingen irrelevant, omdat tijd voor hen geen lijn was van een begin naar een einde, maar een cirkel waarin begin en einde eindeloos in elkaar overvloeien, zoals de opeenvolging van de seizoenen. Vanuit dat cyclische tijdsperspectief bestaat een vraag als ‘wat was er voor de oerknal? ’ domweg niet en functioneren scheppings- verhalen op een heel andere manier dan wij nu geneigd zijn te denken. Zoals tegelijkertijd talloos veel toekomstige betekenispro- blemen en vragen op dit moment voor ons nog niet bestaan, om- dat ze vanuit ons hedendaagse perspectief buiten het menselijke blikveld liggen. Kortom, we weten altijd oneindig veel meer niet dan wel, en dat zal, gegeven onze zich voortdurend ontwikkelende biologische staat, vermoedelijk altijd zo blijven. Dat besef van de nietigheid van de mens, en het menselijk bewustzijn, is wat mij betreft een van de grote zegeningen van de 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 12 18-10-19 10:18
13 Proloog evolutietheorie. Want daarmee ontstaat er weer ruimte voor God, het Onzegbare, het Andere, het Al, of hoe je het transcendente – dat wat boven ons mensen uitgaat – ook wilt noemen. Het bood mij persoonlijk een rationele opening naar andere manieren van naar de wereld kijken dan met een wetenschappelijke blik. Religie werd daarmee weer een optie die mogelijk wat te bieden had. Voor alle duidelijkheid: ik zie religieus denken niet als vervan- ging van de wetenschappelijke blik, maar, om het in evolutionaire termen te zeggen, als een andere ‘overlevingsstrategie’. Misschien kun je al die verschillende strategieën die wij mensen hanteren om betekenis toe te kennen en vorm te geven aan de wereld – weten- schap, religie, kunst, gezond verstand – vergelijken met de regis- ters van een orgel. Als het gaat over de samenstelling van melk of de geschiedenis van het oude Egypte, dan kies je voor het register wetenschap. Maar gaat het om de betekenis van leven en dood in ons concrete leven of de omgang met onze medemensen, dan kun je – denk ik – beter de registers religie of kunst bespelen, of com- binaties ervan. Toevallige ontmoetingen Dit alles leidde bij mij niet tot een plotse bekering of andere halleluja-ervaringen. Dat ik me vorig jaar heb laten dopen en te- genwoordig weer (af en toe) kerkdiensten bezoek, zijn voorlopige uitkomsten van een lang, nog steeds doorgaand proces. Een van de katalysatoren daarin was de kennismaking met een theoloog, Reinier Sonneveld, met wie ik 15 jaar geleden bevriend raakte. Reinier bewoog zich in orthodoxe kringen, maar geloofstwijfel hoorde er voor hem bij. Dat was een openbaring voor mij. “Geloven is in een bepaalde denktraditie stappen”, hield Reinier mij vaak voor. “Je kiest voor een bepaald perspectief op de wereld dat je aanspreekt. Je vertrouwt erop dat de gasten die de traditie vorm hebben gegeven – in dit geval Paulus, Augustinus en dat 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 13 18-10-19 10:18
14Van God spreken – Proloog soort lui – het een beetje bij het rechte eind hadden. En vervolgens ga je met ze in gesprek. ” Geloven is een sprong in vertrouwen, onder het motto ‘God zegene de greep’, vertelde Reinier. “Het blijft altijd een gok. ” Wat me zeer aansprak was dat Reinier een directe koppeling maakte tussen geloof en het leven van alledag. Zijn boek Het goede leven, dat in 2009 verscheen, bevat bijvoorbeeld een keiharde kri- tiek op de westerse consumptiemaatschappij en legt feilloos het leed bloot dat het neoliberale kapitalistische systeem in stand houdt. Het kwaad is geïntegreerd in ons maatschappelijk bestel, betoogt Reinier, en dat maakt ons allemaal impliciet medeplichtig aan het onrecht. Niet alleen door foute kleding te kopen of vlees uit de bio-industrie te eten, maar domweg doordat we deel uitma- ken van het systeem. Om dat systematische kwaad te bestrijden is een andere levenshouding nodig, waarin ‘het goede leven’ centraal staat. Reinier verbindt dat met een leven uit liefde, met Jezus als lich- tend voorbeeld. Voor mij verwoordde Het goede leven de radicale kracht van het christendom. Het maakte dat ik voor het eerst weer het idee kreeg dat het misschien wel een geloof was waar ik bij wilde horen. Maar ja, hoe doe je dat dan, geloven? Het was een andere ontmoeting die me hielp bij het zoeken naar een antwoord op die vraag. Op 26 april 2012 bezocht ik als cul- tuurredacteur van Dagblad van het Noorden de Nacht van de Filosofie in Groningen. Op het programma zag ik een bekende naam: Wouter Slob. In de jaren negentig volgden wij samen col- leges bij geschiedfilosoof Frank Ankersmit aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na onze studietijd hadden we elkaar niet meer gezien. Wouter was, las ik tot mijn verbazing in het programmaboekje, predikant te Zuidlaren. Daarnaast was hij ook filosoof, en bijzonder hoogleraar 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 14 18-10-19 10:18
15 Proloog Protestantse Kerk, Theologie en Cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vandaar zijn optreden op de Nacht van de Filosofie. Dat jaar stond de ziel centraal en Wouter gaf een ‘wijsgerige preek’ over dat onderwerp. Onder invloed van de neurobiologische hausse, mede gevoed door populaire wetenschappers als Dick Swaab en Victor Lamme, werd het bestaan van de ziel destijds ernstig in twijfel getrokken. Dat gebeurt nog steeds, gestuurd door het modernistisch-atheïstische denkkader waarbinnen de discus- sie over de ziel veelal plaatsvindt. Wouter begon zijn wijsgerige preek met te stellen dat het eigenlijk een non-discussie is. Hij zei: “Anders dan filosofen vaak denken is ‘bestaan’ niet per se een betekenisvolle kwaliteit als het om de ziel gaat. ’’ Daarom sprak hij liever niet over de ziel, maar van de ziel. “De ziel’’, preekte Wouter, “is de levensadem die prin- cipieel geen bezit is, maar gekregen moet worden. ’’ De ziel, luidde zijn boodschap, krijgt vorm in de relatie met de ander. Ik vond het prachtig, al begreep ik er niet veel van. Ik nam me voor om, als de gelegenheid zich voordeed, Wouter te interviewen over zijn theologische en filosofische denkbeel- den. Dat gebeurde een jaar later. Pasen kwam eraan en dat was een mooie aanleiding voor Dagblad van het Noorden aandacht te schenken aan religie, dat volgens velen zo hopeloos verouderde en achterhaalde fenomeen. Het resultaat was een verhaal over de be- tekenis van Jezus’ kruisiging en opstanding in tijden van Facebook en consumentisme. Opnieuw was ik gefascineerd en opnieuw leken de nuances van Wouters verhaal mij te ontglippen. Hij had het bijvoorbeeld over ‘waar zijn’ en ‘waar maken’ als twee verschillende gestalten van het begrip waarheid. Ik voelde het belang ervan aan, maar betwijfelde of ik het wel begreep. In Wouters betoog werd een ander soort logica gehanteerd dan ik gewend was. Nou is hij als filosoof/theoloog gespecialiseerd in 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 15 18-10-19 10:18
16Van God spreken – Proloog logica en gepromoveerd op het waarheidsbegrip, dus zo raar was dat niet. Maar blijkbaar was ik zelf meer gehersenspoeld door de oude waarheidstheorieën en het wetenschappelijk denken dan ik me realiseerde. Ik was me dan inmiddels wel enigszins bewust van het te- kortschieten van de wetenschappelijke methode als het gaat om levensbeschouwelijke zaken, maar de modernistische manier van denken in subject-objecttweedelingen zat blijkbaar toch diep in mijn wezen ingebakken. Dat je ook op een andere, meer relati- onele manier naar een begrip als waarheid kunt kijken, was een intellectuele ommezwaai waar ik grote moeite mee had. Dus toen Wouter een half jaar later suggereerde om samen een boek te maken, waarin hij zijn filosofie en theologie op een wat meer sys- tematische en toegankelijke manier uiteen zou kunnen zetten, was ik meteen enthousiast. Ik vermoedde dat ik tijdens het maakproces misschien iets van mijn verloren geloof terug zou kunnen vinden. Of op zijn minst een ander perspectief vanwaaruit ik mijn leven kon vormgeven. Ik voelde me steeds minder op mijn gemak in de maatschappij waar ik deel van uitmaakte. De zin ervan ontglipte me en de dominante egocentrische levenshouding, die iedereen vanzelfsprekend leek te vinden, begon me steeds vaker tegen te staan. Overal om me heen zag ik mensen die vooral bezig waren met zichzelf: op de sociale media, op het werk, in de politiek, op straat, maar ook in gesprek- ken met familie en vrienden. En ik zelf was, en ben nog steeds, geen haar beter. We zijn allemaal op zoek naar onszelf, ambitieus, willen verder komen in het leven, onszelf ontplooien en jagen persoonlijk geluk na. Daarbij lijkt het wel alsof we ons bestaan alleen door onze succes- sen en ‘interessantheid’ zinvol kunnen maken. We ontlenen onze identiteit steeds meer aan prestaties, bezit en imago – zaken waar - 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 16 18-10-19 10:18
17 Proloog mee we ons onderscheiden van anderen. Alsof het leven het alleen waard is om geleefd te worden als je maatschappelijk iets voorstelt en heel veel volgers hebt op de sociale media. Het gaat steeds meer om scoren, om direct zichtbaar en meetbaar resultaat. Zolang je succesvol bent, is dat niet zo’n pro- bleem. Maar als er dingen mislukken, als je de greep op je leven kwijtraakt, dan word je daar in onze samenleving zelf verantwoor - delijk voor gehouden. In een maatschappij waarin autonomie heilig wordt verklaard, is geen ruimte voor losers. In het gesprek over Pasen dat ik met Wouter had, zei hij daar behartenswaardige dingen over. Zijn manier van denken (en doen) kwam me voor als een aantrekkelijk alternatief voor de jacht op succes en de verheer - lijking van het eigen ik. Daarnaast leek de meer filosofische invulling van het geloof die hij verwoordde, ruimte te bieden voor alle twijfel die me tijdens mijn studie en in de jaren nadien was bekropen, over zowel geloof als wetenschap. Eerlijk gezegd intrigeerde dat me het meest: Wouters filosofie en theologie leken een uitweg te bieden uit de rigide manier van denken die ik van huis uit heb mee gekregen en die vandaag de dag, in de meest uiteenlopende gedaantes, nog steeds dominant is in onze westerse cultuur. En waarin ik steeds vaker vastliep, rondjes draaiend als in een draai - kolk, waarbij de intellectuele en morele verdrinkingsdood op de loer lag. Dit boek Wouter en ik hebben voor dit boek een reeks gesprekken gevoerd over verschillende onderwerpen, die volgens ons van belang zijn als het gaat om de relevantie van het christelijk geloof vandaag de dag. Ik heb die gesprekken uitgewerkt op papier en daarna zijn we beiden meerdere keren door de tekst heen gegaan. We voerden nieuwe gesprekken, waarbij bepaalde onderwerpen zijn 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 17 18-10-19 10:18
18Van God spreken – Proloog uitgediept, terwijl we zijwegen schrapten. Teksten werden aange- scherpt, uitgebreid of ingekort, en er werden vragen toegevoegd. Het hele proces, dat herhaaldelijk maandenlang stillag, heeft uit- eindelijk enkele jaren in beslag genomen. We hebben ervoor gekozen om de oorspronkelijke gespreks- structuur te handhaven, omdat de dialoog een belangrijk kenmerk is van het denken dat in Van God spreken wordt uiteengezet. In betogende teksten wil de schrijver een punt maken en de lezer overtuigen. Bij een gesprek ligt de nadruk meer op het uitwisselen van standpunten en de relatie met de ander. Ook al gaat het in dit boek voornamelijk om Wouters denkbeelden, er wordt nadrukke- lijk niet toegewerkt naar een conclusie of een finaal antwoord. Een dialoog is nooit afgerond. Ons doel is een proces van meedenken op gang te brengen. Om de toegankelijkheid van de tekst te ver - groten, hebben we in de kantlijn kaders toegevoegd met toelich- tingen op namen en begrippen die worden genoemd. Hopelijk is de lijn van onze gesprekken niet zo particulier dat het anderen niet zal aanspreken. Maar het is onvermijdelijk dat onze vragen niet altijd die van anderen zijn, om van de antwoorden maar te zwijgen. Dat is niet erg, denken wij. Sterker nog, volgens Wouter is het zelfs een belangrijk kenmerk van zijn theologische positie. Anders dan vaak wordt gedacht, gaat het in de theologie niet om afsluitende, definitieve antwoorden waar geen vragen meer bij mogen worden gesteld. Integendeel, het gaat juist steeds om de actuele doordenking van de relevantie van het geloof. Het gaat niet om het eigen gelijk maar om geloofsmogelijkheden. Die proberen we in dit boek aan te reiken. Of anderen daar gebruik van willen maken en het als betekenisvol kunnen ervaren, is niet aan ons. Dat zal ieder in zijn of haar eigen hart en hoofd moeten overwegen. 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 18 18-10-19 10:18
19 Proloog In dit boek worden de filosofische en theologische contouren geschetst van een liberale invulling van het christelijk geloof. Een belangrijk onderdeel van die contouren is een filosofisch-theolo- gisch alternatief voor het modernistische subject-objectdenken, dat zowel ten grondslag ligt aan het atheïsme als aan het theïsme. In plaats van God als een objectieve entiteit buiten ons te zien, wordt de nadruk gelegd op de relatie tussen God en mensen. En dan, zoals Wouter uitlegt in dit boek, is het bestaan van God niet de kwestie, maar gaat het om de werkelijkheid van God. Die denkomslag heeft ook consequenties voor het denken over wetenschap, logica en waarheid, onderwerpen die eveneens voor - bijkomen in onze gesprekken. Het filosofisch kader dat in dit boek wordt verwoord, bouwt voort op de kritiek die filosofen als Jacques Derrida, Martin Heidegger, Ludwig Wittgenstein en ande- ren hebben geuit op het modernistische denken. Vertaald in theo- logische termen leidt dat tot een aantal verschuivingen. Bij geloven gaat het dan niet langer om een beschrijving van een theologische realiteit maar om de verwoording ervan, waarbij de nadruk komt te liggen op de getuigenis. Je neemt verantwoor - delijkheid voor je overtuigingen en leeft daaruit. Geloven gaat niet om kennis maar om vertrouwen, niet om waar zijn maar om waar maken. Het gaat niet om het existeren (het bestaan) van God, maar om het insisteren (het aandringen) van God. Al deze verschuivingen komen in dit boek aan bod en de begrippenparen worden uitgebreid besproken. Ze komen allemaal samen in het onderscheid tussen van God spreken, wat in dit boek wordt bepleit, en over God spreken, wat atheïsten en theïsten doen. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de invulling van een begrip als waarheid, maar het leidt ook tot een andere, meer rela- tionele visie op concepten als identiteit en autonomie. Daarnaast wordt in dit boek, vanuit deze denkomslag, op- 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 19 18-10-19 10:18
20Van God spreken – Proloog nieuw gekeken naar allerlei theologische begrippen. Gods almacht bijvoorbeeld, die traditioneel gezien wordt als een soort over - macht kun je met de kruisiging in gedachten, beter verbinden met het afzien van macht, stelt Wouter. Zonde, een in de meeste ker - ken nog altijd beladen begrip, wordt door hem juist positief inge- vuld. Want wie zonder zonde is, wordt geacht perfect te zijn en dat is niemand. Ook andere kernbegrippen als schepping, zondeval, verzoening, genade, het kwaad, eeuwig leven, hemel en hel, incar - natie, drie-eenheid, wederkomst en het laatste oordeel komen aan de orde. In dit boek staat het christelijk geloof centraal, maar een ver - volgstap kan zijn om vanuit het alternatieve perspectief dat hier geschetst wordt naar, bijvoorbeeld, wetenschap te kijken. Ook in de wetenschap gaat het uiteindelijk om de verwoording van een bepaalde theorie, ook als die beschrijvend is. Zelfs de deeltjesfysi- ca wordt steeds opnieuw vormgegeven, en ook als wetenschapper neem je verantwoordelijkheid voor je standpunten. Het zou geen kwaad kunnen als wetenschappers zich wat vaker realiseren dat ook zij in beginsel eveneens niet over dingen spreken maar van. Ook politici en journalisten kunnen zich vanuit het hier geschets- te denkkader uitgedaagd voelen om zich te bezinnen op hun werk. Ook bij hen gaat het immers over waarheidsvinding, en over hoe je vorm en betekenis geeft aan de werkelijkheid. Zeker in deze tijden van ‘post-truth’ en ‘alternative facts’ is de herijking van het waarheidsbegrip van levensbelang, figuurlijk én letterlijk. Dat het modernistische waarheidsbegrip niet langer houdbaar is, zoals Wouter in dit boek betoogt, wil niet zeggen dat waarheid heeft afgedaan, maar dat het begrip heel lang verkeerd gebruikt is. Het zijn zaken die in Van God spreken worden aangestipt, maar waarover de dialoog moet worden voortgezet. Daarmee mag duidelijk zijn dat wij ambitieus zijn in wat we met dit boek willen 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 20 18-10-19 10:18
21 Proloog bereiken. Wij denken dan ook dat het niet alleen interessant kan zijn voor kerkverlaters die zijn afgeknapt op de traditionele, let- terlijke Bijbelinterpretatie en het geloof daarom terzijde hebben geschoven. Wij hopen dat ook niet-gelovigen, atheïsten, filosofen en andersgelovigen zich aangesproken voelen om te reflecteren op hun denkkaders, net als natuurlijk kerkgangers van alle gezindten. Een ieder die bereid is na te denken over zijn of haar eigen uit- gangspunten wordt van harte uitgenodigd met ons mee te denken. 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 21 18-10-19 10:18
22Van God spreken – Hoofdstuk 1 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 22 18-10-19 10:18
23 Theologie, theïsme en atheïsme Hoofdstuk 1 Theologie, theïsme en atheïsme Over en van diepere lagen, ongelovige dominees, almacht als over - macht, de wijsheid van Job, waarheid en Dachau, Albert Einstein en Niels Bohr, meten is weten, (post-)seculariteit, het autonome subject, en doping in de sport Veel mensen in onze maatschappij vinden het geloof een ach- terhaalde zaak. Er wordt vaak met minachting neergekeken op mensen die zeggen dat ze gelovig zijn. Toch wil jij er een boek aan wijden. Waarom eigenlijk? “Dat komt onder meer voort uit ergernis over hoe tegenwoordig over religie wordt gesproken. Atheïsme lijkt in onze maatschappij een vanzelfsprekendheid geworden. In de media wordt godsdienst vaak afgedaan als iets dat passé is. Aan de ene kant begrijp ik het en herken het, want zo heb ik er zelf ook in gestaan. Maar ik ben er heel anders tegenaan gaan kijken. En ik zie dat meer mensen weer belangstelling voor religie krijgen. Daar ben jij een voorbeeld van. Vaak zijn het mensen die vanuit hun jeugd bekend zijn met godsdienst, daar grote moeite mee kregen, maar er toch een die- pere laag in vermoeden. Om die diepere laag gaat het me. ” Wat bedoel je met die diepere laag? “Ik ben zelf in de loop van mijn leven de zinvolheid van gods- dienst opnieuw en beter gaan inzien. Niet op de manier zoals me ooit is aangeleerd, maar op een meer existentiële en ook meer concrete manier. Ik vind het de moeite waard om daar wat over te vertellen. Niet alleen omdat het leuk is en het me boeit, maar om- 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 23 18-10-19 10:18
24Van God spreken – Hoofdstuk 1 dat ik denk dat het beter is om religieus te zijn dan niet-religieus. En omdat ik denk dat onze tijd hunkert naar een christelijk per - spectief. ” Hunkert? Ik hoor de atheïsten al lachen. “Ik dacht altijd dat de atheïsten als vijanden van het geloof ge- vreesd moesten worden. Een paar jaar geleden besloot ik tijdens een studieverlof het beest eens serieus in de bek te kijken. Wat een tegenvaller! Filosofisch is het atheïsme vaak beneden de maat en stuitend plat. Iemand als Richard Dawkins vind ik nog wel leuk, daar kan ik om lachen. Zijn manier van argumenteren en de voorbeelden die hij aanhaalt zijn interessant genoeg. En ook wel gênant, want hij heeft vaak gelijk met zijn kritiek op gelovigen. ” Zijn godsbeeld - een bovennatuurlijke, almachtige Schepper, die hoog in de hemel alles op aarde bestiert - is toch zo plat als een dubbeltje? “Natuurlijk, zijn godsbeeld is erg simplistisch; dat is ook de mak- kelijkste prooi. Maar hij is in zekere zin geëxcuseerd, want zijn platte godsbeeld wordt in de theologie wel degelijk bepleit. Bovendien komt hij met allerlei concrete voorbeelden van hoe geloof werkt waarbij ik denk: ‘Ja, je hebt gelijk. Daar zouden de theologie en het geloof andere antwoorden kunnen en moeten hebben. ’ Die probeer ik te geven in dit boek. Mijn ergernis over het alomtegenwoordige atheïsme is dan ook maar één kant van de zaak. Ik maak me ook zorgen om bepaalde vormen van geloof en christendom. Ik denk alleen dat er een ander antwoord op is dan verwerping. We kunnen het geloof ook opnieuw doordenken. ” Je bedoelt de meer fundamentalistische stromingen? “Ja, maar eigenlijk alle theologie die zich baseert op het zogeheten theïsme. Vaak wordt gedacht dat het theïsme hetzelfde is als gelo - Richard Dawkins (1941) Brits evolutiebioloog en uitgesproken atheïst. Staat bekend als een van de The Four Horsemen (samen met Sam Harris, Christopher Hitchens en Daniel Dennett), naar aanleiding van een gesprek dat zij hadden in 2007. Dawkins is auteur van onder andere The Selfish Gene (1976) en The God Delusion (2006). 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 24 18-10-19 10:18
25 Theologie, theïsme en atheïsme vig zijn. Volgens mij is dat een misvatting. Theïsme is geen theo - logische richting, maar een filosofische positie waarbij het bestaan van God en de waarheid van de Bijbel als voorwaarden gelden voor een zinvol geloof. Ik heb daar allerlei wijsgerige bezwaren tegen, die we allemaal wel gaan tegenkomen. Maar ik heb vooral een theologisch bezwaar: wie zijn wij dat we voorwaarden aan God stellen, zelfs de voorwaarde dat Hij bestaat? In plaats van over het ‘bestaan van God’ te spreken, heb ik het liever over de ‘werkelijk - heid van God’. Het eerste kun je ontkennen of bevestigen, en dat is precies het conflict tussen atheïsme en theïsme. Het tweede gaat over de betekenis van God, waar je al of niet iets mee kunt. ” Neem je dan stelling tegen die al die evangelicale richtingen van het christendom, die zo de nadruk leggen op de persoonlijke bele- ving van het geloof? Ze zijn wereldwijd wel erg succesvol. Het zijn zo’n beetje de enige kerken die groeien. “Voor zover ze een letterlijke en fundamentalistische Bijbel- en waarheidsopvatting verkondigen wel. Maar dat is niet het hele ver - haal. Ik zie dat evangelicale christenen vaak ook juiste en urgente vragen stellen. Zoals: wat heeft het geloof met mijn leven te maken? Wat moet ik ermee? Dat is nadrukkelijke kritiek, denk ik, op vooral de gevestigde protestantse theologie waarvan ook ik vind dat ze die vragen te lang verwaarloosd en veronachtzaamd heeft. De evange - licalen vragen ook naar leiderschap: wat doet de dominee? En wat betekent leiderschap? Goede vragen! Ik heb heel wat van mijn pro - testantse collega’s zien worstelen met bepaalde geloofsopvattingen zonder zich erover uit te spreken. Uit angst en onmacht. ” Wie bedoel je daarmee? “Er is een generatie theologen en predikanten geweest die uit een basaal geloof ooit predikant is geworden. Op de opleidingen werden te weinig kritische vragen gesteld, waarna ze pas in de Fundamentalisme Religieuze stroming die alles letterlijk wil nemen. Lijkt daarin aartscon- servatief, maar is in feite een tamelijk jong verschijnsel. Als reactie op modern vrijzinnige ontwikkelingen in de negentiende eeuw, is deze stroming genoemd naar de reeks The Fun- damentals die tussen 1910 en 1913 verscheen. Daarin wordt de let- terlijke waarheid van religieuze opvattingen, zoals de onfeilbaarheid van de Bijbel, de maag- delijke geboorte en de lichamelijke opstanding van Jezus verdedigd. Het is een radicaal rationa- listische stroming, die daarmee op geen enkele manier oorspronkelijk christelijk is. Tegenwoor - dig worden ook andere radicaal-letterlijke religi- euze stromingen ermee aangeduid. 113887 Van God spreken stramien DEFINITIEF2c. indd 25 18-10-19 10:18