11 1. De schat van het verbond Inleiding Lezen: 2 Samuël 23:1-7 Wat zou u willen zeggen op uw sterf bed? Het is uiteraard niet gezegd dat we een sterf bed krijgen, dat is niet elk mens vergund – maar stel je voor dat je een sterf bed zou krijgen: Wat zou je dan willen zeggen? In 2 Samuël 23 staan we bij een sterf bed. We horen daar de laatste woorden van David. En laatste woorden laten vaak zien wat belangrijk voor je is. Je hoort verwondering : over de weg die de Heere met David gegaan is. De Heere heeft hem hoog opgericht, van achter de schapen tot koning van Israël. Er is ook verdriet: verdriet over zijn kinderen, die niet in zijn spoor gaan: ‘Hoewel mijn huis alzo niet is bij God …’ (vs. 5). Maar er is ook vertroosting : ‘Hij [heeft] mij een eeuwig verbond gesteld …’ In zijn stervensuur vindt David troost in het verbond van God. Want dat verbond bevat alles wat hij nodig heeft om dit leven getroost te verlaten. Want dat verbond gaat over de Messias. Ook daar spreekt hij over: ‘Er zal zijn een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser in de vreze Gods’ (vs. 3). Hij ís er nog niet, maar Hij zal wel komen. David weet dat het verbond van de Heere met hem tot vervulling zal komen in de Heere Jezus. En daarom kan hij in vrede sterven en mag hij zich vertroosten in dat verbond van God: daarin is al mijn heil en lust … Net als David moeten wij leren ons te verblijden in het verbond
12 van God en in de Zaligmaker om Wie het in dat verbond gaat. Zodat als het uur van de dood komt, je niet bang hoeft te zijn, omdat je mag weten: Ik heb een eeuwig verbond met God, daarin is al mijn heil en lust. In dit boekje gaat het over het verbond tussen God en mensen. Dat is een onderwerp van levensbelang. Ons behoud staat of valt ermee. Ik bedoel: als wij behouden worden, dan is dat enkel en alleen dankzij het verbond. En als wij verloren gaan, dan is dat enkel en alleen omdat wij in ongeloof het verbond van God verworpen hebben. Het gaat dus echt om leven en dood! In dit boek staan we stil bij de verschillende verbonden die we in de Bijbel tegenkomen. Maar eerst is het nuttig in te gaan op een aantal zaken die ons kunnen helpen bij de verdere hoofdstukken. De betekenis van het verbond Waar gaat het om in ons leven? Daar kun je natuurlijk heel veel antwoorden op geven, maar ik hoop dat u dan als eerste zult zeggen: Om de relatie met de Heere. Dat is het belangrijkste. Wat baat het een mens zo hij de gehele wereld wint en lijdt schade aan zijn ziel?! In het uur van de dood doen al die dingen er niet meer toe, dan is er maar een ding belangrijk, dat je net als David mag weten: Ik heb een eeuwig verbond met God. De relatie met God is het belangrijkste. Maar wat is dat voor een relatie? We zagen zojuist bij David: dat is een verbondsrelatie. Heel de Bijbel laat zien dat God omgaat met mensen door middel van het verbond. God is de God van het verbond en Hij handelt verbondsgewijs met mensen. Je ziet soms in de hulpverlening dat er een omgangsregeling getroffen wordt, bijvoorbeeld tussen een ouder en een kind. Daarin wor - den alle rechten en plichten vastgelegd. Zo is het bij de Heere
13 ook. Je zou kunnen zeggen: het verbond is de omgangsregeling tussen God en mens, waar alle rechten en plichten in staan. Het verbond is ontzettend belangrijk in de Bijbel, veel belang - rijker dan wij vaak beseffen. Wist u dat de Bijbel meer dan driehonderd keer over het verbond spreekt? Het woord ‘ver - bond’ komt 287 keer voor in het Oude Testament, 33 keer in het Nieuwe Testament. Ook voor Jezus was het verbond heel belangrijk. We horen Hem zeggen bij het laatste Avondmaal: ‘Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament [of: verbond] in Mijn bloed, hetwelk voor u vergoten wordt …’ (Luk. 22:20). Jezus’ dood zorgt voor een nieuw verbond – we komen daar later nog wel op terug. En denk eens aan wat Hij zegt aan het kruis: ‘Het is volbracht’ ( Joh. 19:30) – dat heeft ook te maken met het verbond. Hij heeft volbracht, Hij heeft gedaan wat wij hadden moeten doen, maar niet konden. Wij konden het verbond niet houden, Hij wel! En niet alleen het einde van Zijn leven staat in het teken van het verbond, ook het begin. In Lukas 1 horen we Zacharias zingen: ‘Geloofd zij de Heere, de God van Israël, want Hij heeft bezocht en verlossing teweeggebracht voor Zijn volk (…) opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware aan Zijn heilig verbond’ (67, 72). Die verlossing waar God voor zorgt, heeft alles te maken met het verbond: God is gedachtig aan Zijn verbond. Dus zowel aan het begin van Jezus’ leven als aan het eind horen we over het verbond. God is gedachtig aan Zijn verbond en vervult Zijn verbond door Jezus. In de Bijbel is sprake van allerlei verbonden: er zijn verbonden tussen volken, denk bijvoorbeeld aan het verhaal van Jozua die een verbond sluit met de Gibeonieten die net deden alsof ze uit een heel ver land kwamen ( Joz. 9). Er zijn verbonden tussen mensen, denk maar aan het verbond tussen David en Jonathan.
14 De Bijbel noemt ook het huwelijk een verbond (Mal. 2:14). Maar het belangrijkste verbond is toch wel het verbond tussen God en mensen. En waar gaat het dan om, wat is dan de kern van het verbond? Dat kun je in een zin samenvatten – en zo staat het ook 25 keer in de Bijbel: ‘Ik zal u tot een God zijn en gij zult Mij tot een volk zijn.’ Daar heb je heel basaal de kern van het verbond. God verbindt Zich aan mensen: Ik zal u tot een God zijn – en in reactie daarop gaan mensen bij God horen: gij zult Mij tot een volk zijn. Dat is het belangrijkste van ons leven: dat de Heere onze God is en wij Zijn volk mogen zijn. Wat een wonder: dat die grote God Zich wil verbinden aan kleine mensen, zondaren bovendien! De Zwitserse reformator Heinrich Bullinger schreef daarover: ‘Ik weet niet, of het menselijk verstand dit mysterie wel geheel begrijpen of met passende lof verheerlijken kan. Want welk groter feit heeft er in de wereld ooit plaats gehad of is er vernomen, dan dat God, de Schepper van het heelal (…) zich door middel van een verbond met ellendige en door de zonde verdorven stervelingen verbonden heeft?’ Je proeft de verwon - dering: wat een wonder dat God Zich niet alleen maar met ons inlaat, maar zelfs Zich wil verbinden aan zondaren, zodat Hij hun God is en zij Zijn volk. En niet alleen in de Bijbel, ook in de gereformeerde traditie speelt het verbond een belangrijke rol. Denk alleen maar aan de Doop: in de Doop laat de Heere zien dat Hij met ons een ver - bond heeft opgericht. De Doop is een teken en zegel van Gods verbond. Dat geldt niet alleen voor de Doop, dat geldt net zo goed voor het Avondmaal. In het klassieke Avondmaalsformulier wordt gezegd dat Jezus het verbond der genade tot vervulling heeft gebracht door Zijn lijden en sterven. ‘Hij heeft met Zijn dood en bloedstorting het nieuwe en eeuwige Testament, het
15 verbond der genade en der verzoening besloten, toen Hij zei: Het is volbracht …’ En direct erachteraan: ‘En opdat wij vas - telijk zouden geloven dat wij tot dit genadeverbond behoren, nam de Heere Jezus in zijn Laatste Avondmaal het brood, en als Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het Zijn discipelen …’ Het Avondmaal is dus ook een teken en zegel van het verbond. Je neemt deel aan het Avondmaal, omdat je deelhebt aan het verbond. Dus zowel Doop als Avondmaal heeft alles te maken met het verbond. Daarom zie je dat er in onze gereformeerde traditie veel aandacht is voor het verbond. Veel gereformeerde theologen hebben zich dan ook diepgaand met het verbond beziggehouden. Olevianus, een van de opstellers van de catechismus, schreef er een boek over. En De Redelijke godsdienst , het bekende boek van ds. A Brakel, heeft als ondertitel: Redelijke godsdienst, waarin de goddelijke waarheden van het genadeverbond worden verklaard … De bekende Bijbeluitlegger Matthew Henry hield in zijn gemeente een serie van tientallen preken over het verbond. Zij waren daar erg mee bezig. Dat is helaas vandaag wel anders … Wij leven in een tijd waarin het verbond een vergeten onderwerp dreigt te worden. Het lijkt erop dat er een enorme devaluatie van het verbond heeft plaats - gevonden. Dr. J. Hoek noemt een aantal redenen daarvoor. In de eerste plaats: wij leven in een tijd waarin veel nadruk gelegd wordt op authenticiteit: het gaat erom dat je zelf je keuzes maakt. Dat past niet goed bij de gedachte dat het God is Die een keus voor jou maakt, een verbond met jou sluit. Vandaar dat je ook ziet dat veel kerkmensen moeite hebben met de kinderdoop: als je ergens ziet dat Gods keus voorafgaat aan mijn keus is het wel bij de k inderdoop. Een andere factor die Hoek noemt is het individualisme. We
16 willen zelf keuzes maken. Het kan zomaar gebeuren dat mensen, wiens families soms generaties lang tot een kerk behoord heb - ben, opstappen en naar een andere kerk gaan. Soms kan daar een oorzaak voor zijn. Maar soms is het ook gewoon een vorm van individualisme. Ik mag toch zelf kiezen wat ik wil?! Dat God in de geslachten werkt, vinden ze niet belangrijk. Een andere factor die meespeelt is de invloed van de evangeli - sche beweging. Over het algemeen hebben evangelische christe - nen weinig zicht op de betekenis van het verbond. Evangelische christenen zijn vaak meer gericht op het Nieuwe Testament dan op het Oude, terwijl juist het Oude Testament zoveel spreekt over het verbond. Dan is het natuurlijk niet vreemd dat het ver - bond een ondergeschoven kindje wordt. In evangelische kringen valt veel nadruk op de geloofskeus van de mens. Jij moet kiezen voor God … Vandaar ook dat evangelischen vaak voorstander zijn van de volwassendoop. Je hebt gekozen voor God en dat onderstreep je door je te laten dopen. A l deze factoren spelen een rol rond het feit dat het verbond steeds meer op de achtergrond is geraakt. En daarom is het goed er weer aandacht voor te vragen, zodat we het verbond weer op waarde leren schatten. Maar wat is een verbond eigenlijk? We hebben het woord al een heel aantal keer genoemd. Hieronder volgen een aantal karakteristieken. · Een eenvoudige definitie van een verbond zou kunnen zijn: een overeenkomst tussen twee partijen waarbij sprake is van beloften en verplichtingen. Er wordt iets beloofd, maar er wordt ook iets verwacht. Hier past wel een kanttekening bij. Wanneer bijvoorbeeld twee men - sen trouwen, en zich aan elkaar verbinden, is er sprake
17 van een gelijkwaardige overeenkomst. Dat is met het verbond tussen God en mens niet zo. In de Bijbel is het verbond altijd iets wat uitgaat van God; Hij is de eerste, Hij richt het verbond op. En vervolgens wordt het we - derkerig. God verwacht ook iets van ons. Maar altijd als reactie op wat God belooft. Het verbond is eenzijdig in zijn oprichting, tweezijdig in zijn uitwerking. · Dat God de Eerste is, laat ook zien dat het verbond een geschenk is. Dat God een verbond opricht met mensen is genade, onverdiende goedheid. God hoeft dat niet te doen – en dat Hij het toch doet is genade. God is niet verplicht om naar ons om te zien – en dat Hij het toch doet is Zijn onverdiende goedheid en genade. · Je hebt dus degene die het verbond opricht – God – en je hebt degenen met wie het verbond wordt opgericht – de verbondspartners, de bondelingen, het volk van het verbond. Tussen die twee bestaat een relatie, een ver - bondsrelatie. God is de Koning, de gelovigen zijn Zijn onderdanen; Hij is de Bruidegom, zij zijn de bruid; Hij is de Vader, zij zijn de kinderen. · Bij een verbond is altijd sprake van een belofte en een eis. God belooft iets: genade, vergeving, zorg, hulp – en Hij verwacht iets: er ligt ook een verantwoordelijkheid bij de verbondspartners. Van hen wordt geloof ver - wacht, toewijding, gehoorzaamheid. Dat is belangrijk om te onthouden: bij het verbond is altijd sprake van een belofte en een eis. Je ziet dat bijvoorbeeld bij de Doop. Het formulier zegt dat in alle verbonden twee delen zijn. De Heere belooft vergeving, Zijn Heilige Geest, maar Hij vraagt ook een antwoord: dat we ‘Hem aanhangen, betrouwen en liefhebben, met heel ons hart,
18 met heel onze ziel, met heel ons gemoed en met al onze krachten, dat we de wereld verlaten, onze oude natuur doden en in een nieuw, godzalig leven wandelen.’ Wat de Heere van ons vraagt is niets minder dan bekering en geloof. Kunnen we dat zelf? Nee. Maar het rijke is: wat de Heere van ons vraagt, is tegelijk ook wat Hij wil geven! Het belang van het verbond Wat is het belang van het verbond? A nders gezegd: Wat heb je eraan? Ik wil daar drie antwoorden op geven: Het verbond helpt je om de Bijbel beter te begrijpen, het helpt je de Heere Jezus beter te begrijpen en het is van onschatbare betekenis voor ons persoonlijke (geloofs)leven. In de eerste plaats: het verbond helpt je om de Bijbel beter te begrijpen. Vindt u de Bijbel een moeilijk boek? Veel mensen wel. Ze raken de draad erin kwijt. Veel mensen zien de Bijbel als een boek met allemaal losse teksten en verhalen die weinig met elkaar te maken hebben. Ze zien het verband niet. Maar de Bijbel is geen boek met allemaal losse verhalen, het gaat in de Bijbel ten diepste om één verhaal. Door zicht te krijgen op het verbond, ga je het grote verhaal van de Bijbel beter begrij - pen. En als je dat gaat zien, raak je minder snel de draad kwijt. Door de Bijbel loopt een rode draad: de draad van het ver - bond. Wie dat gaat zien, ziet het verband: het verband van Gods verbond. Het verbond helpt je ook om de Heere Jezus beter te begrijpen. We zullen gaan zien dat alle verbonden hun vervulling vinden in Hem. A lle verbonden in het Oude Testament wijzen heen en roepen om Hem. Steeds weer zie je dat de mensen met wie God een verbond opricht falen. God richt een verbond op met Adam –
19 maar hij is ongehoorzaam. Datzelfde geldt voor Abraham, Israël, David … al die verbondspartners falen. Maar Jezus faalt niet. Waar wij ongehoorzaam zijn, is Hij gehoorzaam. Waar wij ontrouw zijn, is Hij getrouw. Hij vervult al de verbonden, als de Laatste Adam, het Zaad van Abraham, de Zoon van David doet Hij wat wij niet konden doen – net zolang totdat Hij het uitroept: ‘Het is volbracht!’ Jezus is Degene Die alle verbonden vervult. Voor ons en in onze plaats. Het verbond is ook belangrijk voor het persoonlijke geloofsleven , de persoonlijke omgang met God. Want het verbond is ook de verbindende schakel tussen God en mens. Zoals gezegd handelt God verbondsgewijs met mensen. A lles wat wij nodig hebben om God te kunnen kennen en dienen, ligt in het verbond. Be - kering, geloof, rechtvaardiging en vernieuwing zijn weldaden van het verbond die God aan zondaren wil schenken. Dus in het verbond ligt alles wat je nodig hebt om getroost te leven en eenmaal zalig te sterven. Denk maar aan David die in zijn sterven houvast mocht vinden in Gods verbond. Ontbreekt het je aan geloof ? Aan de kracht om je leven te veranderen? Lukt het je niet om in een nieuw godzalig leven te wandelen? O, pleit dan op het verbond: Heere, schenk me geloof, Uw Geest, Uw kracht … Want ‘al wat U ontbreekt, schenk Ik, zo gij ’t smeekt, mild en overvloedig’ (Ps. 81:12, ber.). In het verbond ligt al - les wat je nodig hebt om de Heere te leren kennen en Hem te dienen. Om welke verbonden gaat het? Over welke verbonden gaat het eigenlijk? Welke verbonden zijn er precies? Daarover gaat het vervolg van dit boekje, maar hier alvast een aanzet: in de Bijbel is sprake van drie verbon - den. Dat is allereerst het verbond tussen de Vader, de Zoon en
20 de Heilige Geest, het verbond waarin de drie Personen Zich uitgesproken hebben om zondaren te verlossen. Dat speelt zich niet af in de tijd, maar dat gebeurde voor de wereld er was. We noemen dat wel het verbond der verlossing, het verbond dat al in de eeuwigheid gesloten is tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, waarin Zij het plan van de verlossing hebben besloten. Dan is er in de tweede plaats het verbond met Adam, in het paradijs. Adam kreeg de opdracht om God gehoorzaam te zijn. Deed hij dat, dan zou hij het eeuwige leven hebben beërfd; deed hij dat niet, dan zou het oordeel hem treffen. Dat ver - bond wordt wel het scheppingsverbond of het werk verbond genoemd. Adam was echter ongehoorzaam en dat betekent dat er een nieuw verbond nodig was; we noemen dat het genadeverbond. Dat genadeverbond kent verschillende fases – je kunt denken aan het verbond met Abraham, met Israël, met David – maar het is ten diepste één verbond dat het hele Oude Testament overkoepelt en ten slotte zijn vervulling vindt in de Heere Jezus. Volgens Calvijn heeft God gaandeweg steeds meer van het genadeverbond onthuld. Hij gebruikt daarbij het beeld van licht dat steeds sterker wordt: ‘Zo lichtten er aanvankelijk, toen de eerste belofte van heil aan Adam gegeven werd, als het ware slechts heel kleine vonkjes op. Later werd de gloed ervan sterker en begon het meer licht te verspreiden, dat vervolgens steeds sterker werd en zijn glans steeds verder verspreidde, totdat uit - eindelijk de wolken geheel verdreven werden en Christus als de Zon der gerechtigheid het licht ten volle over heel de wereld liet schijnen’ (Calvijn, 438).
21 De zegen van het verbond Het verbond is een zegen. Om twee redenen: In de eerste plaats: het verbond geeft grote troost . Het verbond laat zien dat de zaligheid uitgaat van God. De zaligheid staat of valt niet met mij, maar staat of valt met het verbond dat uitgaat van God. Dat is een vaster fundament dan mijn geloof dat vaak zo wankel is en zo op en neer gaat. Een gelovige mag weten: mijn zaligheid rust in het verbond van God. Dat is een reden tot grote troost. Denk nog maar aan David, die op zijn sterf bed troost vond in het verbond dat God met hem had. In dit verband kan ook gedacht worden aan de bekende Utrechtse dominee Jodocus van Lodenstein. Toen Van Lodenstein op sterven lag, vroeg een vriend hem: ‘Voelt u nu de genade van God?’ Waarop Van Lodenstein antwoordde: ‘Ik voel niets, maar ik weet dat in de Heere Jezus Christus de volheid van genade is en ik leg mij neer op dat verbond dat onveranderlijk is.’ Net als David mocht hij rusten in het verbond van God, dat door Christus volbracht is. Wat een troost te mogen weten dat je leven en zaligheid vastligt in de Heere , in dat verbond dat van geen wankelen weet. In de tweede plaats: het verbond geeft ook hoop . God gedenkt aan Zijn verbond. Daarom gaat de Heere door. Waarom komen mensen in Afrika tot geloof ? Waarom is het aantal gelovigen in Iran met honderdduizenden gegroeid? Daar is maar een ant - woord op: Omdat God Zijn verbond gedenkt. Waarom is er nog een kerk in Nederland? Omdat God aan Zijn verbond gedenkt. A ls dat van mensen zou af hangen, dan zou er allang geen kerk meer zijn. Maar er is een kerk, omdat God aan Zijn verbond gedenkt. Dat mag ook een pleitgrond zijn in ons gebed: ‘Heere, denk aan Uw verbond en ga door met Uw werk, ook in ons land.’ En daarom geeft het verbond ook reden om de Heere groot te
22 maken en te danken: ‘Hij gedenkt Zijn verbond tot in der eeu - wigheid’ (Ps. 105:8a). Wat een wonder: dat God met mensen te maken wil hebben en hun Zijn vriendschap biedt (Ps. 103:5, ber.) en gemeenschap wil hebben met zondaren. Dit hoofdstuk liet zien dat God met ons omgaat door middel van het verbond. Dat verbond geldt ook ons en onze kinderen. Laten we het op waarde schatten. Want daarin ligt alles wat je nodig hebt om getroost te leven en eenmaal zalig te sterven. Dat is een voorrecht, dat is ook een grote verantwoordelijkheid. Want wat zal het zijn als we wel in het verbond zijn, maar het verbond niet nodig hadden, de beloften en de eisen van de Heere naast ons neerleggen, in ongeloof en ongehoorzaamheid onze weg gaan?! Dan verwerpen we niet alleen het verbond van God, maar dan verwerpen we ten diepste de God van het verbond. Dan ontvangen we niet de verbondszegen, maar de verbonds - wraak. Hoe zullen we ontvlieden als we op zo’n grote zaligheid geen acht geven?! Laat dat niet gebeuren, maar bekeer je van je ontrouw en ongehoorzaamheid en wend je tot de Heere , de God van het verbond. Hij zegt het Zelf: ‘Keert weder, gij af kerige kinderen …’ ( Jer. 3:22). Keer weder tot Mij … de God van het verbond … ‘en Ik zal uw af keringen genezen’. Wat is het dan heerlijk: in het verbond is nu alles wat je nodig hebt. Het ligt bij de Heere gereed, Hij heeft het beloofd, en wat Hij beloofd heeft wil Hij doen. Je mag vragen: ‘ Heere, denk aan Uw verbond. Niet om iets in mij, maar omdat U het beloofd hebt.’ Dan wil Hij geven wat je nodig hebt en leer je Zijn verbond en woorden als je schatten gadeslaan! (Ps. 25:5, ber.)
23 Vragen en stellingen 1. Wat betekent het thema ‘verbond’ voor u? 2. Herkent u zich in de uitspraak dat het verbond een ‘verge - ten onderwerp’ dreigt te worden? Welke oorzaken ziet u daarvoor, naast de reeds genoemde? 3. Stelling: ‘Het verbond krijgt (on)voldoende plaats in pre - diking, catechese en opvoeding’. 4. Stelling: ‘Veel christenen zien de Bijbel te veel als een boek met verhalen zonder de samenhang van de Schrift te z i e n’. 5. Stelling: ‘Dat God verbondsgewijs handelt vormt een rode draad die helpt om de Bijbel beter te begrijpen’. 6. God gedenkt aan Zijn verbond. Wat zou dat kunnen bete - kenen voor het geloofs- en gebedsleven? 7. Stelling: ‘Bij Gods verbond horen is een groot voorrecht en een grote verantwoordelijkheid’. 8. Stelling: ‘Voor een gezonde prediking is het nodig zowel aandacht te geven aan de verbondszegen als aan de ver - bondswraak’. 9. Stelling: ‘Het verbond bevat alles wat je nodig hebt om getroost te leven en eenmaal zalig te sterven’.