Verzamelde gedichten Ve r z a m e l d e gedichten JACQUELINE E. VAN DER WAALS JACQUELINE E. VAN DER WAALS De natuurgedichten en geloofspoëzie van Jacqueline E. van der Waals zijn onovertroffen in hun lichtheid, zuiverheid en gevoelsrijkdom. Alsof je luistert naar een kind dat spreekt van diepe levensgeheimen, verwonderd door de pracht van de seizoenen en vol vertrouwen in de goede leiding van Gods hand. Deze gedichten raken bij velen een gevoelige snaar, omdat ze reiken naar het diepe niveau van de ziel waar de mens zichzelf terugvindt. Deze editie bevat al haar gedichten. Najaarslaan Waar gouden de portalen zijn, Hoe zullen daar de zalen zijn! Ik zag aan ’t einde van mijn pad een kleine ronde poort, Als blauw saffier in goud gevat, En haastig, vol verlangen trad Ik door de gangen voort. Ik sprak: ‘Als bij mijn aankomst wijd Die poorten openstaan, In welk een groote heerlijkheid Zal ik dàn binnengaan, Indien van goud de gangen zijn, Hoe groot moet mijn verlangen zijn, De zalen in te gaan!’ ( fragment) ISBN 978 90 435 2847 4 NUR 306
Jacqueline E. van der Waals Verzamelde gedichten Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:59 Pagina 3
Deze uitgave is gebaseerd op de editie van 1999 ©2017 Uitgeverij Kok - Utrecht Omslagontwerp Ralf Boer (Cocon) isbn978 90 435 2847 4 nur306 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 4
5 Vooraf Jacqueline Elisabeth van der Waals wordt vele malen getypeerd als een belangrijke dichteres die met de doodsgedichten uit haar postume bundel Laatste verzentot het hoogste niveau van de Nederlandse literatuur stijgt. Zo beweerde J.D. Bierens de Haan dat de doodsgedichten bezitten ‘dat bijzondere dat aan de beste kunstwer- ken eigen is’. Martinus Nijhoff schreef: ‘Er zijn niet veel dichters geweest die de moed hadden, wanneer deze onontkoombaarheid naderde, rijmen en een zuiver metrum te vinden voor hun meditaties.’ Ik wil van deze loftuitingen iets afdoen. Niet omdat deze gedichten deze lof niet verdienen, maar omdat ze impliciet afbreuk doen aan de kwaliteit van de ove- rige. Ook hierin is dezelfde nietsontziende openheid te zien van de verzen die ze tijdens haar ziekte – ze leed aan maagkanker en weigerde pijnstillende middelen – schreef. Terecht zei Willem Barnard in het Literama-radioprogramma over Jacqueline E. van der Waals dat zij ‘al schrijvende heeft geprobeerd de eenvoud te bereiken waar ze naar hunkerde’. Openheid en eenvoud zijn eigenschappen van al haar bundels. De techniek van haar laatste gedichten was niet plotseling beter, alleen het onderwerp was in de jaren twintig bijzonder. Naast de doodsgedichten uit 1922 staan veel gedichten die even sterk zijn. Gerrit Komrij neemt in zijn De Nederlandse poëzie van de 19e en 20ste eeuw in 1000 en eni- ge gedichtenzeven verzen van haar op en slechts twee zijn uit Laatste verzenafkomstig. Het eerste, waarvan de aanvangsregel luidt Prinses van hoge geboorte, haalde deze antholoog tevoorschijn uit haar nooit herdrukte debuut uit 1900, Verzen, dat ze schuchter en bescheiden onder haar pseudoniem u.e.v. .(Una Ex Vocibus) publi- ceerde. In die vergeten bundel staan merkwaardige gedichten met sprookjesachti- ge scènes die ten onrechte uit de literatuur verdwenen zijn. Ik bewonder Komrijs keuze van Jaapen In het hooi. Het is gemakkelijk deze ge- dichten, zoals zo vaak met Het geitenweitjeis gedaan, te parodiëren of in hun simpel- heid te smoren. De gaafheid van toon duidt op de zuivere expressie van primaire gevoelens als verliefdheid en verlangen naar de dood. De vraag is wie zo onbevan- gen kan zijn en wie zo opgetogen durft schrijven. Het is de hoogste tijd duidelijk te stellen, dat de poëzie van Jacqueline E. van der Waals, gepubliceerd in haar bundels Verzen(1900), Nieuwe Verzen(1909), Iris (1918) en Laatste verzen(1923), een gaaf oeuvre vormt en dat zij in natuurpoëzie, klaaglyriek en religieuze poëzie een niet geringe hoogte bereikt. Natuurlijk, zij Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 5
6 kondigde geen nieuwe stroming aan en had geen grote uitstraling in de litera- tuur. De subjectieve term ‘gaaf’ verdient toelichting. Wat is gaaf? Nijhoff typeerde haar poëzie heel scherp: ‘In zuiver water ziet men de bodem.’ Alleen in een tijd dat helderheid hoog genoteerd staat, kan men oog hebben voor de waarde van deze poëzie. Deze tijd is nu weer aangebroken: wij willen graag tot de bodem kijken. Helderheid, openheid en eenvoud zijn belangrijke criteria. Haar vakmanschap vol raffinement valt niet op. Spitsvondige rijmen als luste- loosheid, bewusteloosheiden rusteloosheid; rotsenen tot zezijn uitzonderingen. Zelfs met voor de hand liggende rijmparen als zeeen meeweet ze schitterende effecten te be- reiken en voert ze de lezer naar een verrassend rustpunt in de melodische stroom. Ook is het gebruik van enjambement vaak voortreffelijk, hierdoor krijgen haar gedichten een vloeiend verloop. Wie een oor heeft om te horen, kan in zeer veel ge- dichten haar ritme bewonderen. Niet voor niets is Winterstilteeen evergreen van de Nederlandse natuurpoëzie. Ook in haar debuut treffen we deze kwaliteiten aan. De slotstrofe van Prinses van hoge geboorteluidt: Maar deze gena maakt mij rijker Dan kronen of koninkrijken, Ze maakt mij onreine, rein, Mij, geringe, van hoger geboorte, Dan buiten deze poorten Vorsten en koningen zijn. Over haar leven is weinig bekend. Haar vader was de bekende natuurkundige, de Nobelprijswinnaar Johannes Diederik van der Waals (1838-1923), naar wie de Van- derwaalskrachten zijn genoemd. Haar moeder was Anna Magdalena Smit (1847- 1881) die drie meisjes en een jongen ter wereld bracht. Jacqueline Elisabeth, gebo- ren op 26 juni 1868 te Den Haag, was het tweede kind. Haar roepnaam was Lien. Ze verhuisde in 1877 naar Amsterdam waar, toen ze dertien jaar was, haar moeder aan tuberculose stierf, verzoend met de dood, in de zekerheid van haar geloof. Dit heeft veel indruk op haar gemaakt. Dit heengaan veroorzaakte een diepe cesuur in het leven van haar vader. Tijd heelde de wond niet. Het ontbrak hem een tiental jaren aan de lust tot publiceren. Wel was wetenschappelijk onderzoek een goede afleiding. Hij hield de herinne- ring aan zijn lieve Anne levend. De gordijnen van de voorkamer waren tot 1902, toen zijn zoon trouwde, gesloten en in de leunstoel tegenover zijn bureau stond een portret van 80 à 90 centimeter hoog. ‘Aan dat portret te raken, of iets te leggen Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 6
7 op dien leunstoel, dat was heiligschennis. Ieder voelde het, die in die kamer trad.’ Dit schreef zijn leerling Kohnstamm die op hoge leeftijd nog over het geloof van zijn leermeester sprak en het kenmerkte met het woord mystiek. Deze geleerde keerde telkens terug tot de Bijbel, het boek dat hem het leven door vergezelde, hem kracht e troost gaf en zijn levenshouding bepaalde. Zijn levensopvatting ge- tuigde van een buigen voor een geheim, een onderworpenheid aan de wijsheid Gods. Dit blijkt op indringende wijze uit de poëzie die hij schreef nadat zijn ge- liefde vrouw Anna, 34 jaar jong, na zestien jaar huwelijk, was gestorven. Een voor- beeld daarvan is het gedicht dat hij schreef op 30 maart 1882: o Heer! laat mij berusten in Uw daden, Mij buigen voor wat Gij mij hebt gedaan. Laat ’k op mijn hoofd den zwaren schuld niet laden, Dat ik in oproer tegen U zou staan. In Uwe wijsheid hebt Gij mij ontnomen Haar, die me op aard reeds hemelblijdschap gaf. Mijn levenswellust liet Gij tot U komen en mijn geluk verzonk in ’t somber graf. Maar laat mij nu het heerlijk uitzicht open Van ’t wederzien. Geef aan mijn hart de kracht Om in dees bittre ramp te blijven hopen, Dat mij bij U hereniging weêr wacht. Hoewel vader Van der Waals humoristisch kon zijn, was het leven in de P.C. Hooftstraat sober. Hij sprak weinig, uitte zich moeilijk en hield zijn gevoelens verborgen, behalve in brieven en gedichten. Wetenschap beoefenen was een mid- del om God te verheerlijken en te dienen. Zijn drie ongetrouwde dochters bleven hem verzorgen. Het milieu waarin Jacqueline opgroeide was eenvoudig, sociaal-voelend, met aan- dacht voor sport en cultuur. Er was belangstelling voor literatuur, muziek, toneel en filosofie. Jacqueline kreeg pianoles, las veel (alleen werken in de oorspronkelij- ke taal waren toegestaan), ze tekende, schilderde, borduurde, legde een herbarium aan. Na haar opleiding aan de hbsvoor meisjes waar ze opviel door haar tekentalent, Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 7
8 haar intelligentie en haar energie, studeerde ze thuis verder; ze behaalde de hulp- akte voor het onderwijs en de mo-akte Geschiedenis. Ze verdiepte zich in filosofie en theologie en leerde Zweeds, Noors, Deens en Italiaans. Ze was dol op sport. Tennissen, schaatsen, wandelen, bergbeklimmen hadden haar voorkeur. Haar gedichten publiceerde ze in Onze Eeuwonder het pseudoniem u.e.v.(één uit de stemmen), welke naam ze in 1900 ook gebruikte voor haar eerste bundel Ver- zen. Ze wilde graag incognito zijn. Voor Nieuwe verzenliet ze dit pseudoniem vallen en de gedichten die Willem Kloos in De Nieuwe Gids(in 1909 en 1910) van haar op- nam, droegen haar eigen naam. Jacqueline was lerares geschiedenis, eerst in Doorn (1900-1908), daarna in Bloe- mendaal (1908-1917) en vervolgens in haar woonplaats Amsterdam, aan de School voor Maatschappelijk Werk. Ze leidde een onopvallend leven en waar ze opviel, trof haar bescheidenheid. Ze gaf les, vertaalde romans en gezangen, schreef poëzie en proza, en recenseerde Ib- sen, Kierkegaard, Nietzsche, Tagore en Dante. In 1921 werd ze ziek, ze leed aan maagkanker, ze overleed op 2 april 1922 te Amsterdam waar ze werd begraven. Haar graf is echter verdwenen. Jacqueline van der Waals vond het haar plicht zich met hart en ziel te wijden aan de kunst. Hieronder verstond zij vormgeving en stilering van de emotie. Deze kan opper- vlakkig en vluchtig zijn, bijvoorbeeld bij het zien van iets moois, maar ook blij- vend van aard, wanneer zij door levensinzicht is ontstaan. Een gedachte moet al- tijd eerst omgezet worden in een ontroering. Anders kan er van kunst geen sprake zijn. Levensbeschouwelijke kunst is dus mogelijk als een visie zich heeft omgezet in een emotie. Een goed voorbeeld hiervan is het gedicht dat Geerten Gossaert zo prachtig vond dat hij graag zijn gehele werk wilde opgeven om dit geschreven te hebben. Die mijns harten vrede zijt, En de enig ware ruste, Reine bron van klare lusten, Zuivre zon van zaligheid – Laat mij willen en niet willen, Wat Gij wilt en niet en wilt, Blijde gaande door het stille Leven in Uw vreê verstild. Buiten U is niets dan strijd, Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 8
9 Niets dan moeiten, niets dan zorgen – Laat mij, in Uw rust geborgen Slapen gaan in eeuwigheid. Ze was ervan overtuigd, dat schoonheid het resultaat is zodra een kunstenaar op zuivere wijze vorm geeft aan een ontroering. Ze is tegen het adagium van de Tach- tigers, dat het de taak van de dichter is schoonheid te scheppen. Kunst mag nooit ondergeschikt zijn aan een eis, niet aan een ideologische maar ook niet aan een es- thetische. Het enige criterium is zelfopenbaring. De drang tot scheppen moet zui- ver zijn en die is zuiver wanneer de kunstenaar zich niet bekommert om het effect van zijn werk in de maatschappij. Tijdens het scheppen geldt alleen het kunstwerk en niets anders. Het wezen van de poëzie is spel. Het draagt het doel in zichzelf. Dichtkunst is geen middel in dienst van iets anders, maar een autonome werk- zaamheid. Het doel ligt in het scheppen zelf. Zelfs God dienen wijst ze als doel af. Jacqueline E. van der Waals beschouwde het dichterschap als een goddelijke roeping. Ze had de plicht deze goddelijke opdracht, die haar zwaar viel, te vervul- len. Ze moest toegeven aan de drang tot zelfopenbaring, het móeten spreken. Niet om goddelijke boodschappen door te geven, maar om vorm te geven aan emoties die de Gever van het goede schonk. God zelf is de inspiratiebron en schrijven is zich openstellen voor Gods inwerking. Daarom wijst ze de openbaring van het ei- gen innerlijk als ideaal van de hand, wanneer eigenbelang en ik gebonden zaken dit beheersen. De dood obsedeerde haar, zoals de natuur haar intrigeerde, God haar inspireer- de en de plicht zuivere poëzie te schrijven haar dwars zat. Zij had een religieuze natuur die zich in verschillende fasen van spiritualiteit bevonden. Overgave, op- standigheid, vertrouwen in een Oudtestamentische Verbondsgod en omgang met een verborgen God zijn daarvan aspecten. Haar functioneren in de literaire canon heeft geleden onder het feit dat ze een vrouw was en een bescheiden natuur had. Eigener beweging sprak ze niet over haar werk. Ze schreef omdat ze, zich bewust van een beperkt talent, dit haar plicht vond. Waarwschijnlijk is dit ook de reden dat ze bijna al haar in tijdschriften ge- publiceerde gedichten heeft gebundeld; ze was weinig kritisch. Er zijn slechts vier ongepubliceerde gedichten gevonden; deze jeugdverzen zijn, evenals vier niet gebundelde gedichten, hier opgenomen. Alle verzen zijn af- gedrukt in de spelling van de eerste druk van de bundels. Duidelijke drukfouten zijn stilzwijgend verbeterd. In onze letterkunde is Jacqueline E. van der Waals de koningin van openheid en Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 9
10 zuivere schoonheid. Zij was een intrigerende dichteres, een boeiende persoonlijk- heid, van grote betekenis voor het protestantse deel van Nederland. Deze ‘prinses van hoge geboorte’ dient een kroon te dragen. Deze ‘gouden editie’ is als zodanig bedoeld. Henk van der Ent (1999)/redactie Uitgeverij Kok (2017) Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 10
Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 17:07 Pagina 11
Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 12
13 Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 13
15 Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 15
16 Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 16
17 Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 17
18 Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 18
19 Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 19
20 Verzamelde gedichten_opmaak 08-06-2017 16:29 Pagina 20
Verzamelde gedichten Ve r z a m e l d e gedichten JACQUELINE E. VAN DER WAALS JACQUELINE E. VAN DER WAALS De natuurgedichten en geloofspoëzie van Jacqueline E. van der Waals zijn onovertroffen in hun lichtheid, zuiverheid en gevoelsrijkdom. Alsof je luistert naar een kind dat spreekt van diepe levensgeheimen, verwonderd door de pracht van de seizoenen en vol vertrouwen in de goede leiding van Gods hand. Deze gedichten raken bij velen een gevoelige snaar, omdat ze reiken naar het diepe niveau van de ziel waar de mens zichzelf terugvindt. Deze editie bevat al haar gedichten. Najaarslaan Waar gouden de portalen zijn, Hoe zullen daar de zalen zijn! Ik zag aan ’t einde van mijn pad een kleine ronde poort, Als blauw saffier in goud gevat, En haastig, vol verlangen trad Ik door de gangen voort. Ik sprak: ‘Als bij mijn aankomst wijd Die poorten openstaan, In welk een groote heerlijkheid Zal ik dàn binnengaan, Indien van goud de gangen zijn, Hoe groot moet mijn verlangen zijn, De zalen in te gaan!’ ( fragment) ISBN 978 90 435 2847 4 NUR 306