Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.Vreemde vogels Vergelijkbare bijbelstudies van Uitgeverij Boekencentrum: Pieter L. de Jong: Jezus en de mensen met geld. Bijbelstudies over bezit en rijkdom Arjan Markus: Heel het leven. 10 regels voor discipelschap Stefan Paas, Gert-Jan Roest & Siebrand Wierda: Geloven in de marge. De eerste brief aan Korinte Stefan Paas, Gert-Jan Roest & Siebrand Wierda: Eten met Jezus. Bijbelstudies over maaltijden in Lucas Stefan Paas & Siebrand Wierda: Ontworteld. Bijbelstudies over Daniël 1-6 Stefan Paas & Siebrand Wierda: Zinvol leven. Prediker Bernhard Reitsma: Onvoorstelbaar. Bijbelstudies over de gelijkenissen van Jezus Bernhard Reitsma: Adembenemend. Nieuwe bijbelstudies over de gelijkenissen van Jezus André F. Troost: Kom tot rust. Het bijbelboek Hebreeën: medicijn tegen keuzestress H. J. van der Veen: In Zijn spoor. Bijbelstudies over discipelschap H. J. van der Veen: In gesprek. Bijbelstudies over ontmoetingen met Jezus Stefan Paas & Gert-Jan Roest: Komedie in vier bedrijven. Bijbelstudies over Jona Iwan Dekker & Mathilde Schouwstra: Breder langer dieper hoger Tien bijbelstudies met portretten uit Gods wereldwijde kerk H. J. van der Veen: Opgeheven handen. Bijbelstudies over het gebed Vreemde vogels Bijbelstudies over 1 Petrus Stefan Paas & Gert-Jan Roest Uitgeverij Boekencentrum, Utrecht www. uitgeverijboekencentrum. nl IS B N 978 90 239 5046 2 (boek) IS B N 978 90 239 5047 9 (e-book) Ontwerp omslag: Mulder van Meurs Lay-out en dtp binnenwerk: Gewoon Geertje© 2017 Uitgeverij Boekencentrum, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrielijke toestemming van de uitgever. Inhoud Inleiding Een explosie van vreugde1 Petrus 1:3-12 en Marcus 16:1-8 Gert-Jan Roest Vrijgekocht 1 Petrus 1:13-21 Stefan Paas Levende stenen 1 Petrus 1:22-2:10 Gert-Jan Roest Vrijheid en respect 1 Petrus 2:11-25 Stefan Paas Machteloos getuigen 1 Petrus 3:1-6 en 14b-16 Stefan Paas De reddende kracht van water 1 Petrus 3:18-22 Gert-Jan Roest Leven in het vuur 1 Petrus 4:1-6, 12-19 Gert-Jan Roest Integere herders 1 Petrus 5:1-5 Stefan Paas Verder lezen Inleiding De eerste brief van Petrus is een beetje een stieind in het Nieuwe Testament. Uitleggers vonden de brief vaak niet zo interessant. Paulus had veel meer geschreven en hij was bovendien veel boeiender (of irritanter, al naar gelang je visie). Maar bovenal: de brief van Petrus leek zo overduidelijk geschreven aan mensen in wie de meeste westerse christenen zich niet erg konden herkennen. Een minderheid, nog vervolgd ook; mensen met allerlei relaties buiten de eigen geloofsgemeenschap. Het is een brief voor mensen die geen macht hebben, die een beetje gek aangekeken worden, en die ook niet altijd zo precies weten hoe het zit. De brief staat vol met nogal rommelige situaties, waarin je ter plekke oplossingen moet vinden. En Petrus helpt zijn mensen daarbij. Misschien is het juist wel daarom dat deze brief steeds meer in de belangstelling komt. Veel christenen herkennen zich goed in de situaties die Petrus beschrij. En trouwens: ook andere mensen kunnen er veel aan hebben. Nederland is niet langer een land waar één groep het voor het zeggen hee, geen land van één dominante cultuur. We zijn hyperpluraal: een land van minderheden. En die minderheden schuren nogal eens tegen elkaar aan. Tolerant en aardig zijn is niet zo moeilijk als je leven nooit bedreigd wordt en als je het toch voor het zeggen houdt. Maar hoe zit dat als je klein en zwak bent? Hoe zit dat als je het overzicht kwijtraakt en moet terugvallen op je diepste overtuigingen en waarden? In zekere zin staan we allemaal voor deze uitdagingen, of we onszelf nu als gelovig zien of niet. Petrus schrij over dit soort vragen. Juist daarom leek het ons goed om in de loop van 2013 een serie toespraken te houden over Via Nova heeft verschillende soorten samenkomsten. In de zogeheten podium-samenkomsten wordt een toespraak (preek) gehouden over een bijbelgedeelte. In de meer interactieve forumsamenkomsten wordt samen doorgesproken over een korte input aan de hand van een bijbelgedeelte. Hoewel we de hele brief van Petrus hebben behandeld in deze serie, bevat dit boekje alleen de toespraken (in bewerkte vorm) die in de podiumsamenkomsten zijn gehouden. Vandaar dat niet elk gedeelte uit de brief in dit boekje aan de orde komt. INLEID IN Gdeze brief. We deden dat in Via Nova, een nog vrij jonge kerk in Amsterdam (www. vianova-amsterdam. nl). In aansluiting daarop schreef een van ons het boek Vreemdelingen en priesters een boek dat als het ware via deze brief van Petrus kijkt naar de situatie van de kerk in Nederland. Veel mensen voelen zich vreemdeling in eigen land, niet meer behorend tot de hoofdstroom van de cultuur. Maar Petrus laat zien dat dit helemaal niet betekent dat je je afsluit voor anderen. Integendeel, de christelijke gemeenschap mag zichzelf ook beschouwen als de priesters van de samenleving: mensen die als het ware namens hun land tot God komen en namens God tot hun land. Vreemdelingen en priesters kreeg een warm onthaal en raakte blijkbaar bij veel lezers een snaar. Mede daarom hebben we besloten deze serie toespraken uit te geven in een afzonderlijk boekje, net zoals de eerdere toespraken die in deze reeks zijn uitgekomen. We hebben de teksten licht bewerkt, om ze leesbaar te maken en te ontdoen van al te lokale en tijdgebonden toespelingen. Niettemin blijven ze zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke versie. Hopelijk helpen ze lezers om een weg te vinden in de boeiende, pluralistische, en onoverzichtelijke samenleving die Nederland geworden is. Stefan Paas Gert-Jan Roest Een explosie van vreugde 1 Petrus 1:3-12 en Marcus 16:1-8 Gert-Jan Roest Een feest van hoop Niet voor niets beginnen we dit boekje met een tekst over Pasen. Dat is niet gebonden aan een bepaalde tijd van het jaar; christenen vieren elke zondag dat de Heer is opgestaan. Met die explosie van vreugde begint de geschiedenis van het christendom, en tegelijk ook de vernieuwing van elk leven. De opstanding van de Heer is de achtergrond van elk nieuwtestamentisch Bijbelboek. Die ervaring ligt ook ten grondslag aan de brief van Petrus. Pasen is een feest van vreugde en een feest van verwondering. Ik weet niet of je mensen kent die iets van die vreugde en verwondering uitstralen, maar ik vind het altijd zeer inspirerend. Met dat soort mensen wil je tijd doorbrengen. Ik hoop dat het opstandingsverhaal iets bij je oproept van vreugde en zin, dat iets in je hart in beweging komt. Hoe kan dat gebeuren? De twee teksten die in dit hoofdstuk centraal staan, laten dat zien. Als je goed kijkt, zie je dat ze een contrast vormen: in de ene tekst vind je mensen die de opgestane Heer gezien hebben, maar nog niet lijken te begrijpen wat er is gebeurd. In de andere tekst lezen we over mensen die de Heer nooit gezien hebben, maar tegelijk veel beter lijken te begrijpen wat voor ongelooijks er is gebeurd op die Paasmorgen in Jeruzalem. In de tekst uit Marcus zien we twee vrouwen die het voorrecht hebben om zelf het lege graf van Jezus te inspecteren. Het feit van de opstanding wordt hun verteld, maar ze hebben het goede nieuws van de opstanding nog niet verwerkt. Als er één woord hun ervaring typeert is het angst. In vers 5 staat dat de twee Marias vreselijk schrokken en vers 8 zegt: Ze gingen naar buiten en 1. EEN EXP L OS IE V AN VREUGD Evluchtten bij het graf vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden. In 1 Petrus vinden we mensen die niet het voorrecht hadden gehad om het lege graf zelf te zien, en ze hadden ook niet met Jezus kunnen spreken, zoals we kunnen lezen in vers 8: U hebt hem lief zonder hem ooit gezien te hebben. Maar deze mensen hadden het goede nieuws van de opstanding wel verwerkt, en dat blijkt uit het vervolg van vers 8 waar staat: zonder hem te zien geloo u in hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde
Dit soort vreugde laat zien dat je het opstandingsverhaal hebt verwerkt, begrepen. Deze twee teksten vormen dus een contrast. Maar hebben ze ons ook wat te zeggen als het gaat over het internaliseren van het goede nieuws over de opstanding? Jazeker. Ik denk dit: tenzij we het verhaal over de opstanding tot onze diepste angsten laten spreken, blij het een verhaal op afstand. Het is dan misschien een theoretisch goed te onderbouwen verhaal, of juist een verhaal dat we niet kloppend krijgen, maar het zal ons hart niet in beweging brengen. De verbinding ontbreekt. Het raakt ons niet; er is geen vreugde. In dit hoofdstuk gaat het dus over de vraag hoe het goede nieuws over de opstanding van Jezus ons van angst naar vreugde kan brengen. Laten we daarom eerst met elkaar over angst nadenken. Angst Je kunt je bij de angst van de twee Marias in Marcus wel iets voorstellen. Ze waren al getraumatiseerd door alles wat er met Jezus was gebeurd. Jezus had intens veel voor hen betekend, maar ze hadden gezien hoe de religieuze leiders het volk tegen hem hadden opgehitst en hoe de Romeinen hem gepijnigd hadden, wreed gemarteld en vermoord aan een kruis. Het was niet uit te houden om hem, die ze zo lieadden, zo te zien lijden. Het enige wat ze nog wilden was Jezus balsemen, zodat hij op een respectvolle manier begraven kon worden. Dan hadden ze in de toekomst een plek waar ze konden rouwen om hun gestorven leider. Maar zelfs dat leek hun niet gegund: het graf was geopend en Jezus was er 1 P E TR US 1:312 EN MAR CUS 16:18niet meer. Hoe kun je leven als je zelfs degene van wie je het meeste houdt, niet kunt beschermen? Een panische angst maakte zich van hen meester; bevangen door angst en schrik waren ze. Angst komt er in vele soorten en maten, maar met angst hebben we allen te maken. We leven in een wereld doortrokken van angst:als we geboren worden maken we een overgang van de warmte en bescherming in de buik van mamma naar een wereld die veel kouder is. Gelukkig is er daar ook liefde, maar al vanaf heel jong ervaren we de angst om alleen te zijn, de angst om niet geliefd te zijn, of de angst om alleen gelaten te worden; als kinderen en tieners zijn we bang om uitgelachen te worden, of om achter te raken in een soort race waar we niet eens voor gekozen hebben. We kunnen bang zijn voor tentamens of verlamd door pesterijen, groepsdruk, de angst er niet bij te horen;als we klaar zijn met school, zijn we bang dat we de baan die we werkelijk willen niet kunnen vinden, of als we die baan wel vinden, dat we het niet goed zullen doen en zullen oppen; we verlangen naar een levenspartner, maar we zijn bang dat we de juiste nooit zullen vinden, of als we hem of haar wel vinden dat het op een grote mislukking zal uitlopen;als we kinderen hebben, willen we ze zo graag beschermen, maar we weten dat we ze niet voor alles kunnen beschermen; als onze jonge jaren voorbij zijn, krijgen we angst om ouder te worden of ziek, angst om er niet meer aantrekkelijk uit te zien, angst om te sterven. De toestand in de wereld kan ons ook steeds aanvliegen: angst voor oorlog, ziektes, de politieke situatie, de toekomst; soms worstelen we met angst voor God, omdat we denken dat God altijd kritiek hee en steeds zegt dat we alles verkeerd doen en ook nooit iets goeds zullen kunnen doen;we zijn bang voor geldproblemen en voor de dreiging van terroristische aanslagen. Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Zijn dit soort angsten nu terecht? Er zijn misschien angsten die we achter ons kunnen laten omdat ze niet realistisch zijn. Het kan helpen om je te realiseren dat wat we vrezen niet altijd zo erg is als 1. EEN EXP L OS IE V AN VREUGD Ewe denken. Maar als dit alles is wat we zeggen, gaan we wel heel oppervlakkig met onze angsten om. Onze angsten zijn niet gek. Diep vanbinnen voelen we haarscherp aan dat er geen garantie is voor een vervuld en gelukkig leven. Angst is heel legitiem. Als ik het symbolisch zou duiden, dan zou ik zeggen dat de wortel van onze angst in het kruis en het graf ligt. We zijn als de dood voor dat waar het kruis symbool voor staat: pijn, schuld, en schaamte. Anderen doen ons pijn, en wij doen anderen pijn, en we belanden in situaties waar we op eigen kracht niet meer uit komen. We zijn ook als de dood voor dat waar het graf symbool voor staat: leegte, isolatie, ontbinding. We willen niet in eenzaamheid achtergelaten worden, maar verlangen naar de omarming van liefde. We zijn terecht bang voor de ontbinding van ons leven, want we zijn gemaakt om het leven met volle teugen in te drinken! Onze angsten zijn niet gek. Ze zijn heel legitiem. Maar ja, wat kun je eraan doen? We zien geen echt antwoord op onze angst voor pijn en dood. Oplossingen lijken er niet te zijn; we moeten ermee leren leven. We moeten proberen de pijn niet al te veel te voelen. En daarom drukken we die angsten diep weg. We ontwikkelen allerlei mechanismen om de angst maar niet te hoeven voelen. Je kunt bijvoorbeeld door positief denken vermijden dat je de gebrokenheid van deze wereld onder ogen hoe te zien. Je kunt ook religie of het christelijke geloof gebruiken als een vlucht uit de werkelijkheid. Drukte kan ook helpen om de angst van je hart niet te horen. Soms gebruiken we seks om maar niet onze angst voor eenzaamheid of mislukking onder ogen te hoeven zien. Of we zijn zo sterk bezig met het vermeerderen van geld en spullen dat we niet hoeven te luisteren naar de angst dat we niet genoeg zullen hebben. Maar dit soort strategieën lopen op een gegeven moment dood. De realiteit haalt ons in. Je ziet dat bij de twee Marias in onze tekst. Hun wereld viel uit elkaar. Dat was bij Petrus ook gebeurd. Petrus had Jezus op een cruciaal moment verloochend, en hij zal vast en zeker geworsteld hebben met gevoelens van schuld en schaamte. Had ik maar zus, had ik maar zo. . . Is er hierna werkelijk nog toekomst? 1 P E TR US 1:312 EN MAR CUS 16:18 Diep onder de oppervlakte van ons leven worden we geregeerd door een diepe, zwarte angst. Angst zit diep in onze hersenstam en is een heel primaire emotie, maar houdt ons vaak gebonden. We sterven duizend doden. Het brengt ons op een doodlopende weg
De weg naar vreugde Misschien herken je iets van wat er gezegd is over angst. Waarschijnlijk wel. Maar hoe komen we nu naar de vreugde van Pasen? Deze Bijbelteksten laten ons zien: dat kan door een verandering van blikrichting. Marcus laat ons zien hoe we onze, door angst verlamde blikrichting, kunnen loslaten, en Petrus helpt ons om onze blik op iets anders te richten. Eerst kijken we naar de tekst uit Marcus, die ons laat zien hoe we onze door angst verlamde blikrichting kunnen loslaten. Anders leren kijken met Marcus. De twee Marias bevonden zich op een doodlopende weg waar ze zelf niet meer uit kwamen. Ze wilden Jezus gaan balsemen en zijn dood accepteren. Maar zij, en wij, vergissen ons in God. In onze diepe angst hebben we niet met de liefde van God gerekend. Hoewel Jezus het zo vaak gezegd had, had toch niemand er echt rekening mee gehouden dat we met een God van doen hebben die de doden opwekt. We dachten dat de pijn van het kruis en de dood in het graf de laatste woorden waren. Maar dat was niet zo. Op Paasmorgen barstte een lachsalvo uit de hemel los over de aarde. De dood stond voor schut. Het kwaad had al zijn kracht mogen gebruiken om eens en voor altijd te bewijzen dat het de baas was op deze aarde. Het had zijn regime van angst eens en voor altijd kunnen vestigen. Het kwaad stond tot de tanden gewapend voor het graf van Jezus om hem dood te houden. Maar Gods kracht in Jezus was zoveel sterker. Het kwaad had geen schijn van kans. Het werd ontwapend en aan de weggerolde grafsteen gebonden. Voor mensen was dit onmogelijk, maar voor God is niets onmogelijk. Een uitbundig gelach uit de hemel vervulde de angstige kille leegte van het graf. Ik heb eerder gezegd dat, tenzij we het verhaal over de opstanding tot onze diepste angst laten spreken, het een verhaal op 1. EEN EXP L OS IE V AN VREUGD Eafstand blij. Dit tot onze diepste angst spreken is precies wat God hier doet. Het eerste woord na de opstanding dat hij die jonge man laat zeggen is (vs. 6): Wees niet bang! Volgens Matteüs is deze jonge man een door God gezonden engel, en hij zegt namens God: Wees niet bang. In andere verhalen over de opstanding ontmoeten de discipelen Jezus zelf, en hij zegt: Waarom zijn jullie zo bang? Vrede zij met jullie (zie Luc. 24:36-37). De pijn en leegte waar je zo voor vreest zijn niet de laatste woorden. Ze zijn tijdelijk. Jezus is de weg van kruis en graf voor ons gegaan, om deze doodlopende weg van binnenuit open te breken. Nu is het geen doodlopende weg meer, maar een deur naar nieuw leven. Als de Paasboodschap tot je diepste angsten gaat spreken, kun je langzamerhand je door angst verlamde blikrichting loslaten. Je kunt gaan lachen met God. Ben jij op die weg? Durf jij alles wat je angst aanjaagt onder ogen te zien maar dan tegen je angst te zeggen: ik vertrouw op God die de doden opwekt? We moeten ons niet voorstellen, dat we dit één keer doen en dan ermee klaar zijn. Elke nieuwe crisis in ons leven wil God gebruiken om ons dieper in dit vertrouwen te doen groeien. Het is alsof God tegen ons zegt: Wees niet bang, maar stel je hoop op mij. Ik zal je redden (vgl. 2 Kor. Een nieuwe blikrichting van hoop met Petrus. Petrus brengt ons bij de God die de doden opwekt. Ik ga hier niet de hele tekst behandelen, maar kijk eens wat Petrus zegt in vers 3: Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid hee hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop. Als wij de eerste keer geboren worden, gaan we een wereld van angst binnen. Als we opnieuw geboren worden gaan we een wereld van hoop binnen. De hele oriëntatie van je leven verandert door deze nieuwe geboorte. De wereld van angst kan voortbestaan zolang we niet met de kracht van Gods liefde rekenen. Het enige waar we dan op terug kunnen vallen is onze eigen kracht die niet opgewassen 1 P E TR US 1:312 EN MAR CUS 16:18blijkt tegen de kracht van het kwaad en de dood. Maar als we kijken naar de opstanding van Jezus dan beseen we dat God de doden opwekt, en dat gee hoop. Maar wat is die hoop dan? Waaruit bestaat die concreet? Als wij zeggen: Ik hoop dat het morgen mooi weer is, dan bedoelen we juist daarmee aan te geven dat we het wel graag willen maar niet zeker weten. Dit is hoop als wens. Voor dit soort hoop is er geen opstanding nodig. Dit soort hoop gebruiken we in een wereld van angst om elkaar moed in te spreken: Je bent wel ziek, maar je kunt toch altijd hopen dat je beter wordt. Ik hoop dat je een baan vindt. Ik hoop dat je een partner vindt met wie je gelukkig wordt. Hoop in de Bijbel is anders: het is gefundeerd op de opstanding van Jezus. Het is een vast vertrouwen dat wat we God zien doen in de opstanding van Jezus uit de dood, dat dit de diepste waarheid over het leven bloot legt. Dit is niet hoop als wens, maar hoop als overtuigd meelachen met God. Laat ik dit nog een beetje meer uitpakken. Jezus leven had twee fasen, de fase voor zijn dood en de fase na zijn dood. Kijk maar in vers 11 van dit hoofdstuk. In de tweede hel van dat vers wordt gesproken over het lijden van Christus en daarna het delen in Gods luister:de fase van Jezus leven voor zijn dood wordt beschreven als een leven van lijden. Jezus, als Gods Zoon, leefde in onze wereld van angst. Hij leefde dicht bij de liefde van God maar te midden van het krachtenveld van kwaad en dood dat zijn vernietigend werk kon doen; de fase van Jezus leven na zijn opstanding wordt beschreven als een delen in Gods luister. Een leven dat totaal is vernieuwd, omdat het krachtenveld van Gods liefde de krachten van dood en kwaad hee buiten gesloten. Dit is het leven van de toekomst. Hier in het leven van Jezus zien we dat de fase van pijn en lijden tijdelijk is. Dat is al geweldig goed nieuws, maar er is meer. Die twee fasen staan niet los van elkaar. Omdat Jezus zich in zijn pijn en lijden aan God, de Vader, toevertrouwde, veranderde God die pijn en dat lijden in een nieuwe bron van leven.